Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
laatste Klip.
23ste Jaar 2.
Zaterdag 8 September 1900.
No. 6793
bureau !$oier&tvaat 50.
reisberichten.
4>
^eimisgevins:.
vS eenen man' wiBn lk
S^?da1Meester
ICHTE HEn6STENK£URING.
^^EPutee^TI,
euiUeton.
A als «én hre"fde' üe arme raan
?Sl a, "AsenstA hond' tot hÜ voor mi.
ï^eo A. dat 1JHalh0t 'tVe",iet' deelde
Nt)er °°d verhe de Djd'ng van
4 LCE.M EE> O VKRZICHT.
PBIJS TAN DIT BLAD:
°°r Schiedam per 3 maandenf 1.50
_ar'Co P«r post ajjor eeneei Nederland - 2.
I*°nderiiike Nummers 0.Ü5
utiUe,
hinüL". Welke £eva»r> schade ei'
Kunnen veroorzaken.
Februari 1900 verricht, krachtens art. 6 van het Re
glement, niet langer gelden dan tot den lsten October
1900.
's Gravenhage, 3<ien September 1900,
De Gedeputeerde Staten voornoemd.
PATIJN, Voorzitter.
F. TAVENRAAT, Griffier.
P K IJ S D K B ADTEBTXNTIËN:
Van 1-8 regeisfO.QO
Elke gewone regei meer-0.10
Voor hernaaide plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
c Et)jGt
°elet
en Wethouders van
kentT ^e^a"n^en der Hinderwet
r6ch» Stl aan a ae '«gözetenen, dat
van der Krogt en zijne
W vergunning verleend is
kadAnd a».. iVan een broodbakker^ in
149,
c h i e d 798'
^Ur9emeest' ^6n ^den September 1900.
e> en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
J- BISSCHOP.
^°eland. ATen der Provincie
d,t ij6n bekend:
Hkè'l fe«lomenhtettdoo1r 'le Pr°viucialo Staten vast-
o»;.de pr„jf'r "«vordering van den paarden-
vl>':(18elt,.eeultowniir a"Cle Zuid-Holland, geen andere
l*" mi.r "rJc' miuti»,6 v]00r8chi i(ten van dit reglement
jA in dez,. pSr JariSe hengsten tot dekking
nS en ^st en de °Vlucle Inugcn «orden gebezigd,
eQ n ODVoorWaar(l i u"16 m,Q8tcns tien dagen in
Ntii,^»oon «'gendom bij een den-
geweest en tydeiiB de dekking
d>'
Sefb>j
V
biet
gejj1! den henmrt '''f verl)0(1 <le houder of
'7 °«a van e u*8' r°riien met
de tiu ten hoogste vijf en
merrie
cen. e eigenaar k 0»8te V'JJ cn twintig
A' tejjf dboete va'n of hoeJer van de merrie
C,r"<ger:; lore la T U,088s'e gulden',
dat bovenbedoelde h" 0c'0,,er 011 Februari
e*e t6öe keurin hengsten zullen plaa<Q
^°U d e'n
L*>Q
'IV.
opW„ 1,181 ïiUi"K ''"«den"
rw08^» 8 üct- !b00 s ma. te lOu.
«10
irkf{ Je'
Donderdag '4UL
G0lJ*c/,e>n Woensdag 10
>1 Donderdag 11
'io/.
In 1, '''""i
w """8 n
>1 Woensdag 17
Donderdag IS
heef" --«'Udgia
bboriuv" "derdag 25
^0rdt gebracht dat de keuringen" in
Ve|e ;ar
Al, °Side van 'Z?; hij herkenfle
JN« ®U(lers, on dl en dan' na den dood
„du" w,e,'sch harer moeder,
1 Nl.i' daar hii a had- Kort daarna
k V' S'- Peter"!6' de verdachten was
«e8<! VBrder vanUlg moeten verlaten,
Was 21 hT en de o-'geluk-
y geworden, kon hy mij niet
rl- *®rv«n
'®Pep ®Svoerin2U?«0 °Uders reeds kort na
l *Ja cbt. vroeg Felix met
riVr®BseliikB
d°od 1" gedachten heb ik over
7 September 1900.
De oorlog in China.
Het schijnt, dat de Russische regeering
zich tegenover de gereserveerde houding
der mogendheden en de antipathie der
vreemdelingen in China zelf tegen hanr
voorstel, genoopt heeft gevoeld een tweede
toelichting te geven op haar staatkundige
houding tegenover China. Het officieuze
Journal de St. Petersbourg bevat ten
minste een artikel, waarin do bekende
regeeringscirculaire besproken, de geest
van gematigdheid in het belang van de
harmonie tusschen de mogendheden zelve
en van den wereldvrede krachtig aanbevolen,
en een eventueele militaire actie op groote
schaal, »een oorzaak tot nieuwe verwikke
lingen" genoemd wordt. In du artikel
wordt echter - en dit is wei merkwaardig
-- volstrekt niet gesproken over een ont
ruiming van Peking, maar daarentegen wel
de wenschelijkheid betoogd van eea vertrek
der gezanten naar Tientsin, teneinde daar
vredesonderhandelingen aan te knoopen.
Dus een kleine of groote, zooals men
't noemen wil zwenking te St. Peters
burg. Vermoedelijk wei. In het licht van
deze laatste bijzonderheid wordt, dunkt
ons, de beteekems nog verhoogd van het
feit, dat keizer Nicolaas Dinsdag bij het
vertrek van de 3e compagnie van het
Wladmnir-regiment naar Cuina den troepen
het afscheid heeft toegeroepen met de
volgende woordensik ben ervan over
tuigd, mijne dapperen, dat, indien gij met
den vijand slaags raakt, gij even moedig
zult strijden als onze troepen in Siberië
dat hebben gedaan. Ik wensch u goed
succes 1"
De Figaro verneemt uit Washington
Het ministerie van buitenlandsche zaken
heeft den Russischen minister van buiten
landsche zaken medegedeeld, dat de Ver
eenigde Staten een officieele kennisgeving
van hot vertrek der Russische troepen uit
Peking een voldoende reden zal achten, om
ook de Amerikaansche troepen van daar
terug te roepen.
Omtrent hetgeen er voorvalt binnen
Peking en wat betreft de gezindheid der
Chineesche regeering verkeeren wij op dit
oogenblik nog steeds in het duister. De
meeste berichten komen.over Sjanghai uit
Engelsche bron en dienen dairom alleen
steeds met de noodige reserve te worden aan
vaard. Aan al het officieel nieuws van Brit-
sche dagbladcorrespondenten wvordt zelfs
door iiet Foreign Office te Londen blijkbaar
zoo weinig waarde gehecht, dat het aan de
bladen het volgende communiqué heeft ge
zonden. Met het oog op de omstandigheid,
dat alle telegrammen naar Peking van Tsi-
Nan-Toe naar de hoofdstad moeten worden
overgebracht door een koerier, is het waar
schijnlijk dat de cijfer-dépêches worden
onderschept door de Ghineezen, die zonder
twijfel vrees koesteren voor de rapporten
der gezanten betreffende de medeplichtig
heid der Chineesche regeering in de jongste
gebeurtenissen, welke rapporten tengevolge
zouden kunnen hebben, dat de ontruiming
van Peking door de Verbondenen, verhinderd
werd. Wat uit Sjanghai gemeld wordt,
kan men dus ook te Londen niet anders
beschouwen dan als geruchten, waarop geen
staat is te maken.
De Londensche bladen bevatten een
telegram uit Hongkong, van den 6n, lui
dende Li-Hoeng-tsjang's secretaris, die
heden hier aangekomen is, zegt, dat zijn
meester morgen uit Sjanghai naar Peking
vertrekt. Li hoeng-tsang zou uit Peking
sP'ak Katar» somber.
»Ontzettende loop van zaken I"
»En dat alles was zijn werk! Het is goed,
dat ik deze geesten uit de graven heb
opgeroepen, om weer een man te zijn en
het werk der wraak onverbiddelyk te vol
brengen, in plaats van als een lataard tot
de dieren des wouds te vluchten en de her
innering te verbannen Hoed u, verrader
de nemesis zal u grijpen en hare geeselsla-
gen zonder genade of barmhartigueid op u
doen neerkomen en met striemen overdek
ken 1 Maar ééne gedachte vervult mij
met beven de gedachte aan haar, die
mij zoo dierbaar was en dan het kind, dat
eenige maanden na mijne gevangenneming
geboren werd
»Barmhartige God Uw kind
»Mijn kind I" klonk het dot van de lippen
des ongelukkigen mans. »Waar zal, waar
kan ik bet vinden Het heeft nog geleefd,
toen Halbrock en Hedwig bij nacht en nevel
verdwenen, dat heeft die man mij verteln.
Een klein meisje, mijn kind, hij noemde
mij haren naam en ik, ellendeling, het
het onverdedigd in de nanden van den
moordenaar en begroef mij in de wildernis 1"
Hij bedekte zijn gelaat, om de tranen van
berouw en wanhoop met ie laten zien.
»Gij moogt u daarover geen verwijtingen
doen", troostte Feiix»want ge waart een
balling, een vluchteling, die zijn kind geer.
ouderhaard, geen vaderland kon bieden Nu,
nu, mag ons beiden, door God in zijne'
ondoorgrondelijke Voorzienigheid zoo won
derbaar te zamen gevoerd, om het werk
der vergelding te volbrengen, nu mag
ons slechts éen gevoel, éene hoop ]eiden°:
dien verrader te vinden 1 Dit ernstig doel
mag zich met de blijde verwachting ver
binden, dat zoowel voor u als voor mij daar
ginds in het vaderland misschien nog eene
bloem van aardsche vreugde zal bloeien,
voor u de dochter, voor mij de oude vrienden
en het ouderhuis, die ik met verzoend hart
zal begroeten I"
»Iiiusiën Droomen I" grijnslachte Katara.
»In hoe lang hebt gij het vaderland niet
gezien
Het zullen spoedig ze ven tien jaren zijn
»Bah! Zóo Jang in Amerika, en nog illus-
siën? Wat wilt gij in de vaderstad
Aan graven bidden Wees geen dwaas,
mijn lieve Rodenburg Wraakgeesten en
vredesengelen zijn tegenvoeters 1 Neen,
den Judas moeten we hebben, dat is alles
en genoeg; ik smaak reeds eene duivelsche
bericht ontvangen hebben, dat de vreemde
lingen de Chineezen langzamerhand ver
gunnen het bestuur van de hoofdstad weer
zelf uit te oefenen. Prins Tsjing is belast
met het beheer van de keizerlijke stad.
Naar de Standard uit Sjanghai verneemt,
had de gouverneur van de provincie Kiang-
soe met vijf duizend man troepen de grens
van Sjang-toeng bereikt, toen hij den inval
van Peking vernam. Daar deserteerden er
massa's van zijne troepen en de overigen
trokken naar de Keizerin.
Een draadbericht uit Takoe meldt: Bin
nenkort zal er een expeditie opweg gaan
naar Paoting, 150 K. M. ten westen van
Tientsin. Onderweg zullen de dorpen waar
de Bokserbeweging het eerst merkbaar
geweest is, van opstandelingen gezuiverd
worden. Men zegt, dat Chineesche soldaten
op last van Li-hoeng-tsjang de Boksers
uitmoorden in de provinciën Ho-nau en
Tsji-li.
De Duitsche gouverneur van Kiao tsjou
heeft uit Tsing-tou gemeld, dat een patrouille,
uit '20 man van het 3e bataljon mariniers
bestaande, onder luitenants v. Rettberg en
Dziobek, den 5n dezer bij Lau-soen door
4- of' 500 Boksers aangevallen is. De
Boksers verloren 30 of 40 dooden, de
Duitschers hadden geen verliezen.
De oorlog in Zuid-Afrika.
De proclamatie van lord Roberts, waarbij
de Zuid-Afnkaansche republiek geannexeerd
wordt verklaard, heeft aan den feitelijken
stand der krijgsbedrijven aldaar niets ver-
anderd, evenmin als de toestand er iets
beter op geworden is in den reeds eenige
maanden ingelijfden en zoogenaamd gepaci-
ficeerden Vrijstaat. Botha trekt voortdurend
terug, maar houdt desniettemin zijn leger
op de been en eerst, wanneer de ontzaglijke
Engelsche overmacht hem verpletterd en
vernietigd heeft, zal de oorlog als definitief
geëindigd kunnen worden beschouwd.
President Kruger, die zich te Neispruit,
vreugde bij de gedachte, dat ik hem be
groeten zal met den strik om den hals
De schurk heeit goud gehad en daarmee
zijn kerker geopend!''
»Ik viees, dat de trouwelooze Roodhuid
ons belogen heeit."
»Wees met bezorgd I Dat soort ken ik!
Maarik vrees, dat de vaderstad
voor u geen vredepoort zal zijn 1"
Felix zweeg. Voor zijn geestesoog rezen
de torens der oude Hanzestad omhoog, de
haven met zijn mastenwoud, het gewoel
der handelswereld, de Binnen-Alster met
hare paleizen en aan gene zijde de Uilen
horst, van villa's omgeven. Daar het oude
vaderhuis en hier de villaHij zuchtte
zwaar en diep in den geest het kerkhof
tegemoet, waar zijne moeder rustte, de
moeder, wier aandenken de vader had ont
wijd Ot de oude man gelukkig was
geworden Onmogelijk Zulke onnatuurlijk
heid draagt de onverbiddelijke stral met
zich. Hoe zou de jonge vrouw methetijdei,
goudgierig hart iemand gelukkig hebben
kunnen maken God is mij genadig geweest,
mijmerde bij, ik moest mijnen vader nog
dankbaar zijn in plaats van te toornen I
Wordt vervolgd