Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
w
24ste Jaarg.
Vrijdag 15 Februari 1901.
No. 6926
bureau l^oiexsixacd 50.
PRIJS TIK DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
ran cc per post door sreheei Nederland - 2.-—
Afaonderiiike Nummers - 0.05
0FFICIEELE BERICHTEN.
PRIJS DKB ADVBBTKSTIÊS:
Yan 16 regeis'I
Elke gewone regei meer
,'o.eo
i - O.ic
Voor hernaaide plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Openbare Aanbesteding.
Burgemeester en Wethouders van
uiiiedam zijn voornemens 28 Februari
*«01, des namiddags 2 uur, aan te besteden
''et maken van een fondeering van beton
op heipalen voor een gashouder.
Aanwijzing ter plaatse op Dinsdag 26
*ebruari 1901, des voormiddags 11 uur.
Het bestek is tegen betaling van f0,30
l®r Gemeente-Secretarie verkrijgbaar.
ALHEMEE» OVERZICHT.
14 Februari 1901.
De oorlog in Zuid-Afrika.
He opperbevelhebber van het Engelsche
'®ger in Zuid-Afrika blijft het nieuws van
h®' oorlogsterrein mondjesmaat toedienen.
Hij is zeker bevreesd onze maag te over-
'aden met te veel berichten en beperkt
2>ch dus maar tot het zenden van kleine
niet te veel beteekenende berichtjes, zooais
a. het nemen van een klein convooi, een
afkeurenswaardig feit maar niet van over
wegend belang.
Over den eigenlyken toestand zwijgt lord
Kitchener. Wacht hy op betere berichten
is er werkelijk geen goed nieuws, aan
departement van oorlog te melden In
afwachting van deze berichten is het
u'terst moeilijk zich een oordeel te vormen
van den toestand. Enkele Engelsche bladen
belden, dat generaal Botha en zijn manschap-
P®n,doordat zij genoodzaakt waren op Amster
dam terug te trekken, nu zeer in het
"auw zijn gedreven, daar zij van alle kanten
Zljn ingesloten en met den rug staan tegen
d® grens van Swazie-land. In hoever deze
^aden gelijk hebben, zal later moeten
"'ijken. Wij hebben reeds zoo zaak gehoord
Van omsingelenin den Vrijstaat bevonden
ilch de Boeren meer dan eens in een hope
loze positie van drie kanten omringd door
Kngelsche troepen en aan de vierde zijde
*®gen de grens van Basoetoland aan en
Feuilleton.
Ken vriendin van de Koningin.
Vit het Fransch door F. H.
3)
Een man sleepte haar voort, terwijl hij
"aar als 't ware droegde geschiedenis
®eft diens naam bewaard, hij heette
ruchon, en in de buurt had men hem
bijnaam gegeven van »de groote
0,asdeze geleide haar, en blies haar
P het oogenblik waarop de straatdeur
«rd geopend, in het oor, roep »Leve de
jatie! Madame de Lamballe sloeg de oogen
PWaarts voor haar lagen de straat-
on #T door eon m8t bÜ'houwen afgemaakte
hüÜrjhooping van lichamen, met afgesneden
'den, met bloedende overblijfselen be-
steeds kropen zij weer zonder groote ver
liezen door de mazen van het net. Waarom
zou dat ook nu niet kunnen zijn
In de Kaapkolonie blijken de ingevallen
Boeren-commando's zich nog steeds vrij te
bewegen en den Britten niet weinig vrees
in te boezemen. De opperbevelhebber der
Engelsche troepen in de kolonie, generaal
Brabant, is uit Oost-Londen in noordwes
telijke richting opgerukt tot Queenstown.
Daar heeft hij in een toespraak tot de
bewoners gewezen op de dringende nood
zakelijkheid, dat alle Britschgezinde bewo
ners zich toch als vrijwilligers zouden laten
inschrijven, teneinde de kolonie te verdedi
gen. Geheel in overeenstemming met dezen
noodkreet klinkt hetgeen sir Alfred Milner
dezer dagen bij gelegenheid eener revue
zeide tot de Engelsche officierenïMen
beweert dat het voor den vijand onmogelijk
is Kaapstad binnen te dringen. Op gevaar
af van beschouwd te worden als een pessi
mist, verklaar ik die meening niet te
deelen. Het verledene bewijst, dat niets
onmogelijk is. Er moeten dus maatregelen
genomen worden om de stad krachtig te
beschermen." Nu is het bericht van De
Wets inval bij Norvalspont en zijn oprukken
naar Philipstown wel-is-waar nog niet
bevestigd, maar evenmin tegengesproken
en een Reuter-telegram uit Colesbeig
meldt, dat het in de heuvelen ten noorden
van Norvalspont van Boeren wemelt en
bij Hameifontem een nieuw commando in
de Kaapkolonie is binnengevallen.
Wat de beweging der Boeren op het
Britsch-kolomaal gebied betreft, deze
kunnen voor zooverre de bijzonderheden
der laatste dagen dit veroorloven aldus
worden saamgevat: Brand en Pretorius
trokken den 5n Februari met een com
mando door Calvinia in noord-oostelijke
richting en lieten twee commando's als
achterhoede met de Engelschen van De Lisle
en Bethune voeling houden. In deze distric
ten o. a. ook in Fraserburg en Prieska
staan de bewoners volkomen aan de
zaaid zij opende den mond zoo wijd zij
kon: »0! foei! wat 'n monster!" riep zii
luide." J
De groote Nicolaas legde haar de hand
op den mond, het was te laat een
trommelslager, met name Chariot, had den
kreet van afschuw door de beklagenswaar
dige vrouw geuit, opgevangenmet den
stoot van een paniek doet hij haar muts
naar omlaag vliegen en reet hij haar het
gelaat open een ander kliefde haar meteen
sabelhouw den schouder doorzij stond
nog overeind, terwijl zij haar 'handen
uitstrekte, toen een zekere Grison een blok
hout naar haar toe slingerde, hetwelk haar
aan het hoofd trof en haar neerveldein
een oogenblik tijds kwam er een dracht
van slagen op dit arme lichaam neer, het
werd uitgeschud, getrapt en naar de goot
gerold.
Ruim een vijftigtal jaren geleden, zag
men nog in een smal steegje, dat in de
Saint Antoinestraat uitliiep, en hetwelk de
»rue des Balais" heette, een steenenhoek-
paal, aan de oude lieden in de buurt niet
onbekend: men noemde hem »de paal van
zijde der Boeren, zoodat een vereeniging
van De Wet's commando met dat van
Brand en Pretorius alleszins tot de moge
lijkheden behoort. In de midden-districten
hebben de Boeren zich gesplitst in twee
deelen en schijnt het Kruitzinger-commando
ten noorden van Willowmore langzaam
terug te trekken voor kolonel Haig, terwijl
het meer oostelijk opereerende commando
eveneens naar het noorden terugtrekt,
maar op den 8en aan de Zuid-Afrikaansche
lichte ruiterij in de nabijheid van Klipplaat een
gevoelige nederlaag heeft toegebracht. Dit
wil natuurlijk geenszins zeggen, dat het in
de zuidelijke districten »pais en vree" is en
daar geen Boeren-klompjes meer rond
zwerven. De berichten waarover wij bij een
beoordeeling van den toestand in de Kaap
kolonie te beschikken hebben, zijn dermate
onvolledig, dat het onmogelijk is, zich een
juist denkbeeld te vormen van de werke
lijkheid.
Laffan seint uit Kaapstad, dat De Wet's
hoofdmacht de spoorwegiijn tusschen Spring
fontein en Jagerfontein(weg) heeft opge
broken en daarlangs komende spoorwegen
vernield heeft, om vervolgens weder verder
te trekken. Middelerwijl waren kleine af-
deelingen van De Wets' strijdmacht bezig
bij Rouxevilla, Zutzon en de driften over
de Oranje-rivier om daar de Engelschen
vast te houden. Vermoedelijk was het De
Wet's bedoeling naar het distrikt Herbert
(Grikwaland) bij Douglas op te rukken en
zoo Prieska te bereiken. Da Wet's amunitie
moet overvloedig en zijn paarden in zeer
goeden staat zijn.
Een diaadbericht uit Kaapstad, in dato
13 dezer, meldt
Wegens de sterke toeneming van de
typhus door heel Zuid-Afrika hebben de
gemeentebesturen bij de regeering aange
drongen op vermeerdering van sanitair gezag.
Piet de Wet, nu hier, tracht den
Afrikaander Bond te bewegen den Boeren
beslist mede te deelen, dat zij geen steun
van den Bond kunnen verwachten. Piet
Madame de Lamballe", Een uur na den
moord hadden grappenmakers het lijk van
de vriendin van de Koningin op dien paal
neergezeteen groote kring van nieuws
gierigen verdrong zich daar om heen,
terwijl een gelegenheids-hansworst met een
stokje in de hand de noodige uitleggingen
verstrekte. Dit wekte den lachtlust op.
Op dit oogenblik ging madame Lebel, de
vrouw eens schilders, de St. Antoinestraat
door: zij heeft verhaald, dat, bij het
ontwaren van een zekere drukte onder de
menigte, welke de rue des Balais versperde,
zij zich op de hoogte stelde van hetgeen
aldaar voorvielde gesteldheid van Pa
rijs is zoodanig: dat op vijttig passen van
de poorten der gevangenis, het gros van
de bevolking niets vermoedde. ïDat is het
hoofd van Lamballe, hetwelk door de
straten wordt gedragen," werd er aan
Madame Lebel geantwoord.
Deze, door afschuw aangegrepen, zette
het plotseling op een loopen, en bemer
kende door den afschnkwekkenden optocht,
welke al zingende voortschreed, van verre
de Wet schreef den inval in de kolonie en
het voortzetten van den tegenstand door
de Boeren goeddeels toe aan den indruk
van redevoeringen op het Afrikaander-
congres te Worcester gehouden, waardoor
de Boeren zijn gaan denken, dat de Hol
landers zich bij hen zouden voegen, wat
deze niet gedaan hebben.
Volgens telegrammen uit Kaapstad
weigert de Afrikaanderbond de zoogenaamde
Kroonstadsche vredescommissie te erkennen.
Piet de Wet erkent, dat de taak van zijn
commissie waarschijnlijk onvruchtbaar zal
zijnde commissie zal geruimen tijd te
Kaapstad vertoeven.
Naar de Standard uit Kaapstad verneemt,
heeft het uitbreken van do pest geen
invloed op het vervoer van de troepen, die
daar gelijk vroeger aan wal gezet zullen
worden.
Uit Durban wordt nog gemeld
Enkele Boeren, rondzwervende tusschen
Standerton en Greylingstad, doen nu en
dan wat schade aan den spoorweg, doch
wachten zich voor een gevecht.
French heeft verleden week met goed
gevolg het Boerenlager te Ermelo aange
vallen. Het is gebleken, dat er 40 Boeren
zijn gesneuveld en 200 gevangen genomen.
Een groote hoeveelheid vee is buitgemaakt.
Het schijnt, dat de Boeren het vee van het
Boschveld hadden verzameld in het leger
te Ermelo. Maar French is hen te vlug van
beweging geweest.
Op 2 Febr. is door vijf Boerenge vangenen
te Sandy-baai een poging tot ontvluchting
gedaan. De mannen namen een visschers-
boot, maar de poging mislukte, daar de
riemen weggenomen waren. De mannen
werden weer opgesloten.
De onlusten in Spanje.
De anti-clericale storm ia Spanje door
het huwelijk der prinses van Astunë met
den Carhstischen graaf van Caserta opge
wekt en door een schandelijk tooneeistuk
aangeblazen, duurt nog steeas voort en loeit
te worden gevolgd, nam zij de wijk in
een winkel, welke den noek van de
oude gracht van de Bastdie uitmaakte
het was die eens kappers. Nauwelijks was
zij er binnengetreden, of Orison, die aau
het boveneinde van een piek het noofd van
de kleine prinses droeg, stiet op luidruchtige
wijze de deur open en vroeg den kapper
den blonden met bloed bezoedelden haardos
wel te willen in orde maken. Madame
Lebel, bevende, sprakeloos van afschuw,
woonde van uit den achter-winkel het ten
uitvoer brengen van dn dooden toilet hy.
Het gelaat werd afgewasschen, de haren
zorgvuldig gedroogd en gepoederd, terwyl
de bloemen uit een bouquet, van de toon
bank in een wijnhuis weggenomen, daar
tusschen werden gestoken. »Nu, ten
minste, riepen de Iieuen uit, zal Autometto
haar wel kuunen herkennen."
Slot volgt.)