In onze Vroedschap.
boerenknecht. Een kuiper (halfwas).
Een gasfitter (halfwas). Een Itujongen
voor een windmolen. In een fabriek
een jongen bekend met kleedennaaien.
Een jongen voor een moestuin. Een
zakkenmaker, (noodhulp). Een jongen
voor meubelmakerij, Een jongen voor
gistpakhuis. Meisjes voor de chocolade
fabriek. Een keukenmeid. Een
dienstbode voor meid-alleen.
Aangeboden Arbeidskrachten.
Timmerlieden. Drukkers. Winkel
bediende. Kantoorbediende. Distilla
teursknechts. Boerenknechts. Tuiniers
knecht. Koetsiers. Slagersknecht.—
Kistenmakers. Ververs. Een hout-
koopersknecht. Een loodgieter. Een
bakker. Een machinist-bankwerker.
Een machinist-stoker. Personen
voor lichte werkzaamheden. id. voor
schrijfwerk. id. voor loopwerk. id.
voor los werk. Gelegenheid gezocht voor
jongens ter opleiding in smidsvak, kuipersvak,
manufacturen vak, boekhandel en timmervak.
Schoonmaaksters. Wasschen aan huis
gevraagd. Een dienstmeisje voor halve
dagen. Een dienstmeisje voor geheele
dagen.
Presentiegeld.
De Raad dezer gemeente heeft heden een
voorstel aangenomen tot het toekennen van
presentiegeld aan de leden van den
Gemeenteraad,
Opgevangen door de politie heden-nacht
een roodharig hondje, reu, met witte borst.
Het kan door den eigenaar worden afgehaald.
Gister-morgen halt acht had te Kraling-
scheveer ter hoogte van den steiger der
reederij Fop Smit Co. eene aanvaring
plaats tusschen de Cornelis de Witt van
genoemde reederij en de Lekboot Vreeswijk.
Laatsgenoemde boot bekwam een groot
gat aan den voorboeg.
Volgens ooggetuigen zou de schuld aan
de Cornelis de Witt te wijten zijn.
Te Overschie zal door den heer De Regt,
uit Rotterdam, een teekencursus opgericht
worden, en wel in het bouwkundig,
scheepsbouw- en machine-teekenen. De heer
P. Langeveld, timmerman, heeft daartoe
welwillend een lokaal beschikbaar gesteld.
Er hebben zich reeds verscheidene leerlin
gen aangemeld.
De te Delft gehouden collecte ten bate
van hen, die na de April staking werkloos
zijn gebleven, heeft opgebracht f180,65.
Wegens bijzondere omstandigheden zijn
enkele wijken niet bezocht. Het comité zal
nu vergunning vragen om Zondag a. s. te
collecteeren.
Reeds een vluchtige blik op de agenda
der Raadszitting van 27 October deed bij
het zien van het veelzeggend woord «Ge
meente-begrooting" een gesplitste zitting
verwachten. Het verloop der Raadszitting
op gisteren heeft die verwachting alleszins
bewaarheid. Er is over een paar simpele
bonw- en grondaanvragen, o.a. van de grond-
aanvrage aan de Groenelaan, waarover
men de discussie nu wel uitgepnt zou ach
ten, nog zooveel discussie gevoerd, dat de
Raad het met de gemeente-begrooting
slechts tot en met de algemeene beschou
wingen heeft kunnen brengen. En daar de
begrooting toch niet teneinde kon worden
gebracht, werd de vergadering om half vijf
verdaagd.
Natuurlijk was 't, dat Ged. Staten, die
de discussie in den Raad over dit punt
gehouden, wel gevolgd hebben, verdere
vrijstelling van de verplichting tot het geven
der vrije en ordeoefeningen weigerden. En
100 kwam dan na de reeks van ingezonden
stukken, benoemingen, verhoogingen en
begrootingsbesluiten het voorstel van B. en
W. in zake de eerste bouwvrage, die van
den heer N. van der Velden, aan den
Rotieraamschen dijk, in behandeling.
De heer G o u k a is verheugd over deze
aanvrage, wijl hij hierin ziet een bewijs
van vertrouwen in de toekomst. Maar is
't verstandig, nu binnenkort het peil van
den betrokken polder zal moeten worden
aangegeven, daarop door een raadsbesluit
vooruit te loopen. Ook na de betrokken
opmerking van den Voorzitter acht spr. 't
bezwaarlijk den grond uit te geven, waar
het peil nog niet is vastgestelddit acht
hij ook niet in 't belang van den aanvrager.
De heer De Groot gewaagt van de
algemeene regelen van het overnemen van
straten hij stelt zich de zaak zóo voor, dat
de bouwaanvrager den grond kosteloos zal
afstaan en de gemeente de zorg voor den
aanleg enz. op zich neemt.
De Voorzitter zegt, dat er nog geen
algemeene maatregelen voor het overnemen
van straten zijn vastgesteld vóór 1 Augustus
1904 moet een nieuwe verordening op het
bouwen komendaarin zullen ook bedoelde
bepalingen worden opgenomen.
De heer mr, Jansen wijst op het
betrokken raadsbesluit van 1884. Hoewel
het moeilijk is een algemeene regeling vast
te stellen, zal zulk een regeling zich niet
lang laten wachten. In antwoord op de
betrokken vraag van den heer De Groot
zegt mr. Jansen nog, dat volgens bedoeld
besluit ook de over te nemen straten bekeid
moeten zijn, maar dit is voor allen niet
noodig.
Nadat de Voorzitter nogmaals de
bedoelde regeling in uitzicht heeft gesteld,
wordt het voorstel van B. en W. met
algemeene stemmen aangenomen.
Ook over het voorstel van B. en W. met
betrekking tot de bouwaanvrage van den
heer F. van Herwaarden te Rotterdam ont
spon zich nog een breede discussie, die
hoofdzakelijk over het minder verkwikkelijk
onderwerpafvoer van facaliën en beer
putten, verliep.
Nadat de heer Visser den heer D e
Groot geantwoord heeft, dat met de
waterloozing in de Plantagesloot alleen het
hemelwater, niet het menagewater bedoeld
wordt, vraagt de heer Van Westendorp of
de faecaliën langs het riool naar de
Buitenhaven zullen worden afgevoerd.
In antwoord op deze vraag zeide de
heer Visser, dat volgens de bestaanden
toestand de faecaliën in het riool loozen.
Ook ter beantwoording van den heer R i s
zeide de wethouder van gemeentewerken
nog, dat onder den geheelen Tumlaan een
groot riool loopt, dat in de Buitenhaven
uitmondt.
De heer Van Westendorp zegt,
dat het zeker in strijd met het hygemsch
belang is, dat de faecaliën in de Buiten
haven loozen. Daarom stelt hij voor, het
voorstel van B. en W. te renvoyeeren, hen
verzoekend het oordeel der Gezondheids
commissie in te winnen.
De Voorzitter moet er tegen opko
men, dat niet op de bepalingen der
bestaande verordening wordt geleter
wordt wel degelijk op gelet. Maar hij laat
aan den Raad over te beslissen of nu juist
beerputten het hygiënisch belang altijd
bevorderen. Beerputten moeten goed her
metisch gesloten zijn en op tijd worden
geleegd. Maar is dit niet het geval, dan
meent hij, dat de infectie van den grond
door beerputten erger is dau de afvoer van
faecaliën naar het water, dat eens of twee
maal per dag ververscht wordt.
De heer G o u k a zegt, dat het hier geen
kwestie is van meer of minder schadelijk
beide systemen deugen nietook het hebben
van een beerput op een overloop is ver
boden, en nu geldt het hier slechts het
handhaven van de verordening. Voor hem
beheerscht de vraag of hier aan de
hygiënische eischen wordt voldaan de ge
heele aanvraag.
Voor den heer Van Westendorp
geldt geen beroep op de bestaande toe
standen hij meent dat wij eindelijk eens
een begin moeten maken om wat verkeerd
is, te doen eindigen.
De Voorzitter moet zeggen, dat de
heer Van Westendorp gansch buiten de
orde is: de kwestie van beerputten is niet
aan de ordeeen bespreking daarvan zou
beter bij een discussie over de bouwver
ordening op hare plaats zijn.
Den heer De Groot komt het voor,
dat waar over waterloozing sprake is, deze
kwestie mag besproken worden en de
vorige spreker dus niet buiten de orde was.
De heer mr. Jansen zegt, dat hier
alleen sprake is van den afvoer van het
water op de straat, niet van den afvoer der
faecaliën.
De heer R i s meent dat de bedoelde
kwestie zeer nauw met de betrokken aan
vraag samenhangt.
De heer Van Westendorp zegt,
dat als bedoelde kwestie niet mag bespro
ken worden, hij eenvoudig tegen het
voorstel zal moeten stemmen.
De Voorzitter zou het wel jammer
vinden als om deze reden spr. en andere leden
tegen het voorstel zouden stemmen, want
dan worden de aanvragers hiervan de dupe
overigens kan men deze zaak gerust aan
het bestuur overlaten, dat meer aan den
Raad deed zien dan het verplicht was.
De heer G o u k a meent, dat hier de
aangewezen weg was de Gezondheidscom
missie te hooren.
De heer Van de Poel begrijpt niet
dat afvoer van faecaliëu in het water
zooveel bezwaar ontmoet, daar er toch zoo
weinig uit de riolen loopt.
De beer Lagerwey oppert nog eenig
bezwaar tegen de waterloozing in de Plan-
tagesloot, maar verneemt van m r. Jansen,
dat er geen heul is.
Het voorstel wordt daarna op de bekende
wijze aangenomen.
De heer L o o p u y t vraagt of er al
gedacht is aan een naam voor de nieuwe
straat.
De Voorzitter zegt dat spr. gelegen
heid zal hebben tot amendeeren, zoodra de
naaraskwestie aan de orde zal zijn.
Een uitvoerige discussie ontspon zich
verder nog over het voorstel van B. en W.
betreffende beschikking op een verzoek tot
aankoop van grond aan de Groenelaan van
M. Oranje, welk verzoek reeds herhaal
delijk in den Raad aan de orde was en
bespreking uitlokte.
De heer Van der Drift meent, dat
voor alles het belang vooropstaat, dat alle
hoekjes worden bebouwd en zou daarom
nog liever de kleine hoekjes wegschenken,
dan dat er eenige onbebouwd bleven.
De heer Smit zegt, dat er niet van
aile hoekjes sprake is, maar van slechts
éen heek en dat bier de buurman zeker
wel in zijn eigen belang zal bouwen, als de
aanvrager het doet.
De heer Lagerwey zal tegen stemmen,
omdat men aldus onnoodig de straat gaat
vernauwen in die volkrijke buurt is een
breede straat wel gewenscht.
De heer R i s kan niet inzien, dat de
straat vernauwd wordtzij behoudt dezelfde
breedtemeer geldt het belang dat het
betrokken winkelhuis aan de rooilijn komt.
De heer De Groot acnt den prijs van
f 1 per centiare te gering en meent de grond
voor der. aanvrager hooger waarde moet
hebben hij stelt dus voor daar te lezen f 4.
De Voorzitter meent, dat de prijs
van f4 te hoog is en dat hier voor alles
moet gelden het belang van de bebouwing
niet de bedoeling om er geld uit te slaan,
hij zou eerder geneigd zijn over 't geheel
den prijs van f0.50 vast testellen.
Na korte repliek van de heeren Lager
wey, Ris en Van der Drift brengt de
Voorzitter punt 1, dat de grond niet meer voor
den openbaren dienst bestemd is, in stem
ming het wordt aangenomen met 17 tegen
4 stemmen. Tegen stemmen de heeren
Lagerwey, Van der Drift, van Westendorp
en De Groot.
De heer De Groot stelt bij punt 2
voor, te lezen f4.
De heer R i s is daar sterk tegen, omdat
dan de andere hoekjes niet zullen verkocht
worden.
De heer L o o p u y t meent, dat het
laatste niet opgaat, want die prijs geldt
alleen voor dezen hoek.
De Voorzitter zegt, dat de heer De
Groot dus amendeert, in dit speciale geval
14 te lezen.
De heeren Lagerwey en Van der
Drift ondersteunen dit amendement.
Het werd, zooals men weet, verworpen
met 16 tegen 5 stemmen.
Nadat punten 2 en 3 met algemeene
stemmen waren aangenomen, werd het
geheele voorstel aldus goedgekeurd.
Naar aanleiding der gevallen beslissing
z«gt de heer Kranen, dat hij voorloopig
wel sympathie gevoelt om den grond voor
f l te verkoopen, maar dan binnen zekeren
tijd; na dien termijn zou hij meer willen
vragen.
De heer L o o p u y t zou de groote
stukjes voor f 1, de kleine voor f 0.50 willen
verkoopen.
De Voorzitter zegt eene nadere
regeiing toe, misschien tegen de volgende
vergadering.
Nadat aldus dit drietal bouw- en grond
aanvragen den raad geruimen tjjd had
beziggehouden, was ver in den namiddag de
behandeling der Gemeente-begrooting aan
de orde. Niet te verwonderen was 't dus,
dat de Raad 't niet verder bracht dan tot
en met de algemeene beschouwingen, die
ditmaal de behandeling der artikelen voor
afgingen.
Die beschouwfngen waren overigeBS °P
zichzelf wijdloopig en belangwekkend genoeg'
Voorloopig deelde wij daarvan, met 't °°8
op onze beperkte plaatsruimte, slecht®
mede, dat zij leidden tot het besluit, *lJ
in het gunstigste geval f 15.000 met ont®
gemeente-financiën zijn achteruitgega»0'
Pikant werd het debat, toen de heer Ve
Groot, gewagend van het toezicht bij g®'
meentewerken, opmerkte, dat de wethouder
gemiddeld 62 jaar oud, toch eigenlijk voof
hun taak te oud waren, waar het toch
vasstaat, dat men bij 60 jarigen ouderdoö1
niet meer is als op 40-jangen leeftijd.
Voorzeker was 't een leelijk gebrek
waarvan de heer de Groot aldus gewaagd®*
een gebrek, waarop niet van toepassing 's
het woord door Maria Stuart gesproken tot
hen, die haar het gemis van rijpen leeftijd
verweten«de jaren zullen er mij v®D
verbeteren". Maar toch een gebrek dat,
zooals de heer Loopyut terecht opmerkt®»
niet aldus ter sprake moest worden g®'
bracht. In het vojgend nummer zullen WÏ)
dit debat nader uiteenzetten.
BINXEXLAS1).
Bij Kon. Besl. is goedgekeurd dat d®
referendaris A. Moerel door den minister
van staat, minister van oorlog, te rekenen
van en met 28 September 1903, is geschorst
in zijne betrekking van hoofd der IXd®
afdeeling, comptabiliteit, van het departe
ment van oorlogbovendien is hjj ontslagen
uit zijne betrekking bij het departement
van oorlog.
De gewone audiënties van de ministers
van Binnenlandsche Zaken en van Koloniën
zullen deze week niet plaats hebben.
Naar de Tel. verneemt, is de Minister
van Binnenlandsche Zaken over de bezetting
van den leerstoel van prof. Rosenstein te
Leiden in onderhandeling wet een homoeo-
pathisch arts te Zurich. Een Fransche en
een Duitsche homoeopaat hebben voor de
vacature bedankt.
De commissie voor pensionneering van
onderwijsersweduwen en weezen zond een
dankbetuiging aan de ministers van Bin
nenlandsche Zaken en Financiën voor de
indiening van de Pensioenwetten voor We
duwen en Weezen.
Aan de besturen van de afdeelingen der
onderwijzersvereenigingen, die vertegen
woordigd zijn in de commissie, werden door
tusschenkomst van de algemeene sectarissen
circulaires toegezonden, behelzende het
verzoek, de ontwerp-wetten in de eerstko
mende vergadering aan de orde te willen
stellen. Hieraan is een reeks vragen toege
voegd, waarvan de beantwoording vóór 15
December e. k. bij den secretaris der
commissie, den heer G. Ipema, Van Won
straat 27, Amsterdam, wordt ingewacht.
De commissie dringt ten zeerste aan op
een spoedige behandeling, daar de tijd kort
is en veler, ongetwijfeld nog gaarne de
aandacht der commissie op het een en ander
wenschen te vestigen.
Een wetsontwerp is bij de Tweede Kamer
ingediend tot nadere aanvulling en verhooging
van het achate hootstuk (oorlog) der staats
begroting 1903, en wel met f425,400.De
uitgaaf zal geschieden als buitengewone
uitgave onder een nieuw hoofd«Aanschaffing
van snelvuurveldmaterieel" en is verdeeld
als volgtgrondstoffen enz. f 244,000, paar
dentuig f 15,000, aanschaffing van geschut
enz. f166,000, kosten keuringen f400.
Naar verluidt, zal het eerlang te ver
wachten wetsontwerp op de gemeente
bedrijven deze materie regelen in den geest
dar Engelsche wetgeving geheel zelfstandig
beheer dezer bedrijven door commissiën,
te benoemen door den gemeenteraad en
aan deze rekenplichtig, terwijl eventueele
saldo's ten goede komen aan de gemeentekas.
Ieder bedrijf zal dan als 't ware een
naamlooze vennootschap wezen, waarvan
de ingezetenen der gemeente de aandeel
houders, bedoelde commissiën de commis-