In onze Vroedschap. doorstrengelen het werk, waaraan tal van bladeren en fraaie rozen prijken, allen kunstig gesmeeden een aantal rozen vormen op het midden van het vak een rijken krans. Men verzekert ons en wij gelooven het gaarne dat deze rozen allen uit één stuk ijzer zijn gesmeed, haast onbegrijpelijk. Dit werk, naar de teekening van den heer Jos. Cuypers vervaardigd, strekt onzen stadgenooten, de heeren G. J. Vincent Co., tot groote eer. Naar de barakken op Woudenstein te Rotterdam is gebracht een neger, een schepeling van het Engelsche stoomschip Scotsman, liggende in de Tweede Katen- drechtsche haven, cargadoors de heeren Ruijs Co. De man is vermoedelijk lijdende aan pokken. Het stoomschip kwam laatstelijk van Bilbao. Ten nadeele van een ouden, doovenlwerk- man, op een expeditiekantoor in de Boompjes te Rotterdam werkzaam, is een bedrag van 11800 aan bankpapier, goud geld en specie benevens een zilveren horloge gestolen uit zijn kist in zijn kosthuis op de Groote Markt aldaar. De dader is een spoorloos verdwenen man, die sedert eergisteren in hetzelfde kosthuis verblijf hield en met een valschen sleutel de kist van den bestolene opende. Van de werf van de Gebs. van der Windt te Vlaardingen zal Vrijdag a.s., 's namiddags 3 ure, worden te water gelaten het stoomloggerschip Jeanette II, gebouwd voor rekening van de Visscherij-Maatschappij Vlaardingen", directeur de heer L. J. van Gelderen. Het belangrijkste onderwerp dat gisteren onze vroedschap bezig hield, was zeker wel het voorstel van B. en W. in zake de wijziging vau het reglement der korenmeters- wegers, waarbij tegelijk in behandeling kwam het voorstel van den heer Smit in zake de verdeeüng van het pensioenfonds van bedoelde corporatie, gesteund door een adres van de betrokken korenmeters wegers. die met aandrang vroegen tot verdeeling van hun fonds te mogen over gaan. In den vgoeden ouden tijd" hebben de menschen moeder gemeente met allerlei zaakjes van patronaat belast. Zij moest toezicht houden over de gasthuizen, de hofjes, de gilden en hare fondsen, kortom over een aantal zaken, die niet tot de bestuurstaak behooren, en die de menschen, als zij op hun eigen beenen hadden weten te staan, best zelf hadden kunnen beredde ren. Het onvermijdelijk gevolg daarvan is, dat bedoelde corporatiëa nu met handen en voeten aan het stadhuis zijn gebonden, dat zij geen vinger in de asch mogen steken zonder dat vader gehaeenteraad het goedvindt. Zoo kunnen dan ook de koren meters-wegers niet tot verdeeling van hun fonds overgaan zonder dat de Raad hen daartoe machtigt. De zaak van hun pensioenfonds hield gisteren den Raad geruimen tijd bezig. Nadat de heer Smit de zaak had ingeleid, volgde er nog een breede discussie, die wij hieronder zooveel mogelijk weergeven. Korenmeter s-w e g e r s. De heer De Groot meende de aanhan gige kwestie in twee gedeelten te moeten splitsende werklieden-corporatie en het pensioenfonds. De werklieden-corporatie lijdt door drie oorzaken de verminderde aanvoer van granen, de verscheping naar Rotterdam en de concurrentie van de goedkoopere arbeidskrachten. Tegen het eerste kan de gemeente slechts indirect optreden docr de nijverheid zoo weinig mogelijk lasten op te leggenzij neeft reeds iets in die richting geaaau door eene verlaging van het haven geld en kan nog wat verder dien weg opgaan door eene verlaging van het havengeld voor kolenschepen. De verscheping naar Rotter dam kan voorkomen worden door een con centratie van den graanhandel in één hand, een coöperatie van de graanhandelaars, waartoe de gemeente den stoot kan geven, hoewel dat bij de tegenwoordige denkbeel den omtrent gemeentezorg moeilijk zal zijn. De concurrentie van de goedkoopere arbeids krachten is te ondervangen door een ver- eeniging der arbeiders, waarbij een niet al te hoog tarief moet gelden. Hoewel de heer Smit gesproken heeft van lapmiddelen, zal spr. toch bij gebrek aan beter, van die middelen gebruik maken om het fonds in stand te houden. Er heerscht ten opzichte van dit fonds een wanbegrip, nl. dat de baten de lasten moeten dekken. Dit is zeker onjuistde inkomsten behoeven niet de uitgaven te dekken het kapitaal is zelf beschikbaar om te verbruiken. Spr. wil de meerderheid helpen deelen. Hoezeer ook warm voorstander van pensioen fondsen, zooals het nu is, moeten wij de menschen niet dwingen gebrek te lijden. Wij zouden zelf de zorg voor den ouden dag opofferen aan den nood van het oogen- bük. Het is te begrijpen, dat iemand, die in nood verkeert de polis zijner levensverze kering te gelde maakt. Daarbij komt, dat het fonds der koren meters-wegers al bijzonder slecht is inge richt en de zekerheid ontbreekt, dat het bedoelde pensioen werkelijk zal worden uitgekeerd. De meerderheid wil het kapitaal verdoelen om hun toestand te verbeteren, sommigen willen met hun deel een zaakje op richten, maar spr. twijfelt of dit middel zou baten: behalve geld komen er voor een zaakje toch nog andere factoren kennis en handigheid in aanmerking. Vijf der betrokkenen zijn tegen ver deeling. Spr. meent, dat wij voor die menschen lijfrente zouden kunnen koopen dat zou kosten f 14.000. Van het voorhanden kapitaal van f 30.000 zouden dan na aftrek van die f '14.000 f 16.000 te verdeeien blijven voor hen die dat verlangen, zoodat ieder zoowat f 1200 zou krijgen. Spr. meent ten slotte zijne gedachten te moeten belichamen in het volgend voorstel. De Raad acht een verdeeling van het pensioenfonds gewenscht en noodigt B. en W. uit daartoe het voorstel te doen. De heer mr. Jansen zegt, dat gesproken is van twee categoriën6 verdeelers en 5 niet-verdeelers, maar er is nog een derae categorie en dat zijn de gegageerden zelf. De heer De Groot meent, dat de gepensioneerden zeker het volle rechthebben, maar de werkende leden hebben toch zeker ook recht op het fonds. De Voorzitter ziet in het voorstel De Groot eene motie van orde en vraagt of bij aanneming dier motie, besluitend tot verdeeling der gelden, toch reglements wijziging moet plaats hebben. De heer De Groot heeft reeds gezegd, dat het voorstel van B. en W. toch kan doorgaanhij erkent echter, dat de beide voorstellen doorheen loopenbeter acht hij het dus, dat bij aanneming van zijn voor stel de reglementswijziging worde uitgesteld. De Voorzitter zegt, dat het voorstel— Smit niet hetzelfde is als het voorstel De Groot, maar toch ook verdeeling beoogt, Welk der beide voorstellen is nu het eerst aan de orde? De heer De Groot meent, dat er niets tegen is, de beginsel-kwestie in zijn voorstel neergelegd eerst worde uitgemaakt. Tegen de onderdeelen van het voorstel—Smit heeft hij bezwaar. De Voorzitter acht het voorstelDe Groot, strekkend tot verdeeling over te gaan, nu behoorlijk ondersteund, een motie van orde. De heer Klein meent, dat wij over dat pensioenfonds nog wel eens in rechten zouden kunnen worden aangesproken, De heer mr. Jansen begrijpt niet hoe de heer De groot uitrekent, dat elk der werkende leden f 1200 zou ontvangen. De heer De Groot zegt, dat het vol gens zijn plan resteerend bedrag van f 16000 daarna verdeeld, voor elk der werkende leden die verdeeling wenschen f1200 aan wijst den heer Klein antwoordt hij, dat de leden toch in ieder geval verdeeüng mogen vragen. De heer mr. Jansen meent, dat na aanneming van het voorstel tot verdeeling de corporatie niet zal kunnen blijven bestaan, wijl de resteerende leden met het aandeel dat ieder ontvangt, de zaak niet in stand zullen kunnen houden. De heer De G r o o t wil hun tot voort zetting met alleen de gereedschappen, maar ook een kleine kas laten. De heer mr. Jansen blijft volhouden, dat met het aandeel dat ieder ontvangt, de blijvende leden, de zaak niet zuilen kunnen voortzetten. De heer G o u k a pleit onder de gegeven omstandigheden voor uitstel der verdeeling. De heer De Groot zou het betreuren als deze zaak nog langer uitgesteld werd en bepleit verder de wenschelijkheid der verdeeüng. De heer Smit deelt niet de vrees, dat bij verdeeling van het pensioenfonds de zaak geen voorgang zal hebben. De heer Van Westendorp meent dat ook de verdeeüng beter zal zijn voor de overblijvenden voor een klein getal werk lieden zal de toestand beter zijn. De Voorzitter zegt, dat B. en W. een rechterlijke beslissing gaarne zouden zien, maar vreezen voor de moeilijkheid der verdeeiing, die zij bij aanneming van het voerstel De Groot aan een commissie van drie leden zouden willen toevertrouwd zien De heer Van Westendorp ziet de moeilijkheid dier verdeeüng niet in. De heer Ris uit zich nagenoeg in gelij ken geest. De heer Blaisse vraagt welk pensioen bij verdeeling van het fonds de gegageerden zuilen ontvangen. De heer De Groot zegt, dat de gega geerden de toelage van f 5 per week zuilen behouden. Na korte gedachtenwisseling tusschen de heeren Blaisse en Smit over dit punt, bracht de Voorzitter, die gaarne de motie— De Groot in tweeën gesplist zag, het eerste deel dier motie, uitsprekende dat de Raad de verdeeling gewenscht acht, in stemming; het werd verworpen met 10 tegen 8 stemmen, zooals wij reeds meldden. Daarmee achtte deV oorzitter ook het voorstelSmit van gelijke strekking ver worpen, welke opvatting door den Raad werd beaamd. Alzoo heeft de Raad in beginsel de voor' stellen tot verdeeling verworpen, zeker tot groote teleurstelling van die leden van de betrokken corporatie, die alleen in verdee ling uitkomst zagen. Ons komt het voor, dat de meerderheid van den Raad zich daarbij heeft laten leiden door de gedachte, dat de korenmeters wegers met de ontvangst van een zeker bedrag niet zouden zjjn gebaat en deze verdeeling de opheffing van hun fonds zooal niet onmiddellijk veroorzaken dan toch minstens zeer bespoedigen zou. Veeleer dar. van eene verdeeling ver wachten die Raadsleden blijkbaar heil van de wijziging door B. en W. voorgesteld, die nu door den Raad is goedgekeurd. Móge hunne zienswijze de juiste blijken en een spoedige hernieuwde bloei van de betrokken corporatiie aan alle klachten een einde maken Na afdoening van enkele andere zaken waarvan wij reeds gisteren voldoende ver slag gaven, kwam in behandeling het adres van W. van Eijk, verzoekend wijziging van het Havenreglement. De heer Klein wenscht dat doorloopend permissie aan de scheepvaart gegeven worden om van sleepdienst gebruik te maken, liefst voor een jaar maar desnoods voor een maand, om de schepen op veilige plaats te brengen. De heer Lagerwey steunt dien wensch daar hij van sleepdienst een nuttig effect verwacht. De heer Van der Schalk, vreezend voor onze sluiswerken, begrijpt niet dat door- loopende vergunning noodig, is waar toch de havenmeester telkens vergunning kan geven. De heer Lagerwey zegt, dat het wel een ideaal is dat de sluizen niet lijden en de kaden niet beschadigd zullen worden, maar dat wij voor alles op de belangen van den handel moeten letten. De heer Van der Schalk blijft bij zijne meening. In geen andere plaats wordt toegelaten, wat hier veroorloofd wordt. Als te eeniger tijd eens zal blijken dat een der sluisdorpels het heeft moeten ontgelden, zal men groote kosten hebben te maken. De Voorzitter wijst op art. 13 en zegt voor speciale gevallen de havenmeester zijne macht aan den sluiswachter delegeert. Eene doorloopende permissie om verder naar de Binnenhavens op te stoomen acht ook hij niet gewenscht. De heer Klein blijft die gewenscht achten. Hjj wijst op het havenreglement van Rotterdam, waar zelfs voor de Rijn haven het gebruik maken van sleepdienst verplichtend is. Maar het geven van door loopende permissie sluit met in, dat twee schepen tegelijk doorgesleept worden, zooals spr. hier gezien heeft. De heeren Smit en De Groot moti- veeren hun stem. Na korte discussie tusschen den heer v 1 e i n en den Voorzitter, waarbij de aatste doet blijken het geval van door- stoomen van meerdere schepen 00 ^gOi heer Klein bedoeld, te zullen on^,erzop h®1 werd het voorstel van B. en W-. adres Van Eijk afwijzend te besc verworpen met 11 tegen 6 steinra®D' gen, Tegen stemmen de heeren aoDDfr Klein, Vürtheim, Smit, Lagerwey, Qtooh lage Grete, Beukers, Wittkampfi D« Pinster en Bender. Nu aldus deze afwijzende beschikking verworpen, werd het adres-Van W) nadere voorziening weer in har.d«n va" B. en W. gesteld. aanle' jdin£ Tot eenige discussie gaf nog het voorstel van B. en W. tot ver e„ van grond aan den Rotterdamscben behoeve van het Wachthuisje R. T. M» De heer Ris bespreekt de w®ritCarr®s- heid dat nabij de Koemarkt een tantenlokaal worde opgericht. mee°te De Voorzitter zegt, dat de g® gp slechts recht heeft op den grond, n D;j het huisje, dat door de maatschapF^. opzegging van de huur moet worden broken, en wijst er op, dat de heef burg zijn aanvraag van dien gI0D ingetrokken. d® De heer Klein bepleit m® wenschelijkheid van een politi®P°st jg8r punt. Wordt de grond weer voor „d®9 gegeven, dan gaan de beste zovaoi'01 voor den bouw van bedoelden PoStheZwa*r De Voorzitter ziet er geen t® in, den grond althans voor een jaar verhuren. d»aT°* Het betrokken voorstel wordt aangenomen met 14 tegen 3 jsS®«9 Tegen stemmen de heeren Smit, B' Honnerlage Grete. ^erd Een nog vrij beduidende discuss1® gevoerd over het voorstel van de com voor de strafverordeningen tot wijzig' Verordening op het rijd® De heer G o u k a betoogt de °D®^e dag heid eene verordening te handhaven, gjeo- aan dag, van uur tot uur wordt ove'e01< Het is hier toch voor molen wag® byna onmogelijk anders dan hard t De Voorzitter begrijpt niet' jjok1' heer Gouka hierover zoo zwaaii0i»t Het hard rijden is wel degelijk en de verordening is telkens «n toegepast. vei" De heer Gouka herhaalt, dat ordening niet is te handhaven en w>ö' ordening, die niet kan toegepast behoort men in te trekken. herd9*1 De Voorzitter zegt, dat als lan delijk in strijd met de verordening 0j|ti® deld wordt, hij als hoofd van de een onderzoek zal instellen. apj De heer Gouka wil geen o iemand werpen, maar toont verordening niet kan gehandhaafd u De Voorzitter vraagt waa^ord®n' verordening met kan gehandhaafd 0 t® De heer Gouka, na reeds ge ^jiich hebben op de vele opritten, zegt da ^an9' in de Warande de verordening kar. i^u0c® haafd worden, maar over 't algeme® tij"» de molenwagens, die gebonden Ztjn -v®< wijl zij bij latere lossing ®®n Pr t |a»lS beloopen, de gistwagens, die tot n jftd®°' oogenbük de gist moeten kunnen d9 niet anders dan hard riiden. WU jt-a»»9' De Voorzitter zegt, dat sp 'jeoftë' een voorstel tot intrekking der ver dat vreemd is aan de orde van 9 ^jll® De heer Lagerwey zegtm® v®''°z medewerken tot wijziging van ^,0rd® dening, die niet gehandhaafd kan ^r®9 Nadat de voorgestelde .SSSR-S goedgekeurd, werd overeenkomstig^,v£)<d stel van B. en W. besloten, de com011 e®9 noodig verordening te ontwerpen op het rfi tramwagens in de gemeente o ^r0tde' tramwagens in ue geiuqo"— ^g[0 stellen te doen om de bestaand® ning op het rijden te wijzigen, y^tb®1 Tenslotte werd aan de heeren ^g»®9 en Honnerlage Grete gelegenbei o tot het stellen van Vragen. Eerste vraag f thans b'.n. De heer Vürtheim vraagt nenkort van B. en W. een voorst® reg®'®°j9 ten tot wyzigmg van de verordem g e0 het schoolgeld aan het Gym na- Hoogere Burgerschool. j B. n,n De Voorzitter zegt, da voorst®" binnenkort zullen komen m0t „eiegeptiete van belastingheffing. Dan zal ®r fe^eflV®n zijn de vraag van de beide bëantwQoiden, d® dig®9 i de strafverordeningen uit te no id*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 2