Stads- en Gewestelijk Nieuws.
In onze Vroedschap.
dagbladen dat bekend te maken. Van dien
tijd droeg de prins een maliënkolder. Dat
is de reden dat de personen, die hem wilden
dooden, niet op zijn hart hebben gemikt.
Ziekte van den Sultan.
De correspondent van de Figaro te Con-
stantinopel meldt, dat Abdul-Hamid ernstig
ziek is. Zijne toestand zou bezorgdheid
wekken.
Schiedam. 29 October 1903.
Subsidie Bondsteekenscliool.
Ter verbetering en aanvulling van het
geen wij gisteren meldden omtrent het
verhandelde bij het begrootingsdebat over
den postsubsidie van de afd. Schiedam
van den R. K. Volk bond ten behoeve van
haar teekenschool, diene, dat tegen den
post stemden de heeren Visser, Gouka,
Kranen, Loopuyt, De Groot, Faure, Van
Westendorp, Van der Schalk en Ris.
Alle liberalen met den heer Faure stem
den dus tegen.
Met allekatholieke leden stemden de
heeren Bender, Van der Drilt, Klein en
Van der Velden voor het subsidie.
Verlaging Gasprijs.
De Raad dezer gemeente heelt heden de
behandeling der gemeente-begrooting voor
1904 ten einde gebracht.
Door het aannemen dier begrooting
wordt vanal 1 Januari a. s. de prijs van
het gas met 1 cent per kub Meter verlaagd.
Gisteren-avond zijn alhier aangehouden
twee Schiedammers, H. J. v. G. en G. M„
deserteurs van een haringlogger, liggende
te IJmuiden. Zij zijn daarheen overgebracht.
Heden-ochtend is alhier aangehouden de
reizende koopman D. L in het Alg. Pol.
gesignaleerd wegens dronkenschap tot het
betalen van 11 boete, subs. 2 dagen hech
tenis.
Hij heelt de boete betaald.
De vrijzinnig democratische kiesvereeni-
ging te Rotterdam stelde gister-avond mr.
E. van Raalte opnieuw candidaat voor
de Tweede Kamer.
In alzonderlijke bijvoegsels tot de Stct.
(no. 253) wordt medegedeeld de «nadere
overeenkomst met de Rotterdamsche Tram-
wegmaatschappjj betreffende den spoorweg
op de eilanden m Zuid-Holland en een
stoombootveerdienst tusschen Middelharnis
en Hellevoetsluis"
Nadat reeds meer postdielstallen onontdekt
waren gebleven, werd eergister-middag te
Rotterdam de postcommies le klasse van
H. betrapt in de ontvangkamer van de
buitenlandsche post op heeterdaad op dielstal
van brieven. Onmiddeljjk is hij gearresteerd
en naar het huis van bewaring gebracht.
Hij telde reeds 20 dienstjaren en stond
goed aangeschreven. De arrestatie verwekte
ten postkantore veel sensatie.
Bij den raad der gemeente Pernis is een
adres ingezonden om het havengeld voor
de vischsioepen te verlagen. Thans is dat
f 60 per jaar.
De behandeling van de gemeente-
begrootiug met het verslag der atdeelingen
van den Gemeenteraad en de memorie van
antwoord van B. en W. nam ditmaal een
aanvang met de algemeene beschouwingen.
De heer De Groot meende tegenover
de tegenstrijdig inzichten, den waren
toestand nog eens te moeten uiteenzetten.
Spr. treedt dan in eene uiteenzetting der
verschillende cijfers, waaruit blijkt, dat wij
met deze begrooting waarop f 5000 als
Inkomstenbelasting wordt uitgetrokken en
f 11000 minder opbrengst van de gastabriek
(verlaging gasprijs) wordt berekend, ook al
rekent men daarbij de kosten van de
nieuwe overdekking der Beurs tot de
buitengewone uitgaven, toch nog 115000
bij het vorig jaar ten achter zijn gegaan.
Dat de achteruitgang niet grooter is, is te
wijten aan de grootere saldo's der vorige
dienstjaren, door de bezuimgiugswoede van
den Raad nu twee jaar geleden verkregen,
Dit is aldus weer een begrooting, die tot
bezuiniging maant en men zoekt die
voornamelijk op openbare werken en be
veelt dan ais middel van redres openbare
aanbesteding. Spr. kan echter die meenfng
niet onderschrijvener kan ook bij uitvoe
ring in eigen beheer bezuinigd worden.
Maar die bezuiniging moet gevonden worden
niet op het materieel, niet op het loon,
maar alleen op het toezicht. Dat toezicht
is zeker niet volmaakt, maar spr. stelt zich
de vraag ot vooral het toezicht in hoogste
instantie wel in orde is. Over 't geheel is
toch de leeftijd der bestuursleden wat te
hoog. Dat de leden van den Raad gemid
deld 50 jaar zijn, gaat er nog bij door,
maar voor de wethouders vindt spr. een
gemiddelde leeftijd van 62 jaar wel wat te
hoog, 't is toch zeker, dat men op 60-jangen
leeftijd niet meer zoo krachtig jis als op
40-jarigen, het toezicht op de gemeente
werklieden, die toch in veel beter conditie
zijn dan particuliere arbeiders, behoort
scherper te zijn en tegen misbruiken moet
streng worden opgetredendat verwchtte spr.
van jeugdige kracht en kan van iemand
van gevorderden leeftijd niet verwacht
worden. Spr. meent die opmerking te
mogen maken en zou zelf gaarne na ver
loop van 10 of 20 jaren op zijn leeftijd
attent gemaakt worden.
De heer Loopuyt zegt, dat die
opmerking aan het adres der wethouders
als een persoonlijke opmerking moet be
schouwd worden en de heer De Groot niet
het recht had te spreken namens den Raad
beter had hij gedaan die opmerking per
soonlijk tot de betrokken personen te
richten en daarvoor niet te kiezen de
openbare vergadering van den Raad.
De heer De Groot zegt, dat hij het
recht had het algemeene groote belang dat
hierbij op 't spel staat in het openbaar ter
sprake te brengen.
De heer mr. Jansen, wethouder van
financiën, erkent, dat deze begrooting geen
reden geeft tot optimistische beschouwing. Ook
in het gunstigste geval zijn wij nog f 15000
achteruit. Tegenover de vermindering van
lasten, die de verlaging van den gasprijs
geeft, (f 11000) staat de verhooging van de
Inkomstenbelasting (f5000) En 't is juist
die verhooging die spr. gaarne vermeden
zag. Om dus de Inkomstenbelasting niet te
verhoogen, zou hij den gasprijs slechts een
ct. lager willen stellen, 't Is toch zeker,
dat indirecte belastingen veel gemakkelijker
dan directe belastingen worden opgebracht.
Spr. treedt daarna nog in eene bespreking
van de exploitatie-rekening der gasfabriek
om te doen zien, dat hare resultaten niet
van dien aard zijn om een belangrijke ver
laging van den gasprijs te motiveeren.
De heer Van Westendorp meent,
dat wij vooral met 't oog op de alschrij-
ving op de exploitatie-rekening der gasfa
briek de plannen der regeering ten opzichte
der gemeente-nijverheidsinrichtingen moeten
afwachten en geeft in bedenking ook den
prijs van het muntgas met 1 cent te verlagen.
De heer Honnerlage Grete, wet
houder, voortzitter der gascommissie, de
verschillende sprekers beantwoordend, zegt,
dat bij de verlaging van den gasprijs zeker
ook wel gerekend is op een toenemend
verbruik, door den lagen prijs uitgelokt,
zoodat de verminderde opbrengst niet zal
zijn f 11000, maar misschien 5 a 6 mille
verder in een financieel betoog omtrent de
resultaten der gasfabriek tredend, antwoordt
spr. den heer Van Westendorp, dat een
verlaging van den prijs van het muntgas
ook m de commissie ernstig is óverwogen,
maar niet mogelijk werd geacht.
Nadat hiermede de algemeene beschou
wingen waren teneinde gebracht, werd over
gegaan tot de behandeling van de artikelen
van de begrooting, beginnend bij de uit
gaven. Een dy eerste resultaten was, zoo
als men weet, het invoeren van presentie
geld voor de leden van den Raad. Wij
begrjjpen niet, dat de Raad, die ook nu
weer de noodzakelijkheid moest erkennen
te bezuinigen, zoo maar voetstoots een
bedrag, f500 tot dit doel heeft kunnen
woteeren. De opmerking van een enkel lid
gaf daartoe toch geen aanleiding. Immers
ook dat lid had kunnen voorzien, dat er veel
tijd zou worden gevorderd voor het raads
lidmaatschap, dat, zooals een ander lid terecht
opmerkte, nu een persoonlijk ambt ging
worden, terwijl het een eere-ambt moest
blijven.
Bij art. 76 stelt de heer R i s voor den
postkosten van verteringen van het stem
bureau tot flOO te verhoogen.
De Voorzitter zegt, dat in derde
sectie niet een verhooging tot flOO maar
tot f200 bedoeld was.
De heer Van Westendorp acht de
verhooging met noodigkwamen allen die
daar toe geroepen zijn, slechts in de stem-
bureaux, dan was de verhooging niet noodig.
De heer Smit zegt, dat er veel voor
pleit de leden van consumptie te voorzien
en dat juist de afwisseling der leden tot
abuizen leidt.
De heer Van Westendorp meent,
dat de gemeente niet tot uitgave moet
verplicht worden, omdat de raadsleden zich
zoo slecht van hun plicht kwijten als ieder
op tijd komt behoeven niet altijd dezelfde
personen te zitten.
Den heer Gouka, ook gewagend van
abuizen meent, dat het toch niet aangaat
personen, die soms 12 a 13 uren zitten het
noodige te onthouden of dit zelf te doen
betalen.
De heer De Groot meent, dat er dan
toch nog f40 uitgetrokken wordt en dat
ook om andere reden afwisseling gewenscht
is.
De heer Smit zegt, dat van suf wor
den, zooals de heer De Gr. meende, bij
hem (spr.) nimmer sprake was.
De heer Van der Poel meent, dat nu
men van het raadlidmaatschap een per
soonlijk ambt gemaakt beeft, er ook maar
een boetestelsel moest bestaan.
Zooals men weet, staakten de stemmen
over het voorstel, zoodat er in de volgende
vergadering over herstemd wordt.
Bij volgn. 98 doet de heer Gouka bet
voorstel een memoriepost uit te trekken
tot het aanschaffen van een rijdende
stoomspuit: Overwegende dat de drijvende
stoomspuitbootje van den havendienst her
haaldelijk voor het blusschen van brand
zeer geschikt is gebleken, maar het moeilijk
is die spuit op den juisten tijd ter plaatse
te brengen, omdat met het passeeren van
bruggen, het maken van stoom enz. te
veel kostbaren tijd verloren gaat, meent hij
dat een rijdende stoomspuit, waarvoor dan
de paarden der gemeente-reiniging zouden
kunnen gebruikt worden, goeden dienst zou
bewijzen.
De heeren Ris en Wittkampf onder
steunen dit voorstel.
De heer Visser zegt, dat men niet be
paald aan een berijding door paarden moest
vasthouden. Het denkbeeld van een motor
is mede overwogen, maar men is terugge
schrikt voor de groote kosten bij het
spoedig op zijn van den ketel; men spreke
alleen van een rijdende spuit.
De heer Gouka handhaaft zijn voorstel.
De heer Kranen raadt daaromtrent
voorzichtigheid. Met 't oog op de plannen
tot reorganisatie van de brandweer acht hij
het niet raadzaam reeds verandering in te
voeren; levert de drijvende stoomspuit be
zwaar, men kan dat ondervangen door het
bootje 's nachts binnen de sluizen in het
midden der stad te doen vertoeven.
De Voorzitter moet tegenspreken,
dat de paarden van den reinigingsdienst
goed te gebruiken zonden zijn deze paar
den, veelal in Brabant gekocht, zijn zeer
sterke trekpaarden, maar geen hardloopers,
zooals hier vereischt wordt.
De heer Kranen dringt aan op nadere
formuieering.
De heer Wittkampf vindt 't het beste
alleen te spreken van een rijdende spuit,
het aan B. en W. overlatend hoe die rijden
zal.
Da heer Gouka wil dan dit punt over
laten aan het dagelijksch bestuur.
De Voorzitter zegt, dat het dagelijksch
bestuur deze aangelegenheid niet uit 't
oog zal verliezen.
Bij volgn. 109 Onderhoud van straten en
pleinen (t31600) stelt de heer De Groot
voor, den post met f 5000 te verlagen. Hij
heeft gezien, dat het voor Koemarkt Hoog
straat en Appelmarkt nog onnoodig is nieuwe
keien aan te brengen; alleen moet de
straat verlegd worden.
De heeren Lagerwey en Wittkampf
ondersteunen dit voorstel.
De heer Visser zegt, dat bij verlegging
van de Hoogstraat een aantal scorie bries,
die vervallen, uitgehold zijn, zullen uitvallen,
waarvoor dan toch nieuwe keien moeten
gekocht worden.
De heer De Groot merkt op, dat er
van den betrokken post f6400 na aftrek
van de 15000 toch nog f1400 overblijft,
welke daarvoor dienen kan.
De heer Gouka kan niet met het
voorstel—De Groot mede gaan. Gaan wjj
op die manier de Hoogstraat verstraten,
dan zullen wij over twee, drie jaar weer
voor hetzelfde feit staan en dus de kosten
op den duur grooter worden.
De heer Visser acht dit volkomen
juist. Als van de scorie bries het glazuren
onhulsel weg is, heeft de zachte specie veel
te Ijjdenin deze smalle straat geldt dit te
meer, omdat de wagens altijd over het
hetzelfde spoor rijden.
De heer Loopuyt meent, dat de straat
te rond gelegd is.
De heer Visser zegt, dat Schieland
hier geen schuld heeftwant de Hoogstraat
ligt feitelijk 1 duim te laag en dit wordt
alieen toegelaten, omdat wij door voldoende
ringdijken omgeven zijn.
De heer Honnerlage Grete,
opmerkend dat hij zelf dikwijls heeft mede
gewerkt tot schapping op dezen «elastieken
post", zegt, dat hij in dat geval niet kan
medegaan, omdat bjj de bezuiningswoede
der vorige jaren het materieel op is en er
toch nieuw moet aangeschaft worden.
De heer V i s s e r zegt, dat ook nog een
gedeelte van de Damlaan moet verstraat wor
den.
De heer De Groot meent, dat al
is ook de Hoogstraat genoemd, men toch
vrij is op welk werk ook te bezuinigen.
De Voorzitter meent, dat waar dit
onderdeel zoo duidelijk is genoemd, men
zich bij vermindering van den post, daaraan
houden moet.
De heer m r. Jansen zal niet stemmen
voor verlaging van den post: de proef met
de Hoogstraat is misluktde straat is te
rond gelegd, ware zij meer vlak, zjj zou
beter te berijden zijn, nu is het natuurlijk
dat alle wagens over een spoor moeten
in een naburige gemeente (Berkel) heeft
zich in de druk bereden hoofdstraat van
het dorp een zelfde geval voorgedaan en
moest ook de straat verlegd worden be
gint men nu van den Dam at, dan kan
men zien hoever men met de scorie bries
komt, wenschelijk acht hij een verstrating
met scorie bries vlakker gelegd.
De heer Van der Drift zegt, dat hij
te Berkel heel goed bekend is, maar het
argument van de straat aldaar z. i. niet
opgaat.
De heer Kranen zegt, dat juist door
het rondleggen der straat de Hoogstraat
minder te lijden, want men heeft de straat
gemeden.
De Voorzitter merkt op, dat in de
memorie geantwoord is, dat zou worden
overwogen of de verstrating moet plaats
hebben met scorie bries, meer vlakker
gelegd.
Nadat het voorstel De Groot op de
bekende wijze was verworpen, gaf bij
volgn. 107 nog tot eenige discussie aan
leiding het voorstel omtrent het drenke
lingenhuisje op de algemeene begraafplaats,
waarbij hoofdzakelijk de Voorzitter en de
.heer Van Westendorp hunne meening
daaromtrent tegenover elkaar stelden.
De heer Van Westendorp moet er
zich tegen verklaren dit huisje in te richten
op het kerkhof-zelf, in een deel van de
woning van den grafmakerbeter acht hij
'thet te laten op de plaats waar 't nu is
(metselwerf)moet toch een lijk niet op de
algemeene begraafplaats ter aarde worden
besteld, dan moet het weer door de stad.
Beter acht hij 't bedoeld lokaal op het
kerkhof voor wachtkamer in te richten, hij
stelt dus voor den betrokken post flOO te
schrappen.
Dit voorstel, behoorlijk ondersteund wordt
bestreden door den Voorzitter, die
opmerkt, dat, om te verwijden, de familie
te brengen in een bijna ontoegankelijk hok
(metselwerf) bedoelde plaats wordt voor
gesteld hij spreekt tegen dat die een deel
zou zijn van des grafmakers woning het is
een afzonderlijk deel van het huis en de
omstandigheid, dat zich daarboven bed
steden bevinden, is naar deskundige ge
tuigenis niet schadelijk voor de gezondheid
veel bedenkelijker acht spr. 't een reeds
ontbindend lijk twee maal door de stad te
voeren, zooals nu veelal het geval is.
De heer Van Westendorp meent,
dat een reeds ontbindend lyk toch zeker ook
in die omgeving, op de begraafplaats, be
denkelijk is en de plaats op de metselwerf
dit voor heeft, de lijken daar per boot
aangevoerd kuunen wordenhet argument
van het onderzoek geldt niet, want dit
heeft steeds in het ziekenhuis plaats.
De Voorzitter zegt, dat juist bedoeld
onderzoek in het ziekenhuis plaats heeft
wegens de treurige inrichting van het
tegenwoordig drenkelingenhuisje.
De heer Van Westendorp blijft
een tweede inrichting tot onderzoek onnoodig
achten.
De heer R i s zegt, dat, ook om de
noodige hulp, onderzoek in het ziekenhuis
toch altijd zal plaats hebben.
De Voorzitter handhaaft zjjne mee
ning.
De heer Van der Schalk steunt
het voorstelVan ^Westendorp, omdat bjj
het vervoer te water 't geschikst acht.
Het voorstelVan Westendorp wordt
verworpen met 6—14 stemmen.
Voor stemmen de heeren Beukers, Van
Westendorp, Van der Schalk, Smit eh Bender.
Bij volgn. 119: Dag- en weekgelden van
werklieden voor zoover niet onder andere