iU-N LA.:i i).
zwaren, die baar worden aan de hand
gedaan niet alleen door vrees voor achter
uitgang (net ware misschien juister te
zeggen voor meerderen achteruitgang)
harer stad, maar eveneens door belangstel
ling in den voorspoed en de welvaart van
geheel het Nederlandsche volk. Immers,
al zouden door zoo even bedoelde verhooging,
indien zij mocht worden tot stand ge-
bracnt, in de voornaamste plaats de
belangen worden geschaad van hen, die
rechtsstreeks bij het brandersbedrijf zijn
betrokken, toch zou zij ook en m
met geringe mate tot nadeel strekken
van een zeer groot deel der overige
bevolking van ons land, ja zelfs in strijd
zijn met datgene, wat het wetsvoorstel ten
doel zou hebben, doordat zij schade zou
berokkenen aan de belangen van den
Staat. Onze Kamer hoopt dit te doen
blijken door achtereenvolgens de schadelijke
gevolgen na te gaan, die een verhooging
van den accijns zoowel voor elk der twee
genoemde categoriën van personen als voor
den Staat met zich mee zou brengen, en
door aaarna aan te tooneu, dat tegenover
die gevolgen geen noemenswaardig voordeel
staan zou.
Tot staving der stelling, dat onze wet
geving door op het gedistilleerd steeds
meer belasting te doen drukken tusschen
de waarde van het gedistilleerd en de
belasting, die het genoopt is te dra
gen, eene verhouding heeft doen ont
staan, die in den vollen zin des
woords eene wanverhouding genoemd mag
worden, wijst adressante er op, dat de
accijns op het gedistilleerd thans f 63
bedraagt, terwijl dat product een gemid
delde reëele waarde van maar f 8 heett.
Waar dus de accijns bijna 8 maal zoo groot
is als de waarde, daar is reeds een wan -
verhouding zelfs schromelijke wanverhouding
aanwezig. Die wanverhouding wordt nog
grooter door het vergunningsrecht. Men
mag het er gerust voor houden dat men
bij den accijns van f 63 per heet. nog een
bedrag van sommige plaatsen zelfs van f3
4 f 4 per H. L. moet voegen, wil men de
belasting op het gedistilleerd op haar juiste
hoogte schatten.
Verder wordt gewezen op de vexatoire
wijze waarop de accijns wordt geheven.
Immers zonder eemge noodzakelijkheid is
de distillateur aansprakelijk, ook al is het
gedistilleerd verkocht en geleverd, voor den
accijns door den afnemer verschuldigd.
Verder is den branders en distillateurs de
verplichting opgelegd om borg te stellen
voor den accijns en is het uiterst moeilijk
een borg te vinden, die aan de willekeu
rige eischen der ontvangers beantwoordt,
waarbij komt het gevaar om buiten schu d
en wegens ondermaat ooete, soms zware
boete, te beloopen.
Hieruit concludeert adressante als volgt
Het staat dus vast, dat het voor een
belangrijk deel aan onze wetgeving moet
worden geweten, dat het brandersoedrijt
sedert langen tijd in een toestand van
malaise verkeert. Welnu, indien een voor
stel tot verhooging van den accijns met een
bedrag van f7— per H.L. wordt aange
nomen, dan zou dit tengevolge hebben, dat
die toestand veel verergerd werd. Immers,
de aanneming van zuik een voorstel zou
voor het brauaersoeurijf beteelteneu, dat ue
belemmeringen door de hoogte van uen
accijns aan dat bedrijf in den weg gelegd,
in groote mate werden vermeerderd, uat
de distillateurs gevaar gingen loopen voor
nog grooter belastingschulden van hun
afnemers te worden aaugesproken, aat de
branders en distillateurs zien genoopt zagen
hun borgtocht andermaal en met ruim 1U%
te verhoogen, dat alweder hun aansprake
lijkheid toenam bij ondermaat en oeboe-
tingen, wam zoowei ueze ais ue borgtoent
zijn vastgesteld in een bepaalde vernouuin"
tot het bedrag van den accijns. Zij zou dus
in een woord beteekenen, dat de uitoefe
ning van dat bedrijf nog moeilijker, ja nog
onmogelijker gemaakt werd dan reeus het
geval is en dat de belangen der duizenden,
die bij het bestaan er van zijn betrokken,
m groote mate werden geschaad,
Daarna vervolgt het adres aldus
Behalve de belangen van nen, die recht
streeks bij het brandersbedrijf zijn betrokken
zijn met een verhooging van den accijns',
zooals wij reeds zemen, de belangen gemoeid
van een groot deel der overige bevolking
van ons land. £n inderdaad, daarvan een
verhooging, indien zij tot stand kwam, het
gevolg zou wezen, dat de prijs van het
gedistilleerd noodzakelijk zou stijgen, zou
zij onvermijdelijk voor ons volk de 2 volgende
onheilen met zich voeren.
Vooreerst zou zij tengevolge hebben, dat
door het gebruik van gedistilleerd alweder
een grooter bediag aan het inkomen werd
onttrokken en van het huishouden voor
namelijk van den kleinen man dus alweer
minder beschikbaar bleet, terwijl men zich
tevreden ging stellen met een door ver-
valsching goedkooper vocht, waardoor in
niet geringe mate de volksgezondtieid wordt
bepreigd. Men aenke vooral aan het verder
felijke methyl, dat toch al reeds in eer,
onrustbarenae hoeveelheid wordt gebruikt.
In de tweede plaats zou de verhooging
van den accijns een prikkel te meer zijn
tot uitoefening van den reeds op zich zelf
maar vooral om zijn gewonen nasleep zóo
immoreeien smokkelhandel en aldus leiden
tot diep zedelijk verval vooral van onze
grensbevolking.
Ten slotte wijst adressante op het belang
van den Staat. Is reeds hoogst bedenkelijk
een maatregel, waarbij de fiscus wordt
gebaat ten koste van het volksbelang, r.o,:
bedenke ijker is het wanneer een dergelijke
maatregel in strijd is met de belangen der
schatkist. En dit nu is inderdaad met een
verhooging van den accijns op het gedis
tilleerd het geval. Irhmers, reeds thans is
bijna een vijfue der gewone uitgaven van
den Staat alhankelijk gesteld van het je-
neververbruik en dernalve overgeleverd asn
de genade of ongenade van het verbruik
van één enkel artikei. Zou het nu wenschelijk
kunnen zijn deze van fiscaal standpunt niet
te verdedigen wanverhouding nog erger
te maken dan zij reeds is
Aan het slot van het adres betoogt
adressante, dat, zijn aan eene verhooging
van den accijns en vooral aan eene ver
hooging als de Regeering bedoelt, groote
nadeelen verbondeQ, zij ook met door de
noodzakelijkheid wordt geboden.
Immers welke reden kan men zich denken
waarom een vernooging noodzakelijk zou we
zen Zeer zeker de uitgaven van den Staat
zijn belangrijk toegenomen en tot dekking
der meerdere uitgaven moeten er mid°-
delen worden gevonden (ofscnoon naar onze
meening waarschijnlijk met tot zulk een
bedrag als men op het eerste gezicht zou
meenen, nu er toch maatregelen zijn ge
nomen tegen de frauduleuze wijze waarop
sommige branderijen in Limburg en Noord
brabant werkten, en dit ongetwijfeld een
vermeerdering van den accijns op het ge
distilleerd tengevolge zal hebben. Maar
daarom is het nog niet noodig om die mid
delen alleen te vinden in een zwaardere
belasting op het artikel, dat toch reeds zoo
ontzettend hoog belast is. Daar zijn toch
nog zooveel andere wegen, die kunnen
worden ingeslagen. Daar zijn bijv. nog
zooveel artikelen, die even goed als he°
gedistilleerd in aanmerking kunnen komen
voor een belasting en die totnutoe of in
't geheel met of ter nauwernood belast zijn.
Waarom wordt er om er maar eemge
van te noemen geen belasting of ver
hooging van belasting voorgesteld op tabak,
piaDo's, wijn, bier, vooral op de twee
laatstgenoemuen, weiker alcoholgehalte toch
dikwijls waarlijk met gering is.
Ten slotte pleit net adres er voor de
voorgestelde verhooging als tijdelijke maat
regel in te voeren en dan wijst h6t er op,
dat een accijosverhooging van f7 nog geen
f300.000 in de schatkist zou brengen en
dat toch eerlang nieuwe inkomsten bijv.
dooreen verhooging der invoerrechten zullen
bezorgd worden en besluit dan aldus :j
Noodzakelijk is de verhooging dus niet.
Men kan haar evenmin wenschelijk noemen!
Om toch wenschelijk te kunnen zijn, moeten
haar voordeeien de genoemde nadeelen
overtreffen. Maar waarin zou aie voordeeien
dan kunnen bestaan In antwoord hierop
wordt er wel eens op gewezen, dat door
een vernoogmg van den accijns het drank
misbruik wordt tegengegaan, doen de cijfers
hebben herhaaldelijk aangetoond, dat dit
beweren zoo goed als geneel met de waar
heid in strijd is. Immers, niettegenstaande
de herhaalue verhoogingen van uen accijns
is het gemiddelde drankgebruik per hoofd
slechts in geringe mate verminderd en deze
vermindering moet nog voor een deel
aan andere omstandigheden worden toege
schreven aan de verhooging van het alge
meen zedelijk peil der bevolking, aan den
invloed der matigheidsgenootscnappen, aan
het meer en meer toenemen der sport, die
een sterke prikkel is tot beperking van net
drankgebruik. Hier kan de opmerking
worden gemaakt,dat,als het drankgebruik per
foofd slechts in geringe mate vermindert, er
voor de branderij industrie ook geen nadee
len zijn te vreezen, daar de accijns slechts
in zoover tot naueel van dat bedrijf kan
strekken, als hij een verminuermg van het
verbruik van jenever veroorzaakt. Doch (om
er niet van te spreken, aat bij deze op
merking de bovenvermelde bezwaren woruen
vergeten, verbonden aan de wijze waarop
de accijns geheven wordt), wordt er bij
over het hootd gezien, dat, ais het jenever
bruik per hoofd maar weinig vermindering
ondergaat, dit uit een oogpunt van drank
bestrijding een niet noemenswaardig resul
taat moet heeten, terwijl de gevolgen er
van voor het brandersbedrijf toen zeer
nadeelig kunnen wezen, daar de geringe
hoeveeineid van het jeueververbruik per
nooid vermenigvuldigd met het getal der
hoofden een groote hoeveelheid tot product
heeft.Neenaan een verhooging van uen accijns
is naar het oordeel onzer Kamer dan ook
geen ander voordeel verbonden dan dat zij
geld in de schatkist zou brengen. Maar uit
is een voordeel uat met de Oiiiijkhe.d in
strjja is. Ut kan men net ais billijk
bescnouweu, dat voortdurend op één artikel
ae belasting wordt vertioogu, dat telkens
en telkens van netzeifde betrekkelijk kiem
aantal personen het dragen van lasten worut
geëiscüt, die onder allen betiooren verueeld
te worden, dat een beurjjf van nijverheid,
welks recht van bestaan men toch moet
erkennen en dat om meer dan één reden
nuttig is (men Uenke on, aan de spoeling
en de gist) zonder noodzaak aan het belang
van anderen wordt opgeoflerd, dat ue bron
van inkomsten voor duizenden roekeloos in
de waagschaal gesteld wordt? Eu zoo het
even genoemde voordeel dus met de billijk
heid in strijd is, mag er üan acht op geslagen
worden
Eindigend besluit het adres aldus
Waar aan een voorstel tot verhooging
van den accijns op het gedistilleerd dus
groote nadeelen zouden zijn verbonden en
tegenover deze nadeelen geen uoernens-
waardag voordeel staan zou, daar heeft onze
Kamer de eer Uwe vergadering eerbiedig,
maar met aanarang te verzoeken om aan
zulk een voorstel, inaien net Uwe Kamer
bereikt, hare medewerking te onthouden.
Overvloed van stof noopt ons ook heden
het vervolg van het feuilleton uit te stellen.
Van de aan den Rotterdamschen dijk
staande teietooripaien hebben baidadigen een
groot aantal porseleinen isolatoren stuk
geworpen.
Een groot stuk telefoondraad heeft men
mede ontvreemd.
Vanmorgen is in de Noord vest alhier de
schroefstoomboot der firmaVerboom en Vetb,
welke jeneverfusten van hier naar Rotterdam
vervoerde, in aanvaring geweest met de
overzetpont van de weduwe van Diejen.
De pont bekwam belangrijke schade,
doch de stoomooot geene, zoodat zij haar
reis voortzette.
De directie der Rotterdamsche Tramweg-
Maatschappij heelt eemge koffianuizen
aangewezen, waarin koetsiers en conducteurs
der trams (echter niet de z. g. aflossers)
tweemaal per dag een kop warme koffie
kunnen gebruiken. Zeker een maatregel,
die Dij deze koude dagen door het personeel
zal worden toegejuicot.
In het café »De Poort van Kleef" aan
den Nieuwen Binnenweg te Rotterdam,
werd gister-avond eene meeting gehouden,
ten einde te ageereu tegen het besluit van
B. en W., waarbij aan de Rotterdamsche
Tramwegmaatschappij concessie is verleend
om de stoomtramlijn Rotterdam—Schiedam
op dubbel spoor aan te leggen en uaar
tevens eene paardentram over te leiden
tusschen Rotterdam Delfstiaven, geheel in
strijd met net veilig verkeer over dezen
smaiien verbindingsweg aan den Nieuwen
Binnenweg.
Door mr. J. W, Mulder, rechter in de
arrondissementsrechtbank, werd het dezer
dagen gepuoliceerde adres aan den Raad
uitvoerig toegelicht en onder meer medege
deeld, dat de nieuwe concessie met in de
openbare raadszitting verleend is, en werd
door spreker geprotesteerd tegen de sterke
positie, die de tramwegmaatschappij tegen -
over de overheid en het publiek inueemt.
Sprekers toelichting vond luide instemming
bij acclamatie werd eene motie aangenomen
van mr. Gratama, om de concessie vao
stoomtram in te trekken en den verkeersweg
ter plaatse te verbeteren.
In een der openbare scholen te Rotterdam
bevroor het water in een goudvisschenko10
tot een vaste ijsmassa, waarin de goud*1®"
schen door het ijs totaal waren ingesloten-
Des morgens werd de kom na dez®
ontdekking bij de kachel geplaatst, weiker
warmte het ijs spoedig ontdooide. £v®n
daarna zwommen de goudvisschen w®e'
lustig in het rond. Voorzeker een be*lJ°
van de taaiheid van deze vischsoort.
In den toestand van het ys op de ri*'ef
van Rotterdam tot zee is sedert gister®0
weinig verandering gekomen.
Op de benedenrivieren is heden mii"?®1^
ijs dan gisteren, waardoor de stoomvaar'
daar geen moeieiijkheden van beteeken's
ondervindt.
Het stoomvaart-verkeer van Lekkerk®1''5'
Schoonhoven, Zieriksee, Geercruidenhe'g'
Willemstad, Dordrecht, IJselmor-de, VlaaI"
dingen, Brielle en Hoek-van Holland °P
Rotterdam is nog steeds niet opgehe'®0'
Daar het ijs in Kil en Noord bij wjj'®°
vast zat, hadden de booten daar bed®0
nogal opontnoua.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 9 December
Prof. Van uer Vlugt, nieuw gekozen
vour Leiaen, heett na 't afleggen der g®v°r'
derde beioften, zittinggenomen. Dealgeme®"
bescnouwingen over de
Staatsbegrooting
zijn voortgezet.
De Minister van Binnenl»
sche zaken erkende, dat het moeielfr
probleem voor net Kabinet gelegen lS
de finauueele kwestie, dankte den °®tf
Drucker voor de strikt correcte wij2".'
waarop hij zijn houuing tegenover °efl
Kabinet heeft omujndverdedigde zj)
houding inzake de Speetwetbetoogd® a*g
het plan tot ver wapening der artiH®1'
geenszins getuigt van ultra-militair^10
wanneer men ziet, dat Zwitserland °aaf
8 miihoen voor geelt, oordeelde Uat neb®®
Staalmau voorbarig was met zijn telear=ie
ling over net niet oplossen der onder
kwestie, omdat eerst tegen de volg®0 g
zitting is aangekondigd eene oplossing
het vraagstus, hetzij in den geest van 0
Unie-rapport, hetzij in den geest der oeke°nei
motie, 't Kwam den minister voor, dat h
aes heeren Schaper's toeleg was ge*'.®
een scheiding te orengen tusschen partij
ter rechter- en linkerzyde, waarbij de
Schaper z. i. zich ecmer aan gezientsbsd'
schuldig maakte. Vervolgens behande
de minister de vraag, in hoeverre
democraten der rechterzijde met die
nnkerzyae kunnen mehegaan. Zyns l0Z'*a.
kunnen anti-revolutionnairen net ai
meen kiesrecht niet accepteeren om
beginsels wil. de
De Minister betoogde uitvoering, dat
Cnnsteneu lijnrecht staan tegenover lV1
en zijn volgelingen, uie aiie dingen geD
willen beheerscneu en constateerde, b4' )S[
cnristelyke partyen juist, omdat zfi aje
den Cnristus willen verioocnenen, s°C'jne
hervormingen voorstaan,al zijn ue cnrisie,J|!.t
partijen van oordeel, dat de dreigende g®
van materialiseenng in het volk di®°
woruen tegengegaan. rs
Toen de heer Schaper na'sml0la
antwoord het woord vroeg, stelde d® 0
Van Bylandt een motie tot sluWg
net debat voor. juld
De neer Van Kol veroordeelde ba1
de motie en werd wegens herhaal"
mterrompeeren tot de orde geroep®"^,,.,
motie, in stemming gebracm, werd v®r
pen met 39 tegen 34 stemmen. ima°
De heeren Schaper en Staal
voerden daarna voor de derde naaa'
wooru, waarna het algemeen deoat g®B
werd. ie
Hoofdstuk I (Huis der Koning10?
goedgeüeurd. je
Hootdsiuk II is goedgekeurd, nada jen
Minister van Financiën aiiniejd«
heer Ter L a a n,die de in uitzicht ëe°0üjg-
wetteiijke regeling betreffende de ver® ^et
baarneid van openbare betrekking®1' g0-
ambten en bedieningen ook tot de g® f.
teujke en provinciale ambtenaren en (j,
wijzers wilde zien uitgestrekt, had b® B,
dat ue regeling zoo ver mogelijk za =oId»
By het algemeen debat over net g(
stuk Justitie" opperde de neer D e R 1 t0g('
bezwaar tegen de voorwaardelijke v
deeling,