Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
23ste Jaar«r.
Zondag 4 Maart 1900.
No. 6638.
^Bureau l^oterstxacd 50.
KEUS TE BLAD.
Op den Lindenhof.
SS-C-fF5 BtSJ3 US;
JjjjjEIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
feuilleton.
Schietoefeningen.
NIEUWE SCHIEDAM COURANT
PRIJS TAK DIT BLAD:
^oor bchieaam per 3 maandenf 1.50
- racco per post door geheei Nederland 2.
Afzonderlijke Nummers 0.05
iiiii i'iitiiiiii'miiiitiuiiti'-itMiiihiiriii'iiii in'itiiii'itiriiiiiiii
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van i6 regeis f0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor hernaaide piaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
vestiofBuRGEMEESTER VAN Schiedam
der lón°P verzoe'£ van den heer Commissaris
de ianri""u'n in de Provincie Zuid-Holland,
scheepvaart belar,ghebbenden bij de
berielo p hieronder volgend
cht aan zeevarenden
°P de Harssena
Volgens n, J 7 a, D T e x 6 1 3e d 1 8 1 r i
aa- 26 Febrn.ri 6f|lng den Millister Tan Oorlog
aaand Maart ïaon "i de eorste heift der
gedaan uit eem8e scherpe schoten worden
de ffarisms D Va" 30 c M- Tan het fort °P
door he^fnrt'^r.terre'a hgt in een driehoek, gevormd
N. 35» o en .7" denkbeeldige lijnen in de richting
van het' fort. 7 tot °P '^0 M. afstand
vIagPvan hetefo'rtW^h°P ?evuurd wordt, zal een roode
Vur vóór den worden van minstens één
vlaggen aangevendeafe^ 7' .°7fenin8' alsmede gekleurde
Worden terwiil do lichtingen waarin gevnnrd zal
schuwen Z L ato<"«>boot de schepen zal waar-
(seiljvaartuiEen om°° g ^lp Terleenea aan kleinere
het vaarwater te komen"611 ^daolte van
uan 'detin^v' d"11? gr°°te waarscWngsborden
markt oDeeftoU en °p de batterij Visch'
richting TL f Jni Waarop vermeld staat in welke
het Tnm i a®. ^svuurd zal worden, terwijl nabij
horden znu™gazlj7 en aan dau ingang der haven
o (Zie Ned. krt. no. 201.)
Schiedam, 3 Maart 1900.
De Burgemeester van Schiedam,
-VERSTEEG.
II. Ons Katholiek program.
Zooals ieder Katholiek zich nog wel her-
nert, werd, in October 1896, der Katholieke
Katif i6en prooram aangeboden, hetwelk de
der °Je'i6 'eden van de Tweede Kamer
taten-Generaal hadden gemeend te
boeten vaststellen.
"b EERSTE HOOFDSTUK.
Teop^eVeer raidden tusschen Gemünd en
her» HSeer ''gt op een v°oru'tsPringeoden
PraM,»6. denbo*' een der grootste en
landstreek6 boerderijfln uit de geheele
trots e'"enaar van den Lindenhof, was
sedert °P L.Z1Jn «'tgebreide bezitting, die
2°on on euoe'yke tijden van vader op
erfon«9aS overSegaan als ware het een
de ef® Yan ften adellijke familie. Ook was
dochter Tize a' tr°tS °P "dn mooie
tj? „dle dochter verdiende, dat de vader
®n w Pj ,ar was' telde twintig jaar
meisiJfalgemeen voor het schoonste
"je uit den omtrek gehouden.
12e v. d. Linden was niet alleen mooi,
Toen dit program verschenen en ver
spreid was, heeft men het hemelhoog gaan
verheffen. Wij voor ons nu hebben die
meening niet zoo sterk gedeeld en de
gronden van dat verschil in een paar arti
kelen van de Nieuwe Haarlemsche courant
indertijd aangegeven. Doch die enkele af
keurende stem ging in het algemeen gejubel
toen verloren en wij willen daaromtrent
dan ook niet verder napieiten. Liever de
vraag gesteldwelk soort van program
hebben wij, als katholieke partij, noodig.
Wij beantwoorden daarmede van zeiven
een andere vraag, wat er namelijk van
het bovenvermeld program is terecht ge
komen.
Om eenen of anderen gang eener politieke
partij te voorspellen, kan men zich het
beste eerst wenden tot het verledene. Welnu,
indien wij zulks doen opzichtens de katho
lieke partij, voor zooverre het de gevoelens
en het stemuitbrengen onzer Kamerleden
betreft, dan ontmoeten wij, wat belangrijke
zaken aangaat, velerlei oneenigheid. Men
was het niet eens, eerst en vooral bij de
fameuse grondswetsherziening, en verder
was men het niet eens omtrent den aard
van het stemmen opzichtens de begrootin
gen, omtrent de uitbreiding der staatsbe
weging, omtrent handelspolitiek, omtrent
eedswetgeving enz. Dan eindelijk, ziet daar
daagde het vraagstuk van het kiesrecht. En
nu zoude men ten minste aan onze katho
lieke partij eens een goed proefstuk leveren
van eenheidsactie onder de katholieke Ka
merleden. Er werd door die heeren afge
vaardigden een zoogenaamd manifest uit
gezonden, behelzende de eensgezinde mee
ning der katholieke Kamerleden, met
uitzondering van één enkele er. van nog
één enkele, die niet medeonderteekend had.
omdat hij de ideeën der onderteekenaars
eigenlijk veel verder wenschte door te zetten.
Feitelijk was deze afgevaardigde dus een
medestander en Dr. Schaepman ont
brak dan ten slotte alleen aan de onder
teekenaars van het manifest. Nu gaan
zij bezat ook een goed hart en bestuurde
met groote bekwaamheid het huishouden
van haar vader. Haar moeder was eenige
jaren geleden gestorven en rustte op het
kerkhof te Gemünd.
Johan, de eenige en ook oudere broe
der van Lize was van een geheel anderen
aard dan zijn zuster. Hij was een knappe
jongen, gezond en sterk, een flink schutter
en bekwaam gitaarspeler, die men gaarne
hoorde. Zijn oploopende drift bedierf echter
veel en had den ouden boer al heel wat
geld gekost.
Johan veroorzaakte zijn vader echter het
meeste verdriet door wildstroopen, waarvan
hij een hartstochtelijk liefhebber was. In
de oogen van de boeren in die landstreek
is dit echter geen schande. Zij mogen
integendeel gaarne zien, dat een onver
schrokken knaap den jachtopzieners een
streek speelt zonder gesnapt te worden.
Te huis was het voor Johan veel te eng.
Wel werkte hij over dag op het veld of in
de stal mede maar men zag het hem aan,
dat hij den arbeid met onverschilligheid
verrichtte en met zijn gedachten elders was.
straks de Kamerbezigheden hun gang en
eindelijk moet er gestemd worden over »de
manifest-zaakStond Dr. Schaepman nu
nog alleen? Neen, zeker niet: juist de
helft der onderteekenaars van het Manifest
waren aan zijne zijde!
Nadat dit alles reeds was voorafgegaan,
heeft men het Katholiek program van
October 1896 vervaardigd. En was dit
program nu werkelijk een broederlijk stuk,
waarbij alle onze Kamerleden, woord voor
woord, hun innigste bedoelingen hadden uit
gesproken Neen, geenzins, want de aan
vaarding van het geheel werd, al aanstonds,
door een der Kamerleden geweigerd, wijl
deze afgevaardigde zich niet in zake der
beschermende rechten, met het program
kon vereenigen. Op zich-zelven gezien,
neen, dan kon deze reserve niet veel
scheuring beteekenen. Maar had men
verder de geschiedenis der verloopene jaren
niet als toelichting, als droevige ja maar toch
onafwijsbare toelichting van oneenigheid, ook
daar, waar het eene plechtig-geschrevene
verklaring aan de partij gold En was er
nog niet meer? In ieder geval, wij meenen
te moeten gelooven het Utrechtsche pro
gram was teveel een idealenprogram, het
geen reeds hieruit blijkt, dat in zijn zeven
numero's, zells de allerlaatste moeielijkheid
tegen alles, wat wij op wetgevend gebied
verlangen, was weggenomen. Rondweg
wordt er verder in de inleiding van het
program gezegd: dat men zich, bij het
samenstellen van dit stuk niet heeft be
perkt, tot hetgeen men soms een program
van actie noemt. Men heeft liever aanwij
zing willen doen van (al) de hoofdpunten,
op welke de werkzame aandacht van al de
Katholieken in den lande gevestigd moet
zijn en blijven. Zeer schoon, zoo voegen
wij hier achter, maar qui trop embrasse,
mal éteint, en bepaalder nog vragen wij
waartoe hadden onze Kamerleden zóó
groote opdracht noodig Dit vorderde
het bondgenootschap met de Antirevo-
iutiennairen toch niet, zelfs niet in casu,
Was de nacht aangebroken, dan sloop hij
onhoorbaar naar buiten en verder naar het
bosch. Daar haalde hij dan het geweer uit
een geheime bergplaats te voorschijn en
dreef zijn gevaarlijk spel. Soms deed zijn
vader hem hierover verwijten, maar ge
woonlijk was dan zijn antwoord Och, ze
krijgen me toch nietBleef hij ook al eens
een paar nachten rustig in zijn bed, de eerste
stormachtige nacht daarna lokte hem weer
huiten.
Dat hinderde den ouden boer als een
doorn in het vleesch. Wel had hij in zijn
jeugd ook menig hert en menigen gemsbok
geveld, maar toen hij zijn Bertha uit Leng-
grüs als boerin op den Lindenhof bracht,
had hij zijn geweer boven de bedstede
gehangen en het voortaan alleen als een
wapen beschouwd, gesohikt om slecht volk
van zijn erf te houden.
Kon hy nu hopen, dat zijn zoon eveneens
zou handelen, dan zou het nog wel schik
ken. Johan was zijn eenige zoon, en
zou naar voorvaderlijk gebruik, de hoeve
eenmaal overnemen. Maar strooper en
boer, dat gaat niet samen.
dat wij met hen, als geloovige partij, hadden
moeten regeeren? Dit vorderde «de beproefde
eenheidstrouw" der onzen toch nog minder
En nu dan ook eenigen tijd, gedurende
de aera na het program, in de Kamer is
gearbeid, nu heeft het aloude «oneens zijn
zich, onder onze afgevaardigden, waarlijk
in niet minderen graad vertoond dan te
voren, ja, zoo zelfs, dat men aangaande het
program schier Goethes verzen in de ge
dachten krijgt
Student.
Maar woorden eischen toch een zin.
Mephistopheles.
Nu ja, maar wil daaraan liefst niet veel
tijd besteden. Immers zonder eenige duis
ternis, stond er in het program o. a. bij het
artikel Onderwijs ruiterlijk vermeld onder
wijs, als wezenlijk deel der opvoeding, is
plicht en recht der ouders. Bij het volgend
artikel over het Leger, leest menVer
mindering van financieele en persoonlijke
lasten moet richtsnoer en doel blijven. Dan,
niettegenstaande deze duidelijke bepalingen,
stemde Dr. Schaepman voor de invoering
van den persoonlijken dienstplicht, en, waar
de leerplicht van staatswege in het gezicht
komt, daar meent men reeds voorloopig te
kunnen connixeeren met den liberalen
minister. Ja, meer nogToen van verschil
lende zijden, werd opgehaald, hoe vurig een
maal Dr. Schaepman, in de dagen, toen het
program werd gehuldigd, tegen den dienst
plicht had gesproken in zijn Utrechtsche
rede, kreeg men van des doctors vrienden
te hooren, dat dit alles gesproken was in
de oogenblikken van ons samengaan met
de Antirevolutionaire partij. Wij verwijten
hier niets, doch wij verhalen ditmaal alleen
maar den omvang onzer oneenigheden.
Met dit alles nu rekening houdende, ge
looven wij, dat er voor ons Katholieken, en
bepaald voor de katholieke afgevaardigden,
een geheel ander soort program noodig is,
dan wij tot heden toe bezaten. Niemand
behoeft hier te vreezen, dat wij oneerbiedig
handelen tegenover de overheid, welke het
Voor Lize had de boer reeds lang ge
zorgd, want behalve haar moederlijk erfdeel
lag, wanneer ze eenmaal als bruid het va
derlijk huis zou verlaten, menige Zak met
thalers en eene rol goudstukken voor haar
uitzet klaar in de blauwe kist, die in de
pronkkamer stond.
Volgens inzien van v. d. Linden zou het
een schande geweest zijn, wanneer de
boerdery die honderden jaren in zijn
familie was geweest, eenmaal in vreemde
handen geraakte. En dat kon zoo licht
nog gebeuren, als Johan op een strooptocht
door de jachtopzieners doodgeschoten werd.
Zijn zoon moest tot een bestendiger leven
gebracht worden. Ja juist! Johan moest
trouwen, en wel hoe eerder hoe beter.
Wanneer hij een brave vrouw en lieve
kinderen om zich heen had, en de zorg
voor veld, stal en akker op zijn schouders
rustte, zou hij zijn verkeerde neiging wel
licht opgeven en een bedaard man, een
flinke boer worden.
Wordt vervolgd.)