Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Verborgen Schat.
25ste Jaars.
Dinsdag 9 September 1902.
No. 7395.
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
feuilleton.
PBÏJS Ti5 DIT BLAD:
Sehiedan: per 3 maanaen
,r*scc pjr p0S- (joor jecse: Nederland
^ï°2derinke Nummerz
1.2
0.05
1
PBIiSDEB ADTKBTBNTIÊS:
Van 1rezeis' J f 0.60
Eike gewone ragei meer-0.10
Voor hernaaide piaatsme worden billijke overeensomstan
lanzezaan.
EN OVERZICHT.
8 September 1902.
°e Boerftn
Cl# ""generaals in Engelaud.
^8°«raai^eeD'J0®st tusschen de Boeren-
!et' Vrii '-'bamberlain en lord Kitche-
Ua^"ai'ddag even 3 ure op het
0(11 bur'Van 'lo'oni®n g«bouden, eindigde
"^Sedu^611 beeft ^us nagenoeg twe®
'S' ,°P die bijeenkomst verhandeld
^ha Ql9t- Het blauwboek, waarin
V®rsUg v er'aios verklaring, een volledig
V*°rdet1 a" de bijeenkomst gegeven zal
met zoo aanstonds
W ^aot det .komt ons niet
t|,Ssc^«n Toor> dat de onderhandelingen
?,t>e,,aaio ^datnberlain en de Boei en-
8®voerd met deze eene bijeen-
v 6n a^°°P®n- Het is intusschen
°®k s atl "el en dan zou door het blauw-
uitsluitsel kunnen gegeven
^r'd«nsche correspondent van de
v^b ,je 6 1 een nauwkeurige beschrijving
^'8rieraa|^c°f|ferentie tusscber. de Boeren-
99tl 9" Minister Chamberlain, die op
a9T9^C^Ultg0l00pon-
h ln den namiddag had een
61 h°tej9 "Uenigte zich verzameld voor
'a'tek h\%aar de Boeren generaals hun
ditg^ii ad#n genomen en evenals in
fr«et 'n m den omtrek van Downing-
"Hft 2lch het ministerie van koloniën
r'® Uür^aar de Boeren-generaals tegen
wa& VerWacht werden. De menigte,
°^®vapgr 10911 uit de links en rechts
^Pat^j0 8®sprekken kon afleiden, veel
^aciUta 9 v°°r de Boeren gevoelde,
'eP«H j^^'dig. Eenige soldaten in khahi,
'9 k«bh t0 blUV9D staan> voorbij- r~
^atid u60 genoeg van De Wet, zegt
t'et "'«rf h9t Pub>liek. Ik zou de straat
8 Zie^ Sl9^®n, om een Engelsch generaal
'baar ik ZOU met genoegen den
In
geheel en middag wachten om de Boeren
te zien, zeide een ander.
Om vijf minuten vóór drieën hoort men
gejuich en ziet men een rijtuig met twee
paarden bespannen naderen. Het rijdt snel
en gaat Downingstreet binnen. Botha zit
naast De Wet; tegenover hen zitten De
la Rey en De Villiers. Allen zijn gekleed
,n gekleede jas en hoogen hoed. Zij worden
warm toegejuicht en de drie generaals
antwoorden hierop door den hoed at te
nemen. Het rijtuig rijdt door de poort
tusschen het ministerie van Koloniën en
het ministerie van Buitenlandsche zaken en
houdt stil op de binnenplaats voor het
ministerie van Koloniën. De generaals stap
pen uit, treden het ministerie binnen en
klimmen de groote trap op tot de tweede
verdieping. Zij worden oaar de wachtkamer
gebracnt,waar men hen verzoekt te wachten.
Na verloop van ongeveer een kwartier
komt men hun zeggen, dat Chamberlain
gereed is hen te ontvangen. De generaals
worden in de kamer van den minister
binnengeleid Het is een groot vierkant
vertrek. Verscheiden breede vensters
zien op de binnenplaats uit. In een rech
terhoek van de zaal staat een bureau. Links
bij de deur een groote tafel, waar omheen
stoelen staan. Aan den wand hangen foto-
graüën van landschappen en beroemdheden
van Zuid-Afrika. Ook hangt er een portret
van Cecil Rnodes.
Chamberlain, in gekleede jas, met den
monoile in het oog, de orcnidee in het
knoopsgat, ontvangt de vier Boeren en ver-
ontscnuldigt zich nen niet eer te hebben
kunnen ontvangen. De generaals schudden
lord Kitchener, die achter Cnamberlain staat,
harteiük de hand, en maken een buiging,
terwijl zij lord Onslow, den algemeenen
secretaris van Koiomën, die bij de conferentie
tegenwoordig was, de hand geven.
Men gaat zittende beide stenografen
beginnen hun werk. De minister begint met
te zeggen, dat het hem onmogelijk zai zijn
om over de voorwaarden van het verdrag
van Pretoria te discussieeren en daaraan
niets te veranderen valt.
Botha vertaalt de woorden van den
minister in het Hollandsch, want De Wet
en De ia Rey verstaan slecht Engelsch,
Botha geeft uitlegging van de tegenweordige
moeilijkheden in Zuid Afrika, het gebrek
aan voldoende fondsen om tot een econo
misch goeden toestand te komen, enz. enz.
De minister antwoordt, dat hij op het
oogenbiik niets kan doenmen moet geduld
hebben, later misschien enz.
Lord Kitchener voegt er eenige hartelijke
woorden aan toe. Men vertaalt ze in het
Hollandsch. De Villiers antwoordt uit naam
der Boeren en de discussie gaat verder
maar zonder resultaat. De Boeren-generaals
staan opmen geeft elkander de hand
en den generaals wordt uitgeleide gedaan
tot aan hun rijtuig door lord Kitchener.
Zij rijden weer naar hun hotel onder
nieuwe toejuichingen van de menigte, die
overal op hun weg staat te wachten.
Aldus heeft zich de ontmoeting
tusschen de generaals en den man, die
zooveel leed over hun land heeft gebracht,
in bijzonderheden toegedragen.
Een Reuter-telegram meldde reeds, dat
Botha Zaterdag opnieuw een onderhoud
heeft gehad met Chamberlain. Botha ver
toefde bijna een gansch uur geheel alleen
met Chamberlain afgezonderd in diens bijzon
der vertrek in het ministerie. Wat tusschen
deze beiden is verhandeld, is onbekend en
niet gemakkelijk te raden, na de verklaring
van Chamberlain, dat hij op het oogenbiik
mets doen kan. Wij kunnen slechts veron
derstellingen maken, maar bljjven in het
duister tasten. Wij kunnen evenwel moeilijk
aannemen, dat Chamberlain eergisteren
jegens Botha toeschietelijker is geweest
ten opzichte der eischen van de Boerenleiders
dan Donderdag hij de conferentie. Om de
juiste waarheid omtrent deze laatste te
weten, kunnen wij niet beter doen dan het
S)
Vva
(is Z9k®r wel vijf jaren geleden,
f b®m niet meer gezien had, en
doo Vjj( nad het grootste gedeelte van
!8br'ren in stilte teruggetrokkenheid
Hu .'«te Prickett had hem indertijd
®«n Panningsreis geholpen en hem
'khri7°j z^90* weer herkend.
t«l z«ld Z-Jf? wij ook weer eens in het
O- »V# onder het loopen tot zich-
w ve.j°0r Z9S maanden zou mij dat
toCh ,i genoegen hebben gedaan
het «r nu aan Ach hemelWat
11 raaktetS rï°en 99n v«rveiend werk is
lr*tt kj: 9 9®n hand even zijn schouders
„3 jg k®®tde zich om.
'f* iUist V£LI1 Pas," zeide de
a'f in, 0 nand' *Hebt gij wellicht
uurtje voor my over?''
Prickett antwoordde slechts door eer:
zucht optrekken van de wenabrauwen en
een nauw merkbaar knikken met het hoofd,
maar den ander was dat volkomen vol
doende.
sGoed," zeide hij, terwijl hij met zijne
opgeheven parapluie eene droske naderbij
wenkte. »Stap in. Wij kunnen de zaak
onderweg bespreken."
De koetsier moest deze persoon kennen,
want hij reed zonder aanwijzing weg.
sHebtge uw pensioen genomen, Prickett
»Ja, sir Jonasvoor twee maanden heb
ik aien dommen streek begaan."
»Abal (Jij vindt het niets doen onver
kwikkelijk.
»Zeer," bekende Prickett met weemoed,
ïlk heb een gevoel, alsof mijn brein zal
inroesten niets boezemt mij meer belang
in, bij alles moet ik immers denken, dat
het mij niets aangaat."
»Nu, dat inroesten willen wij voorkomen,"
antwoordde sir Jonas, »Ik heb een bijzonder
aannemelijk geval voor u, Openlijke eer
zal het u wel niet bezorgen, want het
publiek zal er mogelijk wel niet aan te pas
komen, maar slechte zaken maakt gij niet,
als g\j deze aflaire m handen neeint en
belooft interessant te worden zelfs zeer
interessant.
»Ik ben u zeer dankbaar, sir Jonas
't Was mij steeds eene eer met u te
werken."
»Zoudt gij desnoods ook willen reizen
Wanneer en waarheen het zyn moet."
Vreemde taien zyn met uw fort, is 't
wel
»'t Graat 1 Van het Fransch weet ik zoo
veel om mij er door heen te slaan en met
het Italiaansch staat het evenzoo. Met het
Duitsch ben ik het best op de hoogte ik
heb een tijdlang veel in Duitscniand te
doen gehad."
»Dat is immers fameus, bepaald fameus 1
zeide sir Jonas voldaan. »Zulke bekwaam -
heden had ik bij u met gezocht."
Verdere mededeelmgen bleven voorloopig
achterwege. Sir Jbnas stak eene sigaret
aan en leunde peinzend in den hoek van
het rytuig. Prickett, wiens deelneming in
het leven weer in hooge mate was opgewekt,
zat, met de handen op de knieën kaarsrecht
in het rijtuig en sloeg het stuk wereld
waar lang. zij voorbij rolden, gade.
»De generaal zal stipt op tyi zijn,'
merkte sir Jonas, zijn horloge voor den dag
beloofde blauwboek afwachten. De corres
pondent van de Matin weet nog mede te
deelen, dat de Boeren waarschijnlijk Maandag
Engeland verlaten en niet voornemens zijn
er weder te keeren.
Na eerst te hebben geconstateerd, dat
de conferentie der Boeren-generaals met
Chamberlain op een voledig échec is uitge-
loopen, zegt de Petit Bleudat het onjuist
dat de Boeren er over denken om in
grooten getale te emigreeren naar de
Duitsche bezittingen of naar Angola. Zij zijn
in tegendeel besloten hun rangen aaneen
te sluiten. Om het volk er boven op te
helpen, zullen zij een beroep doen op het
vasteland van Europa en de Vereenigde
Staten om te verkrijgen, dat door deze iets
voor hen gedaan zal worden.
Binnenkort zullen zij hierover een procla
matie uitvaardigen. De Boeren-generaais
zullen naar den Haag terugkeeren en Don
derdag bij een monsterbetooging ter hunner
eere aanwezig zijn. Vrijdag zullen zjj te
Brussel komen, waar zij eenige dagen zullen
iren.
De toestand in Zuid-Afrika.
Uit Kaapstad wordt aan de Times in
dato 6 dezer het volgende gemeldHeden
is in de wetgevende vergadering de
gewichtigste stemming gehouden, die er
nog in deze zitting is geweest. Een afge
vaardigde stelde voor uit de vergadering
een commissie te benoemen om een onder
zoek in te stellen naar de positie en de
emolumenten der onderwijzers. Theron, de
voorzitter van den Atnkaander Bond,, stelde
ais amendement voor het onderzoek uit te
breiden. Het ministerie, de ministerieelen
en de progressieven stemden tegen het
amendement, de heele Bondspartij er voor.
Het amendement werd aangenomen met
41 tegen 27 stemmen. Het gewicht van
deze stemming ligt in de verzekering van
sir Gordon Sprigg, herhaaldelijk hier en in
halend, op, smaar wij zijn or ook op de
minuut."
»De droschke hield stil, sir Jonas gal den
koetsier een shilling en begaf zich met
haastige schreden naar zijne kantoren,
Prickett volgde hem, zonder om te kijsen,
want de vertrekken waren hem bekend,
maar daarbij nam zijn rustige, onderzoe
kende blik toch de kleinste bijzonderheid
in zich op. Een groot man, met breede,
forsche scnouders, bestudeerde een aan den
muur hangende kalender, keerde zich echter
dadelijk om, toen de beroemdste cremina-
list ouder de procureurs en de voormalige
politiebeambte in zijne buurt kwamen.
Welnu, generaal," zeide sir Jonas, »wy
zijn met klokslag hier. Ga als 't u belieft
mee naar mijne eigen kamer."
Ei, ei," merkte Prickett bij zich zeivea
op. »Een mooi begin in eik geval."
Eene seconde lang knipte hij inronisch
met de oogen, daarop geleek zijn kalm
opmerkzaam geiaat eeu masaer.
»Sir Jonas trok een sierlijke sleutel uit
zijn broekzak, ontsloot eene deur en ging
zijne bezoekers voor,
(Wordf vervolgd),
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
koi
jI j. Ulwv uohb wvnv
bfc Wfto»