Daffblad voor Schiedam en Omstreken.
Tot °P ie laatste Klip.
23ste Jaarg.
Vrijdag 3 Augustus 1900.
No. 6763
bureau "^Sofersfraaf 50.
°rpiciEELE berichten.
apenbare Aanbesteding.
OVERZICHT.
De «nogeïdh rS in China*
k'lorneter°Pv PeklnS aan. mj zijn
^agen iB Va" ^'®nts'n en moeten over acht
«ja m jn p«bing
^^euiiieion
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
PRIJS YAN DIT BLAD:
Voor Sciueaam per 3 maanden
Franco Der Dost door eeheei Nederland
Afïonderinke Nummers i
f 1-50
O
- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 16 regeisJ j ƒ0.60
Slke gewone regei meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijk# overeenkomsten
aangegaan.
Oemeente Schiedam.
doorP >Pon(lerdag 9 Augustus 1900 zal
Schi«damrgemeeslei' en Wethouders van
Het °Petl^aar worden aanbesteed
bovltVoeren eener verbouwing op de
kentuTer^iePing van het Stads-Zie-
^®stek te ^c^'e^am"
°P het kön teekoning liggen ter inzage
Hln Ve *®toor der Gemeentewerken en
te8®n beta!" t6-r ®emeent0"^ecretar'e
van f 0.60
o *«%1« i vr-W.
b ^bKUslnn".ter P'aatse, geschiedt Maandag
namiddags ten 4 uur.
2 Augustus 1900.
baalde verzeke 'al6n z'cb door de ber"
8®Zanten in u U'8en Van China, dat de
Van de w;;„ ,Ven en 'n veiligheid zijn, niet
Zan'6H |ev r®Ogen, Ook indien de ge-
Van 6n' 's hunne positie te Peking
der v aard, dat een krachtig optreden
B» °nden troepen alleszins noodig is.
Brü ln'ster
rbssei
Öelg,
heett
'schen
van buitenlandsche zaken te
gisteren van De Cartier, den
8«h(te 7*! ^6Iantschapssecretaris, het vol-
^bangha e?ram °ntvangen, gedagteekend
fokker» ^^-ugustusDe verbondenen
aan. Zij zijn nu 18
su j -fe ztjn. Alle Europeanen
Naar lrinenste keizerstad gevlucht.
R, q(6 R®r'Üuscbe correspondent der
de Vraa» v®rn®emt, is de oplossing van
QV#r de v' .r'6 ket °PP®rbevel zal voeren
0t*W«keo !i °nden troepen voorloopig aldus
g8k®Urt 0' riat de marsch «aar Peking niet
^at de v 6r (!en °Pperbevelhebber, maar
l>a*st e|kerschlllen(1« legertjes afzonderlijk
aar oprnkken, natuurlijk in ge-
ha?Ü ®fotlden
g.7pracht,|,. aan. ,do haven ®n blikten over
bij n e« al b#Wljd! meor- De graat was
lUeh.Pni®rkte .0nd®rln8 en ademde, zooals
b^.<u. m®1 wellust de vaderlandsche
de^fd uit"6!!. .rieP .d® j°ng« gravin ver-
Hi6.^Ude 2' 8t schijnt wel, dat men voor
ZiiA.dat, water i°0Ver het 00g reikt'
JJ?' water, en dat zal een landmeer
PiiL ^öker
d'erhaatl WaterSP ude graaft >zweden is
bet ar®. zoo wü6" bergen- Wat dunkt u,
*hu u'deer, Wii h jnS een tocbtje deden op
»M ®r'Ük zin r goheel a"®®n? Dat
Hq aaf z J RoosJe I"
8o|Sva ar»gsti„r sy®vaarlijki Adalbert 1" zei
s®henn 8,Schomml de booten door de
Si«en' to i Word®n, zelfs de groote
Bn dan »«lk een klein noten-
meen overleg; het is mogelijk dat bijv. de
Engelschen en Amerikanen zich zullen ver
eenigen tot éen groep onder éen opperbe
velhebber. De voorstellen omtrent het opper
bevel van een Franschman of Duitscher
hebben op 't oogenblik nog geen feitelijken
steun, daar het grootste deel van de Fran-
sche en Duitsche troepen met de hooge
officieren nog onderweg is naar China.
Duitschland heeft voorshands in 't geheel
maar driehonderd man in Tientsin, en de
Duitsche versterkingen komen pas half
Augustus aan, als wanneer, indien de for
tuin gunstig is, Peking al door vreemde
troepen bevrijd kan zijn.
Bovendien wordt de opmerking gemaakt,
dat, aangezien er nog een aantal buiten
landsche gezanten in leven zijn, enkele van
de mogendheden geen wraaktocht meer
zullen willen ondernemen, maar alleen een
reddingstocht. De Kreuzzeitung geeft
daarvoor de volgende redenen :»Daar blijkens
de laatste berichten, de Chineesche regee
ring stellig van plan schijnt te zijn, de in
Peking bedreigden terzij te staan en slechts
door de zwakte van haar troepen verhin
derd wordt, de geheele gezantschappen
flink te bevrijden en onder veilig geleide
naar de liniën der verbondenen over te
brengen, wordt de oorlog, die met China
dreigde, in werkelijkheid beperkt tot een
strijd met de oproerlingen, die geheel ver
antwoordelijk moeten worden gesteld voor
de misdrijven van hun aanhangers."
Deze nuchtere beperking van de betee-
kenis van den Chineeschen veldtocht door
ons voornaamste blad voor conservatieven
en militairen zoo merkt genoemde cor
respondent ten slotte op verdient zeer
de aandacht en is kenschetsend als men ze
vergelijkt met de hartstochtelijke woorden
van den Keizer (Bremerhaven) over den
wraaktocht.
Over de aanspraak van den Keizer tot
met de Sardinia vertrekkende manschappen,
zijn de Duitsche bladen nog niet uitgepraat
Wel, ik hen een bekwaam, geheel volleerd
roeier, een handig bootsman, en gij zult
toch ook zeker wel eens een klein roertje
hebben geregeerd op de Alster."
»0 ja 1" riep zij gevleid uit; »ik was
altijd de eerste bij de partijen op de Alster
en de Elbe 1
»Ziet ge wel, huichelaresAls gij den
Zweedschen volksaard wilt overnemen, dan
moet gij moed toonen tot dolle koenheid en
doodsverachting toeKom, het geldt de
eerste proeve van uw aristocratisch talent
De jeugdige gravin zou gaarne van deze
eerste proeve verschoond zijn gebleven
want eene onverklaarbare, maar ontzettende
schrik voor het licht bewogen meer greep
haar plotseling aan. Toch droegen hare
ïjdelheid en de vrees om in de oogen van
haren man bang te schijnen de zege weg.
Graaf Altorf koos eene sierlijke boot, liet
de ankers lichten en bedankte voor de be
geleiding van den visscher.
»Er gaat een sterke bries", merkte de
oude zeeman hoofdschuddend op ude gena
dige heer kon licht in gevaar komen."
nik ken het water, oude I" lachte de graaf,
sik versta de kunst om eene boot te
legeer enik heb geen hulp noodig,
en zelfs bladen, die in 't begin, door aan
zijn woorden een anderen uitleg te geven,
de scherpheid ervan verzachtten, geven
nu toe, dat er maar éen uitleg mogelijk
is en de Keizer werkelijk aan de mannen
heeft aanbevolen, geen kwartier te geven.
Zoo bijv. de katholieke Kölnische Volks-
zeitungdie erbij voegt, dat al die rede
voeringen over de zaken in Oost-Azie een
toenemende onbehaaglijkheid moeten wekken
en de eendracht van de mogendheden niet
zuilen bevorderen.
Zeer weinig in den smaak valt ook de
inderdaad ongelukkige vergelijking van de
Duitschers met de Hunnen onder Attila
en in verscheidene bladen wordt er aan
herinnerd welke lieve jongens Attila en zijn
horden waren.
Sommige hebben aan het Bremerhavener
Lokalblalt, waarin het stenografisch verslag
van de redevoering met de toespeling op
koning Attila en zijn Hunnen gestaan had,
het verwijt gedaan, dat het verslag niet
juist was. Het blad verklaart nu, dat de
Keizer langzaam en luid met vérklinkende
stem heeft gesproken, zoodat zijn woorden
met gemak konden worden gestenografeerd
en vergissing niet mogelijk was.
Opmerkelijk is, dat de Keizer eergisteren
bij de wapenschouwing vóór het vertrek
van de schepen Aachen, Strassburg en
Rhein alleen eenige soldaten heeft aange
sproken en met de officieren heeft gepraat
en toen geroepen heeft«Vaarwel, makkers
Gedraagt u goed en doet mij eer aan.
Vaarwel, makkers Een redevoering hield
hij niet.
Ten slotte een staaltje van de wijze,
waarop de liberale Köln. Zeit. voor een
zuiveren tekst zorgt. Om den schijn weg
te nemen, dat de Keizer had aanbevolen
geen kwartier te geven, voegde zij in den
zin «Kwartier wordt niet gegeven op eigen
hand het woordje »u" in. Zij is dan ook
een van de weinige bladen, die de rede niet
afkeuren.
want ik heb zelf pleizier in 't roeien
De oude visscher legde de rechterhand
over de oogen en blikte bezorgd naar het
Noordoosten.
»Ztel de genadige heer de witte wolk
daar ginds? Zij spelt niet veel goeds 1"
»Bahl gij zijt een slechte weerprofeet,
oude uil I" riep de graaf ongeduldig. «De
lucht is zoo helder mogelijk
»Nu, neem mij niet kwalijk, maar ik
waarschuw u," sprak de bootsman gekrenkt.
«Vader Svend kent de voorboden van den
storm zoo goed als iemandik moet van
den genadigen heer een pand hebben, anders
mag ik de boot met laten gaan met u
beiden alleen."
De graaf lachte spottend, nam eenige
goudstukken Hit zijne beurs en wierp die
denschipper toe, terwijl de gravin, die van net
gesprek in het plat Zweedsch geen woord
verstond,angstig over het wijde meer staarde.
«Is de tocht gevaarlijk, Adalbert vroeg
zij onrustig. «Kom, laten we terugkeeren
ik heb schrik voor dat water
«Wees toch niet dwaas, vrouwtje! Wilt
ge u belachelijk maken in het oog van deze
lieden Aristocratisch bloed moest zich
thans juist toonen
Laffan verneemt uit TientsinEen
bericht uit Peking van den 21n Juli meldt
Den 19n Juni brak het Tsoeng-li-yamen de
betrekkingen af. Den 20n verklaarde China
den oorlog. De wapenstilstand trad in na
26 dagen van aanvallen. Viermaal trachtten
de Chineezen het Engelsche gezantschap in
brand te steken. Het gelukte met het
tianlin-College. De Amerikanen houden een
sterke stelling aan de stadswallen bezet.
De Daily Mail verneemt uit Shanghai
De Chineezen heeten sterk verschanst te
Jangtoeng, waar zij zullen trachten de ge
allieerden tegen te houden, als deze op
Peking aanrukken. De vrees bestaat dat,
als de Coineezen dan de nederlaag lijden,
zij zullen terugtrekken op Peking om de
de overgebleven Europeanen om te brengen.
De Daily telegraph verneemt uit Kanton
Een paar Fransche priesters, uit het binnen
land gekomen, rapporteeren dat de Boksers
een ft. K. bisschop en drie R. K. priesters
in Toenan vermoord hebben.
De Chineesche banken te Kanton leenen
slechts geld op korten termijn tegen het
beste onderpand en minstens 18 pet.
Particuliere berichten uit Nioetsjwang
behelzen, dat de Russen den 26n de Chi
neezen buiten de vreemde nederzettingen
aldaar hebben aangevallen. De Chineezen
gingen op de vlucht, waarna de Russen
naar de nederzettingen terugkeerden. De
verovering der forten door de Russen, wordt
niet bevestigd.
De oorlog in Zuid-Afrika.
De berichten waarop de correspondenten
der Eogelsche bladen ons af en toe ver
gasten, zijn werkelijk interessant, Als zij
geen positief nieuws kunnen seinen, dan
zijn zij zeer vindingrijk en deelen hun
bladen iets mede, waarbij hun duim een
groote factor is. De correspondent van de
Daily Telegraph te Middelburg wist den
28n Juli mets anders te vermelden, dan dat
generaal Botha Donderdag-avond een bal
Rosa liet zich zwijgend in de boot gelei
den en perste de lippen op elkander om
haren angst te overwinnen.
De ranke boot schoot in het volgend
oogenblik over de dansende wateren daar
heen
«Nu, hij verstaat zijn handwerk, vader
Svend 1" meende een jonge schipper.
«Dat wei, Enk Darson," sprak de oude;
«als die wolk ginds in 't Noordoosten hem
maar niet te pakken krijgt! Het spijt mij
van de beangstigde vrouw, ja, jahet spijt
mij, want met het WeUermeer valt niet te
spotten, Erik Larson I'"
Nog eenige oogenblikken zagen zij het
lichte vaartuig na, dat zich al verder en
verder van den oever verwijderde en spoe
dig nog slechts als eene witte zeemeeuw
iii° den helderen zonneschijn voort scheen
te vliegen
De visschers gingen een herberg binnen,
terwijl de witte wolk in het Noordoosten
langzaam maar gestadig grooter werd,
en de jonge schipper zijne goudstukken
bekeek en den stillen wensch koesterde,
dat de rijke waaghals de boot er voor
mocht behouden.
(TFordt vervolgd.)