Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
23ste Jaars.
Zondag 15 April 1900.
No. 6674.
bureau IBofersfraaf 50.
Pasolien.
Laat ons Barabbas los
berichten.
^nnisgeving.
alhemees overzicht.
ili
ƒ0.60
-0.10
J&ens het PAASCHFEEST zal de
aSchiedamtche Courant
-ag*avondniet verschijnen.
K
van Ptew-arkt no- 2-
®r0ns, vn. r ^y,ecberti weduwe van H. L,
fo. 15, et Pa°d aan het Heerenpad
d» ki°kk«»«a.r
gevel h00g in de lucht>
ettilieton,
^cordig oBnd6abbren vindt men tegen"
NIEUWE S
OURANT
PRIJS TAN DIT BLAD:
'oor bchieaam oer 3 maandenf 1-50
ranco per posr door geneei Neaeriand - -•
Aizonderiiike Nummers - 0.05
I
PRIJS DER ADYERTENTIÈN:
Van 16 regeis
Elke gewone regei meer
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Kleinhandel in sterken drank
^cHiEn<AM1EEhTER EN Wethouders van
"et tot r ,en§en< ingevolge art 5 der
berken dr^k g Van den Kleinhandel in
bare drr.r,ia ?n 1,01 beteugeling van open-
1885) t«r lSP (Staatsblad no. 118 van
Vo'gende veTzoek^® ke"niS' dat bij hen d®
Sunnins n zlJn ingekomen om v~
1 klein verkooP van sterken drank
1 o, Van J w
aan de Kooijman voor het pand
Schiedam, den 14den April 1000
Wester*
De Secretaris,
v. LUIK L S.
°Pwelt° uit de h" t0°n' Wat daar weder
die aan het k milUoenei>Hij,
Verrezen. ReJurrJuT^
U-)ke vreugde rit uII,g 8an d® chnste"
Vige vertuit h den gelo°"
S'crierüke OnL..8, g!daeht6 aan 's Heere"
De kinderen dezer wereld, de wereldlin-
gen, begrijpen niets, kortzichtigen als zij
zijn, van deze ware feestvreugde.
Eene dwaasheid schijnt het hun te jui
chen en te jubelen over eene gebeurtenis,
die volgens de eeuwige, onveranderlijke
natuurwetten, slechts een hersenschim
kan zijn.
Alsof het geene godslastering ware te
ondersteilen, dat de Heer van al het ge
schapene afhankelijk zou zijn van den kring
loop van het stof en onderworpen aan de
macht van den grimmigen Dood.
Resurrexit! Hij is waarlijk verrezen
Evenals de eeuwige Zon der Gerechtig
heid zich aankondigde door een wonderbaren
glans, die zich reeds vertoonde in het
scheppingstijdperk, zoo ook zendt zij nog
na achttien eeuwen haren stralenluister
uit, die de donkerheid dezer wereld ver
licht en de kilheid der aarde koestert en
verwarmt. Neen, boven deze zonnegrootheid
mocht de Dood niet triumpheerend staan.
Er is geen plaats in de H. Evangeliën
zoo duidelijk als die, waar Christus' Op
standig wordt vermeld. Zelfs de cynische
Re nan heeft moeten erkennen, dat aan de
echtheid der Evangeliën in dezen niet het
minst kan getwijfeld worden.
Hij, Renan, waagt eene zwakke poging
met te onderstellen, dat de vrome vrouwen
en de Apostelen door eene optische begoo
cheling ter goeder trouw zijn misleid.
Zinsbedrog??!! Waarlijk, men moet niet
willen gelooven om het aan te nemen.
De Zaligmaker, de verrezen Heiland,
werd na zijne verrijzenis gezien niet door
één, maar door velen en bij verschillende
gelegenheden.
Hij sprak zijne leerlingen toe, en was
met hen gedurende veertig dagen.
Als het eene dwaasheid, eene ongerijmd
heid is aan zulke getuigenissen zich te
onderwerpen, schrapt dan, o wereldwijzen,
de gansche historie en gelooft niets van al
wat u het voorgeslacht heeft overgeleverd.
Hecht dan ook met de minste waarde aan
uwe natuurkundige ontdekkingen, want
morgen kunnen zij blijken zinsbegoochelingen
te zijn.
Neen, wij schrijven deze woorden niet
neer voor onze mede-christenen, maar voor
hen, die met den glimlach van het scepti
cisme om de lippen, het statig klokgelui
aanhooren, dat andermaal de verrijzenis van
Christus verkondigt.
O, is het niet veel schooner en beter te
gelooven aan de eeuwige opstanding van
het Goede, aan de onsterfelijkheid der
Waarheid en der Liefde, verpersoonlijkt in
de gestalte van onzen gezegenden Verlosser,
dan zich neder te leggen bij het stelsel der
ijzeren natuurwetten.
Wie gevoelt hier niet de diepe betee-
kenis van het woord des ApostelsIndien
Christus niet verrezen was, ware mijne
prediking ijdel.
Boven, hoog boven de verwarring van
het menschelijk denken meest een Godde
lijk gezag staan, dat der menschheid den
rechten weg aanwees, om haar geluk te
bereiken.
Het is daarom, dat de Kerk heden onop
houdelijk juicht: Resurrexit sicut dixit
Alleluja Hij is verrezen, gelijk Hij gezegd
heeft: Alleluja!
Het geloof in den verrezen Jezus is ook
het geloof in de onsterfelijke Waarheid,
in de eeuwige Liefde, is ook tevens het ge
loof in onze eigene verrijzenis.
Wie waarlijk zich een leerling van den
verrezen Christus gevoelt, hij zal den Meester
gaarne volgen op den weg der miskenning
en versmading, zoo God ook hem daartoe
roept, om desgelijks eenmaal te overwinnen
over het lijden en den dood iü de ver
rijzenis des eeuwigen levens.
14 April 1900.
De oorlog in Zuid-Afrika.
In den V r ij staat.
De vermelding van de dagelijksche
gebeurtenissen op het oorlogsterrein moet
heden beginnen met de teleurstellende
mededeeling dat het bericht over het ge
vecht te Meerkatsfontein geheel uit de
lucht is gegrepen. De Parijsche Matin
vernam gisteren uit Londen, dat het
War office aldus verklaard en aan de
onzekerheid, die nu toch wel wat erg
onverklaarbaar werd, een einde heeft
gemaakt. Wat de correspondenten die dit
sensatienieuws de wereld inzonden, er mee
beoogden en hoe zij voor een dergelijke
misleiding der publieke opinie en der
internationale pers de verantwoordelijkheid
kunnen dragen, is een vraaag die wellicht
't best kan beantwoord worden door
sommige Britsche speculanten in Kaffer-
waarden. Maar 't is zeker, dat een
stilzwijgen als dat van lord Roberts en
een stiefmoederlijke gezindheid zooals
lord Kitchener die tegenover de pers aan
den dag legt, ver te verkiezen zijn boven
het uitstrooien van dergelyke leugens, waar
door noch de zaak van het recht noch de
geschiedenis gediend wordt.
Het feit dat men te Londen een zoo
besliste verklaring aflegt in ontkennenden
zin, maakt het noodzakelijk aan te nemen,
dat daar omtrent de denkbeeldige ramp
var. Meerkatsfontein afdoende berichten zijn
ontvangen van lord Roberts.
De berichtgever van de New-York
Herald verbetert nu zijn eerste bericht
over »het gevecht bij Meerkatsfontein" aldus:
Het telegram volgens hetwelk het
aantal Engelsche gevangenen, gemaakt bij
krijgsverrichtingen ten zuidoosten van
Bloemfontein, 1800 bedroeg, berust op
Wi,
tijd? ZlJn de Barabbassen *an onzen
'n Barabbas Men V°'k berkent men
jPtoerlino-en' V 1 er °Ponlijk eenige
L,eveno£- F" moordenaars, eenige
hun zie|meer echter zijn het in
die h zo°genaarnde volksman-
d!.e tabbaard»0^ kkingen bek'eeden,
2lJ houden som. ?gen en ndderkruisen
10 den schaduw wetboeken of zetelen
termijnen n *an Dden troon' d,e" «1
a°ch wet noch Barabbassen kennen
de Priesters cm h ZlJ hebbe" in Italië
Vermoord en n trappen der altaren
?°n zich tn» ■erVfeJerndbare eigendom-
^Panje het volk-iilTt a Z-b dwonSen ir.
to Verloochenen La l!l er'en 8od dienst
cochenen, zy hebben te Parijs in
bloed en petroleum geplast, priesters en
burgers wederrechtelijk vermoord of daar
toe bijgedragen. Sommigen zitten achter
slot en grendel, anderen zijn ter dood
veroordeeld en voortvluchtig, nog anderen
en wel de meesten doen zich anders voor
dar. zij werkelijk zijn. Wel wetende dat
de Pilatussen van onzen tijd zwak zijn,
prediken zij in opgeschroefde taal den oor
log tegen den eigendom, tegen de vorsten
en de priesters. Zij houden vergaderingen
die bijgewoond, soms gepresideerd worden
door moordenaars en brandstichters, die
ter dood veroordeeld zijn. De dagbladpers
ondersteunt hen en spot met den angst en
de vrees der goedgezinden, die dat openlijk
optreden van brandstichters en moordenaars
verafschuwen. Eindelijk verhelen zij niet
dat slechts een gunstige gelegenheid wordt
afgewacht om gansch Europa in een bloed
bad te herscheppen.
Dat zijn de Barabbassen van onzen tijd.
En toch roept men «Laat de Barabbas
sen los! Weg met de Jezuïeten!"
Vraag niet hoe dit mogelijk zijn kan.
De haat tegen Christus en zijn volgelingen
is zoo groot, dat men zelfs moordenaars,
brandstichters en oproermakers in het
bondgenootschap tegen de Kerk opneemt.
Er is geen smet te werpen op de Jezuïeten,
de valsche getuigen zijn met elkander in
tegenspraak, slechts de dagbladpers, die haar
oorblazers en gewetenlooze betaalmeesters
achter zich verbergt, waagt het lasteringen
te uiten, welke reeds honderdmaal weer
legd zijn. Daarentegen zou niemand van
de° Jezuïetenhaters het wagen, openlijk
te verkeeren met de helden van den dolk
en de petroleum; deze worden slechts
toegejucht opdat het grauw zich in den
grooten strijd zal mengen, opdat het te
gelegener uur de straatsteenen zal opzoe
ken, wanneer de lastertaal de zaak tot
rijpheid gebracht heeft.
In zulk een tijd leven wij. Men roemt
op verlichting en vooruitgang, doch als de
mannen der moderne verlichting de rood
huiden met hun scalpeermessen op de
priesters in 't algemeen en de Jezuïeten
in 't bijzonder konden afzenden, zij zouden
geen oogenblik aarzelen, wantzij kennen geen
grooter barbaarschheid dan het Christendom.
«Laat Barabbas losdat is de kreet
van onzen tijd.
«Zij zullen u uit de synagogen verdrij
ven." Die woorden van Cnristus werden
indertijd in de Jezuïeten van Duitschland be
waarheid. En die wederrechtelijke hande
ling werd door de liberale bladen toege
juicht en zij wierpen nog dien godvreezenden
mannen het slijk van den laster achterna.
»Laat Barabbas losdat is de kreet
Die kreet is uit de loge opgegaan,
omdat de loge Christus haat. De moderne
wetgeleerden hebben haar in de wereld,
de dagbladpers Heeft haar op de straat
gebracht, de valsche priesters hebben er
krokodillentranen bij gestort en het
opgeruide volk begint reeds de vuisten te
ballen.
En al weten de moderne Pilatussen
zeer goed dat de onschuld ter slachtbank
wordt gevoerd, zij laten de Barabbassen
los en wasschen zich de handen in onschuld.
«Jeruzalem Jeruzalem I die de profeten
doodt, en steenigt, die tot u zijn gezonden
Hoe menigmaal heb ik uwe kinderen willen
bijeenvergaderen, gelijk een hen hare
kiekens vergadert onder hare vleugels en
gij hebt niet gewild
Ziet, uw huis zal woest worden verlaten.
Want ik zeg uGij zult mij van nu af niet
meer zien, totdat gij zult zeggen Gezegend
is Hij, die komt in den naam des Heeren 1
Zoo sprak Jezus in zijn laatste openbare
prediking. Moge die waarschuwing niet ver
loren gaan voor hen die met de Barabbassen
van onzen tijd heulen. Moge het bloe
rechtvaardigen niet komen over hen en hunne
kinderen.