c> geschiedenis ontslag had genomen, waarbij zij ook de reden van dat ontslag vernamen. Maandag d.a v. werden de cursisten ook van het ontslagnemen van den heer Van Leeuwen ingelicht door een schrijven van de Commissie van Toezicht op het L. O., waarbij zij verzocht werden een aanbeveling van minstens twee personen ter vervulling van de ontstane vacature in te zenden. Het resultaat van eene langdurige bespreking der cursisten was, dat zij verzoch ten alle maatregelen te nemen om Dr. Van Leeuwen, op zijn besluit te doen terug komen. De commissie antwoordde, dat er geen termen bestonden Dr. Van Leeuwen op zijn besluit te doen terugkomen en verzocht binnen 8 dagen een voordracht van twee personen. De cursisten meenden weder Dr. Van Leeuwen te moeten aan bevelen als de meest geschikte candidaat en verzochten zulke maatregelen te nemen, dat de bezwaren van dien leeraar opgeheven werden. Daarop werd geantwoord, dat B. en W. genoemden leeraar niet meer konden benoemen en dat van bezwaren van dr. Van Leeuwen niets bekend was. De cursisten, overtuigd, dat er bij Dr. Van Leeuwen wel degelijk bezwaren bestonden, antwoordden, dat zij de lessen in de geschiedenis niet meer zouden volgen, wanneer een andere leeraar benoemd werd, maar van het aanbod van Dr. Van Leeuwen zouden ge bruik maken, om die lessen weer als uitgaande van de vroegere commissie te volgen. Spoedig nadat zij den heer Hingman, directeur der B. A. S., hadden kennis ge geven, dat zij weer van het lokaal in de H. B. S. zouden gebruik maken onder uit drukkelijke mededeeling dat het een cursus van den Bond van Ned. Onderw. zou zijn, vernamen zij zijdelings dat hun geen lokaal zou worden afgestaan. Weldra werd daarna bevestigd, dat B. en W. eigenmachtig het vroegere raadsbesluit, waarbij hun een lokaal met vuur en licht werd afgestaan, introkken, en thans blijkt, dat^B. en W. voor stellen op dat besluit terug te komen, omdat na de oprichting van den gemeente-cursus het lokaal voor den Bondscursus niet meer noodig is. Vandaar deze protestvergadering, bijgewoond door een vertegenwoordiger van het hoofdbestuur van den Onderwijzersbond, den heer Van Wassenaar, gesteund door een schrijver van het aideelingsbestuur van dien Bond en vereerd met de tegenwoor digheid van de raadsleden, de heeren Smit en Klein, die met al hun medeleden waren genoodigd. Van B. en W. was bericht ingekomen, dat zij van de uitnoodiging tot het bijwonen dezer vergadering geen gebruik zouden maken. De Comm. van Toez. op het L. O., mede genoodigd, liet niets weten. Dr. Van Leeuwen, wien daarna het woord werd gegeven, zeide, voor 't eerst als spreker in een protestvergadering op te treden, maar waar de wet geen ander middel aan de hand geeft, meende hij zijn kalme werkkring, waarin hij niemand een stroo breed in den weg legt, te moeten onderbreken, om hier een woord van protest te iaten hooren. Hij zou de zaak van twee kanten bezien van den kant der autoriteiten en van den zijnen. Volgens de autoriteiten waren er twee raddraaiers de onderwijzers De Wit, neen roode", en spr., die een niet minder scherp uitkomende kleur vertoont, Soort zoekt soortde eene roode den andere, en zoo verleende Dr. Van Leeuwen reeds voor enkele jaren zijne medewerking aan den Bondscursus voor de hoofdakte, die gestadig in bloei toenam. Een der leeraaren, de heer Beekman, lid der schoolcommissie, weigerde echter zijne medewerking aan den cursus, wanneer er geen gemeente-cursus van .gemaakt werd. Door toedoen der plaatselijke schoolcommissie werd toen de gemeente-cursus opgericht, waardoor voor 't eerst een volledige cursus werd verkregen. Toen de betrokken leeraren van de veror dening op den cursus kennis namen, waren zij allen verontwaardigd. Tegen den rooster van lesuren rezen aanstonds be zwaren. Spr., die geraden had den gemeente cursus maar aan te nemen, omdat hij vreesde anders den Bondscursus te zien verdwijnen, en zelf wegens het onvoldoend aantal lesuren, gratis een lesuur had aan geboden, had daartegen de grootste grief, Volgens de autoriteiten ging spr. nu zijn bevoegdheid te buiten, door, zich niet wendend tot de Comm. v. Toez. op het L. O., die met het beheer was belast, maar zich richtend tot B. en W., een gewijzigden rooster van lesuren voor te stellen. B. en W. wraakten dan ook zijn eigenmachtige handeling en verwezen hem naar de Com missie. Maar in art. 4 der betrokken ver ordening staat, dat B. en W. het program vaststellen. Van een eigenmachtige hande lmg was dus geen sprake. Naar het oordeel der autoriteiten was, hoewel 23 van de 26 deelnemers van den cursus duidelijk hunne meening omtrent het daarna gevolgd ontslag van Dr. Van Leeuwen uitspraken, alles weer 't werk van de twee raddraaiers, in 't bijzonder van den rooden onderwijzer De Wit, die, nu hij te Rotteruam werkzaam is, hier wat vrijer kan optreden. Daarna de zaak van zijn standpunt be ziende, verdedigt spr. zich op het punt van het niet geven der lesuren die hem bij den rooster waren aangewezen. De eerste maal is bij niet verschenen, omdat hij, veront waardigd deu rooster van zich werpend, dezen niet goed had gelezen den tweeden keer heeft hij zijn les niet gegeven, omdat hij door huiselijke omstandigheden werd teruggehouden. Kon men, toen al zijn aandacht op de aanstaande familievermeer- dering was gevestigd, een officieele kennis geving van verhinderiug van hem vergen Spr. zegt, dat zijn brief van ontslag de eerste gelegenheid was tot eene officieele kennisgeving aan de Commissie, die hij iret beide handen heeft aangegrepen. Ook ver dedigt hij zich op het punt van de verandering van den rooster was hij daarmede bij B. en W. niet aan het juiste adres, dan had men hem op andere wijze moeten terechtwijzen. Hij wijst er op, dat ondanks de gemaakte opmerkingen geen andere rooster dan de door hem in het belang van cursisten en leeraren gewijzigde, fungeert. In het ver loop dezer zaak vindt hij aanleiding tot.een protesthier is slechts sprake van misbruik van autoriteitmen is er op uit geweest hem te slaan, maar hij heeft desnoods nog vuisten en laat zich zoo niet behandelen. In het vervolg zijner rede betoogde spr. nog verder, dat B. en W. eigenmachtig gehandeld en opzettelijk den gemeenteraad hadden misleid door geld voor een een jarigen cursus te vragen, terwijl zij wisten eerlang crediet voor een tweejarigen te moeten vragen. De Commissie van Toezicht had gehandeld zooder op de hoogte te zijn en B. en W. hebben klakkeloos hun werk onderschreven. Reeds vroeger was door de cursisten opgemerkt, dat het heD »on waardig" was, de cursus onder beheer der Comm. v. Toez. L. O, stond. Dat die commissie niet met de belangen der cursisten rekening houdt, bieek nu weer, waar zij verlangde, dat de bijdrage voor de cursisten (f 25) in tweeën zou worden betaald. Nog eens wrakend, dat B. en W. het raadsbesluit, waarbij de lokalen der B.A.S. behoorlijk verwarmd en verlicht, aan den Bondscursus werden afgestaan, hadden te niet gedaan, merkte spr., dat die cursus reeds 4 jaar bestaande, in bloei zou zijn toegenomen, als anderen er niet de neus in hadden ge stoken de Commissie van Toez. L. O. heeft niets anders gedaan dan een bloeienden cursus doodmaken. De handeling van B. en W. is een zweepslag, een misbruik maken van gezag, waartegen spr. protesteert. Het verschii ligt in de onderscheidene opvatting omtrent de wijze van werken. Volgens de beheerders van den CHrsus moet er zijn een autoritaire, naar sprekers meeniug behoort er te zijn een samenwerkend gezag. Ondanks deze verschillende opvattingen is spr. tot ver zoening bereid en wil hij er toe samen werken het schrijven van B, en W. onge daan te maken, maar dan moet men met voorgeven er van zijn kant geen bezwaren bestaan. Spr. ten slotte nog een persoonlijk feit releveerend, zegt, dat de redactie der A. S. Cf. gelijk had, dat er van geen »veete" sprake was, maar hij heeft opzettelijk die fout gemaakt, omdat er gezegd was, dat er reeds van zijn studententijd tusschen Dr. Vinkensteyn, die toch eenige jaren ouder is, en hem een veete bestond. Nu is Dr. Vinkensteyn in de wetenschappelijke wereld niet zóo bekend, dat men van hem hoort, en de eenige kennismaking die spr. hier met hem had, was op een kegelclub. Eindigend bevestigt spr., dat het bestaande verschil in de verschillende opvattingen omtrent den aard van het gezag gelegen is. Van de gelegenheid tot debat werd 't eerst gebruik gemaakt door den heer Van der Most (openbaar onderwijzer), die het niet met Dr. Van Leeuwen eens is, dat bij het niet aanvaarden van den ge meente-cursus de Bondscursus gevaar zou loopen. Spr. zegt, dat hij steeds den gemeente-cursus bestreden heeft en de verordening een klem heeft genoemd. Het bestaande verschil komt hierop neer of de onderwijzers als zelfstandige menschen zullen behandeld worden of niet. De heer Van Wingerden (bijzonder onderwijzer) zegt, dat hij niet geteekend heeft en met teekenen zal op de circulaire tot bijwoning der lessen in de geschiedenis door Dr. Van Leeuwen te gevenmaar toch moet hij, zijn rede gehoord, de houding van Dr. van Leeuwen goedkeuren. De heer Klein (anti-rev. raadslid) zegt, dat het verschil dieper ligt dan door inleider is aangegeven: het onderwijs door Dr, Van Leeuwen gegeven, is te eenzijdig B. en W. zouden gaarne zien dat hij i leeraar der H. B. S. ontslag nam. De Voorzitter, de heer de Wit, merkt op, dat men getracht heeft de cursisten omtrent de lessen van Dr. Van Leeuwen en den heer Kopenhagen uit te hooren. De heer Van Wassenaar vraagt of de cursisten, die de lessen van Dr. Van Leeuwen volgden, bij de examens zijn afgewezen, of onvoldoende hebben gekregen. De heer Van Leeuwen, de sprekers beantwoordend, zegt, dat om den Bondscursus te behouden de deelnemers solidair moesten zijn. Van minder welslagen zijner cursisten bij de examens heeft hij niet gehoord. Be handelend de opmerking dat zijn onderwijs te eenzijdig is, zegt hij, een aanklacht daar omtrent indertijd geschied is tegen den zin van Ds. Goslinga, die na een bezoek van Dr. van Leeuwen moest erkennen dat diens opvatting der neutraliteit de juiste was. Spr. beroept zich op de notulen der be trokken vergadering van B. en W. en zegt, dat hij wel over hen die tweedracht onder de Christenen zaaien, heeft gesproken, maar nooit iets ten nadeele van het christendom heeft gezegd, en gesteld, dat hij daar iets tegen zou willen zeggen, dan zou hij het niet doen uit respect voor zijn vader, den (bekenden) theoiogischen prof. Van Leeuwen, die een zeer orthodox man is en van wien hij ondanks principieel verschil veel houdt. Met een woord van dank aan Dr. Van Leeuwen en hulde aan den heer Van Win gerden, de betrokken zaak in de aandacht van het aanwezige raadslid en zijn afwezige medeleden aanbevelend, sloot de Voorzitter de protestvergadering. ven ingekomen, waarin zij mede ee 0'njb®' van de voor muntgas geleidelijk f ggp gestelde som van f32000. gjgcb15 voorraad magazijngoederen, nog ^43! {doe" som van magazijngoederen, n°S f2500.in kas is, terwijl nog een aanvragen tot aansluiting op wachten. {9OO B. en W. stellen voor het ja®1 bedrag van f 20,000 beschik 0g een stellen, daar het niet te voorzien lb gevorderd zal worden »vóór de stro aanvragen zich sluit odijk Door den onderwijzer J. Droogen aan den Raad gevraagd zijn geV°e'enart. 5 te deelen, of bij de toepassing van gflpt, a sub. lo. der Verordening dd. 1897 ook tijdelijke dienst in aar.merkiOo ^|6s B. en W. zeggen in hun Prae*n tiü" dienaangaande dat naar de meening college alleen de dienst bij het op® lager onderwijs in aanmerking kol» richt na de benoeming door den doch met die, verricht tengevolge door het coll®ge zin?' e» Door B. en W. is het volgende schrijven aan den Raad gericht Bij Uw besluit van 27 November 1896 werden aan het bestuur van de alhier ge wettigde afdeeling van den »Bond van Neder- landsche onderwijzers", ten behoeve van een cursus ter opleiding voor de hoofdakte, tot wederopzegging gratis in gebruik afgestaan eenige behoorlijk verwarmde en verlichte lokalen in bet gebouw der Hoogere Burger school, met bevoegdheid de in dat gebouw voorhanden werktuigen, tijdens de lessen aan dien cursus te gebruiken. Met het oog op de oprichting van den gemeentelijken cursus ter opleiding voor de hoofdakte, die sedert September jl. ge opend is, komt het ons college voor, dat bij Uw bovengenoemd besluit toegestaan ge bruik kan worden opgezegd. Wij hebben mitsdien de eer aan Uw vergadering voor stellen te besluiten dat het bij Uw besluit van den 27en November 1896 toegestane gebruik van eenige lokalen in het gebouw der Hoogere Burgerschool ten behoeve van een cursus ter opleiding voor de hoofdakte, met be voegdheid de in dat gebouw voorhanden werktuigen, tijdens de lessen aan dien cursus te gebruiken, opgezegd wordt. In verband met het raadsbesluit van 22 Juni 1867 betreffende het geven eener be stemming aan het kapitaal van het fonds, herkomstig van het voormalig Oudemannen huis, welk besluit 0. m. de bepaling bevat »(dat) de Raad in overleg met de beheerders »van het fonds, te gelegener tijd daaraan seen bestemming zal geven, waardoor het in sden stichtingsbrief van het Oud-Mannen- shuis uitgedrukte doel met de behoefte der sGemeente in voldoende overeenstemming szal worden gebracht", hebbleen B. en W. een correspondentie gevoerd met de admini strateuren van dat fonds, waarin zii de wen- schelijkheid betoogen, om een commissie uit den Raad op te dragen bij de regeling dezer zaak met de administrateuren samen tewer* ken. Het blijkt B. en W. echter, dat deze zich met de benoeming van zulk een commissie niet wel kunnen vereenigen. Dit neemt echter niet weg, dat B. en W. aan de benoeming voor een dergelijke com missie de voorkeur blijven geven en doen daartoe dientengevolge de betreffende voor stellen. Tevens stellen zij voor aan administrateu ren uit de rente van dat fonds een crediet toe te staan tot een bedrag van f 600. tijdelijke benoeming B. en W. gn Zij doen op grond van deze overW®o den Raad het voorstel in gelijken z"^ trent de toepassing der verordening slissen. 4 Door de afd. Schiedam van den N®1 Volksbond is een adres aan den geme® ^ui- gezonden om subsidie voor haar teek®1 Op een adres van gelijke strefck"1^ reeds vroeger door den Raad af wij schikt. Thans werd in het adres g® „3® op de subsidie die aan teekenscho den R. K. Volksbond in andere Pa ^i) worden gegeven. B. en W. hebhe daarom gewend tot die gemeentebestn^ de teekenschool van een bestaande behoefte voorzag hen in te lichten over de motieven die subsidietoekenning hadden gel:>r Het is daarbij aan dit college g datoveral waar een subsidie werd toeg®jö denR.K.Volk^ Dit motief geldt hier niet en stellen voor opnieuw afwijzend te be»c Door B. en W. is uit een °^egte^ drietal, waarop geplaatst waren de V»' A. M. Ziedses des Plantes, albieD Sleutel, Amsterdam; N. C. Schuit, Rot tot tweeden keurmeester van ^elp^e:' benoemd de heer A. M. Ziedses des tt«' Door het korps officieren der dd. S®'1 is het volgende adres verzonden de Ko ,r»J H. Mevrouw, Met verschuldigden M. eerbied v®'bj het korps Offic. der dd. Schutterijji«® J zich Uwe Majesteit hun gelukwens )Itg te bieden met Hoogderzelver ve' zijne IlooghHertog Hendrik van - burg-Schwerin. sKeV Moge deze heugelijke gebeurte» - tot geluk van Uwe Majesteit) jen Majesteits Huis en tot heil van bet Van Uwe De Maj. Maj. de getrouwe h°' Comm. van voo Op het s.s. (get.) Visser- Wcdly, op de f®" air bepe'b/ liggende, viel Zondag een der sc j-i j in het ruim, waardoor hij een brak, een bekkenbreuk kreeg80 oog ernstig kwetste. De kwetsuren in aanmerking0 's mans toestand nog al gunstig' De tram, die gisteren-avond hier moest aankomen, kwam laat. Te Delfshaven, waar de 1 ggp minuten oponthoud had, hadd®° tu's u jongens de aardigheid de kopp® de wagens weg te nemen. tram wilde afrijden en er ee» staan, werd dit opgemerkt. Gisterenavond kreeg toeval op de Koemarkt. K- Nadi,t hi) W»s Van de commissie voor de gasfabriek en drinkwaterleiding is bij B. en W. een schij - café van den heer Litzenburg gedragen en daar bijgebracht) weg naar huis vervolgen. iflg ie wuiucu gegeven» cii t» t®1 «0 lOf' sd ft T v, I I cv* a a J o 1 n a er a f fivll W G fi" jL." —rt D® 1 fie" 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 2