Dagblad voor Schiedam en Omstreken. i 24ste Jaar Zondag 15 September 1901. No. 7100. üersteBLAD. it de pers. «rspaiip piemfl. Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. President Mac Kinley. f wmMm ^e®illeion. Mary wilkens. dag' Lydja"- te,ü>d zoudt k„raar ze allen b« zÖn.a|s ALÜEMEE5 OVEBZ1CHT. O" nieuwe schieda PBliS T AH DIT BLAD: saam par 3 rcaander. i "Sr pos' aoor ?eceei Neaeriana *-r.Qeriüke Summers - 0.05 PBIJS DSB ADYHBTKHTIÈH: Van 16 rsgeis; J i f0.60 Elke gewone regei meer i1 -0.10 Voor herhaalde piaatsmg worden billijke overeenkomsten lansesaan. ®eht in 2ijn Twee vergissingen. par> °P teg1,5,8 ®lronica kwam dr. Schaep- ;^ollekefn bet verleenen van steun door I ït)c''daten j" so®laa'-democratische Ka mer- fi?Öen van a' ^cbaePman keurt het ver- tac 'en Steun' zooa's een enkele 'Seb® redenen is geschied, ten '®r De j,. n z\jn© beschouwing vindt Dr. g'*? )>twee vergissingen". tS ld® krar-k V00r genoemde tactiek rj00 '®'den t,gsle aanbeveling", die ertoe y9. 'lbera)en aangedu'd de overweging, dat kesiUj. 00n 8evoelige les noodig hebben, ^'ek verr^0 dan ook 4e besproken 4tl een wna 'k weinig anders te zien °g het B .a nein'ng, die zich op ons-zeWen Daane? Uchtst treken kan". y6re wijst De Tijd op een aanbevej|ncr,7e=lng! die zich boven deze oÜ Vro<W 'et, gelden- £en overweging, ^chreVenn hetzelfde blad aldus was Z«?e steun- Katholieken) redeneering is dat Zlcb bij 7! tbans H e s s e 1 i n k, dan do. w® dit n„ lberalen het denkbeeld vast, C' ja !e?f'er Vl«r jaar wel weer zuilen 888 'int moeten doen. Steunen we r«aetn' Oan kunt!"6'' en slaagl H e I s d i n- liberal.!" W® 0Ver vier iaar beter ,iberaS°,cialist te T Prut6n' dan kunnen w« ®en en H Kochera inruilen voor een W wathoi,.,6" aocialist te Enschedé voor l« I0p volcyp^ u 's de eenige manier, gek ntlen a Enschedé nog eens is 0,rd® te V mjt bet 00= °P het thans °bs>.i-.0r|den ,endam en te Weststelling- 2 Jk hebben ?r k""® niet geheel en al DL S k (Yubantiana XIV). h°'t °P p)-t„C .aePman had genoemde tactiek ^athelijij "lP'eelen grond afgekeurd. Voor dek Gra", paU8®'ijk woord (der Eu- t'es*); jj^ulla conjunctio"der- aar h»i Amerikaansch van 2) l! betten6" n gen8gen het dispuut Ware'aden, dl' ónrustig keek hij zijne 4Nu "a' U'1 h®1 gezicht hor.a htigen J Je P'an om met dien. brUid.l® hlazen onR1"6®;te gaan en op den "Paar, p.. onder de vensters van het W*a- ik Sa ov® Keith?" dacht de jo!' h®n> Lydia Hertey," ant- ®«n h' dat je mii80 man drifti§' #en als je I,..1® ke«r«„ j ®n commandeeren om staarde' h heb Je 'l al heel mis"" Verbazm aa".ziJ was 200 v0' 8i dat zij niets zeggen kon. halve is aiedere toenadering onzerzijds een naderen tot den afgrond". Hierbij teekent De Tijd onder meer aan lo. dat het citaat van dr. Schaepman heelemaal geen citaat is. In zoover immers nergens in 's Pansen schrijven van neon junctio" tusschen katholicisme en sociaal- democratie, laat staan tusschen katholieken en sociaal-democraten, sprake is. 2o. Dat de woorden door dr. Schaepman zeker uit zijn geheugen alleen, maar foutief geciteerd, in hun mare lezing be trekking hebben op geheel iets anders dan waarop de schrijver van de Chronica meent ze te mogen toepassen. »Liquet igitur demo cratiae soclalis et christianae communionem esse nullam", zegt wel de H. Vader, maar voor degenen, die deze woorden lezen in verband met hetgeen eraan voorafgaat en met hetgeen erop volgt, is het uit deze woorden alléén duidelijk, dat (gelijk wij in dertijd vertaalden) »sociaai-democratie en christelijke democratie met elkander niets uitstaan hebben", dat zij met elkander niet mogen worden verward Wegens het actueele belang eener strijdvraag, die meermalen ook in ons blad ter sprake kwam, zegt Het Centrum meenen wij deze tegenspraak onder de oogen onzer lezers te moeten brengen. Volgens het oude »Hoor en Wederhoor." Bij de andere overweging", die volgens De Tijd vele katholieke kiezers, in het district Lochem op den sociaal-democraat deed stemmen, zouden wij echter nog een derde gevoegd willen zien, nl. dat men daar bepaaldelijk óók heeft willen treffen het bekende anti-papisme van den liberalen candidaat mr. Hesselink van Such- telen. 14 September 1901. De droevige afloop, die sinds gisteren te Buflalo maar al te zeer werd voorzien, is helaas een feit geworden. Heden nacht twee ure is Mac Kinley overleden. »Ga je vlas weer opwinden, Lydia", zei Freelove op zachten toon. »Zie het waait overal over het grasperk heen. Ik kom van avond nog bij je." Toen vond Lydia weer woorden.»Ik weet niet, dat iemand je gevraagd heeft," zei ze. »Ik ga liever niet om met jonge mannen, die op straat loopen te schreeuwen en op den horen te blazen en fatsoenlijke men- schen overlast aandoen." »Dan behoef je het ook niet te doen," antwoordde Freelove. Snel liep hij zijne kameraden na, den weg af. Hij was gekleed als een boer, in grof laken, maar hij had zekere achtelooze bevalligheid over zich en eene losheid in zijn gang die niet paste hij zijn uiterlijk. Hij had ter zee gevaren als matroos op een koopvaardijschip en was nog maar ander half jaar thuis, waar hij sinds zijns vaders dood de hoeve bestuurde. Lydia keerde naar huis terug Zij liep alsot zij eene kroon op haar hoofd droeg in plaats van een schildpadden kam en als had zij een sleep aan hare katoenen japon. Zij begon weer vlas te winden en het woest hoorn- geblaas stierf weg in de verte. De berichten over Mac Kin ley's toestand na het intreden van de crisis, hebben nu alleen die waarde, dat zij aantoonen de gevreesde afloop steeds meer naderde. Nadat eergisteren-nacht de ingetreden ver zwakking van het hart reeds het ergste deed vreezen, verergerde gisteren in den I loop van den dag steeds de toestand van i den president. Een enkele opflikkering in des presidents toestand, deed nog voor een wijl hopen, maar spoedig bleek, dat een droevige afloop onvermijdelijk was. Reeds gisteren-avond vijf ure hadden de genees- heeren geen hoop meer. De president lag neer in een uiterste afmatting en reageerde maar heel weinig op de prikkelende mid delen, die hem werden toegediend. Ten 6.40 was hij bewusteloos, maar onder den invloed der opwekkende middelen herkreeg de president om 7 uur 50 het bewustzijn en riep om zijne vrouw. Mevrouw Mac I Kinley verscheen nu aan het sterfbed. De bloedverwanten, de leden van het Kabinet en de persoonlijke vrienden, die in het huis b'jeen waren, gingen daarna ook allen, den een na den ander, naar de ziekekamer, ten einde van den stervenden president afscheid te nemen. De vice-president Roosevelt was na de gunstige tijding omtrent den vooruitgang van den president gaan jagen in Adiron- dacks. Op het vernemen van de latere ern stige tijdingen is hij aanstonds teruggesneld. Te tien ure in den avond kon hij het naaste spoorwegstation bereiken, vermoedelijk beeft hij dus den president, wiens opvolger hij nu is, nog levend gezien. Eenige levensbijzonderheden van den verscheiden president, door eenige bladen voorbarig na het bericht van den aanslag gegeven, zijn thans zeker wel geplaatst William Mac Kinley is 28 Juni 1844 te Niles in Ohio geboren en had dus zijn 57ste levensjaar bereikt. In 1861 trad hij tot een vrijwilligersregiment toe, zooals het meerendeel zijner tijdgenooter., en Zij bleef rustig voortwerken, als had de natuur haar niets geschonken dan dat ééne talent van nijverheid evenals aan de bijen in den tuin. Hare lippen waren saamgeperst en glimlachten niet meer, haar hart was beklemd maar nog altijd maakte zij linnen, evenals de bij honing verzamelt. Ongeveer een uur later keerde de troep jongelieden met de horens terug. Lydia hoorde hen uit de vertfe en zat nog stijver rechtop en hield de oogen zoo strak op het vlas gericht, dat het voor haren blik scheen te schemeren. Maar zij had die moeite niet behoeven te doen, want Freelove Keith wandelde voorbij, het hoofd even verachtelijk opgericht als zij, en wendde geen enkele maal den blik naar haar. Allen gingen stil en fatsoenlijk voorbijLydia keek niet op, vóór het heele gezelschap weg was. Zij had alleen gewoond sinds haars vaders dood en des te meer reden had zij. dachten de menschen, om hare trouwbelofte aan Freelove Keith te houden. Zij woonde heel alleen in een groot huis met een aardig inkomen en daar was Freelove, die niet langer zoo noodig was thuis, sedert zijne zuster getrouwd was en haar man gemak kelijk de hoeve besturen kon. Iedereen bracht het in den Secessieoorlog tot majoor. Na het sluiten van den vrede studeerde hij in de rechtswetenschappen, en vestigde zich in 1867 te Canton als advoeaat. Tien jaar later, dus op 33 jarigen leeftijd, werd hij door de kiezers naar het Congres afgevaardigd, waar hij zich onder de repu blikeinen schaarde en reeds dadelijk op den voorgrond trad als verdediger van bescher mende rechtende in 1890 tot stand gekomen wel is dan ook naar haar ontwerper geheeten en algemeen als de Mc. Kinley Bill bekend. In 1891 volgde de benoeming tot gouverneur van Ohio en toen de presidentsverkiezing van 1896 naderde, werd hij tegenover den democratischen candidaat Bryan ais candidaat der republi keinen gesteld. De strijd tusschen republikein en democraat, belichaamd in Mc. Kinley en Bryan, die ook is gevoerd bij de stembus in 1900, is wel een der interessantste verschijnselen uitbet Amerikaansche politieke leven. Beide malen overwon de republikein Mc. Kinley en moest de democratische partij, of haar woordvoerder Bryan het onderspit delven. Maar beide malen was de strijd hevig en mochten de Ver. Staten zich gelukkig rekenen, dat hij gevoerd werd tusschen twee mannen, die beiden geprezen werden om hun rechtschapen karakter, hun plichtsbesef en hun werkzaamheid. Mac Kinley is in zijn hart steeds een imperator geweest (zijn houding in den oorlog tegen Spanje heeft er het bewijs van geleverd). Maar tevens hield hij zich strikt aan zijn plichten te midden der verschillende stroomingen, die in de publieke opnie en de bestuurskringen heerschten, zoodat hij minder optrad als de heervoerder dan wel als de ijverige dienaar der republikeinsche partij. Als zijn eerste taak beschouwde hij echter steeds de bevordering van de materieele welvaart der Ver. Staten, al stelde hij niet persoonlijk uitsluitend zijn aspiraties in materieele doeleinden. Zóó trof hem dan ook de moordenaar, terwijl hield van hem, omdat hij op zee was ge weest en in vreemde havensteden veel kwaad had gezien. Hij ging te veel naar de herberg, zeiden de menschen, en ver onachtzaamde zijn werk en 't zou goed voor hem zijn, als hij een eigen huis en een lieve vrouw had. En nu was die ongelukkige twist tusschen de beide gelieven gekomen en geen van de twee scheen genegen den ander te gemoet te komen. Denzelfden avond na hunne woorden wisseling liep Lydia een eindje den weg op. Zij herinnerde zich, dat Freelove gezegd had, dat hij na het avondeten bij haar zou komen en was nieuwsgierig of hare harde woorden hem zouden weajagen. Zij aarzelde even op den drempel. De avond was koel en zij had een gelen doek over haar hoofd en hare schouders geslagen. Zij wilde niet thuis zitten wachten op Freelove Keith, die misschien niet eens komen zou. Zij liep dus den weg op en kwam spoedig Abel Perkens tegen, den zoon van den landheer, die student was. Hij nam zijn hoed af en Lydia maakte eene buiging. Wordt vervolgd.) I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1901 | | pagina 1