Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 26ste Jaara. Vrijdag 3 April 1903. No. 7566. Het Loterijbiefje. k™» T» Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. PRIJS TAN DIT BLADl Voor Schiedam per 3 maanden 1.50 Franco per post door geheel Nederland s - 2. Afzonderlijke Nummers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËNj Van 1—6 regels2 f 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billjjke overeenkomsten aangegaan. OFFICIEELE BERICHTEN. Kennisgeving. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gezien het verzoek lo. van de firma J. E. Scheffer Co. om vergunning tot uitbreiding harer stoomwasscherij »de Phoenix" staande aan de West-Frankelandsche laan nrs. 6 en 8, kadaster sectie M no. 949 2o. van de firma P. van den Berg en Zoon om vergunning tot oprichting van een steenhouwerij in het pand staande aan de JSoordvest no. 127, kadaster sectie A no. 1454 Gelet op de bepalingen der Hinderwet; Doen te weten dat voormelde verzoeken met de bijlagen op de secretarie der gemeente zijn ter visie gelegd dat op Donderdag denlöden April a.s., des middags ten 12 ure, ten raadhuize ge legenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van die verzoeken in te brengen en die mondeling ol schriftelijk toe te lichten en dat gedurende drie dagen, vóór het tijd stip hierboven genoemd, op de secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 2den April 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, WIJTEMA. ALGEMEEN OVERZICHT. 2 April 1903 De Macedonische kwestie. De storm, die in den Balkan reeds zoo lang heeft gedreigd, blijkt los te breken. Rusland heeft de catastrofe trachten te voorkomen door Turkije te dwingen de Feuilleton. Uit bet Deensch van Tneodor Andersen. 1) Mijn vader speelde in de loterij altijd pp nummer 1331 dat had hij reeds elf jaren gedaan, zonder er een enkele maal tets op te winnen. Na zijn dood speelde i* er verscheidene jaren op, zonder een Prijs te trekken. Dikwijls begon het mij te vervelen, maar ik waagde het toch niet oen ander nummer te nemen; éénmaal oest het toch zeker uitkomen, en omdat «iL, z?olang geduurd had, zou het dan lot h»J°mi-ra8I; grooten PriJ's zijn- Het J® tjader en naij reeds meer dan heel I ^p te yerliezen en een ge i'. pl,°r<,,,d' "a '2 kwam oerste trekking en ik vernieuwde myn lot niet. Van dat oogen. oorzaken van het oproer weg te nemen, maar het schijnt te laat te zijn. De Chris tenen grijpen naar de wapens om de vrij heid te bevechten. De Mahomedanen grij pen naar wreeder en scherper wapens, om de opdagende vrijheid te smoren. En de Turksche troepen in hunne fanatieke dapper heid herstellen de orde op harde wijze, maar steeds ten gunste hunner geloofsgenooten, ten nadeele der gehate Christenhonden. Een reeks van berichten doet zien hoe verward, maar ook hoe ernstig de toestand is. Uit Coustantinopel wordt eerst gemeld Turksche gendarmetroepen belegeren, onder aanvoering van Essadby, de door katholieke Aibaneezen, de z.g. Miriaieten, bewoonde plaats Bazie. Zij vorderen de uitlevering van verschillende misdadigers, de verwoes ting van de huizen dier mannen en de betaling van een som gelds. Onder de katholieke Aibaneezen heerscht een hevige onrust. Aan de te Weenen verschijnende Neue Freie Pressc wordt uit Belgrado geseind, dat de bezetting van Mitrowitza met vier stukken geschut de Aibaneezen heeft terug geslagen. Zij lieten hun dooden en gewonden achter. Uit Saloniki seint men in dato 4 April Sedert van ochtend wordt in de buurt van Voecitrn (een plaats op 10 KM. ten Z.O. van Mitrowitza) tusschen de Aibaneezen en de regeeringstroepen gevochten. De laatste hebben dringend om versterking gevraagd. Daarop zijn bijzondere militaire treinen vertrokken. Een tweede dépêche uit Saloniki meldt nog: Er is een hevig gevecht aan den gang te Voecitrn, welke plaats de Aiba neezen hebben aangevallen. Er zijn 200 man gevallen. Zestien bataljons van de Anatoh- sche redifs zijn naar Saloniki ontboden. Volgens een telegram nit Tnëst heelt de Tsaar aan den vorst van Montenegro medegedeeld, dat hij binnenkort acht batte rijen snelvuurkanonnen zou zenden, om, blik evenwel was het met mijn rust gedaan. Overal vervolgde mij dat getalwanneer ik zat te werken, ot over de straat ging, kon ik soms plotseling luidop 1331 roepen; sprak ik met kennissen dan mengde ik zonder dat er eemge reden voor was, bet getal 1331 in bet gesprek ais ik aan de telefoon stond, vroeg ik in mijne verstrooid heid om no. 1331. Ik sliep slecht, en als ik ten laatste in slaap viel, droomde ik van no. 1331. Eens op een nacht droomde ik, dat ik in Tivoli bij een vuurwerk tegen woordig was. Tot slot verscneen nummer 1331 in Bengaalsch vuur, omgeven van stralende zonnen raketten en zwermpotten schoten er uit op, en eerst toen een raket op mijn hoofd terecht kwam, werd ik wakker. Ik was bijna in een toestand om krankzinnig te worden. Den dag vóór de trekking spoedde ik mij naar den collecteur en vroeg Hebt gij mijn lot nog Neen, juist een kwartier geleden had hij het verkocht; maar als ik soms een ander wilde «Ja, geef mij dan maar een andermaar kunt gy mij ook zeggen, wie mijn lot gekocht heeft ik stel er wel belang in naar men gelooft, de grenzen tegen de Aibaneezen te beschermen. Volgens de Polit. Corr. heeft de Russische regeering een nieuwe vermaning gericht tot de Bulgaarsche regeering met betrekking tot de Macedonische aangelegenheden. Algemeen laakt men in diplomatieke en handelskringen te Constantinopel de ver nieling van de brug bij Mustapha door de opstandelingenbenden. De Italiaansche gezant, markies Malaspina, beeft de laatste dagen langdurig met den grootvizier geconfereerd. Hij drong aan op een prompte toepassing van de hervor mingen in Macedonië en zette uiteen hoe spoeaeischend de zaak was. De Duitsche Keizer. De Duitsche keizer is gister-avond half twaalf vertrokken naar Kopenhagen. Daaruit blijkt, dat hij dus toch het aangekondigde bezoek aan het Deensche hof zal brengen, waaromtrent in de laatste dagen de berichten zoo uiteenliepen. Men beweert, dat de Duitsche keizer bij de nadering van de algemeene Rijksdag- verkiezingen een manifest zal uitvaardigen aan het Duitsche volk. De onlusten in Algiers. Een telegram uit Dzjennen te Algiers ontvangen, bevat bijzonderheden over den jongsten aanval te Ksar el Azoeg van 150 Oelad Dzjeris op een convooi, dat begeleid werd door tirailleurs, soldaten van het Legioen en spahis. Het levendige gevecht duurde van 11 uur 's ochtends tot 6 uur s avonds. De Franschen vochten tot hun patronen (120 per man) op waren. Daarna worstelden zij man tegen man. De kameelen van het convooi, die buit waren gemaakt, werden terug veroverd. Ten slotte bleven echter de Oelad Dzjeris meester van het terrein. De Franschen hadden 9 dooden en 13 gewonden, onder wie een oificier. Twee man werden vermist, van wie er te weten, welk ongelukkig mensach zich daarmee bekocht heefter is nog nooit een prys op gevallen. De collecteur kende den nieuwen bezit ter nietalleen wist hij mij te zeggen, dat het een oudachtig heer was, die met een Deensch accent eene mengeling van Deensch en Zweeasch sprak. Hij sloeg zijn boek op, en vond: Handelsagent Söiensen, Victoria - straat 69 I. Ik vloog naar de Victoriastraat. Mijnheer Sörensen was juist zooeven uitgegaan hij zou op reis gaan naar Helsingör en eerst over dne dagen terugkomen, maar vooraf zou hij nog even naar den barbier Jör- gensen in de Westerburgstraat gaan. Vóór mj op reis ging, wilde hij zich eerst nog laten scheren natuurlijk, dat mocht ik mij-zelven ook wel eens laten doen in de iaatste dagen, waarin mets dan het getal 1331 mij in net hoofd had rond- gesprookt, had ik daar in het geheel met aan gedacnt. Toen ik bij Jorgeusen kwam, was Sörensen er reeds geweest; hij was vandaar naar de badinrichting gegaan. Aan de deur daarvan hield ik meer dan een uur de wacht, en sprak ieder een aaiij die uit- en ingaan maar een stervend is teruggevonden. De Oelad Dzjeris leden ernstige verliezen en lieten acht dooden op het terrein van den strijd achter. Zij namen de andere dooden en hun gewonden mede op de 40 veroverde kameelen. De toestand in Zuid-Afrika. Het te Johannesburg verschijnende blad, de Leader, bevat het verslag van een onder houd met generaal Botha, die tegensprak, dat de Boereu-generaals een "blad wilden aankoopen in overleg met den Bond. Botha en De la Rey hadden openlijk het plan ontworpen tot oprichting van een nieuw blad, maar door een onafhankelijk syndicaat de Boerenfondsen zouden niet aangeroerd worden. Het nieuwe blad zou een onpar tijdig nieuwsblad zijn, volstrekt geen anti- Engelsch Boeren orgaan. De Stem (bet bekende onafhankelijk Bondsorgaan te Burgersdorp) bevat een aanval op sir Gordon Sprigg, dien zij van woordbreuk beschuldigt (blijkbaar in zake het onderzoek naar de werking van de krijgswet). Draadberichten uit Kaapstad melden nog De Boeren moeten stappen gedaan hebben tot de oprichting van een universiteit te Steihngbosch in de Kaapkolonie, met het doei om een Hollandsche onderwijsinrichting in het leven te roepeD. Er moeten hiervoor reeds verschillende giften zijn ingekomen en de gemeenteraad moet een subsidie hebben toegekend. De Boeren hebben in Transvaal een monument opgericht ter herinnering aan commandant Theron, die gedureude den oorlog is gesneuveld. Ook zal een gedenkteeken worden opge richt ter nagedaentenis van commandant Louter, De Duitsche prinsen. Uit Caïro wordt gemeld, dat de beide Duitsche prinsen, die taans geheel van hnn mijnheer Sörensen behoorde niet tot hen. Zoo reisue ik naar Helsingör, deed' navraag in alle netels en logementen van het stadje, maar vond hem met. Daarop telegrafeerde ik aan mevrouw Sörensen «Is Sörensen in Helsingör? Waar heeft hij zijn intrek Antwoord betaald". Een paar uren later kwam het antwoord «Sörensen is op net oogenblik in Kopen hagen. Komt neden-avond naar Helsingör. Stationshotel." Dat werd op die manier een duur loterijbriefje als ik het ten minste nog weer kreeg. Voorloopig was er voor mij mets anders te doen, dan op mynheer Sörensen te wachten. Ik ging uit om de merkwaardigheden van net stadje te be- zicQtigen, Krödberg, Mariëalust, Hamiets graf. Toen ik in net Hotel kwam, was mijnheer Sörensen er juist oven te voren geweest, maar daueiyk weer neen 6egaan; hij zou echter terugnomen, om er te over nachten. Om den tyd wat te verdrijven, liet ik mij een bielstuk met spiege.eieren voorzetten, dronk drie glazen oier en daarna het eene grocje na net andere. (Wordt vervolgd^

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 1