Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste blad. 23ste Jaars. Zondag l April 1900. No. 6662. bureau "38ofersfraaf 50. Staats-fipioitaüe vaa Spaan®!. °P den Lindenhof. Kennisgeving. ScSSrEESTER EN Wethouders van \Ê»s jy?FlCIEELE BERICHTEN. Kostelooze Inenting en Herin'énting tegen pokken. I. sten"08 !ang W°rdt niet meer betwist de feuilleton. ^h'er ongerusrzljn°nder 16 de"ken' dat ®n keer^r nknechts ging naar den Meerhof ,an Walhi, a eej)Be uren terug, vergezeld PRIJS TAN DIT BLAD: "oor Schiedam oer 3 maanden -rancc per post door geneei Merieriand ^■fïonderiiike Nummers f 1.50 - 0.05 HiinHwiwiri'immn 'iiii:n'in«nrrii'"i:i!i!rt"Miiin'. PRIJS DER ADYBRTENTIÊN: Van 16 rsseisfU.öO Elke gewone regel meer-0.10 Voor hernaaide plaatsing worden biiiijke overeenkomsten xanaesaan. 0ecemh»°^o^ *8 der wet van den ^Jen v°orzienir (Staatsblad no. 134), tot Brencr«S l1?8611 besmettelijke ziekten Bezetenen a deze ter kennis van de in- beelm». 'en buize van den stads- DQ\i' den heer N. F. ELZEVIER ra" Eange Haven no. 98. üinldaT: 3 en wel °P den eersten bestaan toT* kwartaal, gelegenheid zal 0 b i e d a m, den 31sten Maart 1900. rgemeester en Wethouders voornoemd, Mr. W. H. JANSEN, L.B. De Secretaris, v. LUIK L.S. Ned'nf' Öat de Widze van exPloitatie onzer de !r andsche Spoorwegen niet deugt voor drevel dk' Va" de tot het uiterst8 ge- grool Concurrentie, welke onze beide aaodoen Sp°orwegmaatscbaPPyen elkander m°6leliikhei!) 0ngenofL voor de reizigers, 0tlveilis.h me' goederenvervoer, baanvak V°°ral .°P de druk bereden toch 6n' onvermydelijk gevolg ge weest. de pan Was die concurrentie in 1890 als exPloita'tCee aanBePrezen> die ons spoorweg- Eurona 'e"stelsel als een der beste van gebl t°U raaken' ^och bet tegendeel (Stbl. l3A?n:- de W6t Va" 22 Juli 1890 butele .J V'ndt beden ten dage slechts r'°g maaVreitoetdlSerS,1 deze Zelfs ziJn het - °t op zekere hoogte. 22) sturen^om "t!"8 'emand naar den Morhof ieis van Inh Vrager1, of men daar ook daar goed 76et- Miwchien zit hij k«» Hij is°vnn0rhan,HÜ kom.t "'et terug A-' drie r)a °n? ver'orenjammerde zij. £ehad Ha. gGn g 'k een voorgevoel En nu u V fen ongeluk zou overkomen. Wik lJ zeker dood- dat ^AUr"aj weende zoo hartstochtelijk, Streek o i° daardoor geheel van keerde Pe^aakte: Eerst tegen den avond or«e het meisje naar haar ouders terug, Men is er dan nü op uit, definitief den toestand onzer spoorwegen te regelen, zelfs werd er kortelings geleden reeds melding gemaakt van belangrijke planuen bij de betrokken ministeries in bewerkinghet zal dan onzen lezers misschien niet onge vallig zijn, een en ander uit den strijd over dit onderwerp weer te vernemen. Hoewel wij ons beslist scharen aan de zijde van hen, die 6taats-exploitatie verre weg de verkieslijkste achten, zal men hier ter plaatse geen volledig betoog voor onze meening verwachten toch is een algemeen overzicht, een korte beschouwing met eenige practische conclusies besloten, naar onze meening niet ongepast. Dat wij hier aan de hand gaan van mannen, die van deze question brülante een diepgaande studie hebben gemaakt, behoeft geen betoog. Wij stellen ons voor, de vraag welke vorm van spoorwegexploitatie de beste is, in tweeën te splitsen, en wel door vooraf de vraag te stellenwat is verkieslijker, monopolie of concurrentie d. i. exploitatie door één lichaam, in ééne hand, of door meerdere, onderling onafhankelijke licha men. Daarna rest dan de vraag, door wien de exploitatie zal moeten geschieden, opdat zij het gunstigst, het meest economisch zij. Naar algemeen oordeel der deskundigen en naar de ondervinding welke de praktijk heeft opgeleverd, is het stelsel van con currente exploitatie door twee groote maat schappijen, zooals dat door de Wet van 1890 is in het lever, geroepen, gebleken foutief te zijn. Doch al blijkt deze kunst matige concurrentie niet te voldoen, het zal goed zijn met eenige beschouwingen en Men zie de zeer belangrijke rapporten van de heeren Mr. Treub, van den Wall Bake, en Cluysenaer de discussie orer deze in onderscheidene vergaderingen gevoerd tevens het uitstekend proefschrift van mr. M. Bruining „Aanleg en exploitatie van spoorwegen (Amst. 1899). etc. S. die bij hel hooren der droeve tijding ge heel ontsteld waren. Een paar dagen later wist men in den geheelen omtrek te vertellen over het ongeluk, dat Johan getroffen had. Bij troe pen zocht men op de bergen, keek in iedere rotsspleet, daalde naar beneden in de afgronden alles te vergeefs Johan werd niet gevonden en men rekende hem dus onder de dooden. Intusschen wist Lize niets van hetgeen er in het ouderlijke huis gebeurd was. Ze dacht aan vader noch broeder, terwijl ze aan het ziekbed zat van iemand, die ternau wernood aan den dood was ontsnapt aan het ziekbed van Frans, dien ze eindelijk door een gelukkig toeval had ontdekt. Hoewel Lize eenige dagen te Stuttgart moest, blijven om uit te rusten, was zij trouw present by de aankomst van eiken trein uit Frankrijk om inlichtingen in te winnen en de gekwetsten te 'nelpen ver zorgen. Deze handelwijze en haar vreem de kleederdracht hadden de aandacht der spoorwegbeambten getrokken. Weldra wist men ook met welk doel ze verscheen, en daardoor droeg men haar zooveel achting argumenten de juistheid van deze stelling te staven. Waarin bestaat het stelsel van exploitatie door concurreerende maatschappijen De eerste wijze waarop dit kan worden toegepast is door z.g. concurreerende lijnen, d.i. verbindingen tusschen twee eindpunten, doch over verschillende weg, zooais b.v. bestaat tusschen Rotterdam D.P. en Am sterdam, eenerzijds via den Haag, ander zijds via Gouda. Hier komt de strijd tus schen de twee concurreerende maatschap pijen in eenvoudigen vorm voor. En dat ze op deze wijze zal leiden tot nadeel voor reizend publiek en verkeer, behoeft haast geen betoog. Wat toch is het geval? Het is een strijd, een jacht om de meeste passagiers, om het meeste goederenvervoer de snelheid neemt toe, doch ten koste der veiligheidde lokale reizigers ondervinden het meeste ongemak, daar vóór alles het streven is, de eindpunten te verbinden en sneltreinen te doen loopen, zijn er daaren tegen, ten gerieve der reizigers naar kleinere tusschen-stations, veel lokaaltreinen ingelegd, dan moet dat eveneens leiden tot onnoodige verhooging van exploitatiekosten, onnoodige vermeerdering van personeel en materiëel, hetwelk alles natuurlijk, op het eind geschiedt ten koste van reizigers en vervoerders op wie de kosten verhaald moeten worden. De maatschappijen zien dit ook in, en nemen middelen te baat om dergelijken strijd te doen ophouden; een eerste middel vindt men in tariefverlaging der eene maatschappij, waarvoor de andere weer niet kan onderdoen, totdat in 't eind eei. grens is bereikt, beneden welke men niet komen kanonnutte kapitaalsver spilling, waarvan het verlies en de ver loren rente ten slotte tóch naderhand moet worden opgebracht door de inkomsten, d. w. z. door hetzij dezelfde, hetzij andere tarieven weer te verhoogen Er is echter nog eene andere manier om aan den scherpen strijd een einde te toe dat iedereen het boerenmeisje gaarne hulp verleende. Op zekeren dag hoorde ze in de wacht kamer in het dialect van haar landstreek uitroepen Zou het mogelijk zijn Is dat Lize Lenz? Snel keerde het meisje zich om en zag toen een onderofficier voor zich staan. Waarachtig, ze is hetriep de man uit, terwijl hij haar de hand reikte. Ken je me niet meer, Lize. Lieve Hemel! het ip Toni uit Mies- bach! zeide Lize verwonderd. Ik zou je in die uniform niet herkend hebben. Hoe gaat het met je? Ben je er gelukkig af gekomen Zeg me eerst eens, hoe kom jij hier en dat r.og wel in oorlogstijd Ik zoek mijn verloofde. En hoe heet die Frans Geiger uit Gemünd. HazooDat treft goedWe staan bij het zelfde regiment ik heb hem en zijn kapitein naar Wilbad helpen trans porteeren. Eigenlijk had hij in Frankrijk in een hospitaal moeten blijven, maar zijn kapitein wilde er niet van hooren en daar- maken, en de geschiedenis leert ons, dat deze de meest voorkomende iseene over eenkomst nl. tusschen de beide maat schappijen, en wel zóó dat ze er beiden voordeel uit gaan trekken. In het proef schrift van mr. Bruining wordt uitvoerig bewezen, hoe dergelijke overeenkomsten alleenlijk tot gevolg hebben, dat het ver- Voer (wij denken hier voornamelijk aan goederenvervoer) van kruispunt tot kruis punt goedkooper wordt, want de prijs hiervan wordt vastgesteld door de kortste route, maar dat degenen die expediëeren van en naar tusschenliggende stations het tekort moeten dekken. Zoo is het ook in werkelijkheid bij ons in Nederland, evenals ook Engeland, Oostenrijk en Duitschland dezelfde fout begingen. Frankrijk zag het verkeerde er spoedig van in en her stelde haar. Behalve concurreerende lijnen bestaat nog eene andere manier om het geheele vervoer door twee tegen elkander opwe gende maatschappijen te doen plaats hebben, en welke in ons land eveneens door de Wet van 1890 ruime toepassing heeft gevonden, n.I. die van de running power. Daarbij heeft de eene maatschappij het recht, op de lijnen van de andere haar treinen te laten loopenen dit recht is nu niet eene willekeurige overeenkomst van partijen of verlof door de betrokken maat schappij gegeven, maar het wordt toege kend door den Staat. Het gezond verstand reeds zegt het, en het is maar al te wel te begrijpen, dat eene dergelijke concurrentie, aan de eene maatschappij op haar eigen lijnen, door een vreemde aangedaan tot heel onpleizierige gevolgen aanleiding kan geven, vooral wanneer, zooals bij ons, de concurrentie scherp wordt gevoerd. Niet zoozeer het berijden der fijnen zelf, als wel hoofd zakelijk de stations goederenstations in de eerste plaats geven aanleiding tot allerlei onaangenaamheid. En wie wordt om moesten wij hem ook meenemen. Lize was over dit bericht buiten zich- zelven van blijdschap en noodigde haar landsman aan een tafeltje, waar zij hem liet voorzetten, wat zijn hart begeerde. Zij bestormde hem nu met vragen, zoodat Toni moeite had op alles behoorlijk te antwoorden. Het meisje had nu rust noch duur meer er, zou nog dienzelfden avond naar Wild bad gegaan zijn, als zij die plaats nog had kunnen bereiken. Nu moest zij haar ongeduld bedwingen en luisterde nog geruimen tijd naar het verhaal van Toni. Bij het afscheid drukte zij hem een goud stuk in de hand ten blijk van haar erkentelijkheid voor de ontvangen be richten. Den volgenden dag was Lize te Wildbad en richtte dadelijk haar schreden naar het hospitaal waarin de gewetsten waren op genomen. Op de vraag of Frans Geiger zich daar bevond, bladerde de portier in de ziekenlijst en antwoordde naar eenig zoeken Ja, die is hierWou je hem spreken Ik wil hem verplegen, antwoordde Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1