Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
26ste Jaarg.
Vrijdag, 9 October 1903.
No. 7721
Bureau Beterstraat 50. Telefoon No. 85.
PK IJS YAH DIT BLADt
foor Schiedam per 3 maanden 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers- 0.05
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
QFFICIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Geven kennis aan de ingezetenen, dat
v«rmits A. Hartens zijn aanhangig verzoek
0m vergunning tot oprichting van een
Rederij i0 het pand staande aan de Lange
Nieuwstraat no. 2, kadaster sectie L no. 445
beeft ingetrokken, hun College beslist
beeft dat verzoek buiten verdere behandeling
te laten.
Schiedam, den 8sten October 1903.
burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Kennisgeving.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Geven kennis aan de ingezetenen, dat
vermits het deskundig onderzoek met
betrekking tot de aanvraag van de firma
Meijer Stegmann om vergunning tot
uitbreiding harer koperslagerij en lood
gieterij, staande aan de Westmolenstraat
n°- 33, kadaster sectie C no. 1068, met
®en bewaarplaats van benzine, nog niet
geëindigd is, hun College besloten heeft de
beslissing over genoemde aanvraag te
Verdagen.
S c h i e d am, den 8sten October 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
'E supremi apostolatus cathedra.
II (Slot.)
Wij zullen daarom niet onzen lof bewaren
*°or de jonge geestelijken, die zich op ieder
6®bied op nuttige studiën toeleggen om zich
Erdoor materiaal te verschaffen tot ver
dediging der waarheid eu bestrijding van
e lasteringen der geloofsbelagers.
Integendeel wij zullen steeds hooger
st®llen hen die, zonder de goddelijke en
^•oschelijke wetenschappen te verwaar
de, zich allereerst aan de zielzorg wijden
°°r zich die gaven te verschaffen welke
*oor de eer van God ijverige priesters
Sl«ren. Het is voor ons een blijvend leed,
to tien hoe ook in onze dagen de klacht
*&n Jeremias blijftde kinderen baden om
r°od, en er was niemand om het voor hen
te breken.
Ook onder de geestelijkheid ontbreken
utot de mannen, die, ieder naar zijn aanleg,
ktch wijden aan doeleinden van meer
schijnbaar dan werkelijk nut. Daarnaast
kunnen er nooit te velen zijn die, naar
Christus' voorbeeld, het woord van den
profeet tot leiddraad nemen de geest Gods
heeft mij gezalfdom den armen het
Evangelie te verkondigen, de bedroefden
te troosten, de gevangen te bevrijden en
de blinden ziende te maken, zond Hij mij.
Wie erkent ook niet dat heden ten dage,
nu de menschheid zich te zeer laat leiden
door het bloote verstand en den drang
naar vrijheid, het onderricht in den gods
dienst het eerste middel is om de heer
schappij van God over de harten der
menschen te hersteilen 1 Hoevelen zijn er,
die Christus haten en de Kerk en het
Evangelie verafschuwen meer uit onwetend
heid dan uit verdorvenheid des harten
Niet siechts bij de groote menigte vindt
men er die licht in dwaling kunnen worden
gebracht, maar ook bij den bescbaafden
stand en zelts by ben, die over een
groote mate van kennis op ander gebied
beschikken.
Zoo met mag worden toegegeven, dat het
geloof door vermeerdering van kennis wordt
verstikt, maar veeleer door onwetendheid,
zoo is het ook waar dat hoe grooter de
onwetendheid is, des te uitgebreider ook
de afval van het geloof.
Maar opdat onderwijs en studie de ge-
wenschte vruchten dragen en alles naar
Christus wordt gevormd, moet met uit het
oog worden verloren, dat mets werkdaóiger
is dan de liefde.
Dat men door hardheid en strengheid
voor God zielen winnen kan, is een ydele
hoop. Integendeel, wanneer men dwalingen
al te hard aanpakt en fouten te scherp
wraakt, zoo doet men meermalen meer kwaad
dan goed. Tot Timotheus zeide de apostel
berisp, bezweer, bestraf, maar in geduld.
Christus heeft een voorbeeld gegeven. Ais
Hij zegtkomt tot Mij die belast en beladen
zijn en Ik zal u verkwikken, dan bedoelt
Hij daarmededie onder zonden of dwa
lingen gebukt gaan.
Hoe groot was niet Zijn hartelijkheid
tegenover de bedrukten, welk een mede
lijden had Hij niet met hen. Deze geduldige
en goedhartige liefde moet men ook uit
strekken tot hen die ons vijandig gezind
zijn of ons vervolgen. Zij zyn wellicht niet
zoo kwaad alsjzij schijnen. Door den omgang
met anderen, door vooroordeel, raad en
voorbeeld van anderen, door ondoordachte
aanhankelijkheid hebben zij zich bij de
vijanden van den godsdienst aangesloten,
maar desondanks zijn zy niet van zoo booze
natuur als zij zich trachten diets te maken.
Waarom willen wy de hoop laten varen,
dat de vlam der christelijke liefde de duis
ternis uit hun gemoed verdrijven? Dikwijls
zal men lang moeten wachten, maar liefde
verffauwt met, wetende dat God beloont
naar den goeden wil en niet naar bet
resultaat.
Bij desen zwaren plicht om de mensch
heid tot Christus terug te voeren, zullen
de geestelijken echter niet zonder helpers
zijn. Niet alleen de dienaren der heiligen,
maar alle geloovigen zullen de belangen
Gods en der zielen dienen, niet op zichzelf
naar eigen plannen en goedvinden, maar
onder leiding en naar aanwijzing der bis
schoppen.
Z.H. spoort daarom ook de katholieke
mannen aan, zich te vereenigendoch wij
dienen daarbij in 't oog te houden, dat de
leden dan ook een christelijk leven leiden.
Het geeft weinig, over velerlei vragen diep
zinnige bespiegelingen te houden en over
rechten en plichten te spreken, wanneer
deze met de practijk niets hebben uit te
staan. Praclisch bandelen is de plicht van
onzen tijd, maar een practisch handelen,
dat zich naar de Goddelijke wetten en ge
boden der Kerk richt, op de vrije en open
lijke belijdenis van den godsdienst berust
en zich uit in beoefening van liefdewerken
van allerlei aard, zonder op zich zelf of op
aardsche voordeelen te letten.
Het voordeel van vele katholieke strijders
op dit gebied is vruchtbaarder dan woorden
en redevoeringen. Hierdoor zuilen wellicht
velen vrees, vooroordeel en twijfel afschud
dend, tot Christus terugkeqren en daarmede
den weg naar hun waar geluk vinden.
Wanneer in stad en dorp de geboden
Gods trouw onderhouden worden, de
godsdienst in eere is, de Sacramenten
dkwyls worden ontvangen en alles wordt
geëerd wat voor een christelijken levens
wandel noodig is, dan zal hetgeen al te
groote moeite kosten, alles in Christus te
vernieuwen. En dit alles zal dan niet
alleen strekken tot verkrijging van
bemeische gunsten, maar ook aan het
aardsche leven en het welzijn der Stater,
bevorderlijk zijn.
Is dit bereikt, dan zullen gegoeden uit
liefde en gerechtigheid de armen bijstaan
en deze hun ongunstige verhoudingen
met geduid en onderwerping dragen
dan zullen de burgers niet aan eigen
begeerten, maar aan de wetten gehoor
zamen en men het als een heiligen plicht
beschouwen, de vorsten en regeerders der
Staten, wier recht uit God is, te eeren en
lief te hebben.
En eindelijk zullen dan ook allen de
overtuiging hebben, dat de Kerk, krachtens
haar stichting door Cnristus, haar volle
onverkorte vrijheid genieten moet en aan
geen vreemde heerschappij onderworpen
zijn mag en dat Wij, waar Wij voor deze
vrijheid opkomen, niet slechts de heiligste
rechten van den godsdienst verdedigen,
maar ook het welzijn en de veiligheid der
volkeren. Waarheid komt toch allen ten
goede en waar zij bloeit en ongehinderd
is, zal bet volk in de volheid des vredes
volharden.
Aan het slot verklaart Z, H., dat Hy God
dagelijks nederig bidt voor de terugroeping
der volkeren tot Christus «n de verdiensten
van Jezus en op de voorbeden van de H.
Maagd, wie ter eer hij het Rozekrans-
gebed aanbeveelt, aan den H. Jozef en de
H. Apostelen.
De encycliek, gericht vaan onze eer
waardige Broeders, de Patriarchen, Pri
maten, Aartsbisschoppen en Bisschoppen
der katholieke wereld, die in gunst en
gemeenschap zijn met den Apostolischen
Stoel" eindigt, op de gebruikelijke wijze,
als volgt
«Gegeven te Rome, bij St. Pieter, den
4en October 1903, het eerste jaar van Ons
Pausschap.
PIUS X, PAUS."
ALGEMEEN OVERZICHT.
8 October 1903,
De Macedonische kwestie.
De rechtstreeksche onderhandelingen
tusschen de Turksche en de Buigaarsche
regeermg worden, luidens draadberichten
uit Sofia aan de Times, nog steeds voort
gezet. Het jongste voorstel der Buigaarsche
regeermg beoogt een gelijktijdig terug
trekken der troepen aan beide zijden van
de grens tot op zekeren afstand, vast te
stelien bij gemeen overleg, terwijl Hulgarije
tevens aanbiedt een bataljon zijner troepen
te zuilen demobiliseeren voor elke twee
batajons, die gelijktijdig worden gedemo
biliseerd door Turkije.
Het is niet waarschijnlijk dat dit voorstel
by de Porte welwillend gehoor zal vinden.
Immers, waartoe trekt zij voornamelijk
haar troepen bij ae Buigaarsche grens
samen Volgens haar bewerenteneinde
de invallen te vermnderen van Buigaarsche
.benden, die ontsnappen aan de waakzaam
heid en mobiliteit der Buigaarsche geregelde
troepen. Zorg gij eerst, dat de opstandelin
gen uit Bulgarije niet langer versterking
ontvangen, maak hun den toevoer van
levende strijdkracnten en van ammunitie
onmogelijk en wij zullen onze troepen van
uwe grenzen terugtrekken, zal de Porte der
Regeering te Sofia toeroepen. Maar dat kan
men te Sofia niet verhinderen, zooals men
zelf meermalen verklaard heeft. Ergo
zal de Turk het met noodig blyveu achten
langs de Buigaarsche grens zijn militaire
macht te versterken en Bulgarije op die
wijze zooveel mogeiijk van Macedonië te
ïsolfteren.
En intusschen gaat Bulgarije steeds voort
het bekende woord toe te passen«Indien
gy den vrede wilt, bereidt u ten oorlog.
Het onder de wapenen roepen van 24000
recruten, dat anders plaats heeft in Januari,
is nu vervroegd tot 8 October. De onder
officieren van alle klassen der reserve zyn
voor drie weken opgeroepen. De door Krupp
gezonden munitie voor artillerie is aange
komen. Allemaal maatregelen ingegeven meer
door vrees voor dan door neiging tot oorlog,
maar die ten slotte toch bij het weder-
zijdsch wantrouwen het uitbreken van den
oorlog kunnen verhaasten.
De Servische troonrede.
Koning Peter heeft gisteren voor de
eerste maal de Skoeptsjina geopend.
In de troonrede wordt gezegd, dat da
NIEUWE SCHIEDAMSSHE COURANT