Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
topar Josepl Martinis Bottemie,
23ste J aars.
Dinsdag 27 Februari 1900.
l\o. 6633.
bureau Hjèotersitaat 50.
PBIJS TAN DIT BLAD:
^oor ichieaam per 3 maanóer. f 1.50
ran cc per post door geheel Nederland 2.
Afzonderlijke Nummers - 0.05
PRIJS DER ADTKRTENTIÊN:
Van 16 regeis ƒ0.60
Elke gewone regei meer i-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
d°or de genade gods en de gunst van
den apostolischen stoel,
WSSCHOP VAN HAARLEM,
aa de feestelijkheid en de Geloovigen van
ons Bisdom.
Zaligheid in den Heer.
genade is ons allen ter zaligheid
den I Z°nder haar kan nleraand
he f!16mel bereiken- Maar 'O Zijne goedheid
e God, vooral door de H. Sacramenten,
overvloedige middelen van genade ge-
°nken, dat wij daardoor zelfs gemakkelijk
Ze zaligheid kunnen bewerken. Hoe is
et dan te verklaren, Beminde Geloovigen,
at in het leven van vele Katholieken, die
v' Wert het H. Sacrament der Biecht ont-
angen, de uitwerkselen daarvan zoo weinig
n t aar zijn Het is deze vraag, waarop
W den uwe aandacht vestigen.
anneer wij op waardige wijze en in
ne goede gesteltenis het H. Sacrament
®r 'echt ontvangen, dan worden door de
solutie van den Priester onze zonder, ons
ergeven en, zoo wij vroeger Gods
'janden waren, dan worden wij in Zijne
r'enaen i'erschapenziedaar het eerste
'tvverksel, de eerste vrucht van dit H.
aerament. Maar het brengt nog eene
ere, nog eene tweede vrucht voort. Door
'zelfde Sacrament ontvangen wij ook
®"ade en kracht voor de toekomst. Kracht
om üiet 16 bervallen in de zonde kracht
de gevaren te vermijden en de gele-
eden tot zondigen te ontvluchten
en&t°ra de bekor'n£en te overwinnen
Vr 6 Weerstaan aan de verleiding van onze
^ioegere deelgenooten in het kwaad kracht
onze plichten te vervullen, ijverig te
in*1 s" het gebed' en steeds toe te nemen
eugd en heiligheid. Deze byzondere
acht en genade wordt ons geschonken
^'J elke Biechthoe krachtig worden wij
^er alve, wanneer wij meermalen, wanneer
'J dikwijls dat H. Sacrament ontvangen!
b oe duidelijk zichtbaar moet dat zijn in
lZen levenswandel 1
Vfi^ebben Wij, B. G., reden om ons te
'heugen over het veelvuldig gebruik, dat
tot °°aakt van bet Sacrament der Biecht,
^ns leedwezen moeten Wij toch ook
ennen, dat niet allen de vruchten daar-
dit° ^Un 'even toonen- Gemakkelijker is
te begrijpen van die flaauwe christenen,
zelden en ter naauwernood eenmaal in
jaar hunne biecht spreken door der-
het
lelijke weinige godsvrucht verliezen zij
kjedig he genade hun geschonken. Maar
jjj aas' ook velen, die meermalen en dikwerf
too° t0n' b'Üven altijd dezelfde menschen,
ia0t'en geen vooruitgang in de deugd,
'ervdlen altijd in dezelfde fouten en
gebreken.
atlJen' onrechte, B. G., schrijven de vij-
het6« 0Di!er ke'''g® godsdienst dit toe aan
Sacrament der Biechtten onrechte
beweren zij, dat wij daardoor vrijheid
krijgen, om op nieuw te zondigeninte
gendeel de genade van dat Sacrament be
veiligt ons tegen het hervallen in het kwaad.
Neen, de oorzaak daarvan is te zoeken in
ons zeiven, in het gebrek aan voorbereiding,
waardoor wij dikwijls minder waardig, ja
misschien soms onwaardig de absolutie ont
vangen.
Wanneer wij gaan biechten, dan zullen
wij zeker uiterst nauwkeurig zjjn, ja mis
schien zelfs angstvallig, in het belijden en
openbaren van onze gebreken aan den
Priester. Die belijdenis is evenwel niet
voldoende om deelachtig te worden aan de
genade van het Sacrament. Neen, God en
onze H. Godsdienst vorderen nog iets anders.
Uitdrukkelijk verklaart de H. Kerkvergade
ring van Trente, dat de mensch om die
genade te ontvangen, een oprecht berouw
en leedwezen over zijne zonden moet
gevoelen. Dit nu bestaat niet in een bloot
bidden of opzeggen van een akte van
berouw. Neen, het hart moet bedroefd zjjn
in ons hart moeten wij leedwezen gevoelen
over de bedrevene zondenhet moet in
ons in ons hart leed doen, God beleedigd
te hebbenen noodzakelijk moet daarmede
gepaard gaan, anders toch zou het geen
waar berouw zijn, een oprecht en krachtig
voornemen, om voortaan niet meer te
zondigen en met zorg alles te vermijden,
wat ons op nieuw tot zonde voeren zou.
Zietdaar, B. G., een noodzakelijk ver-
eischte voor eene goede biecht, waaraan
misschien door sommigen uwer met te
weinig ernst gedacht wordt, en die daardoor
dan ook eene minder waardige biecht
spreken en minder genade van God
ontvangen welk vereischte wellicht
door anderen geheel verwaarloosd wordt,
zoodat zij onwaardig biechten en bij
gevolg in het geheel geen genade ver
werven. Daarom hebben Wij gemeend,
zoo eenvoudig en duidelijk mogelijk op dit
punt uwe aandacht te vestigen. O, nadert
dikwijls tot het heilig Sacrament van
Boetvaardigheid, waardoor gij zoo gemak
kelijk heiligen kunt worden maar doet het
met dien ernst, welke eene zoo heili
ge handeling vordert. Onnoodig is een
langduiig onderzoek van uw geweten,
wanneer gij dikwijls uwe biecht uitspreekt
maar bidt God vóór elke biecht hartelijk,
dat Hij u de genade van een goed berouw
verleenehoudt u vóór elke biecht lang
bezig met alle gedachten, die u tot dat
berouw kunnen brengen; denkt ernstig
aan het geluk des hemels, dat door de
zonde verloren wordt, aan de eeuwige
straffen der hel, welke men door de
zonde verdient, aan de liefde en het lijden
van Jesus Christus, onzen Zaligmaker, Die
heeft willen lijden om ons van de zonde
te redden en Wien wij door onze zonden
beleedigen en vergrammenverzuimt
nooit bij uw biechten krachtige voor
nemens te maken voor de toekomst
en de middelen vast te stellen, die gij
tot verbetering van uw leven zult aan
wenden. Dan zullen uwe biechten, vooral
wanneer gij ze dikwijls doet, waardige
biechten zijn en u aan den overvloed van
Gods genade deelachtig maken. Dan zal
ook uw godsdienstig en heilig leven de
bewondering uwer onkatholieke land-
genooten wekken, die zooveel te grooter
eerbied zullen gevoelen voor onze heilige
Kerk, omdat deze door de genademiddelen,
welke God haar toevertrouwde, hare kin
deren weet op te voeren tot hooge deugd
en tot een heiligen levenswandel.
Volgens gewoonte wekken Wij u tevens
op, om van de dagen der Vaste ook dagen
van gebed te maken. Bidt veel voor de H.
Kerk en haar zichtbaar Opperhoofd voor
het geluk van ons Vaderland, van Hare
Majesteit, onze beminde Koningin en hare
Koninklijke Moeder, en voor al uwe gees
telijke en wereldlijke overheden.
Overeenkomstig de Ons daartoe door den
Apostolischen Stoel verleende volmacht,
geven Wij U dit jaar de gewone Dispen-
satiën in de Kerkelijke Wetten van Ont
houding onder de gewone voorwaarden
welke Dispensatiën en voorwaarden door de
WelEerwaarde Pastoors en Rectoren zullen
worden afgekondigd.
Krachtens Apostolische volmacht ver-
leenen Wij aan de geloovigen van Ons
bisdom, weder voor dit jaar, d. i. tot aan
de 40-daagsche Vaste van het volgend jaar,
dispensatie in de Onthoudings-wet op alle
Zaterdagen, uitgenomen die Zaterdagen
welke geboden Vastendagen zijn.
Echter vermanen Wij u, om door aal
moezen en andere goede werken aan te
vullen wat door het gebruik maken van
deze Dispensatie aan uwe boetedoening
ontbreekt.
En zal dit Ons herderlijk schrijven op den
Zondag van Quinquagesima in alle tot Ons
Bisdom behoorende kerken, alsmede in de
kapellen waarover een Rector is aangesteld,
op de gebruikelijke wijze worden voorge
lezen.
Gegeven te Haarlem, den lOden Febru
ari 1900.
f CASPAR,
Op last van Z. D. Hoogwaardigheid,
M. P. J. MöLLMANN,
Secretaris.
A.LOEMEE3 OVERZICHT.
26 Februari 1900.
De oorlog in Znid-Afrika.
In den Vr ij staat.
De toestand van de Boeren is er, voor
zoover dat uit de tot heden ontvangen
telegrammen is op te maken niet minder
op geworden. Het geruststellende van den
toestand is, dat ondanks alle alarmeerende
berichten van Engelsche zijde het bericht
van Cronjé's overgave steeds uitblijft.
Voor het weigeren van den wapenstilstand
worden in Engelsche berichten twee redenen
opgegeven ten eerste omdat de Engelschen
dachten, dat Cronjé er om vroeg, teneinde
zijn schansen en loopgraven te kunnen
voltooien, een onderstelling die meer den
Engelschen dan den Boeren tot oneer strekt,
ten tweede dat in het gevraagde etmaal
de hulptroepen naderbij zouden komen. Dit
laatste is een argument dat zeker wegen
mag, want in die versterkingen ligt voor
het leger van Cronjé een groot gevaar.
Wij welen nu al van een commandant
Botha die in de buurt is van generaal de
Wet, van een commandant Frónemann en
nu lezen wij, dat de Transvalers zich
samentrekken op de grens ten noorden
van Kimberley. Indien de Engelschen
werkelijk CroDjé omsingelen, dan loopen zij
kans op hun beurt belegerd te worden.
Uit Kaapstad zendt men intusschen met
spoed lord Roberts versterkingen toe. Dins
dag vertrokken de Wiltshire's en de York
shires, bereden infanterie uit Birma, Lon-
densche en Kaapsche vrijwilligers naar het
front. De Engelschen zullen ze wel noodig
hebben.
Volgens een officieel telegram van lord
Roberts, dat slechts weinig nieuws bevat,
is er Vrijdag gevochten tusschen verster
kingen van de Boeren uit Natal en de
Engelsche voorpostende Boeren schijnen
hier teruggeslagen te zijn?. Het blijkt
intusschen dat er dan toch versterkingen
uit Natal bij Paardeberg aankomen, 2o.
dat zij Roberts niet met rust laten en
3o. dat Cronjé het Zaterdag-middag nog
uithield.
Dit laatste is te belangrijker, omdat
oorlogscorrespondenten zich Dinsdag al
verteederden bij de gedachte aan het tragi
sche van 't geval, dat de Boeren-commandant
zich doodvocht voor een wanhopige zaak.
En nu zendt een van die correspondenten
ons het bericht dat deze natuurlijk ge
heel en al gedemoraliseerde, zoo niet ver
pletterde Boeren, verscheiden nieuwe
schansen opwerpen.
Men moet zich ook afvragen, hoe het
mogelijk is, dat de zwaar geteisterde
Boeren nog onderworpen blijven aan hun
leider, want Maandag of Dinsdag wilden zij
zich reeds overgeven. Cronjé was echter
onwrikbaar. Een paar dagen later mengde
Cronjé's vrouw zich in de zaak. Zij schijnt
meer succes gehad te hebben, want laat
stelijk wordt gemeld, dat »jonge Transvaal-
sche Boeren" Cronjé weerhouden zich
over te geven. Al deze wederwaardigheden
komen natuurlijk uit den koker van Engel
sche oorlogscorrespondenten.
Maar wat te denken van een bericht
van een Engelschen correspondent uit de
Kaapkoloniedat de Boeren zich volstrekt
niet ongerust maken over Cronjé en ook
hun commando ten zuiden van den Oranje
rivier versterken.?
Volgens het gevoelen van de Engelschen
kenbaar gemaakt in een telegram, uit
Paardeberg van 23 dezer is Cronjé s
positie wanhopiger dan ooit. De Engelsche
kanonnen bestrijken de glooiende oevers
van de rivier aan alle kanten en door een
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
C 7
WSPRELAAT van Z. H. LEO XIII, ASSISTENT-
BISSCHOP BIJ DEN PAUSELIJKEN TROON,
BISSCHOP VAN HAARLEM.