Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
ot°P de laatste Klip.
23ste Jaarg.
Zaterdag 4 Augustus 1900.
No. 6764
!&xxteaxx Hlboter&tvaai 50.
&Tdal
0f,^lClEELE BERICHTEN.
^ennisgeyin
1», ^Cetaril'^ 1V8rZ0ek met da bÜlaSen °P
d gemeente is ter visie
OVERZICHT.
3 Augustus 1900.
De De crisis in China.
^eüilletoa.
O
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
PBIJS Ti» DIT BLAD:
'oor Schiedam per 3 maanden1-50
ran co per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderiiike Nummers - 0.05
PRUS DER ADVBRTSNriÊN:
Van 16 regeis1 I l ƒ0.60
Elke gewone regei meer i-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
lansseaan.
Iorichti„
hinrt'en We"te gevaar, schade af
der kunnen veroorzaken.
^chiEDjufEESTER EN Wethouders van
G«*ien\
K01 »erpi.l!,t veri°ek van A. v. d. Krogt
vakkerjj n,og tot oprichting van een
filter het oand Broersveld
*wü lc a pauu urui
Gelet' as,er Sectie B No. 798
£>oen de bepalingen der Hinderwet
dat v0q Weien
ides middaffs den löden Augustus a.s.,
genheid zai J' ure> ten raadhuize ge-
l g°n het tn« ,°l'den gegeven om bezwaren
®ngen en di«aan Van dat verzoek in te
l® lichten onrn°"de''ng of schriftelijk
der hierboven*6genne da9eni vóor het tÜli-
zak-agetneen'e van "V*"1' °P de secretarie
worrf zijn ;te ®cbrifturen, die ter
n, etl genomen noek°nien, kennis kan
n 's h
6t b6hoort'!fn a"£°ndiging geschied, waar
Burg ~en Augustus 1900.
eesfer en Wethouders voornoemd.
Mr. w. H. JANSEN, z. B.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Starid in ï)Sl6 bar'cbten omtrent den toe-
f°° rooSkleI!,.Hein6lsCh6 rÖk ontvangen, zijn
l6k® beri m°8elijk. Het eene authen-
atld®re e C'1 U'1 Peking volgt op het
j6,ldo van Wa' nQeer z®gt» er is een cres-
a'6 0t>s °Ptlrn'S(ne in de reeks tijdingen
ri&' Vatl deiT°r(ien' Het laatSt® tele&ram>
j h, 2 ""«-correspondent dr. Mor-
f6 8®zart»n a'1,in verderen twijfel weg,
1 van b ZlJ" sPrinSlovendl Het tweede
«■w et6ekenis is de opmarsch van
19)
jj
wd' «h dektodhtdaay °P dat water' Z8er
8'fi3 °V8rmaat va° <rekt "iet Pleizierig>
«n al heftl aa 'nscnheid- De wind
het ÏH8er een hp heftiger en nam meer
D0clJine vaartuigïan h°UdiDg tegenover
bet°rrVe7d;aaJd hield de hand van den
C» als d3Sl'ngrnd roer' Züodat bet
«f'r gaande tmi °ver de booger en
bid ?'®n vvh g lven schoot-
st®rf snaeeh ®ru=ke8Jren. AdalbertIk
v.d»t zijn ;5 aa mst een zo° honend
Schrikt aan» gade bem verbaasd
aanzag. iIn Hamburg hebt
het leger naar Peking zonder opperbevel
hebber. Men heeft de moeilijkheid uit den
weg trachten te ruimen door de verschil
lende legertjes afzonderlijk naast elkaar te
doen oprukken, natuurlijk in gemeen overleg!
Naar aanleiding hiervan wordt aan de
Morning Post uit Washington geseind, dat
lord Salisbury en de Amerikaansêhe gezant
Choate, Maandag een bespreking hebben
gehouden, waarin Choate de Britsche re
geering mededeelde, dat zijn regeering
besloten had niet te wachten, totdat
eindelijk zal zijn uitgemaakt, wie de ver
bondenen zal aanvoeren, maar den Ameri-
kaansche troepen het bevel te geven terstond
den opmarsch te beginnen.
Lord Salisbury verklaarde, dat Groot-
Brittannië tot hetzelfde besloten was, waarop
men overeenkwam, dat, wanneer(de overige
mogendheden nog langei talmden, een
Engelsch-Amerikaansch leger r.aar Peking
zou oprukken. In dit geval zou een Engelsch
generaal het opperbevel voeren en èen
Amerikaan, waarschijnlijk generaal Chaffee,
tweede bevelhebber zijn. Men beweert, dat
het ministerie bericht heeft ontvangen, dat
de opmarsch van generaal Chaffee den 30n
Juli zou plaats hebben.
Nu de gezanten in leven zijn, is het
karakter van een kruistocht aan het op
treden der mogendheden ontnomen. Het
wordt nu eenvoudig een reddingstocht,
waarbij van wraakoetening geen pardon
geven, en, zooals de Duitsche keizer te
Bremerhaven aanbeval, geen sprake behoeft
te zijn. v~
De correspondent van de Times te Peking
seint, dat hel Tsoeng-li-jamen den Britschen
gezant te Peking een afschrift heeft ge
zonden van een brief van den Keizer aan
Koningin Victoria, waarin de schuld der
gebeurtenissen op de bandieten geworpen
wordt. De Keizer verzoekt om de hulp
der Koningin, ten einde de Chineesche
régeering te verlossen uit haar moeilijk
heden. Wat de Koningin geantwoord heeft,
wordt niet gemeld, maar de Chineesche
gij uwen wil doorgezethier ben ik gebieder,
ben ik meester van uw leven en dood
«Adalbert! Ach, scherts toch niet op
zoo ontzettende wijze met mij I"
«Neen I duizendmaal neen I ik scherts
nietEen man als ik laat zich van uwsge-
lijken niet ongestraft beleedigen 1"
Daar zat de arme vrouw als verlamd van
den schrik. Was de graaf plotseling krank
zinnig geworden Zij schreide luid op in
den vreeselijkslen doodsangst en strekte hem
smeeker.d de gevouwen handen tegen.
«Adalbert 1 ,Om Gods wil! Wat heb ik
dan misdaan?"
Een spotlach was het antwoord 1
De witte wolk was uit het Noordoosten
hooger gerezen en had zich allengs uitge
breid Zij bracht den storm, die plotseling
de ontzettende diepte van het Wettermeer
beroerde en de golven hooger en hooger
hief, schuimend en bruisend.
«Dat wordt thans een hupsch dansjen
aardig vrouwtje 1" riep de graaf, terwijl nij
het roer los liet en de riemen binnenhaal
de.... Als in een wervelwind draaide de
notendop rond, vloog het veege scheepje
gezant te Washington heeft geseind, dat
de Amerikaansche regeering gaarne de
Chineesche zou bijstaan. De keizerlijke
raad zond den brief van den Keizer den 3n
Juli aan het Tsoeng li-jamen, maar den 2n
was een keizerlijk edict verschenen, waarin
weer een beroep gedaan werd op de
Boksers, om alle Christenen toch uit te
roeien. Hetzelfde keizerlijk edict gelastte
de onderkoningen en gouverneurs alle zen
delingen te verdrijven en alle christenen
in hechtenis te nemen en te bekeeren.
Andere decreten prezen de Boksers, omdat
zij de inlandsche christenen verdelgden.
De overwinning van de vreemdelingen
te Tientsin lokten echter den 18n een
nieuw keizerlijk decreet uit, waaruit een
geheele wending in de politiek te Peking
bleek. Dat decreet vermeldde voor het
eerst den moord op von Ketteler, die aan
de Pekingsche bandieten werd toegeschreven,
hoewel het onomstooteiijk vaststaat, dat
von Keteler opzettelijk vermoord is door
keizerlijke troepen, onder bevel van een
officier, gelijk de tolk Cordes, die ontkwam,
kan getuigen.
De Chineesche strijdmacht, die de En-
gelsche legatie belegert, bestaat uit keizer
lijke troepen, onder Joeng-loe en Toeng-foe-
siang. Keizerlijke Aiesluiten prijzen hun
onversaagdheid (hierin bestaande, dat zij
een maand lang weerlooze vrouwen en
kinderen hebben beschoten, ook met uit-
zetbare kogels). De Franscbe legatie werd
ondermijnd en verwoest, maar de gezant
was reeds naar de Engeiscbe legatie
gevlucht. Ook staken de Chineezen het
Hanlin-college in brand, waarbij kostbare
archiefstukken vernield werden. De Chi
neezen handelden al door verraderlijk
op den nacht, nadat zij overal proclamaties
hadden aangeplakt om de vreemdelingen
te beschermen, vielen zij hsn aan.
De Times verneemt uit Peking van 21 Juli
De vijandelijkheden zijn den I8n gestaakt,
maar de keizerlijke troepen gaan voort,
barricades en hun batterijen boven op den
heen en weerDe ongelukkige jonge
vrouw, van angst half waanzinnig, wierp zich
op de knieën, en klemde zich vast aan de boot.
Weer greep de graaf het roer, om het
vaartuig te wenden en naar den oever
terug te sturen. Vol angst volgde zij zijne
bewegingen en ademde een weinig op, toen
zij zijn plan vermoedde. Zeker had hij
haren moed op de proef willen stellen, wat
wel vreeselijk wreed was, maar zij kon het
hem vergevenHij zou haar voortaan
nooit weer angstig en verschrikt zien....
Doch het doel was nog lang niet bereikt,
en altijd doller woedde de storm, en altijd
dreigender dreef hij zijn spel met het lichte
scheepje, terwijl de golven razend over die
twee menschenkinderen bruisten
«Bereid u tot den dood I" riep de graaf,
«de geschiedenis ïsuit, uwe gravenkroon
verzinkt m het Wettermeer Vervloekt
Het roer was gebroken, de boot thans
ten prooi aan het woeste spel der golven.
«Red mij, Adalbert!" kreet de arme vrouw
in vertwijfeling «Ach I red mij I verlaat mij
niet I
Hij luisterde niet naar die wanhoopskre-
stadsmuur te versterken. De meeste keizer
lijke troepen zijn het leger, dat tot ontzet
oprukt, tegemoet gegaan. Men begint nu
levensmiddelen aan te voeren. Onze toestand
verbetert. Er zijn verscheiden keizerlijke
besluiten uitgevaardigd, waarin de Boksers
aangemoedigd werden, maar de overwinning
der verbonden troepen te Tientsin heeft
den 18n een edict uitgelokt, dat een
volslagen frontverandering aantoonde. De
Engelschen hebben 5, de andere vreemde
lingen 51 doodener zijn 138 gewonden.
De algemeene toestand is uitstekend. Wij
wachten rustig op ontzet.
Uit Shanghai verneemt de Standard,
dat Li opnieuw een memorie tot den Troon
gericht heeft. Hij zegt, dat zijn pogingen
in het belang van den vrede zullen falen,
tenzij de regeering de beweging der
Boksers onderdrukt en de troepen tegen
houdt, die uit de buurt van Nangking naar
het noorden oprukken om Toean te ver
sterken. Deze verbranden en plunderen
onderweg de zendingsposten en vermoorden
de zendelingen en inlandsche christenen.
Laatstgenoemden willen zich nu tot het
uiterste verdedigen te Hsiën-Hsiën. Men
zegt, dat de Chineezen heimelijk de
schatten van het paleis in veiligheid brengen
langs den tijdelijk herstelden spoorweg van
Pio-ting.
Volgens draadbencht uit Shanghai is
admiraal Seymour den ln dezer met het
Etigelsche oorlogsschip Ahacrity vertrokken
om den onderkoning Lioe te Nangking te
raadplegen.
De NewYork Herald bevat een telegram
uit Tientsin. Volgens gerucht zou de Japan-
sche voorhoede teruggeworpen zijn met
een verlies van 150 dooden en gewonden.
De Russen melden, dat zij de forten op 16
K.M. van Tientsin in de richting van Peking
veroverd hebben, en dat 10.000 Chineezen,
de bezetting der forten vormende, gevlucht
waren.
De Standard verneemt uit Tientsin
Het staat ongelukkiger wijze vast, dat de
ten hij haaide een touw te voorschijn en
bond zich met onbeschrijfelijke, met onmen-
schelijke koelbloedigheid aan een der zit-
planken van de boot vast zonder zich
om zijne ongelukkige ecbtgenoote te be
kommeren.
Zij waren thans den oever tot op eene
gehoorwijdte genaderd, heengeworpen als
het warede storm uit het Noordoosten
dreef hen landwaarts henen
Plotseling legde zich het zwakke vaartuig
op de zijde, een vreeselijke kreet over
stemde het stormgeloeiGraaf Altorf
wierp een blik naar de plaats, waar zijne
vrouw geknield de plaats was ledig
Nog eenmaal dook het doodsbleeke gelaat
voor hem op, toen zonk Rosa Rodenburg,
gravin Altorf, in de diepte weg
Van den oever stak op dit oogenbhk eene
reddingsboot het onstuimige meer op, met
eenige wakkere lieden bemandToen
zij door de höoggaande golven zich tot het
wrakke vaartuig hadden geworsteld, was
ook graat Altorf spoorloos verdwenen.
Wordt vervolgd.)