krasse maatregelen overging, de rechts
positie van de arbeiders verzekeren, zorgen
dat er een arbeidscontract komt en het
nageleefd wordt en aile kwesiiën door een
scheidsgerecht worden opgelost. En ten
bewijze, dat hij zich niet met praatjes op
houdt, leest hij voor, wat hij zelf in 1898
in Vragen des Lichts over eene spoorweg
staking geschreven heeft't was alsof hij
toen reeds voorzag wat nu gebeurde
zonder waarborg het recht ontnemen is
onrechtvaardig't is een wapen, dat geen
hout snijdt.
Nog een ander artikel der Strafwetten
is volgens spr. gericht tegen de vakbe-
weging het is het artikel, dat straf bedreigt
voor den overlast, die georganiseerden aan
doen aan met-georganiseerden. Spr. acht
dit artikel, dat in 't algemeen strafbaar
stelt hinder, overlast en vreesaanjaging, zoo
vaag en elastiek, dat het tot schromelijke
onzekerheid aanleiding zal geven en in
twijfel zal stellen of niet reeds de gewone
middelen van overreding strafbaar zullen zijn.
Resumeerend zegt spr., dat èn om het
onrecht in zake staking aan de spoorweg
arbeiders gedaan èn om het onrecnt, dat
door het andere artikel aan alle arbeiders
dreigt gedaan te worden, de ontwerpers der
adres-beweging den strijd tegen de wets
ontwerpen hebben opgevat en er hun protest
tegen uitbrengen.
Daarna verkreeg het woord de heer
Brinkhuis, die meer in het bijzonder
het standpunt uiteenzette, dat z. 1. de
katholiek-democratische arbeider tegen de
wetsontwerpen innemen moet. Spr. trachtte
te weerleggen, dat het hier een anti-
clericale beweging gold tegen de clericale
regeering. De katholiek-democr. arbeiders
gaan met mee met de beweging der
christelijke bonden, die trachten de Regeering
in haar opzet te steunen. Met een ver
wijzing naar hetgeen in verschillende landen
is gebeurd, trachtte hij het verzet tegen de
Regeering te rechtvaardigen en aan te toonen,
dat het hier niet geldt een strijd van het
anti-clericalisme tegen het clericalisme,
maar een beweging van de democratie
tegen het reactionair conservatisme. Ten
einde dit te staven beneD hij zich op de
uitspraak van Paus Leo XIII, die gezegd
zou hebben, dat er geen wettige regeering
is dan een volksgouvernement en zelfs op
een citaat van St. Thomas van Aquine,
die zou getuigd hebben, dat de Staatsmacht
komt van God door het volk en aan het
volk het recht toekent tegen tirannen in
opstand te komen.
Deze spreker, in zijn sterk Twentsch
accent met zeidzamen spoed zijn rede uit
sprekend en daardoor dikwijls moeilijk ver
staanbaar, meende ten slotte, dat men den
volkstroom moest leiden in de bedding der
democratie en aan haar de eindzegepraa
verzekerd was.
Van de gelegenheid tot debat werd het
eerst gebruik gemaakt door den heer L. v a n
Kemenade, die tooneelen uit de laatste
bootwerkersstaking te Rotterdam in het
licht stelde en Uit de schade daardoor be
rokkend en het geweld daarbij gepleegd,
besloot, dat wettelijke voorziening ten dezen
opzichte wel degelijk noodig is.
Daarna washet woord aan den heer
Dienske een jongmenscb, dat op talent
volle wijze de Regeering tegen de aanvallen
van den heer Treub verdedigde. Deb.
wraakte vooralj dien inleider, waar hij,
betoogend dat de Regeering voor een
ongestoord spoorwegverkeer heeft te zorgen,
haar de middelen niet wil toestaan om dat
verkeer te verzekeren. Dat de Regeering
niet op de spoorwegstaking voorbereid was,
is niet zoo'n wonder, want de leiders der
sociaal-democraten waren er zelf door
verrast; in de besproken audiëntie was
slecnts sprake van het ontheffen der
bekende wettelijke verplichting. Wil de
Regeering zorgen voor een geregeld spoor
wegverkeer, dan moet er een tijd voor
ontslagname bepaald zijn. Dat de Enquête
commissie niets zal uitrichten zullen zij, die
dr- Kuyper kennen, met beweren. Deb.
stelde verder vooral het feit van contract
breuk en het revolutionairanarchistisch
karakter der jongste spoorwegstaking in 't
De 31ste Januari heeft geleerd, dat er
leemten in de wetgeving zijn en die leemten
Ai (r'n° aanvullen, dat o. a.
art. 184bis der voorgestelde strafwet niet
alleen de nalatige arbeiders, maar ook de
schuldige patroons zal treffen.
Deb. stelt verder de noodzakelijkheid
van de aanvulling der strafwetgeving o. a.
met een verwijzing naar het gebeurde met
de Durgendammers in 't licht, en doet ten
slotte uitkomen, dat de grondslagen der
tegenwoordige beweging dieper liggen het
is de strijd van het ongeloof, dat het gezag
in handen van het volk stelt en het geloof,
dat het oppergezag van God erkent. De
adresontwerpers moeten zich niet wenden
tot de Kamer maar tot de Regeering, haar
vriendschappelijken raad gevend. Spr.
eindigend, de beschuldiging weersprekend!
dat ae Regeering klassenstrijd zou uitlokken
spoort aan met af te breken, maar het
gezag te steunen in deze moeielijke tijden
Als derde debatter trad op dr. van
Leeuwen, die, er op wijzend dat de
omstandigheden van practischer, aard zijn
en tot ter-zijde-stelling van beginselen nopen,
vroeg of het tactisch juist is van de ont
werpeis der adres beweging, de groote
mas^a der christelijke arbeiders, die zich
bij ae Regeering aansluiten, van zich af te
stooten immers van christelijke zijde wordt
juist ontkend, wat hier wordt bew«erd nl
dat de ontwerpen der Regeerin<* 'het
stakingsrecht wegnemen. Deb. veroordeelt
aluus de adres-beweging. Hij zou het in het
belang van eene aaneensluiting van alle
arbeiders tactisch juister achten, dat vrijz.
dem. woordvoerders, envenals de soc.-dem.
debatters, zich begaven in de vergaderingen
der christelijke partijen en daar hun
standpunt uiteenzetten. Zoo doende zullen
zij veel beter hun doel bereiken.
De vierde debatter, de heer N. F.
Elgers, de geweldadige spoorwegstakinc
veroordeelend, staafde zijn betoog met eene
mededeeling omtrent de afdeehng Rotterdam
van de Vereenigmg van Spoor- en Tram
personeel. Den heer Brinktiuis ried hij
voor hij uit het verband gerukte citaten
van St. Thomas van Aquinen gebruikt
eerst eens bij den Schiedamschen pater De
Groot, prof. aan de universiteit te Amsterdam,
een cursus in de Thomistische wijsbegeerte
te doorioopen.
De heer W. Van der Most P h z n., da
laatste debatter, stelde als voorzitter van
^Patrimonium vooral toet standpunt in het
licht, dat zij in de huidige crisis inneemt.
Met voorlezing van een lang c taat uit een
christelijk tijdschrift verklaarde hij tegenover
den inleider Brinkhuis de leer, die door de
Calvinisten omtrent den goddelijkenoorsprong
van het gezag gehuldigd wordt.
De sprekers en debatters werden beur
telings door een deel van het publiek, dat
blijkbaar hun beginselen huldigde, geapplau-
diseerd af en toe werd ook gefluit ver
nomen.
Nadat prof. mr. Treub geprotesteerd
had tegen een uitdrukking van deb Elgers
dat het den vnjz.-dem. er slechts om te doen
zou zijn zich-zelf in de hoogte te brengen,
beantwoordde bij allereerst dr. Van Leeuwen
Het verwijt van ontactisch handelen, sim-
gerde hij dien deb. terug. Integendeel,
juist de soc.-dem., door den parlementairen
weg te verlaten en met het Comité van
Verweer in staking heil te zoeken, handelen
ontactisch; want mets zou thans de Regee
ring meer in de kaart spelen dan eene
algemeene werkstaking; zij zou kunnen
zeggen zie je wel, dat wij gelijk hadden.
Aan deb. Van Kemenade antwoordde hij,
dat de gewelddaaigneden, die hij veroordeelde
reeds bij de tegenwoordige strafwetten
strafbaar zijn, maar de moeilijkheid ïsj jist
ze te kunnen bewijzen en de schuldigen te
treffanhij zegt immers zelf, dat de
geweldenaars vluchtten, toen de dragonders
kwamen.
Verder beantwoordde spr. nog vrij uit
voerig de antirev. deb. Dienske en Van der
Most, zijne beweringen op verschillende
punten volhoudend. Uat het hier goid een
strijd van geloof tegen ongeloof of dat de
handhaving van het gezag in kwestie zou
zijn, moest hij weerspreken, Daarentegen
hield hij vol, dat de Regeering, die de
spoorwegstaking strafbaar wil stellen voor de
grieven zijn weggenomen, tot klassenstrijd
aanzet en verbittert.
Na de heer Treub, die inmiddels vertrok,
repliceerde nog de heer Brinkhuis!
tegenover den heer Dienske verweerde
hij zich met de opmerking dat ds. Talma
zich blijkbaar zelf nog niet geheel met de
wetten kon vereenigen, wijl hij zich daar
over niet had uitgelaten. Verder trachtte hij
zijn meening omtrent den oorspron" van
het gezag te rechtvaardigen en te weer
'eS8enj dat het hier een strijd gold van
geioof tegen ongeloof; Hij meende, dat
men hier slechts met een opstand tegen
tirannie te doen had en eindigde met zijn
vertrouwen uit te spreken, dat de tegen
woordige beweging de ontwerpen van de
baan zou schuiven.
Met een woord van dank aan de beide
sprekers, de verschillende debatters en het
luisterend publiek sloot daarna de Voorzitter
de vergadering.
Volgens de vorige kiezerslijst waren deze
resp. 770, 972 en 751 kiezers.
Yolksbadhuis.
In de week van 1622 Maart 1903 werden
genomen 283 baden
lste kl. 2de kl.
kuipbaden 23 kuipbaden 30
regen 15 regen 124
school 40
kinder» a3ct 51
In de maandelijksche vergadering door
de afdeeiing Schiedam van den Ned. R.
K. Volksbond, Zondag 29 dezer te houden,
zal de eerw. pater F. van Kerkhoff O. C.
te Osch, als spreker optreden.
In die vergadering zal, zooals men weet,
de bestuurskeuze plaats hebben.
BINyEXLAXD.
H. M. de Koningin heeft het voornemen
te kennen gegeven Z. K. H. den Prins
der Nederlanden te vergezellen bij diens
bezoek aan het zesde wapenfeeest van den
Koninklijken Officieren-schermbond op
Vrijdag-avond 27 dezer.
In de gister-avond in het Nutsgebouw
te Rotterdam gehouden 25e jaarvergadering
der Vereeniging tot Verbetering van Armen
zorg, werd het 25 jarig bestaan herdacht
en hulde gebracht aan de heeren G. H.
Hintzen, voorzitter, en J. Knegtmans, be
stuurslid, die vanaf de oprichting werkzaam
zijn. Bij monde van den heer W. Wijt
werden hunne verdiensten geschetst en hun
namens een aantal belangstellenden een
som van ruim 7000 gulden ter hand gesteld
ten bate van Armenzorg. Eene weikomene
gave ter aanvulling van het jaarlijksch tekort.
De oprichters kregen ieder een oorkonde
met opdracht, vervaardigd door leerlingen
der Industrieschool.
Bij het uitvoerend comité voor de Nati
onale Bakkerijtentoonstelling in Mei en
Juni van dit jaar te Rotterdam te houden,
zijn nog de volgende eerepnjzen voor den
vakwedstrijd toegezegd: Van de heeren
Mehring aldaar, N. N. id., en K. 's-Bosch,
ieder eene zilveren medaille. Wegens aan
vragen uit het buitenland bestaat het voor
nemen om eene internationale afdeehng
aan de tentoonstelling toe te voegen.
Door eenige leden van »B. Z. O. D.,"
exposanten op de Gentsche tentoonstelling,
is iu beginsel besloten eene technische
onderafdeeling te stichten. Het doel is vak
ontwikkeling en voorlichting tot veredeling
van het ambachtzich bekwamen voor
vakwedstrijden.
Gister-avond 10 uur brak te Rotterdam
een felle brand uit in de Polanenstraat te
Oud-Kralingen, in de stallen van den vracht
rijder G. Bruinsde brand was ontstaan
op den hooizolder8 paarden werden door
de politie gered, 4 spuiten waren in werking
de schade is aanzienlijk. Alles was geas
sureerd.
Uit een pakhuis aan de Maaskade O. Z.
op Fijenoord zijn ruim 200 zakken meel
ontvreemd. De diefstal moet achtereen
volgens 's nachts gebeurd zijn.
Zaterdag-nacht zijn twee ton steenkolen
gelost uit de vol water staande achterruimen
van de Gelderland, terwijl Zondag en heden
eenig los inventansgoed is overgebracht op
de Buffel. Op luik No. 3 is een kisting aan
gebracht, waardoor het luikgat tot boven
den hoogwaterstand wordt opgebouwd, zoo
dat het buitenboordwater daar niet over
heen kan stroomer. en de pompen alsdan
kunnen blijven doorwerken. Ook voor de
andere luikgaten worden kistingen in ge
reedheid gebracht. De scheur aan de bak
boorazqde van het stoomschip is ongeveer
21 voet lang en laat gedeeltelijk nog
water door.
Be Kiezerslijst.
Het aantal kiezers voor leden van den
gemeenteraad kan gesplitst worden voor de
districten als volgt
le district 749, 2e 981 en3a 772 kiezers.
Het wrak van de Woolwich blijkt zeer
hinderlijk voor de scheepvaart in het vaar
water te liggen. Er zal een gasboei met
krachtig licht bij het gezonken vaartuig
worden geplaatst, zoodat het voor afko
mende schepen meer afdoende verkend kan
worden dan als tot nu toe het geval was
door de zwakke lichten, die des nachts
brandende worden genouden.
Staatscommissiereorganisatie 1. m. en h.
onderwijs.
De Sfcf. no. 70 bevat een Kon. besluit,
waarbij
lo. een Staatscommissie wordt ingesteld
tot het voorbereiden van voorstellen aan
de Regeering tot reorganisatie van het lager,
middelbaar en hooger onderwijs, voor zoo
ver deze tot een betere ineenschakeling
van de verscheidene deelen van het onder
wijs noodig zal blijken, mat bepaling, dat
het door haar daaromtrent uit te brengen
verslag zal vergezeld gaan van een berede
neerd voorstel, bevattende de uitwerking
van haar denkbeelden in den vorm van
ontwerpen van wet.
2o. bepaald, dat de commissie zal verga
deren te Amsterdam
3o. tot leden dezer commissie benoemd
dr. J. Woltjer, hoogl. aan de Vrije Univ.,
lid van de Eerste Kamer, te Amsterdam,
tevens voorzitter; mr. H. L. Drucker, lid
van de Tweede Kamer, te Leidenpater
J. V. de Groot, hoogleeraar, benoemd door
het R. K. episcopaat van Nederland bq de
Gem. Univ. te Amsterdamdr. W. H.
Nolens,lid van de Tweede Kamer, te Rolduc;
mr. C. Pijnacker Hordijk, oud-üoogleeraar,
oud minister van Binneniandscne Zaken en
oud-Gouv. Gen. van Ned.-Inaië, te 's-Gra-
venhage; dr. B. Symons, hoogleeraar aan
de Rijks-Univ. te Groningen; en J. Tn. de
Visser, lid van de Tweede Kamer der
Staten Generaal, te Amsterdam
4o. aan deze commissie als zoodanig toe
gevoegd mr. H. Th. 's Jacob, schoolopziener
in het arrondissement Rnenen te Leusden
5o. goedgekeurd, dat door deze commissie
te harer voorlichting ten aanzien van de
verschillende deelen van het onderwijs sub-
commissiën worden ingesteld en daarin
personen worden benoemd buiten de leden
der commissie
6o. de door deze commissie tot leden
der onderscheidene subcommissiën te
benoemen personen, voor zoover zij geen
betrekking bekleeden vermeld in art. 2
van het Kon. besluit van 5 Jan. 1884,
Stbl. no. 4, zooais dat gewijzigd is bij het
Kon. besluit van 24Febr. 1898, Stbl. no. 56 of
voor zoover zij daarbij in een lagere klasse
zijn ingedeeld, ten behoeve van aan hen
toe te kennen vergoeding voor reis- en
verblijfkosten, te rangschikken in de tweede
klasse van genoemd art. 2
7o. aan de leden dezer commissie, zoo
mede aan de door haar tot leden der
onderscheidene subcommissiëa te benoemen
personen voor eiken dag, dat door hen de
vergaderingen zullen worden bijgewoond,
toe te kennen een vacatiegeld van acht
gulden (t 8)
8o. aan den secretaris dezer commissie
toe te kennen een belooning tot een bedrag
berekend naar een bedrag van twee duizend
gulden (t 2000) 's jaars
9o. Onzen minister van Binnenlandsche
Zaken te machtigen de instructie voor deze
commissie vast te stellen.
De gewone audiënties van den minister
van Financiën op Donderdag 26 Maart a.s.
en van den minister van Koloniën op Vrijdag
27 Maart a.s. zullen met plaats hebben.
De nieuwe minister van Marine, de
schout-bij-nacht A. G. Ellis, is sedert 1813
het 36ste hoofd van dat departement. Het
eerste was mr. J. C. van der Hoop, die 7
December 1813 werd benoemd tot commis
saris-generaal voor de Marinehet 35ste
was de gepens. luit. generaal J. W. Bergan-
sius, die 13 December 1902 ad interim werd
benoemd.
Zooals men weet, was van 1813 tot 22
Februari 1818 de opperdirectie van het
departement van Marine opgedragen aan
JiCut.