Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
iberg's
26ste Jaarg.
EERSTE BLAD.
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
PB IJS Ti» DIT BLADi
Voor Schiedam per 3 maanden f 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers- 0.05
PRIJS DER AD VERTENTIÈN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
IJFFIC1EELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
Toelating van vee bestemd voor de land
bouwtentoonstelling te Winterswijk.
De Burgemeester van Schiedam,
vestigt, op verzoek van den heer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland,
de aandacht van belanghebbenden op bet
navolgend bericht
's Ixravenhage, 18/22 Mei 1903
De Minister van WaterstaatHandel
en Nijverheid
DE MAREZ OYENS.
De Minister van Financiën,
HARTE VAN TECKLENBURG.
Schiedam, 20 Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Kennisgeving.
Regeling van het voorbereidend Militair
onderricht.
De Burgemeester van Schiedam,
Feuilleton.
(Naar het Duitsch.)
2)
In het dal was de lente. Zij streelde het
riet met haar zachte adem. Zij speelde m
de toppen der eiken die reeds begonnen
uit te botten en boven het dak met de ge
kruiste paardekoppen uitkwamen.
George Lang liet zijn blik over huis en
hof gaan. Onder de boomen op de zwarte
modder knorden de varkens, kakelden de
kippen en sprongen de veulens en het jong
vee. Dat alles maakte een indruk van wel
stand. Ook wist George Lang dat de eigenaar
reeds sedert jaren over de lokale aangele
genheden bijna alleen te beslissen had. De
beer stond op de deel tegen de gevulde
ruiven. «Meisje waar ben jij zoo lang ge
weest". Daarmede ontving hij zijn kind, de
korte pijp tusschen de onbebaarde lippen
en richtte zijn oogen op den persoon, d;e
het meisje volgde. »Tji non normon, mees
ter, wat brengt je tot mij 1 Heeft het meisje
iemand opgegeten Een nieuwe doorboren
de blik trof het paar. «Nou nou, kom
nader. En als de meester honger heeft
dat goedje heeft altijd honger kan bij
voor mijn part meedoen".
«Ik dank" antwoordde George Lang. »Ik
had met u willen spreken over de hij
schrapte zich even de keel over de nieuwe
gymnastiektoesiellen.
Lehmbergs Greta ging na even haar be
geleider aangezien te hebben, naar moeder
'n de keuken, terwijl Lemberg's vader; de
beenen uit eikaar de handen in de broek
zakken begraven, antwoordde »Hm ja,
ik was bij de stemming er ook tegen. Onnutte
kosten. Mijn mesje is een meisje, die heeft
geen gymnastietoeïtellen noodig
George Lang meesmuilde. Hij wilde tegen
werpingen maken, maar Lehmbarg's Greta
kwam met een stalend gezicht zeggen
«Moeder heeft de soep al binnengedragen."
In de kamer, tusschen witgekalete muren,
nam de familie aan de eene tafel, het
personeel aan de andere plaats. De borden
waren netjes geschuurd, de gestoofde aard
appelen dampten en de kleine bleeke vrouw
De aanmelding tot deelneming aan het
voorbereidend mititair onderricht geschiedt
jaarlijks vóór 1 Augustus, in de bedoelde
garnizoensplaatsen bij den commandee
rende officier der Infanterie of der Vesting-
Artillerie; in de overige plaatsen bij den
Burgemeester der gemeente.
Schiedam, den 20sten Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Parij'sche Kroniek.
Niettegenstaande Frankrijk zelf in eene
steeds toenemende staat van spanning en
beroering verkeert en de burgers van het
zelfde land dagelijks door misdadige leiders
meer en meer tegen elkander worden
opgezet, zoodat het vaak tot bloedige
gevechten komt, veroorzaakte het door
niemand verwachte bericht der moorden
op den Koning en Koningin van Servië
gepleegd, hier zulk eene beweging van
verbazing, dat het op eene verstomming
geleek. De snel achtereenvolgende berich
ten dier nachtelijke slachting in den Konak
van Belgrado, bevatten zulke ongewone
gruwelen, dat men zich, ze lezende, eens
klaps in de barbaarsche tijden terug waande.
Niets ontbreekt aan dit sombere drama
wat in geheel de beschaafde wereld een
algemeen gevoel van afgrijzen en afkeuring
verwekt heeft. Het naspel zelf werd niet
vergeten en de geheimzinnige in alle stilte
bezorgde teraardebestelling der slachtoffers
geeft aan deze Koningsmoord geheel de
met het fijne kopje, lachte den gast zoo
vriendelijk toe, dat hij ten slotte dapper
mee at en zijn misnoegen overwon.
Vee. Weder. Korenzakken. Lehmberg's
vader vertelde. De boerin zweeg steeds. Maar
haar blik zeide«schoolmeester eet tot je
genoeg hebt. En kom zoo dikwijls weder tot
je zelf een huisvrouw hebt.
Voor de gast vertok, riep de boerin haar
kind toe: «Dertig eieren!"
Met ieder ei de kleine legde zij ter
zijde deed zij een goede wensch mee in
de korf Dat de meester ten haren wille
«niet uit de school geklapt had" deed haar
goed.Daarom dertig eirenEn omdat het voor
meester, was nog tien eieren bovendien.
George Lang hield woord. Zijn bezoeken
werden steeds geregelder herhaald. Met het
eigenaardige van den boer moest hij vrede
hebben, wilde hij vriendschap met de boe
rin sluiten, die hem aan zijn overleden
moeder deed denken. Hij bewonderde het
geduld, waarmede de ziekelijke vrouw alle
nukken van haar echtgenoot verdroeg, en
zocht de nabijheid van haar kind, wier werk
zaamheid in het huis en den tuin hem
aantrok.
locale kleur welke die nieuweeuwsche samen
zwering kenmerkt. De Serviërs, die van
ons Westersche Europeanen een complete
verzameling van wetten en instellingen, zoo
als eene constitutie, een parlement, eene
begrooting, ja tot zelfs een grootboek
hadden overgenomen, zouden met wat ver
stand gelukkig kunnen leven, doch al dat
westersche was maar een vernis en nu dit
ging verslijten, kwam eensklaps de ooster-
sche aard weder te voorschijn en vertoonde
ons een aangrijpend treurspel, terwijl met
onze wat verzachte zeden het in eene
comedie en dus meer in de vormen had
kunnen eindigen. Gevoelden zij behoefte
om van regeering te veranderen, waarom
volgden zij ons ook hierin niet na, in plaats
van als wilden den Koning, de Koningin en
haar broeders, de geheele familie te ver
nietigen, zoo als men, dit nog alleen in de
oude treurspelen ziet gebeuren Ook in
Servië gelijkt het op de regeering der
Apaches en de nieuw gekozen, niet te
benijden souverein, Peter Karageorgewitch,
mag wel nooit vergeten, dat de treden van
den troon, welke hem wacht, met konink
lijk bloed bezoedeld zijn en dat een nieuw
militair komplot ook hem eerstdaags kan
treffen «want in die zaken", il n'y a que
«Ie premier pas qui coute".
De groote jaarlijksche Kunstmanifestatie
der Salons, van de «Société Nationale des
Beaux Arts" en der «Société des Artistes
Francais", beiden in het Grand Palais de
l'Avenue Nicolas smaakvol ingericht, be
zorgde ons eene weldadige afleiding in
deze in vele opzichten gedrukte dagen, en
een genot wat alleen de kunst aan haar
minnaars kan schenken. Die groote hal
binnentredende, schijnt ons elk jaar de
indruk er van nog toe te nemen en die
honderden schilderijen, beelden en andere
kunstwerken vindt men zeker nergens m
de wereld en dat jaarlijks, in zulk een
grootsche lijst te bewonderen. Belachelijk
is het verschillende critieken over al die
Sedert het bezoek van den onderwijzer
in het huis harer ouders, was Lehmberg's
Gretha geheel veranderd, Spoedig was zij
op school reeds de vijfde. En tegen Passchen
had het meisje haar doel bereikt Zjj was
nummer een der klasse en baar blik zeide
«Dat meester, doe ik allemaal voor u,
omdat u mij toen bij vader niet slecht ge
maakt hebt 1"
Doch als George Lang nu kwam, vond hij
Lehmberg's Greta niet meer aan de tafel
van haar ouders. Naar overoude zeden, waar
aan de boer streng de hand hield, had de
erfgename na haar inzegening haar plaats
aan de disch der dienstboden moeten inne
men. Maar na den maaltijd ontmoetten on
derwijzer en leerlinge elkaar spoedig. Dan
gingen zij naar de haag van bet kreupelhout
en keken over de weiden naar het noorden,
waar de beukenbank stond, daarna op rus
tige korenvelden, en dachten, dat de wereld
een goudschitterende kogel was.
Ook de boer was gewoonlijk goed gehu
meurd. Dat zijn Greta bij het examen de
beste geweest was, had hem met trots
vervuld.
(Wordt vervolgd).
NIEUWE S
„De Ministers yan Waterstaat, Handel en Nijver
heid en van Financiën;
Gelet op de Koninklijke besluiten van 8 December
187Q (Staatsblad n. 194), 14 Augustus 18S8 {Staats
blad n. 142) en 8 Februari 1902 (Staatsbladu. 15);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat ten
aanzien van den invoer van rundvee, schapen, geiten
en varkens, bestemd voor de vanwege de afdeeling
Winterswijk der Geldersch-Overijselsche Maatschappij
van Lmdbouw op 9, 10 en 11 September e.k. te
Winterswijk te houden internationale landbouwten
toonstelling, afwijking van de verbodsbepalingen, ver
vat in de eerstgenoemde twee koninklijke besluiten,
wordt toegestaan onder voorwaarde
a. dat aan het 1ste kantoor worde overgelegd eene
verkiaring van het bestuur vau voornoemde afdeeling,
ten bewijze dat de dieren, waarvan de soort, het aan
tal en het signalement te vermelden zijn, voor be
doelde tentoonstelling zijn ingeschreven
b. dat de dieren van het 1ste kantoor naar Win
terswijk worden vervoerd per spoor, zonder overlading
en afgescheiden van ander yee
cdat de dieren, voor zooveel zij na afloop der
tentoonstelling hier te lande mochten blijven, niet in
het verkeer worden gebracht dan sa door den districts
veearts te Zutphen of een zijner plaatsvervangers te
zijn gekeurd en gezond bevonden".
gezien de beschikking van den Heer Minister van
Oorlog, dd. 23 Juli 1902, lie afd. no. 90,
brengt bij deze ter kennis dat bovenbedoelde regeling
in hoofdzaak de navolgende bepalingen bevatj
Het voorbcreident militair onderricht heeft iu het
algemeen ten doel, door locale oefening, die zooveel
mogelijk aansluiting zoevt bij het schoolonderwijs iQ
gymnastiek, de bekendheid te vorderen met de een
voudigste militaire exercitiën, terwijl het tevens leert
kennen de algemeene plichten van den soldaat.
Dat onderricht sterkt, om
lo. aan jongelieden, die zich daartoe vrijwillig aan
melden de gelegenheid te openen tot het ontvangen
van elementair practisch en theoretisch onderwijg
in den dienst der Infanterie en der Vesting-
Artillerie
2o. aan toekomstige militieplichtingen de gelegenheid
te verschaffen om de geschiktheid te verwerven tot
het voldoen aan de eischen van militaire bekwaam
heid en zooveel mogelijk ook aan die van lichamelijke
geoefendheid, bedoeld hij artikel 104 van de
Militiewet 1901, Z-o als zij zijn vastgesteld bij
Koninklijk ^Besluit van den Isten April 1902
(Stiiaisblad no. 48);
So. aan jongelieden, die eeoe verbintenis willen aangaan
als vrijwilliger voor het Reservekader, zooveel
doenlijk de gelegenheid te geven de geoefendheid
te verwerven, vereischt voor het verkrijgen van
het militair Getuigschrift, tot toelating bij de
categoriën van dat kader, voor zooveel daarbij
het overleggen van bedoeld getuigschrift wordt
vereischt.
Het voorbereidend militair onderricht wordt, óók
buiten de garnizoenen van het leger, door militaire
instructeurs p aatselijk gegeven.
Het voorbereidend militair onderricht omvat
oefeningen
a. voor de jongelieden bedoeld snb lo. en 2o. hier
boven genoemd naar een programma verdeeld over
twee achtereenvolgende wintertijdperken
b. voor de jongelieden bedoeld sub 3o, hierboven
genoemd over één winterlijdperk.
De onder a en b bedoelde wintertijdperken dureD,
naar gelang van de plaatselijke omstandigheden, van
af 1 of 15 November tot ultimo Februari. De oefe
ningen hebbeu plaats gedurende tenminste 4 uren
per week.
Naarmate van de geschiktheid der localiteit strekt
het voorbereidend militair onderricht zich uit, hetzij
alleen over de militaire oefeningen, dan wel, geheel
of gedeeltelijk ook over de lichaamsoefeningen, volgens
daarvoor vastgestelde programma's.
Het voorbereidend militair onderricht wordt gegeven
kosteloos voor de deelnemers
Het kan worden gevolgd door jongelieden van 16
tot 24-jarigen leeftijd.
Voor zooveel de benoodigde localiteit beschikbaar
of op billijke voorwaarden te verkrijgen is, wordt
het gegeven
a. iu plaatsen, waar Infanterie of Vesting-Artillerie
in garnizoen ligt en in die, waar een militaire
cursus voor vrijwilligers Voor het Reservekader
wordt gehouden, indien aldaar ten minéte 5
adspiranten-vrijwilliger voor het reservekader of
iu het geheel ten minste 10 deelnemers de lesseu
volgen
b in andere plaatsen, dan die sub a bedoeld, indien
aldaar ten minste 5 adspiranten-vrijwilliger voor
het reservekader of in het geheel ten minste 20
deelnemers de lessen volgen.
Het bestuur en het toezicht over het voorbereidend
militair onderricht is opgedragen aan den Inspec
teur der Infanterie. Genoemde Inspecteur doet
vóór 20 Januari, naar door hem vast te stellen
regelen een onderzoek ins tellen naar de mate van
geoefendheid van hen die dingen naar het bewijs
hetzij voor militaire bekwaamheidheizij voor li
chamelijke geoefendheiddan wel naar beide.
Tot bedoeld onderzoek worden toegelaten de lo te
ling en voor de lichting van het loopende jaar, zoo
wel degenen, die aan het voorbereidend militair
onderricht hebben deelgenomen, als zij, die zich op
andere wijze hebben geoefend
II y a a l'origine de tous les pou-
voirs des choses qui font frémir.
Bourdaloue.