Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Oom Hans. 1 Verschil in Stand. 25ste Jaar£. Zondag 12 Januari 1902. No. 7197. EERSTE BLAD. Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. PBIJ8 TiS DIT BLAD: Toor Sciiea&m per 3 maanden France per dost door eenee: Nederland Anenderiiike Nummers 1.2 PB IJ 8 DEB ADYEBTESTIËH: Yan 1—6 regels; 1 i J f0.60 Elke gewone regei meer -0.10 Voor hernaaiae piaatsing worden biiiijke overeenkomsten aansesaan. OFFICIEBLE BERICHTEN. Kennisgeving. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgeheester en Wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet; Geven kennis aan de ingezetenen, dat op beden aan de Directie van de fabriek van Chemische producten alhier en hare recht- v«rKrygendeo vergunning verleend is tot Uitbreiding dier fabriek, staande aan den Woordvestsmgel nrs. 137 en 139, kadaster sectie H nrs. 115 en 116. Schiedam, den 9Jen Januari 19C2. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris WIJ TEM A. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, zijn voornemens op Donderdag 16 Januari a.s., des namiddags ten 2 ure, ten raaahuize aldaar in het openbaar aan l® besteden de levering van BOUWMATERIALEN ulskeien, trottoirbanden, straatklinkers, ötetselplavei, houtwaren en ijzeren voor werpen ten behoeve der gemeentewerken. Het bestek is üf0.25 verkrijgbaar ter gemeente-secretarie en ligt met de teeke- Blng der yzerwerken, aan de stadstiramer- *erf op werkdagen ter inzage. Onder de socialistische utopiën staat gelijkheid van allen" bovenaan. Geen °uderscheid meer op aarde, zegt de socia- de aarde is voor alle menschen wat d® een meer heeft dan de ander is dielstal ®n diefstal moet weer goed gemaakt Worden. Zóó redeneert de socialist. Zoo spreekt Feuilleton. Naar het Duitsch 4) *Weet u, mynheer Günther, wat ik in I w plaats zou doen," zei Hilda, schalksch cbend, zoodat er kuiltjes in haar wangen .jW^Uion en twee rijen parelwitte tanden chtbaar werden. />-.*En ,jat juffrouw Hilda?" vroeg Erik uother nieuwsgierig. *In plaats van naar Amerika te gaan, ging ik naar Hohenbausen, naar den lieven, o» ®®niamen, rijken neef, die zoo ertuigend heeft bewezen, dat hij een dat 0e{*'® suikeroompje is. Gave God, jk or ook zoo een bezat 1" >Wat zijt gy kleine dochter Eva's toch jstandig!" schertste de jongeling goed- uimd, en hy vervolgde«Maar ik kan J:. raad toch niet opvolgen want juist voor Ameriiu&nsche reis heeft de suikeroom hij de ongelukkige arbeiders toe, die dom en dwaas genoeg zijn, eenige waarde aan die woorden te hechten, en misschien straks bij het uitbreken eener sociale revolutie, waarvoor ons God behoede, de gehoorde theorie in praktijk zullen brengen. Standen zijn eenvoudig noodig in de wereld, zijn zoo noodzakelijk als het dage- iijksch brood. Neem eens aan, dat op een gegeven oogenblik in werkelijkheid alle menschen volkomen gelijk waren hoe lang zou die toestand duren? Geen dag, geen uur. De werkman, de vlijtige zou er immers hartelijk voor bedanken voor den luie, den vadsige te werken, en daar had hij groot gelijk in. Voor den zieke, den gebrekkige te weiken, zijn zweet voor hem te storten, dat wil de mensch wel doen, voor dengene, die weigert het gereedschap op te nemen, dat nooit. En wat zou er dan van den luie geworden? Hij zou eenvoudig niet eten uit gemis aan loon en zijn flinke, werkzame, actieve buurman zou hem in één dag tijds alweer een sportje op de maatschappelijke ladder vooruit zijn. Volkomen gelijkheid van allen en in alles strijdt eenvoudig gladweg tegen de natuur. Nergens ter wereld zijn aan denzelfden boom zelfs twee bladeren te vinden, die volkomen gelijk en gelijkvormig zijn nergens ter wereld zal men twee kinderen van dezeltde ouders ontdekken, die wat lichaam en geest betreft, volkomen met elkaar overeenkomen. Zelfs is vaak tusschen tweelingbroeders een grooter ver schil te bespeuren dan tusschen broeders, die eenige levensjaren velschillen. De goede God heelt geen volkomen gelijkheid tusschen de menschen gewild. Hy heelt in zyne wysheid de standen ge ordineerd. Men kan daartegen mopperen, zooveel men wil, mopperen van den vroegen morgen tot den laten avond en 's nachts er nog bij, het zal met baten. Daarbij: het geluk van den mensch ligt niet in den stand, maar wel in de gestel- mij immers het geld gezonden. Mijn wensch bevalt hem klaarblijkelijk om mij in de Nieuwe Wereld een nieuwe positie te verschaffen. Ook mij-zelt bevalt dit beter. Wat zou ik bij neef Hans doen Hij beheert zijn bezitting zelf: welke rol zou ik daar dan moeien vervullen Ten slotte die van een Wachtend erfgenaam, die de wereld mij zonder twij tel, of ik wilde of met, spoedig genoeg zou toedeelen, zoodra ik mij op Hohenhausen tractitte te nestelen. Neen, neen, juffrouw Hilda, daarvoor ben ik de man metl" »Maar waarom zou uw rijke bloedverwant u met bedenken, daar hij toch kinderloos en u genegen isGe zijt toch nu in de familie en kon das «Eventueel eenmaal zijn erfgenaam wor den, als hij zoo goed is, mij in zijn testament te zetten" viel Günther het meisje in de rede. «Ja, dat kon mis schien gebeuren, als hy zijn testament met maakt ten gunste van Eugen Schwarzen berg of iemand anderswant oom Hans kan zijn vermogen nalaten, aan wien hij wil, derhalve misschien ook aan mij, als ik niet vóór hem sterf. Nu juffrouw Hilda, 1 denk eens om al dat «wanneer" en dat «als 1" tenis, waarmede hij de plichten van dien stand getrouwelijk vervult. Hoe nederiger stand, hoe geringer plich ten en verantwoording. Dat wordt vaak voorbijgezien. Maar ook op de waarheid«noch heer, noch eer was zonder zeer", wordt maar al te weinig acht geslagen. Als een mensch zijn rijkeren mede broeder ziet, wordt hij verblind door uiterlijk heden. «Wat pracht, wat praalroept hij uit; hoe gelukkig toch rijk te zijn, zich de genoegens, de vermaken dezer wereld te kunnen verschaffen, geen zorg te moeten hebben voor den dag van morgen". Maar de man van lageren stand, die zoo spreekt, onderscheidt vaak geen echt goud van klatergoud, doorgrondt het hart en het gemoed van den rijke niet. Kon bij dat, boe diawijls zou hij bemerken, dat niet alles goud is, wat blinkt, dat een naamloos zielelijden de borst van den zoozeer benijde verscheurt. Dan zou hij dikwijls zien, dat te midden van de genoegens der wereld de werm des gewetens niet rust, en luider en luider de stem van het geweten zich doet hooren «Hoe komt gij aan uw geld? Ge hebt het op onrechtvaardige wijze ver kregen". Lezer, benijd den mensch van hoogeren stand nietga vooral niet mokkend en morrend over ongelijkheid het lieve leven door. Ge doet misschien vaak genoeg uw best, om booger te klimmen dikwerf hebt ge als 't ware uw geluk maar voor het grijpen, en toch. toch ontsnapt het u dikwijls. Waarom Omdat God het aldus wilde; omdat het voor velen een ongeluk is rijk te zijn. «Wat zegt ge vraagt een lezer een ongeluk rijk te zijn Wel zeker, maar met onderscheid. Wie sterke beenen bezit, om de weelde te dragen, voor hem is het geen ongeluk schatten te bezitten; maar hem, die de waarde van het geld niet kent, niet tegen zijne weelde kan, zullen wij het goud niet toewenschen. De kleine Hilda keek nadenkend voor zichvervolgens echter zette ze haar onderzoek voortEugen Schwarzenberg Wie is dat?" «Mijnheer Von Burghofen's naaste neef, een levenslustige luitenant. Wij hebben een tijdlang samen bij hetzelfde regiment gediend, konden het goed met elkaar vinden en hebben menigen prettigen avond samen doorgebracht. Voorbij is die heer lijke tijd! Maar noch de herinnering daar aan, noch de erfeniskwestie, maakt mij zwaarhoofdig. Met een licht hart zeg ik Europa vaarwel en zeg met den Spanjaard Indien U in Spanje geen rijke erfenis ten deele valt, ga dan op een schip en zoek uw heil aan gene zijde van den oceaan. Slechts één ding maakt mij het scheiden moeilijk, en wel, dat ik dit huis zal gaan verlaten. «Maar" en hier trachtte hij schertsend een lichte trilling in zijn stem te verbergen «ik kom terug! Ik kom zeker terug zoodra ik ginds in Californië, waar men het goud maar voor het graven heeft, een voldoenden voorraad daarvan heb verzameld, om een welgesteld man te zijn." Op deze wijze zou Günther nog verder Niet klagend en zuchtend, niet mokkand en morrend door het leven gegaan, maar de goede gaven des Scheppers genoten, en op een eerlijke manier getracht een sportje hooger te klimmen op de maatschappelijke ladder. Standen zijn er en zulien er altijd blijven maar geoorloofd, ja zelfs plichtmatig is het, naar verbetering en vooruitgang te streven. MAds- en brewestelijk Nieuws. Schiedam. 11 Januari 1902. Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het commissariaat van politieeen portemonnaie met geld, een wit schort, een Fransch R. K. gebeden boekje, een band van een kinderwagen, een sleutel Terug te bekomen aan de volgende adressen een stalen doorslag bij L. Wessel, Buiten havenweg 170; een nikkelen broche bij A. Leeman, Bakkerstraat 2116een gouden broche bij Rondeltap, Kleine Baan 43 een slagersmes en aanzetijzer bij P. Sheker, Hagastraat 27; een kinderhoed bij N, v. d. Brugge, Hoofdstraat 119 een in de tram gevonden portemonnaie met geld bij P. Phi- lippa, Nieuwe Haven 263. Het Noodbrugje. Het noodbrugje tegenover de Beurs, dat overigens voor het personenverkeer de defecte Sluisbrug vrij wel vervangt, blijkt in den avond een minderen zekeren over tocht te bieden. Terwijl toch nabij de Over- maassche steeg een lantaren is geplaatst, ontbreekt aan de Beurszijde de noodige verlichting, waarin de lantarens aan de defecte brug niet kunnen voorzien. Het gevolg is, dat in den avond het bestijgen en overgaan van het brugje vooral voor hen, die niet scherp van gezicht zyn, bepaald gevaarlijk moet geacht worden. hebben voortgebabbeld, daar Hilda er blijkbaar schik in had, ware zijn blik niet op de moeder gevallen, die door ontwaakte herinneringen het tegenwoordige geheel scheen te vergelen. De naam Burghofen had het verleden in haar geest terugge roepen. Ze doorleefde nogmaals het uur, waarop ze tot de wetenscnap kwam, dat zij weduwe, en haar kind wees was geworden. Haar toenmalige grenzenlooze droefheid, het zachte geduld en de zorg van den dapperen officier voor haar en haar kind beide ontwaakten zoo levendig in haar herinnering, dat zij den man weer vóór zich meende te zien, wiens woorden destijds als dolksteken door haar hart gingen, terwijl hem zelf de heldere tranen langs den donkeren snorbaard biggelden en hij bijna met zekere schuchterheid de kleine Hilda op zijn sterken arm nam en haar aan het hart drukte. «Uw neef Hans von Burghofen is een braaf mensch in de volste beteekenis van het woord. Ik denk steeds met dankbaarheid aan hem 1" sprak de bewogen vrouw op een toon alsof ze uit een benauwden droom was ontwaakt. Wordt vervolgd.) NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT 0.05

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1