Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
De Pauskeuze.
Jaapie de Vissclier.
26ste Jiiars.
Zondag 2 Augustus 1903
No. 7664.
EERSTE BLAD.
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
Feuilleton.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
PRIJS T AH DIT BLADi
▼oor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco per post door geheel Nederland j - 2.
Afzonderlijke Nummers- 0.05
i
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
In verband met hetgeen wij in ons vorig
nummer omtrent de Pauskeuze door het
Conclaaf mededeelden, willen wij hier nog
enkele bijzonderheden van die hoogst ge
wichtige handeling vermelden
Als de Pauskeuze gedaan is, worden de
schedula (stembriefjes) verbrand. De oudste
kardinaal-diaken luidt de bel en de secre
taris van het H. College en de sacristijn
bomen binnen. De drie kardinalen, hoofden
der orden en de kardinaal kamerling
begeven zich naar den gekozene en vragen
hemAcceptas ne electionem de te cano-
nice factum in Summum Pontificem?
LNeemt gij de volgens kanoniek recht ge-
se nede verkiezing tot Paus aan
s de gekozene bevestigend antwoordt,
or en alle troonhemels boven de zetels
der kardioaleu neergelaten, behalve boven
de zijne, die opgeheven blijft. De twee
kardinalen, die naast hem zitten, ruimen
uit eerbied hunne plaatsen en de kardinaal
deken verzoekt hem den naam te willen
zeggen, welken hij zal aannemen als Paus.
De eerste ceremoniemeester, die dienst
doet als notaris van den H. Stoel, maakt van
alles een autentieke akte op. De gekozene,
begeleid door de twee eerste diakens, be
geeft zich naar het altaar, waar hij neder-
kuielt en bidt. Dan begeeft hij zich achter
het altaar, waar hij van gewaad verwisselt
en zich kleedt in het pauselijk gewaad,
waarvan drie stellen, een voor groote, een
voor middelbare en een voor kleine ge
stalte, voorhanden zijn. Als dit geschiedt
•s, geeft hij voor de eerste maal den
spostolischen zegen en neemt plaats op
den troon, waar hij de huldiging der kar
dinalen ontvangt, die hem den voet en de
Mia was met haar ouders al twee maan
den^ aan zee. 't Kind was in de stad aan 't
kwijnen geraakt. Voor een tenger, tienjarig
kind is een groote stad, waar het niet alieen
•ttag uitgaan, dan in een tuin, door hooge
Hturen als een put ingesloten, het tegen
gestelde van een gezondheidsoord, vooral als
het een éénig kind is en door de ouders
als een kasplant wordt bewaard. Mia leefde
een huisleven, 't zij tusschen de witgekalkte
schoolmuren, 't zij in de zalen of kamers,
waar zij met nog zoovele bloempjes, met
tooverlantaarns of kinderpartijtjes werd
ezig gehouden. Mia werd wijs, niet wijs-
hVïii*' A*n k'ein mondje met een engelen-
zick Aing«voelig aan vele dingen,
namen prikkel m^nscben n0S Seen aan^e'
•ct i org®n, schrijnde. Mia
moest ophalen», zei da' dokJ, aan zeC)
hand kussen en van hem den vredekus
ontvangen.
De kardinaal-kamerling steekt hem den
visschersring aan den vinger en de eerste
kardinaal-diaken, voorafgegaan door het
pauselijk kruis, begeeft zich naar buiten,
waar hij de klok laat luiden en tot het
volk zegt
Annuncio vobis gaudium magnum
Papam habemus Eminentissimum acrefe-
rendissimum Dominum iViV qui sibit im-
posuit nomen N.
[Ik verkondig u een groote vreugde. Wij
hebben voor Paus enz.]
Intusschen opent men de deuren van het
conclaafde Paus laat tot den voetkus toe
den majordomus, den maarschalk, de con-
clavisten enz.
Aan het eind dezer ontvangst overhan-
handigt de kardinaal-kamerling den Paus
de sleutels van het paleis en de nieuwge-
kozene begint zijn verheven ambt. De Kerk
legt haar weduwlijk gewaad af. Zij verheugt
zich in haar nieuw zichtbaar opperhoofd.
Ten slotte rest ons nog iets mede te
deelen over het recht van veto. Er is in
de hberale bladen over het recht van veto,
dat door sommige katholieke vorsten zou
kunnen worden uitgeoefend, op de meest
onzinnige wijze geschreven, daarom hier
een enkel woord.
Het recht heeft bestaan en werd vroeger
wel eens uitgeoefend door katholieke vor
sten als die van Oostenrijk, Frankrijk en
SpaDje e.a. Het was een bevoegdheid welke
zij hadden om een kardinaal van de paus
keuze uit te sluiten. Uitsluiting kon nooit
plaats hebben als de keuze reeds voltrokken
was. Het ging aldus, dat een der kardinalen
in het conclaaf met de inzichten van be
doelde mogendheid in kennis werd gesteld.
Zag dan deze kardinaal, dat de naam van
den bedoelde op den voorgrond trad, dan
deed hij de meening van de mogendheid,
die hem wilde uitsluiten, kennen, alvorens
de volstrekte meerderneid was bereikt.
vrij zijn, ongedwongen leven in de lucht en
het warme zand.
En de ouders waren meegegaan, zo konden
het doen, en toen ze zagen, dat het kind 't
ophaalde, hadden zij besloten hun verblijf
aan zee zóólang mogelijk te rekken. Want
Mia was hun atgod
Mia liep 's morgens al vroeg vrij uit op
het strand, in de verte gevolgd door eene
bonne, die eene vriendin had gevonden
in een dergelijk dienende geest van
een naburige villa. En Mia had kennis
gemaakt met de onder de hoede dier
«vriendin" staande kinderen en nog vele
anderen, die allen het meisje met het
serafijnengezichtje en de ongewone lange
blonde haren mochten om hare lieftal
ligheid.
Visschers en visschervrouwtjes met zwe-
venden tred, alien kenden het kindje, dat
precies was, zooals ze zich de engeltjes
voorstelden I Alleen Jaapie, de oude bekende
visscher, kende het kind nog niet, tot op een
ochtend hij haar zag en schrok. Was dat
niet zijn Sientje, zijn dochtertje, dat zijn
arme vrouw het leven had gekost Jaapie
was geschrokken door de gelijkenis tusschen
dat kind en zijn dochtertje.
Dit veto-recht steunde noch op eenig decreet
van een conciile, noch op een apostolische
constitutie, maar de Kerk beschouwde het
alduseen candidaat tegen wie de mogend
heden vijandig gezind waren, zou het be
sturen zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk
gemaakt worden en daarom werd bet beter
geacht een anderen te kiezen.
Om de zaak, zooals ze tegenwoordig
staat, duidelijk in het licht te stelien, is het
van belang te herinneren aan een nota van
29 Jan. 1872, die verschenen is in de
Osservatore Romano, het officieuze orgaan
van het Vaticaan.
Zij luidde aldus
«Wij weten niet wat er waar is in de
berichten volgens welken de H. Stoel zou
verklaard hebben aan verschillende regee
ringen, dat zij niet meer van plan is in de
toekomst een privilegie toe te laten, dat
totnutoe niets anders geweest is dan een
bewijs van welwillendheid. Als dit bericht
waar is, heeft de Kerk zich slechts gewapend
tegen een verraderlijk plan van een harer
vijanden.
Oostenrijk, Frankrijk en Spanje waren
ten dage, dat men hun in zekere mate
een recht van veto toestond, katholieke
machten, waar dwaling en ongeloof niet op
een zelfde lijn gesteld werden als de
katholieke godsdienst.
Hoe zou men toch kunnen veronderstellen,
dat de H. Stoel zelfs indirect maar hare
voornaamste belangen zou toevertrouwen
aan een Andrassy, een Thiers, een Zorilla
of aan welken ongeloovige dan ook, die
door de spelingen der politiek aan het
hoofd der regeeringen kunnen worden ge
plaatst 1
Reeds in 1869 werden de pretenties
afgewezeD, die een vorst wilde laten gelden
om deel te nemen aan het Vaticaanse h
Concilie."
Het citaat uit de Osservatore is duidelijk
en zal, vertrouwen wij, aan alle verdere
geruchten allen grond ontnemen. Immers
Zóó, ja zóó engelrein was zijn Sientje
geweest, toen zij aan de rokken van zijn
kostvrouw zich klemmend aan het strand
stond als Jaapie van de vangst terugkwam,
zoo blauw waren haar oogjes, toen zij blijde
hem tegenlachten, en zooblond heur haren,
die hij met zijn grove handen, riekend naar
teer en visch, bijna niet dorst aanraken uit
vrees van ze te besmetten.
Jaapie was zoo geschrokken, had een
oogenblik zijn sjok-sjokgang gestaakt en
vergeten zijn pijpje aan te houden en Mia
had het gezien.
Zij had hem de hand toegestoken en ge
vraagd «Doe ik je verdriet man
En Jaapie had die hand gevat, zonder te
weten, wat hij deed. Hij kon zijn oogen niet
van het kind afwenden en zei
»Je lijkent zoo op mijn Sientje, jonge-
juffer".
«En wie is dat, vertel me dat eens, man,"
en Mia streelde de bonkige hand. Zoo liepen
zij een tijdlang naast elkaar, tot ze eindelijk
zei»Nu man, ik moet naar huis, maar
kom morgen weer. Ik ben Mia".
Jaapie zei mets en keek haar na tot hij
niet meer kon, en een nevel voor zijn oogen
kwam, en toen hij langzaam naar huis kuierde,
wat in 1872 waar was, is 't nu nogDe
Kerk, die vroeger het betwistbaar veto
recht duldde, kan het nu allerminst toe
staan aan regeeringen, zooals zij zich in
Frankrijk vooral, en veelal ook in Oosten
rijk en Spanje doen kenneD.
Aan het geschrijf der liberale bladen
over het recht van veto behoort dus verder
geen aandacht te worden gewjjd.
Schiedam, 1 Augustus 1903.
De Arbeidsbeurs.
(Opgave 1 Augustus 1903.)
Gevraagde arbeidskrachten.
Leerjongens voor het sigarenvak. id.
voor het rijwielvak. Personen bekend met
rijwielvak. id. voor vijlwerk. Schoen-
maker(half was). Een schoenmakersjongen.
Steenhouwers. Een verver. Een
drukker. In een fabriek een jongen
bekend met kleedennaaien. Jongens
voor gistpakhuis. Jongens voor distil
leerderijen. Een scbippersjongen. Een
loopjongen voor een manufacturenwinkel.
Een bakkersknecht (of jongen.) Een
boerenknecht. Jongens voor een moes
tuin.Een keukenmeid. Een dienstbode
voor meid-alleen. Een schoonmaakster
(voor 2 dagen per week) (P. G.)
Aangeboden arbeidskrachten.
Timmerlieden. Letterzetters. - Win
kelbediende. Distillateursknechts.
Kantoorbedienden. Boerenknechts.
Tuiniersknecht.Koetsiers. Slagersknecht!
Tabaksbewerker. Kistenmakers.
Ververs. Houtkoopersknecht. Smids
knecht. Schoenmakersknecht Een
jongen voor meubelmakerij. Personen
voor lichte werkzaamheden. id. voor
schrijfwerk, id. voor loopwerk. id. voor
los werk. Gelegenheid gezocht voor
jongens ter opleiding in smidsvak en
kuipersvak. Schoonmaaksters. Was-
schen aan huis gevraagd.
begon het uit dien nevel te droppelen en
buur Krelis zei tegen buur Jan, nadat ze den
oude een goeden morgen hadden toege-
wenscht
'k Geleuf, dat Jaapie weer grient Jan, om
zijn lieve Sientje 1"
Jaapie had aan Mia alles verteld. Alles
wat hij niet aan groote menschen had durven
of willen vertellen, omdat hij geen beklag
kon uitstaan, had bij verteld aan een kind
dat het besef gekregen had, dat die oude
man ongelukkig was. En het naïeve mede
lijden van dat kind deed Jaapie goed. Nog
vaak waren zij 's ochtends bij elkaarals
de meiden in het duin zaten om een oog
op de spelende kinders te houden, ging Mia
met Jaapie het strand langs en hij bracht
haar weer op tijd terug als de huisreis werd
aangevangen.
Als aan het kind gevraagd werd, wat
voor drukke zaken het met den ouden man
had, dan zei het, zich gewichtig gevoelend
door de vertrouwelijkheid van Jaapie, dat
zij schelpen zochten en hij haar van Sientje
en van de zee vertelde.
(Wordt, vervolgd);
NIEUWE S