Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 24ste Jaar*. Zondag 6 Januari 1901. So. 6892 "bureau "2&ofersfraaf 50. EERSTE BLAD. Twee Koningen. Nog eens; Het Lezen. PRIJS T IS' DIT BLAD: Voor Schiedam oer 3 maanaenf i.5t) mnec Der bos. aoor eecee: Nederiand - jLi'ionderiiike ><ummers - O-Os PRIJS DSR ADVSRTKSTÏÈN: Van i6 relais'0.6Ü Elke gewone rsgai meer-O.lü Voor hernaaide oiaatsmg worden biilijke overeenkomsten iancecaan. OFFICIEELE BERICHTEN. Bekendmaking. LEERPLICHTWET. De Burgemeester van Schiedam, Brengt in herinnering dat met denlsfen Januari l.l. in werking getreden is de Wet op de Leerplicht, waarbij aan Ouders, Voogden en anderen, krachtens wet of overeenkomst met de verzorging van kin deren belast, de verplichting is opgelegd zorg te dragen, dat aan hunne kinderen gedurende den tijd en overeenkomstig de regelen, in de Leerplichtwet gesteld, vol doende lager onderwijs wordt verstrekt Welke verplichting door hen wordt nageleefd lo. ói door te zorgen, dat het kind als leerling op eene lagere school wordt geplaatst en dat het die school geregeld bezoekt 2o. dl door aan het kind huisonderwijs te verstrekken of te doen verstrekken. Voort geeft hij hierbij kennis, dat for- taulieren voor de verklaringen als bedoeld bij art. 4 der Leerplichtwet (verstrekken huisonderwijs) en art. 9 (vermeende aan spraak op vrijstelling der verplichting tot het verstrekken van voldoende lager onder wijs), kosteloos ter Gemeente-Secretarie verkrijgbaar zijn, al waar tevens alle verlangde inlichtingen omtrent de bepalingen der Leerplichtwet te bekomen zijn. Schiedam, den 5den Januari 1901. De Burgemeester, VERSTEEG. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, zijn voornemens op Donderdag 10 Januari a. s., des namiddags ten 2 ure, ten raadhuize aldaar in het openbaar aan te besteden de levering var. Bouwmaterialen, als keien, trottoirbanden, straatklinkers, naetselplavei, houtwaren, en ijzeren voor werpen ten behoeve der gemeentewerken Feuilleton. Het bestek is a f 0.25 verkrijgbaar ter gemeente-secretarie, en ligt. met de teekening der ijzerwerken, aan de staastimmerwerf op werkdagen ter inzage. Een mijner vrienden bad een dienstbode, die niet lezen kon. Het was verzekerde hij mij schertsend een groot gemak. Hij behoefde nooit zijne briefgeheimen achter slot te bergen. Ook behoefde hij nimmer bevreesd te zijn, dat zijne dienst maagd met een roman in de hand door den schrijver zoo gemetemorphoseerd was, dat zij het aanbrandend gerecht geheel uit het oog verloor. Het zou natuurlijk dwaasheid zijn op deze onmiskenbare voordeelen van het niet-iezen een pleidooi tegen de kunst zelve te houden. Dienstboden, die lezen kunnen, behoeven niet noodwendig in eens anders brieven te snuffelen of het vleesch te laten aanbranden. Overmaat schaadt, zoowel bij het lezen ais bij iets anders, dat op zicu- zelve goed en voordeelig is. Het genot en het nut van het lezen springen al te zeer in bet oog, om hieraan veel woorden te verspillen. Wie leest, verwijdt den gezichtskring en wordt bekend met honderden zaken, die aan den niet- lezer verborgen blijven. Goede lectuur is voedsel voor geest en hart. Waarom echter is men over het alge meen kieskeuriger bij de keuze van het materieële voedsel dan bij die van het intellectueele Ik spreek hier niet eens van bepaald giftige pennevruchten, die helaas, vrij en ongehinderd aan de markt des openbaren levens gebracht mogen worden. Wat ik op het oog heb, zijn de laffe, suikerzoete, licht verteerbare romans, die voor velen het uitsluitend geestesvoedsel uitmaken. Meent gij, die niets anders dan dit letter kundig banket verorbert, dat uwe zedelijke gezondheid daaronder niet lijdt Zoo gij het weet, waarom versmaadt gij dan het voedzame brood eener degelijke, gezonde lectuur en verkiest gij de laüe, onmanne lijke kost, streelend en aanlokkelijk mis schien op het oog, maar verderfelijk niet temin voor de intellectueele maag. Gij zegt christen te zijn. Gij gelooft, dat 's menschen bestemming niet uitsluitend ligt in het verblijf op deze wereld. Gij erkent de behoeite voor iederen mensch, dat het goddelijke in hem verlevendigend wordt door goede gedachten, diepe waarheden, ernstige overwegingen. Waarom dan glim lacht gij, als men u een «Levens der Hei ligen" aanbiedt? Meent gij, dat de boeiende roman, die u uit den slaap houdt, voor uw waarachtig geluk zooveel waarde heeft als het verhaal van den onsterfelijke, die het hoogste levensdoelGods eer en het heil van den naaste, met zulk een bewonderens- Wuardigïu moed heeft nagestreefd Ik lees alleen als tijdverdrijf en voor ontspanning zegt gij. Vindt gij zelf niet, dat men zulk een edele en schoone kunst, waaraan men zoovele uren besteedt, niet gelijk moet stellen met kaartspel, conver satie, wandeling of welke andere ontspan ning ook De ernstige, diepzinnige lectuur is mij te zwaar, beweert gij. Toegegevenmaar daar zijn buiten de «Levens der Heiligen" boeken genoeg, die u in den verhalenden vorm het leven van den besten kant doen kennen. Het zijn die boeken, welke den inwendigen mensch verkwikken en verfris- schen en ons karakter vormen. Gelijk het onderhoud en hartelijk gesprek met een goed en degelijk vriend onzen levenslust en onzen levensmoed verhoogt, zoo kan de ge- 2) {blot.) Zou dat malle wijf de waarheid gepro feteerd hebben riep vader Mathieu eenige dagen na den 18 Brumaire uit. Mijn luitenant heeft den maarschalksstaf Uit zijn zak gehaaldals hij daar nog eens eene kroon vond. Hij vond die, gelijk ieder weet en zelfs Hieer dan eene, zoodat hij ze onder zyne 'erwanten uitdeelde. Op den dag. dat de generaal de dubbele kroon van Frankrijk en Italië op zijn voorhoofd drukte, veranderde vader Ma thieu het uithangbord van zijne herberg noemde haar »In den koning van Yvetot." En de gasten, het glas in de hand, stonden hem dien titel gaarne toe op denzelfden tijd, dat de nieuwe keizer werd gezalfd. De vrouw heeft zonder het te weten gelijk gehad, zei de kastelein in de koning Yvetot; wij beminnen beiden onze dynastie en kunnen elkaar haast cousin noemen. Terwijl nu de nieuwe Caesar provinciën en landen veroverde, om die aan de leden zijner familie ten geschenke te geven, ver genoegde de bescheiden heerscher van Yvetot zich met er een kleinen tabaks winkel bij op te zetten en een gaarkeuken, onder het toezicht van zijne brave kooklus- tige meid Jeanneton. Mijn neef maakt meer haast dan ik, zeide koning Mathieu. Hij is geheel Europa al doorgetrokken, en ik heb den kerktoren van mijn dorp nog niet uit het gezicht ver loren. Wie weet intusschen, of wij niet op hetzelfde punt uitkomen Toen de trotsche keizer de geliefde gade van den generaal Bonaparte verstiet, om zich met de keizersdochter te verbinden, stelde vader Mathieu, die inmiddels zijne vrouw had verloren, zich tevreden met zijne flinke keukenmeid Jeanneton te trouwen. Och, zeide hij, mijn neet wordt onver standighij vergeet zijne afkomst, en dat zal hem geen geluk aanbrengen. Ik blijf Mathieu zoo goed als te voren, en Jean neton is mij even lief als eene aartsher togin. Gedurende dit tijdvak van triomf en roem voor den machtigen monarch, waagde heimzinnige stem, die ons uit een goed boek tegenklinkt, ons bemoedigen, ons opbeuren en, dit laatste niet het minst, ons krachtig partij doen kiezen in den strijd tegen be ginselloosheid en zedenbederf. Wie kent ze niet de aangrijpende ver halen, waarin ons de strijd van het menschenhart, dat behoefte heeft aan gods- dienstigen levensernst, geschilderd wordt? Waarom vindt gij die verhalen langdradig en vervelend Omdat gij u zelf niet genoeg zaam rekenschap geeft van de groote en gewichtige waarheidwat baat het den mensch, zoo hij de geheele wereld wint en schade lijdt aan zijne ziel. Het doet u schade aan de ziel, als gij niets anders leest, dan hetgeen de ijdele en lichtzinnige wereld interessant, boeiend of treffend noemt. O, hoeveel van dit interessant verdichtsel, vaak zoo in strijd met de werkelijkheid, zal ons in het licht der eeuwigheid onbeduidend en nietig toeschijnen Wilt gij een middel om de waarde van dit boek te kennen, zoo vraag u zeiven na de lezing af: wat is de strekking van dit boek en welk genot en voordeel heeft het mij verschaft Beproef eens het antwoord op deze dubbele vraag neer te schrijven en wanneer gij dit bij elk nieuw boek herhaalt, dan zult gij spoedig de wezenlijke waarde van verschillende boeken kennen. 't Is bovendien zoo nuttig van het gelezene aanteekening te houden. Hoe sterk ook het geheugen moge zijn, het aantal in drukken is zoo groot, dat de denkbeelden en de herinneringen in den loop des tijds immers iets van hunne oorspronkelijke frischheid en nauwkeurigheid verliezen. Een dagboekje, uitsluitend voor onze lectuur aangelegd, zou tevens een doeltreffend register voor onzen intelleetueelen stand kunnen worden. iemand de vreedzame deugden van den goeden koning var. Yvetot te bezingen, op 't gevaar af van den krijgszuchtigen, ge- duchten keizer daardoor in het harnas te jagen. Het lied werd zoo populair en stoorde den slaap van den monarch. Hij verlangde den naam des makers te weten. Ware deze een vorst geweest, hij zou hem den oorlog verklaard en hem wellicht onttroond hebben, doch Beranger was een eenvoudig burger, tegen wien de keizer niets durfde beginnen. Men verzekert, dat op het oogenblik Napoleon nog twijfelachtig was, wat te doen, en een geestrijk man, waarschijnlijk Talleyrand, glimlachende tot hem gezegd moet hebben Sire, het recht om te dichten is het eenige wat uwe majesteit aan het Fransche volk gelaten heeft. Mazarin eerbiedigde het, en zoo ook zijn doorluchtige kweekeling. Wilt gij minder toegevend jegens het volk zijn Het betaalt goed laat het vrij zingen en dichten voor zijn geld. Een liedje meer is eene samenspanning minder. Het lied baarde niet alleen ten hove opzien, maar werd ook van gewicht voor het koningrijk van Yvetot, doordien het daar bijna tot eene staatkundige omwente ling aanleiding had gegeven. De revolutie, waarop wij hier het oog hebben, neemt geen plaats in de geschied- boeken in; zij duurde nauwelijks vier-en- twintig uren en had niemands dood ten gevolge. De dorpsbewoners, tot wie het vermelde lied ook was overgewaaid, en die nu wisten, in wat betrekking Mathieu tot hunnen keizer gestaan had, kwamen bijeen en benoemden den eersten, half in scherts, half in ernst, tot hun koning. Vader Mathieu liet zich dat welgevallenhij gebruikte zijne macht wijselijk en zette niemand at, dan den schoolmeester, op wier. vrij wat te zeggen viel en dien hij voor een waardiger opvolger plaats deed maken. Zoo liep deze omwenteling zonder ongelukken en bloedvergieten af. Na den slag van Waterloo moet Mathieu aan den keizer geschreven en hem zijne staten beschikbaar gesteld hebben. De brief echter kwam niet terecht, en de keizer wierp zich in de armen van Engeland. Ach, placht vader Mathieu te zeggen. de vrouw had gelijkik ben gelukkiger dan mijn neefhij zit als gevangene op een eiland, ik regeer in vrede in mj dorp. NIEUWE SGHIEOAMSGHE COURANT nTTtm

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1901 | | pagina 1