Dagblad voor Schiedam en Omstreken. -5ste Jaarg. Zondag 4 Mei 1902. No. 7291. GEHtiTE BLAD. een Verjaardag. Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. E BERICHTEN. giving van nieuwe Leerlingen °0r de Burgeravondschool. ki2o-UTjd' 0°tSelir>K h PBUS TAS DIT BLAD: '°°r Schiedam per 3 maanden i p«r aoor een-ei Neaemna ^cnóeriiike Nummers f 4.50 0.05 PBIJS DBB ADYBSTBSTIÊB: Yan 16 r-eeis; i i l 1 i [fQ.00 Elke gewone regei meer -0.10 Voor hernaaiae plaatsing worden biiiiike overeenkomsten aangegaan. (J| l4t| d« September a.s. als leerlingen s>en t Urgeravondschool wenschen te ta Üven °e^®'aten, kunnen zich laten in- e,k. >°P Maandag 12 en Dinsdag 13 fjrs. avonds tusschen 6 en 8 uur. 0#g®iat«.e'Sc^ten om te kunnen worden 1o. 2Ón 'Sr'8en f. b®reikt hebben van den twaalf- w *uonen overleggen van eene ver- fa^'Ult hr'i b9t ^°°ld der Lagere school ®®lt dn.JJ'ttj dat de leerling deze gehen Or|°open. geheel De Directeur, J. A. HINGMAN. Sch *®h», p aeptnan heeft in de Procure der ^°U(ietl9rs Lazaristen te Rome eene rede 'Üher k 1°ïer Nederland en den toestand L°litek0 bewoners. Van deze rede eritrum een verslag, waaraan wij ly°lge s Plaatsgebrek eerst heden Wit 0l>tleenen h®bb« - vn thans de meerderheid. Wat 8#'dt 'bans te doen Op de eerste plaats lr»chteö Wet van zelfbehoud. Wij zullen e8«0e 0161 bet offer te worden van onge- 'boet.j, ®n Öbele twistvragen. Vervolgens ^®tge berken op 't gebied van School- W2- Op de eerste plaats voor de t0est °l«o aanvullen wat nog ontbreekt b°or t>ei 011 zer onderwijzers verbeteren st®Uing met die der Staatsscholen, moeten ook vooral onze aan- Qtl<*®t>y2lJden aan middelbaar en hooger s' ^oor 't eerste hebben we reeds euilleton 4) tui; Vr®uJ.i°00r ik «en verheugd: >0!" daf. PrUis nil®' dicht bij miJ Ik zie J, bij To '1Bt meer, maar ik vermoed, (w ben verdachte plaat staat e., ttoedio r °r®n en ik maak mij gereed *4n van h sterven- Over het bleeke a°g3t. meisje vliegt een rilling licht*16 l® sm SV'6kt be handen uit als om i$ straal j66'en, plotseling glinstert een bet8®'0 zwak kLd°Dker °°f 6n h#t h»„ 8 een i? meer, daar voor mij, h.,®n verdedi/tanfch6 vrouw- die een der 8.» Is °ok ri. j baar haard, haar land V»r 1 etl solri chler van den in den strijd tl n 1 aat 611 die haar vader wil Z,% b«eft kr.^f ®6n staP vooruit doen Pachtig het wapen gegrepen {Naar het Fransch.) uitmuntende vrije scholen ook hier moeten we gelijkstelling hebben van onze leeraren met die der Staatsscholen. Met 't nog niet lang geleden verkregen »jus promovendi", voor enkele onzer gymnasiën, zijn we ook op dit gebied, reeds flink gevorderd. Vervolgens met hoogere studio's, de Uni versiteit. Dit is een zeer lastige kwestie. Zoo het Hollandsche Episcopaat een vrije Katholieke Universiteit wenscbt, komt zij tot stand, wijl men op zijn wenk alle krachten zal inspannen. Want hoewel wij Hollanders een groot onafhankelijkheidsge- voel bezitten, wij weten dat het goed is te leven onder den Kromstaf. Wat mij betreftvoor 't oogenblik houd ik het voor het meest practische, dat wij trachten te verkrijgen naast privaatdocenten vrije leeraarszetels aan de Universiteiten, vooral voor 't Recht, Kerkelijks en Alge- meene Geschiedenis. Op die wijze zal meD zich een corps bekwame katholieke mannen vormen, ook geschikt voor Staatsprofesso- ren, en terwijl we dan tegelijkertijd be kwame mannen hebben voor eene eigen Universiteit, zullen ze thans reeds de groote christelijke beginselen mededeelen aan hunne leerlingen. De sociale kwestie in deze mag men niets aan 't toeval overlaten, maar men moet goed zijn program vaststellen en wer ken. Reeds verschillende wetten hebben we, andere zijn in voorbereiding. Natuurlijk zijn er zeer vele lastige kwesties aan ver bonden en vooral geldelijke offers. Beiden hopen we te boven te komen. En wat het laatste betreft, Anti-revolutionnairen en Katholieken zijn protectionisten. Zoo hopen zy het geld te vinden. En met gerust geweten kunnen zij dit doen. Wanneer Engeland zijne graanrechten vermeerdert om den Boerenstrijd te bekostigen, dan kunnen wij Hollanders het zeker doen om onzen werkman te verzekeren tegen ziekte en ouderdom. Bij de oplossing der sociale kwestie heeft dat een oogenblik tegen den muur was gezet, terwijl de soldaat met begeerige handen trachtte het ijzer op te lichten Een flikkering van glimmend staal schiet door de kamer Ik hoor een gekrabbel tegen den deksel van mijn kist ver volgens het geluid van een lichaam, dat valt Nu verschijnt het jonge meisje weder, terwijl zij het geweer, waarvan de bajonet- punt rood is, tegen de borst had gedrukt. Dicht bij haar lag de zieke, met gesloten oogen, schijnbaar dood. Stappen naderen een hoofd ver schijnt 1 De andere Duitscher zal alles ontdekken. In de stilte der kamer klonk het kort Kameraad Opnieuw een flikkering van purper staal en de bebloede punt dringt den indringer in de keel, de tweede Duitscher valt op zijn beurt in den ingang der deur neer. Toen, alsof zij doodelijk was getroffen, werd mijn bevrijdster weer een stil meisje, zij wankelde De overmaat van angstige ontspanning ontwapende mijn hersenen, en ik herinner me niets meer van wat er N vertier gebeurde. men ook eemge algemeene regels steeds voor oogen te houden. Voorop dient gezet, dat ons program door de verbonden partijen te zamen is bewerkt. Op de eerste plaats moet de wetgever wetten maken over hetgeen recht is, niet over wat de taak der liefdadigheid is. Feitelijk natuurlijk kunnen, zooals de H. Vader en Kard. Rampolla 't meermalen uitspraken, recht en weldadigheid niet gescheiden worden. Maar alleen wil ik dit zeggende liefdadigheid moet men niet reglementeerenzij moet zijn vrij, autonoom en 't is juist dit wat haar mach tig maakt. Zeker de Staat moet haar bevorderen, het particulier initiatief kracht dadig steunen, maar door hare wetten moet zij alleen bepalen het strikte recht. Op de tweede plaats is voor sociale wetgeving absoluut noodzakelijk, dat men ze niet make geheel buiten den werkman om. Hij moet medewerken met den patroon -n de groote maatschappijen; maar men moet den werkman niet buiten sluiteB, hem niet langer beschouwen als iemand die onder voogdij staat, aan wien men goed doet zonder zich verder om hem te bekommeren. Die tijden zijn voorbij. De overtuiging, de historie en ook des Pausen woord, hebben den werkman doen ontwa ken. Hij heeft 't bewustzijn, dat ook hij is redelijk schepsel Gods, in zich dragend Diens beeld en gelijkenis. God is mijn Vader, in 't menschgeworden Woord herkent hij zijn Broeder., En terwijl deze door ons als de ware christelijke ideeëo worden gepredikt, moe ten wij ze ook op sociaal gebied tot gel ding brengen. Met recht kan de werkman verlangen, dat hij niet meer worde be schouwd als iemand, wien men weldaden bewijst zonder meer. Hij is een lid van de groote nationale en maatschappelijke huishouding. De sociale vragen betreffen hem vooral, hij mag er dus over mede IV. Siechts enkele franc-tireurs hadden onder leiding van de Chosnac in de duisternis kunnen ontvluchten en door een bescher ming der Voorzienigheid hadden de Pruisen hun weg vervolgd, de eenen naar Beaumont, de anderen naar Beaume, terwijl zij hun gewonden meenamen. Maar wat ik u van mijn waarde gastvrouw nog te zeggen heb, is even heldhaftig als de vreeselijke moed, waarvan zij het bewijs had gegeven. Toen Madeleine Hureaux weder tot bewustzijn gekomen was en hare moeder weder had te bed gebracht, bemerkte zij, dat een der Pruisen niet dood was. Zij zelf legde hem op een veldbed neder, waar de ongelukkige na twee dagen stierf, niet tegenstaande de zorgen, waarmede zij hem omringde. Daarbij liet zij het niet dank zij de papiereta, die op de soldaten werden gevonden, kende zij de adressen hunner families, die zij voorzichtig inlichtte omtrent hun dood, en daar die ginds in armoede achterbleven, beeft zij, door een gewetens drang, die misschien overdreven is, maar handelen. In de laatste Instructie van de Congregatie voor kerkelijke aangelegen heden herinnert men aan de woorden van den Paus over de gilden. Welnu deze vereenigingen waren coöperaties van werk lieden, die medewerkten ook in sociale vragen. De burgerlijke wetgever, over hem gaat het hier, mag niet vergeten de coö peratie der werklieden zooals 't mij schijnt is coöperatie een der economische vormen voor de toekomst, met haar moet men thans rekening houdeD. Want regeeren is vooruit zien. Voor 't overige in al de werken zijner schepping, versmaadt de Voorzienigheid van den Almachtigen God niet de medewerking van de minste schepselen; zouden wij dan in 't sociale werk, de samenwerking van den werkman buiten sluiten? Alvorens te eindigen nog ééne zaak. Wij Kath. Hollanders, overal spreek ik het met fierheid uit, hebben de meest mo gelijke vrijheid. Men dient echter te be merken, dat onze Staatsinstelling en zijn grondwet zijn gebaseerd op de zoogen. moderne vrijheid. Men weet wat dit be duidt: in zich is zij kwaad noeh goed, wijkt niet ter linker- noch ter rechterzijde zij heeft slechts één regelde publieke orde en het heil van den Slaat. Dit is niet het ideaal, niet wat de Encycliek noemt eene christelijke Staatsinstellingmaar wij staan eenmaal voor het feit 't Is wel hard. Met Charlemagne in zijn Chansons de Roland kunnen wij zeggen»Oh Seig neur Dieu, que la vie est dure." Maar wysgeerige bespiegeling alleen baat ons niet. Ook in deze omstandigheden nuoet gewerkt worden. Maar hoe Mij komt 't voor, dat de christelyke regeering op de eerste plaats moet vermijden alles wat kan bevorderen het laiciseeren van den Staat, Zoo b.v. met den wekeiykschen rustdag. Men wilde hiervoor een willekeurigen dag, maar dit is niet voldoendede Zondag is en blyft de dag des Heeren. dien ik zeer aandoenlijk vind, niet opge houden, sedert dertig jaren, hun langs een anoniemen weg een gedeelte van haar bescheiden inkomsten te zenden Wat mij betreft, ik bieef hier langen tijd ziek, maar ik werd bewonderenswaardig verzorgd Toen ik kou opstaan, wilden mijn ouders my meenemen naar Besan^on, maar ik verklaarde, dat ik te zwak was en met de lente was ik neg m Barville 1 Hal de lente van dat jaarl Taverney hield op met spreken, verzonken in een diep gepeins ïEn was dat alles? vroeg ik, zonder een bepaalde vraag, die voor de hand lag, te willen doen. Dat was alles I antwoordde by treurig Ik was te jong, zie jel Ik beo een groot geluk voor het grijpen gehad, maar ik heb de hand niet aurven uitsteken. Ik moest myn studiën hervatten, de lessen volgen aan de Polytecomsche school Je weet, dat myn vader geen gevoelig mensen washet was een door en door pracuscne geest, waarvan ik den despotiscnou invloed een weinig ondervond en ik deed een schitterend nuwelyk. Mejuffrouw Madeleine is haar vader m NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT O e O

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1