ALtrKMlSJSS OVERZICHT. ■».aüh- eu tfewessteiijk Xieüvt's BISffESLASD. suikerindustrie, een veel grootere concur rentie door de buitenlandsche bescherming te verduren heelt, omdat de premiën voor gedistilleerd daar in verhouding veel hooger zijn dan die voor suiker. Ten slotte wordt in het adres betoogd, dat de kwestie over melasse geproduceerd door raffinaderijen, buiten behandeling is gelaten, omdat het by de berekening van de surtaxe geen noemenswaardig verschil maakt. Feitelijk zou de surtaxe van spiritus gestookt uit melasse alkomstig van raffi- naderijen iets hooger moeten worden ge steld; want deze heeft dan nog iets meer premie genoten dan de melasse van beet- wortelsuikerlabrieken. De Brandersbond ziet niet in hoe het mogelijk zou zijn, dat een surtaxe de prijs van de melasse zou doen dalen, waar de te heffen surtaxe in dan prijs van den spiritus wordt teruggevonden. Hij acht het overbodig in te gaan op het geen Z. Ex. zegt van de bietenprijzen. Ten allen tijde zullen de suikerfabrikanten trachten 't laagst mogelijk de bieten van de verbouwers te koopen om de eenvoudige reden dat de fabrikant zich altijd beijvert, zooveel mogelijk te verdienen terwijl daar enboven door heffing der surtaxe op melasse- spiritus, geen verandering gebracht wordt in de verdiensten der suikertabrikanten of melassestokers. Ziedaar in hoofdzaak het adres. Wij hopen, dat het in de Regeeringskringen de noodige aandacht zal trekken en het den tegenwoor- digen minister van Financiën tot beter en welwillender inzicht in deze kwestie zal brengen dan zijn ambtsvoorganger ten dezen opzichte heeft getoond. 14 Februari 1902. De oorlog in Zuid-Afrika. De krijgsverrichtingen tegen De Wet. De gewoonte van lord Kitchener om tusschen zijn weekrapporten niet te seinen, zoo er geen succes is te vermelden, berooft ons van nieuws uit de Kaapkolonie en Transvaal, waar zich nog steeds Botha be vindt. Het War-Office" moet, naar beweerd wordt, zeer ontevreden zijn over het mislukken van Kitchener's poging om De Wet te vangen. De opperbevelhebber had alles op éen kaart gezet en nu hij desniet temin fiasco heeft gemaakt, moet er aan gewanhoopt worden of hij ooit in dit opzicht zal slagen. Kitchener's plan om De Wet te vangen binnen een afgesloten gebied tusschen Lindiey, Harrismith, Heilbron en Botha's- pas was het meest grootsche nog in dezen veldtocht volvoerd. Zoo seint Reuter uit Wolvehoek. Er was een aaneengesloten linie van ruim 80 K.M. lang, waarop de traepen dag en nacht in nauw verband tot elkander stonden. Vier colonnes, elk van ongeveer 2500 strijdbare mannen, werden in den nacht van den 5n samengetrokken op de LieDenoergspruit. Eike 1600 M. werd bezet door 200 man, terwijl de bezetting der blokhuisiime kracntig versterkt was. De geheele linie rukte den 6n 's ochtends om 6 ure vooruit. Van de verschillende hoogten kon men een lange rij stippen ziendat waren de verkenners. De hoofd machten strekten zich over het golvende veld uit. De troepen bleven bewonderens waardig voeling met elkander houden, zoodat het onmogelijk scheen, dit zelfs een haas onopgemerkt bleef. Dien nacht steunde de linie op de blok huizen, 20 K.M. ten O. van Heilbron. De linkerknie raakte Doornkloof, 96 K.M. ten O. van Kroonstad. Midderwijl verdeelde De Wet, na een krijgsraad, zijn heele macht in drie stukken. Een zond hij er uit om te beproeven over de N. linie te komen, een andervoor de Z. linie. Hij zelf was voornemens den spoor weg over te steken in het N. W.. De comman danten waren Van der Merwe en Van Colle. Den 7n 's avonds om elf uur werd een aantal vee op de Engelsche linie gedreven. De Boeren bogen zich in hun zadel diep voorover en reden tusschen het vee door. Overal stuitten zij echter op een ver schrikkelijk vuur. Men schat dat, van de 200 slechts 30 Boeren er in slaagden door te breken. Na den 7n s morgens opgerukt te zijn, werd de Engelsche linie nauwer toegehaald. Er stonden nu 300 man op elke 1600 M. in plaats van 200. Kort na negen uur 's avonds brak er geweervuur los op den Engelschen linkervleugel. Over de linie van bijna 48 K. M. vloog het vlammen ais van een brandend bosch heen en weer. Gepan- serde treinen zonden hun zoeklicht over mijlen lands. De snelvuurkanonnen langs de verschanschte linie, de veldstukken, de pompoms dreunden tusschen het scherpe geschetter van het musketvuur. En van het fort te Heilbron klonk het die pe gebrom van het scheepskanon. Tot 's nachts twee uur werd gedurig het hevig schieten langs de geheele linie gehoord. De Boeren deden langs de geheele linie vruchtelooze pogingen om er door te breken, soms met onloochenbare flinkheid. Op een punt renden 32 Boeren recht op de draadversperring tusschen den Heilbron spoorweg en de blokhuizen. Zij verbraken het draad door den schok. Zij verloren hier 2 dooden en 2 gevangenen. Ongetwijfeld zijn vele Boeren gedurende deze krijgsverrichtingen gewond, maar ontsnapt. De berichten over de manier, waarop De Wet ontsnapte zijn tegenstrijdig Steyn schijnt niet binnen de opgesloten streek te zijn geweest. De Morning Post verneemt nog, dat de Boeren in het laatste stadium van het gevecht beschoten werden doo r vuurmonden van gepantserde treinen, terwijl de opruk kende colonnes ze onder geschutvuur namen. De Daily Telegraph verneemt uit Heil bron Gedurende de krijgsverrichtingen tegen De Wet stormden 500 Boeren onder van Coller op Rawbinsons linkervleugel aan. Hun officieren schreeuwden Storm, storm, burgers 1" Ongeveer honderd kwamen er door. Onder de gevangenen zijn de commandanten van Niekerk en van der Merwe. Ander oorlogsn ieu ws. De Standard verneemt uit Pretoria De Oranje-Vrijstaat is nu het voornaamste tooneel van het Boerenverzet. Er staan daar 3000 Transvalers en Vrijstaters, die men als de flinkste en stoutmoedigsten van de Boeren erkent. Reuter's correspondent te Beaufort West zegt in de beschrijving van de vermeeste ring van een Engelsch convooi bij Faserburg: De Boeren stonden onder bevel van Malan. Te paard stormden zij onverzaagd aan met minachting van alle gevaar. Zij volgden de taktiek der Transvalers. Chamberlainaan het woord. Chamberlain is gisteren in de Londensche Gildennalle op schitterende wijze ont vangen. Hij kreeg een adres in een gouden kistje In zijn antwoord verklaarde hij dat de regeering twee groote nationale doeleinden nastreefdede vestiging van het Engelsche gezag sver Zuid-Atnka en de handhaving van de eenheid van het rijk. Beide doel einden waren ten sterkste betrokken bij den oorlog in Zuid-Afrika. Hij gewaagde vervolgens van de onuitputtelijke kracht die het rijk in zijn koloniën bleek te bezitten en sprak van het onvermijdelijke einde van den oorlog. Hij zou den staats man met benijden, die bij de onderhande lingen zou wegwerpen wat met de wapenen gewonnen was. De Britten waren met wraakgierig, hun vijanden van gisteren zouden, indien zij zich overgaven, morgen als vrienden verwelkomd worden; dat men weigerde de onverzoenlijken die er op gesnoefd hadden de Engelschen van het een e zeestrand tot het andere uit Zuid-Afrika te zullen jagen, naar hun woonplaatsen te laten terugkeeren, was echter geen wraak zucht, maar een eisch van zelfbehoud. De Engelsche regeering en het Engelsche volk verlangden ernstig een eervollen vrede, maar die vrede moet duurzaam zijn door Engeland de doeleinden te laten bereiken, voor weike het zuike groote offers gebracht heeft. Als de vrede gesloten is, vervolgde Cnamberlain, zuilen wij de wereld toonen, dat Zuid-Afi ika even welvarend en vrij kan zijn als eik ander deel van 's Konuigs gebied. Toen spr. in den loop van zijn rede ook even de stemming op het vasteland aan roerde, zeide hij dat het onmogelijk leek, de genegenheid van vreemde volken te winnen maar daarom kon Engeland toch maken, dat het hun eerbeid afdwong. Engeland en Japan. Bij de beraadslaging over het Engelsch- Japansche tractaat in het Hoogerhu is zeide lord Landsdowrie gisteren Wij wenschen Japan te beschermen tegen het ernstige gevaar, dat haar zou kunnen bedreigen nl. een coalitie van de mogendheden. Men kan vrijwel verwachten, dat Japan zich staande zal kunnen houden tegenover een enkele mogendheid, welke ook. Indien Japan echter bedreigd werd door meer, dan eerst zou er een dreigend gevaar zijn en in dat gevaar wenschen wij haar te hulp te komen. De overeenkomst noodzaakt ons dan ook hulp te verleenen aan een bevriende mogendheid, welker vernietiging wij in geen geval kunnen gedoogen. Indien de vrede ongelukkigerwijze verstoord mocht worden, zal de overeenkomst er toe strekken het gebied van de vijandelijkheden te be perken. Rosebery wenscht Landsdowne geluk met de sluiting van het tractaat. In het Lagerhuis zeide CranborneDe Engelsch—Japansche overeenkomst heeft even goed betrekking op Mantsjoerye als op elke andere provincie van Coma. (Toejui chingen). De voornaamste inhoud van de overeenkomst is voor deze openbaar ge maakt en aau de Duitsche en Amenkaansche regeeringen medegedeeld. De Eugeisch- Duitscüe overeenkomst betieffsnde Jangtsee blijlt nog van araeni. Nadat Norman voor gesteld had de vergadenng te verdagen tenei de te kunnen beraadslagen over de Engelsen Japanscne overeeuKoinst, zeide Cranborne nog, dat de wez-ui yse oorsprong van die overeenkomst net verlangen van de regeering wa» om oeu staius quo in Cnina te nanunaveu. Het nieuwe tractaat is in overeeiist mining met de beginselen, uie door bijna alle andere mogendheden reeds aanvaard zijn. Er zijn bijzondere moeielijkheden in verband met Engeiand's handelsbelangen in Cnina. De Regeering was daarom verplicht alle mogelijke voorzorge n te nemen, teneinde Eagelands positie te beveiligen. Engeland en Japan zijn bijzonder bij machte een beleid te volgen, dat de onschendbaarheid van China beoogt. In geval van een aanval van den kant van een op zichzelf staande mogendheid is de andere mogendheid verplicht zich onzijdig te houden. Slechts wanneer een andere mogend leid tusschenbeide komt, of indien er een coalitie is tegen Engeland of Japan, rust de volstrekte plicht om zich gewa penderhand in het geschil te mengen op de andere mogendheid. Engeland volgt geen aanvallend beleidzijn eenig verlangen is vooruitgang in het Oosten. Na eenige verdere beraadslagingen trok Norman zjjn voorstel in. Uit Hongarije. In antwoord op een vraag in het Huis van afgevaardigden te Boedapest over de reis van den troonopvolger naar Petersbu rg zeide de minister president, dat tot die reis besloten werd, nadat een Russisch afgezant- schap den aartshertog te Weenen zijn be noeming tot een hoogen rang bij het Rus sische leger was komen mededeelen. Het bezoek van den aartshertog aan Patersbur g was een daad van hoffelijkheid, ten doel hebbende de betrekkingen tusschen beide landen te bevestigen, maar overigens van geen politieke beteekenis. De keus van de personen die hem vergezellen, was de per soonlijke zaak van den aartshertog geweest- De keus van den aartshertog vervolgde de minister viel o. m. op graaf Zicby» wiens voortreffelijke eigenschappen ik erken, maar die het hoofd is van een groep van de oppositie, zoodat deze keus beschouwt moest worden als indruischende tegen de parlementaire en grondwettige beginselen. Deze overwegingen werden ter hoogste plaatse ais volkomen gegrond erkend. Het Huis besloot met groote meerderheid akte te nemen van het antwoord van den minister-president. De rechterzijde had er op levendige wijze baar goedkeuring over te kennen gegeven. Amerika's nieuwe vloot. De kosten van Amerika's nieuwe vloot zullen bijna honderd miilioen dollars bedra gen voor den aanbouw van nieuwe schepen terwijl 95 miliioen zullen worden uitgegeven voor verbeteringen aan bestaande oorlogsbodems. De Yasten-predikatiën te Parijs. De Univers kan, na ingewonnen infor- matiên, het Figaro-bericat betreffende een verbod van den aartsbisschop van Parijs aan voormalige leden der Sociëteit van Jezus, om gedurende de Vasten in sommige kerken de predikatie te houden, beslist tegenspreken. Gaulois, Croix en Vérité, bevestigen dit démenti. Schiedam, 14 Februari 1902. Tehuis voor Z.-A. bannelingen. De collecte, deze week alhier gehouden met het doel een tehuis voor Zuid-Afri' kaansche bannelingen op te richten, heeft totaal opgebraent f 1050.43 s. Verder zijn neg omvangen schriftelijke bons voor '1 ijzeren ledikant, 2 strooma- trassen, 2 stoelen, 1 houten ledikant met springveeren, 2 ijzeren stoelen, 2 twee persoonsledikanten, 2 tafels en 1 bon voor 50 brooden. Verschillende toezeggingen zijn verder nog geoaan, die moeilijk onder cijfers zij" te brengen. Zooals men weet, komt het tehuis in het woontiuis nabij den voormaligen stoommole" »ue Rijsthalm" aan de Buiteiihaven, dat reeds voor dit doel wordt ingericht. Uit het krankzinnigengesticht in de" Haag zijn 3 krankzinnigen ontsnapt, wier opsporing door de politie alhier wordt ver zocht. Het bouwen van een schutsluis in de Delftsche vaart te Rotterdam, door het hoogheemraadschap Schieland in vereemgiog met de gemeente Rotterdam op Januari j'' aanbesteed, is thans gegund aan den laagste" inschrijver, den heer P. van den Berg, te Bergschenhoek, voor f 29500. Omtrent het verzoek van notabelen e" kerkvoogden der Hervormde gemeente Overscüie om machtiging tot het opvrage" van Grootboekgeiden, deelen Burgem. en Weth. van Delft aan den Raad dier gemeente mede, dat bereids door hen die machtigt"# werd verleend, aangezien deze vraag be* schouwd werd als een formaliteit, waar de heerlijke rechten reeds langen tijd zij" afgeschaft. De heer H. Buhot, ingevolge Kdninklijk® machtiging benoemd tot vice-consul d®1 Nederlanden te Cherbourg, is in die h°®" danigheid door de Franscheiegeering erkend- (Stóf.) De minister van Oorlog, overwegende da' het organiek getal vrijwilligers vao b®'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 2