Dagblad voor Schiedam en Omstreken. »5ste Jaarg. Donderdag 23 October 1902. i\o. 7433. C*s Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. ^ÏJICIEELE BERICHTEN. Stads-Ziekenhuis. tier\^gemeene Vergadering ^illibrordus-^ticJiting. lJ b* %r8 0Ver Spre2rebllk- Sn uCh Va,heUg8n 10 NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT BI» S TA3 DIT BLAD: icmeaam 3;.- 3 rSdcc oer oost aoor genes: Nsdenana A:i2nasr:iise Summers 1.5C n - O.ub PBLSS DKB ADYKBTKHTIÊH: Van 16 regels'i J J /O.öO 2ke gewone rsgei meer -0.10 Voor h.ernaaióe plaatsing worden billijke overeenkomsten lanaegaan. Aanbesteding. Start! 90tÖC van Administratie veor het 24 !vSnhuis te Schiedam, zal op Vrij- r,tlg van %ct°ber 1902, aanbesteden de leve- $0 1. Va!^ti°'^ers aardappelen, ten dienste Öe 'lat gesticht. ,atth9st otlsters moeten op den dag der 6t 2,ekeaiI'g voor 's middags 12 uur aan j b9 Voeri^uis bezorgd zijn. /JIhiQ1je|0rWaarden van aanbesteding liggen erkdaob "'daar ter lezing op iederen aes voortniddags van 9 tot 12 uur. Vavr^e kommissie voornoemd: AN WESTENDORP, Voorzitter. A. VAN DOLDER, Secr.-Penn. 1. ^r°rdbs'ceineen® vergadering der St. W1II1- ^'ichting is gisteren-avond gehouden. een v«j groot en verscheiden R'h: Pas "g te lr' de zaal der Officieren-Vereeni- 2arhen. Met de zeereerw. heeren v®reerden eerw. heeren kapelaans en eerw. broeders de in üe 8 met hunne tegenwoordigheid. P4stoor ci©er*erW" heer Langewen, stUyr 6r^'nS«fiterk,heette allen namens het baUe y,ei^er Wilibrordus-sticnting van b®t e6o otn 'n deze vergadering en noemde lrohfy6 Verdlijdend verschijnsel dat door de 8«too "P*°®3t groote belangstelling wordt "der»,In de zaak v®rsla? Sris ovenwei van het katholiek •and tot het eigenlijke te gaan van den financieeien 'ter s< Jan det bijzonder onderwijs te ^'"ten 8' ®0cht de eerw. spreker niet de „een Wo°rd van hulde te brengen de gedacht,s van twee personen, die *8®reei>en's'D8 dierbaar waren, n.l. de °®'Pekk'r Seren deken Daniëls VUtl en pastoor dun 1' deiden nog in de kracht ^ggerujj^80 P'otsedng uit ons midden zijn **t, lftaa' Doch, ging spreker voort, God f-ih gej a' 2adt ook weer in hunne plaats ;°<o en d8Jzeereerw- pastoors Ver- v°etstQ ^°PPens' mannen die voorzeker 8ïtlSers ^P80 zu"en drukken hunner voor- dit 1 ^#,Ven, rj'0 e'dend woord ging pastoor Lan- t°k b't aart0e dlt Jaar aangewezen, over ja 1 r#ngen van het verslag over de aar'Vve2l atsle jaren, waarbij spreker de tldfergt n'et lastig wilde vallen met ooc^l a"oen met den staat der kas 5n.vers!ag met de treu- «r! s 1800n moeton drongen dat er Ct8tldee|s T te kort is> waik "kort V. dieuw! S, ontstaan door het bouwen Si)k ethein„ scdoollokaienwel mag de 011 dliif, n det Rijk, doch het onderwijs ®rs eiSC|°c voortdurend meer geldelijke i Zon hArtft. hAt. hnilWAn var» een nieuw schoollokaal in den loop van het jaar ae somma van 113000 gevorderd. Doch, ging pastoor Langewen voort, laten we tevreden zijn, de uitgaven hadden nog veel grooter kunnen wezen, indien niet een goede buur en die is beter dan een verre vriend niet op eene bijzondere wijze in het bouwen der iokalen was te gemoet gekomen. De St. Willibrordus- Stichting nad dus een allerbesten buurman gevonden, niet iemand om ze tegen te werken, maar om ze met bedaardheid en genegenheid te steunen, en zulk een man zeide spreker, is geld waard, hem zij toege- wenscht dat hij nog vele jaren onze buur man moge blijven [applaus). En, vervolgde spreker, het dateert niet van vandaag of gisteren, dat het katholieke onderwijs in een zekeren nood verkeert daarom heeft het bestuur steeds naar middelen omgezien om het deficit in te korten. In 1900 verspreidde het bestuur der Vereemging circulaires, om contribuanten te winnen, maar al waren er vele genoo- digden, er waren weinig die kwamen. De reden daarvan was, meende de eerw spreker, dat vele ouders zich verontschuldigden met te zeggen wat hebben wij belang bij het onderwijs, wij hebben toch geen kinderen andere toonden geen belangstelling omdat hun kinderen reeds volwassen waren, doch dit zijn geen verontschuldigingen voor God, Die verlangt dat de mensch aalmoezen geeft, om zijne arme natuurgenooten te helpen. Zal de bete broods den arme gegeven zijn loon niet missen, zoo vervolgde spreker, de lichamelijke honger is toch niets in vergelijking met den geestelijken honger der kinderzielen, die gestild wordt door het katholiek onderwijsde belooning zal dan ook des te grooter zijn. Pastoor Lar.gewen wilde daarom een beroep doen op de müdaaigheid van Schie- damsch Katholieken, die zich niet langer mogen vasthouden aan een pnncipè, aat niet christelijk en rechtvaardig is. In het verdere gedeelte van zijn verslag deelde de eerw. spreker mede, dat'de opbrengst van den schoolpenning reden tot tevredenheid geeftde oporengst er van was wel niet grooter, maar ook met minder. Had het bestuurder Vereemging vroeger getracht op eene listige manier geld te verzamelen, door aan allen een spaarpot cadeau te doen, waarin men zijne bijdragen tot bevordering van het bijzonder onderwijs kon storten, tot zijn leedwezen moest spreker meaedeelen, dat dit fonds, hetwelk het eerste jaar f 655 opleverde, net tweede reeds met f 150 verminderde. Doch daarom geen moed verloren, vervolgde pastoor Langewen, al eischt de tram dan ook al eens een stuivertje, blijft dan toch ook denken aan de spaarpotjes, en tramt dan naar hartelust. De eerw. spreker deelde verder mede, dat nog zoovelen niet in staat waren het verschuldigde schoolgeld te betalen, waarom hij er den meer gegoeden op meende te mogen wijzen, hienn hun armen natuurge nooten ter hulp te komen, hen de hand te reiken en aalmoezen met liefde tot dat doel te geven. Ten slotte bracht pastoer Langewen een woord van dank aan de eerw, broeders en zusters, die met opofferende liefde aan het katholiek onderwijs alhier werkzaam zijn en hoopte dat Gods zegen over hun arbeid blijve nederdalen. Dank bracht de eerw. spreker ook aan de collectanten van den schoolpenning, die zich met zooveel nauwgezetheid en opoffe ring van tijd van hunne taak gekweten hebben, hopende dat God hun en de hunnen moge zegenen. Met een woord van aanmoediging om toch de zaak van het katholiek onderwijs te blijven steunen, eindigde de eerw. spre ker met de woorden die het doorluchtig Episcopaat tot alle Katholieken gericht heeftwij, Katholieken van Nederland, die thans leven, gaan weldra heen, om verantwoording af te leggen bij den Oppersten Rechter, Die zal vragen wat er geworden is van onze katholieke jeugd en jongelingschap- Het is dus de plicht der ouders hunne kinderen eene godsdienstige opvoeding te geven en zoodoende een echt geloovig, godsdienstig geslacht aan te kweeken het katholiek onderwijs zij daarvoor de grond slag, steunt het dus en helpt het bevorderen. Lezing van den heer M. A. P. C. Poelhekke. Toen de fungeerende president der St. Willibrordus-Stichting als boven vermeld zijn rede ten einde had gebracht, gat hij fyet woord aan den heer M. A. P. C. Poel hekke, die onder applaus den katheder besteeg. Alvorens zijne lezing te beginnen ver klaarde de heer Poelhekke zich van gan- scher harte aar. te sluiten bij hetgeen de zeereerw pastoor Langewen had gezegd, met den wensch dat het bijzonder onderwijs moge groeien en bloeien op verblijdende wijze. Van ganscher harte onderschrijft hij, aie tien jaren bij bet bijzonder onderwijs werkzaam was, al wat de eerw. spreker over dat onderwijs heeft gezegd, al zal hij ook de laatste zijn om het onderwijs, waarbij hij thans geplaatst is, af te breken. Verder wees spr. op de belangen van goed onderwijs ook in verband met het onderwerp zijner lezing, dat hij thans ging behandelen, het drama der Faust-sage. dat, in verschillende tijden gestoken in een ander kleed en met een andere strekking, toch leert de groote waarheid Naar des menschen gemoed, doet zich alle dingen weten. In het eerste deel zijner rede behandelde spr. daarna de historie van de Faust-sage. In het jaar 1587 werd te Frankfort uitge geven een boek, dat onder een iangen titel bedoelde te vermelden de historie van dr. Joh.Faust den hoogmoedige en laatdunkende, die uit godvreezende welgedane boeren menschen geboren en door bemiddeling van familie tot hooger stand opgeleid, zich tot een hooge wetenschappelijke trap opwerkte maar in de verkregen wetenschap geen bevrediging vond. Door zijn onverzadelijken dorst naar kennis gedreven, sloot hij voor 24 jaar een verbond met den duivel opdat hjj hem alles zou leeren kennen, alles doen weten. Al dien tijd was Mefistofeles de kwade geest van Faust, die hem over alle vraag stukken van het heelal raadpleegde en in zijn gezelschap zelfs hel en hemel, het verloren Paradijs in de verte aanschouwde. Spr. schetst Faust in zijn zinnelooze toove- narijen, in zijn angsten en gewetenswroegin gen door Mefistofeles bespot, die nem onaf scheidelijk vergezelt en ten slotte zijn verpande ziel opeischt en hem heensleurt ter belle. Dan spookt Faust in zijn eigen woning en de moraal der historie van den toove- naar Faust is, dat de mensch God leere vreezen, de toovenaars en hun duivelskunsten vlieden en God alleen dienen. Aldus was de historie van der Faust. Toch bevatte dit boek niets nieuws, daar het in anderen vorm weergaf wat reeds eeuwen bestondde toovenaarssage zich ontwikkelend om het onderwerp van den verkoop der ziel aan den duivel, verbonden met enkele voortbrengselen der mytholegie en eenige historische feiten. Zoo samen gesteld heeft zij zich bewogen van Oost naar West, zich gewijzigd naar plaats en personen, zich verbonden aan bergen en wouden, gothieke kerken en groote mannen. Zoo heeft de sage zich verbreid als de herfstdraden, zich aan alles hechtend en groote mannen in haren geheimzinnigen nevel hullend. Zoo heeft zij in de historie der eerste christen tijden Faust afgebeeld in dien Cyprianus, die zich aan den duivel had verkocht, maar door zijn overgang tot het christendom den duivel wist te overwinnen en beeldt zij den levensstrijd uit van het stervende heidendom met het toenemende christendom, ons leerend, dat wij door bovennatuurlijke hulp de macht van den duivel kunnen overwinnen. Zoo spreekt zij in de figuren van Maria van Antiochië. Theofiius, Militarius en Maryke van Nij megen, die door bovennatuurlijke hulp, de tusschenkomst der H. Maagd, het gevaar wisten te bezweren en des duivels macht te overwinnen. Aldoor zich wijzigend naar tijd, plaats en personen beeldt de Faust-sage zich in de zestiende eeuw uit in den bekenden bedel- student George Sabellicus. die in 1540 stierf en na eenige avonturen zijn eigen naam Sabellicus met dien van Faust ver wisselde, wiens historie zich in verschillende plaatsen van Duitschland en ook enkele oorden van ons land afspeelt en om wien zich ten slotte de nieuwere Faust sage groepeert. Opmerkelijk is 't dat de Faust- sage zich telkens in een ander kleed vertoont, naar mate zij zich in andere n tjjd afspeelt. De sage der middeneeuwen, den katholieken tijd, draagt de duidelijke blijken van berouw en boete, verbonden met de gedach te om, medewerkend met de genade, door de hulp der H. Maagd den duivel te overwinnen de Faust sage van 1587 draagt daarentegen een protestantsch en anti-papistisch, karakter, den oorsprong der duivelskunsten in de ceremoniën der Katholieke Kerk zoekend zij wordt aldus een allegorie van het protestantisme, den menschel ijken geest schetsend, die zich losrukt van de Kerk. Het Faust-boek van 1587 maakte een verbazenden opgang; het beleefde in korten tijd twee uitgaven en werd in verschillende talen overgezet. En aldoor groeide het Faust-drama en schetste het den strijd van den mensch, den mensch in zijn hooge vlucht en diepen val, breidde het zich naar tijd en omstandigheden uit en ontwikkelde zich uit het Faust-drama het Faust-probleem den strijd tusschen leven en dood, tusschen goed en kwaad, natuur en genade, den strijd tusscnen des duivels macht en de door God gewilde wereldorde. Een eerste poging om het Faust-drama in een nieuw kleed te steken is later door een Engelschen schrijver beproefd. In zijn Faust-legende is Faust een veel belangrijker, grootscher figuur. Volgens hem is Faust krachtmensch, die smacht naar kennis, die alles op 't spel zet en geen offers te gering acht om te voldoen aan zijn onverradelijken dorst naar kennis, waaraan hij zelfs zijn ziel, »the glorious soul", zooals het heet, opoffert. Het voorbeeld door dien schrijver gegeven, is door tal van anderen nagevolgd, zoodat Faust leeft in de volksdrama's in het begin der 19e eeuw. Ook de schrijvers dier drama's drukken hun stempel op de Faust-sage als zij ons de wanhoop van Faust schetsen bij het beschouwen der versmaden zaligheid Mefistofeles zegt hem: Indien er een ladder was van de aarde tot den hemel met messen bezet, dan zou ik nog trachten den top te bereiken, al was 't om slechts

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1