In onze Vroedschap. Naar wij vernemen, heeft Schiedams Mannenzangkoor «Orpheus" haar wintercon- cert, dat aanvankelijk bepaald was op Vrijdag 22 Januari, tot een nader te bepalen dag uitgesteld. Heden herdenkt de heer H. Veugelers den dag, waarop hij vóór 12^ jaren organist werd der O. L. Vrouw Visitatiekerk alhier. Het koorgezeischap toonde zijne belang stelling door een waardeerend bezoek, dat het bestuur ten huize van den jubilaris bracht, waarbij hem ook een stoffelijk huldeblijk werd aangeboden. Ook van leden en oud-leden van het betrokken koorgezelschap mocht de jubilaris persoonlijke en schriftelijke blijken van belangstelling in menigte ontvangen. Uit de ouderlijke woning aan het Bagijohof alhier wordt vermist de 10 jarige Jan Hoenderkamp. De knaap is sedert 10 Januari zoek en was heden, volgens door ons ingewonnen informatie, nog niet terecht. Te Rotterdam is gister nacht overleden de manufactier Felix L. Bosman, die bij het uitsteken van zijn spion aan zijn magazijn aan de Hoogstraat uit de tweede verdieping was gevallen. Te Viaardingen is inbraak gepleegd bij de wed. van der Windt. Gestolen zijn een zakje met rijksdaalders en eenige gonden voorwerpen. Vermoedelijk is men door verbreking van een ruit binnengekomen. De politie doet ijverig onderzoek. De eerste zitting van onze vroedschap in het nieuw begonnen jaar is als gewoonlijk weer begonnen met den gebruikelijken Nieuwjaarswensch. Opbeurend was 't den Voorzitter van het jaar 19C3 als van een gunstig jaar te hooren getuigen. Weerklank vonden zeker zijn heilwenschen voor het nieuwe jaar en het beroep op de onderlinge waardeering, die immers bij alle verschil van gevoelen in den Raad met mag gemist worden. Instemming vond ook het dank woord van 's Raads senior, den heer Klein, vooral waar hij dankbaar getuigde, dat onder het bestuur van burgemeester Versteeg de leuze «Schiedam Vooruit" geen ijdele klank was gebleven. Toen aldus deze officieele Nieuwjaars wensch was uitgesproken en de lange reeks ingezonden stukken doorworsteld was, volgde enkele benoemingen, waarvan alleen die van den Directeur der Gemeentewerken belangstelling wekte. De heer C. B. Gerlagh, ingenieur te 's Gravenhage, die no. 1 op de voordracht stond, is de uitverkorene. Zijn onze inlichtingen juist, dan is de keuze gevallen op een theoretisch en practisch ontwikkeld man, een man ook, die zich zijne godsdienstige belijdenis r.iet schaamt, maar openlijk voor zijne christelijke belijdenis durft uitkomen. Wij meenen^dus, dat de gevallen keuze, onder de bekende omstan- digdeden. alleszins een goede is te noemen. Na afdoening van eenige andere zaken, reeds in ons gewoon 's Raadsverslag vol doende vermeld, gaf nog aanleiding tot een korte discussie het voorstel van B. en W. aan Gedeputeerde Staten te verzoeken het presentiegeld voor de leden van den Raad op f 1.50 per lid en per vergadering, in plaats van f500 voor alle leden en voor alle vergaderingen, vast te stellen. De heeren De Groot en Ris deden hier blijkbaar een poging om eenigszins te reageeren op het jongste raadsbesluit. Gevoelen zij-zelven, dat de Raad toch wel wat te egoïstisch gehandeld heeftdoor zicii-zei ven een belooning toe te kennen voor werkzaamheden, die als een eereambt moesten beschouwd worden. Het argument van een enkele lid, dat bij de aanvaarding van het Raadslidmaatschap niet op dit faveurtje mocht hopen, mocht toch niet gelden, om de gemeentekas te bezwaren met een uitgave, die tot hiertoe met begeerd werd. De liefneboenj om te gaan beunhazen in het gemeentevak zal er intusscheu wel door bevorderd worden. Na toekenning van eenige gratificatiën voor het blusschen van brand en diligent- verklaring van B. en W. inzake de verze kering van de werklieden der gemeente ingevolge de Ongevallenwet, gaf nog tot korte discussie aanleiding het voorstel van B. en W. tot bepaling van rooilijn en peil aan den Vlaardinger dijk. In verband met het feit, dat volgens een heden by den Voorzitter ingekomen schrijven van den heer Paul het plan van uitbreiding der gemeente binnen enkele dagen te wachten is, stelae hij voor dit plan aan te houden tot de vol gende vergadering. Nadat de heer Loopuyt zich bij den Voorzitter vergewist had, dat 'tnog wel wat uitstel kon lijden en de heer Van Westendorp te vergeefs getracht had de breedte der aan te leggen straat volgens het advies van den heer Paul maar op 35 M. te bepalen, werd ten slotte de motie— Gouka met 18 tegen 2 stemmen aangenomen. De heer Faure en Ris stem den tegen, terwijl de heer mr. Jansen zich buiten stemming hield. Nadat de wijziging van de verordening regelende de jaarwedde van den Directeur der Gemeentewerken bestaande in het hem toekennen van vrije woning, vuur en Jicht met algemeene stemmen was aangenomen, gaf vooral het ingekomen adres van de gemeente-geneesheeren N. F. Elzevier Dom en dr. J. Endtz om intrekking van het raadsbesluit van 1 December 11. in zake de benoeming van Schoolartsen, tot uitvoerige discussie overvloedige stof. De heer R i s meende, dat het ontwerp inzake de schoolartsen in de vergadering van 1 December li. niet zou zijn aangenomen, maar aangehouden, indien de leden meer zelfstandigheid hadden betoond en niet zoo aan den leiband van B. en W. hadden geloopen hij weet dit aan de omstandig heid, dat B. en W. van deze zaak niet zoo op de hoogte zijn. Terugkomend op eenige beweringen in het advies van B. en W., zeide hij, dat het hem ten slotte bleek, dat hij zich niet zoo behoefde te ergeren over het aannemen der bezoldiging van f100, want de gemeente geneesheeren hadden daarin slechts onder stilzwijgend protest berust. Toch blijft hij van oordeel, dat men voor die belooning slechts een surogaat van een schoolarts krijgt. Nagevraagd te hebben, hoe t met dr. Vaillant moet gaan die voor de functie van schoolarts heeft bedankt, weerspreekt hij het beweren van den heer Honneriage Grete, dat wij met f 100 voor schoolarts konden volstaan, omdat de ge meente-geneesheeren de f 500 voor de armenpraktijk vrij gemakkelijk verdienen; hij deelt mede, aat de heer Elzevier Dom in 1903 alleen 2000 visites aan de armen praktijk heeft gewijdrekent men daarbij dat de gemeente-geneesheeren als politie- dokter bij keuring enz dienst doen, dan kan men met zeggen, dat hun betrekking met f500 royaal betaald is. Daarna komend tot het adres d6r genees heeren zegt spr., dat de groote grief der adressanten is, de koppeling van de betrek king van schoolarts aan het ambt van gemeente-geneesheerzij loopen daardoor gevaar ais zij geen schoolarts blijven hun betrekking van gemeente-geneesheer te verliezen. Spr. betoogt verder op grond van het verloop dezer zaak, dat 't hier geldt het opleggen van eeh nieuwe functie aan de gemeente-geneesheeren door bij hun klinische taak een hygiënische te voegen en tracht dit ook aan te toonen door de bepaling van het in gezamenlijk overleg vaststellen der instructie en het verzoek aan de gemeente-geneesheeren gedaan of zij schoolarts willen worden. Den heer Van Westendorp ver wondert 't, dat er over deze zaak zooveel gesproken is. Hij meent evenzeer, dat een bezoldiging met f 100 geen voldoende be looning is. maar wil er zich bij neerleggen, mits de betrekking van gemeente-geneesheer en schoolarts gescheiden blijve. De heer Faure pleit evenzeer voor bet gescheiden houden der betrekkingen van gemeente-geneesheer en schoolarts en zegt, dat hij ten slotte het voorstel zal doen de tegenwoordige regeling slechts voor een jaar geldend te verklaren. De Voorzitter zegt, dat hij uit het verloop dezer zaak geleerd heeft, men alles schriftelijk moet behandelen, want indien deze zaak geheel schriftelijk in plaats van mondeling behandeld was, dan zou er nu geen twijfel bestaan aan de instemming der gemeente geneesheeren om op een be looning van f 190.tot schoolarts te worden benoemd. Dat B, en W, slechts f 100. belooning voorstelden, was om de zaak bij den Raad er in te krijgen. Had hij geweten, dat men ook op t 200. zou ingegaan zijn, dan had hij dit voorgesteld. Verder zegt mj, dat de gemeente-geneesheeren met courtoisie zijn benandeid en er geen sprake van is geweest, dr. Vaiilant te dwingen ontslag ie nemen. De neer Honneriage Grete weer spreekt wat omtrent de armenpraktijk is gezegd. Als de heer Elzevier Dom in 1903 alleen 2000 recepten heeft afgegeven, dan bewijst dit de taak ongelijk verdeeld is, maar hij noudt vol, dat voor de drie genees- neeren te zamen de armenpraktijk met zoo bezwarend is. Na korte repliek van den heer Ris. herhaalt de heer Faure zijn voornemen een bepaling voor te stellen, waardoor de betrekking van schoolarts niet voor goed aan het ambt van gemeente-geneesneer wordt vastgeklonken. De Voorzitter bevestigt tegenover den heer Van Westendorp, dat de gemeente-geneesheeren als zoodanig tot schoolarts benoemd worden. De heer De Groot stelde voor De Raad besluite, met wijziging van zijn besluit van 1 Dec. 1903, de heeren dr. Endtz en Elzevier Dom tot schoolarts te benoemen op een salaris van f200 'sjaars. De heer Loopuyt stelt voor, dat ten hoogste drie geneesneeren op een. salaris van f 100 tot schoolarts zullen benoemd worden, doen vindt geen voldoende steun. De heer Klein verklaart zich sterk tegen een bezoldiging met f 200. Nadat de heer nr. Ja.n sen het voor stelDe Groot bestreden had, betoogend, dat deze zaak niet incidenteel maar princi pieel moest beslist worden en de heer Van der Poel op splitsing had aangedrongen, werd over het voorstelDe Groot, in tweeën gesplitst, gestemd. Het eerste deel de heeren Endtz en Elzevier Dom te benoemen werd ver worpen met 11 tegen 10 stemmen. Voor stemden de heeren Van Westen dorp, De Groot, Faure, Ris, Visser, Van der Poel, Loopuyt, Kranen, Bender en Gouka. De heer De Groot diende daarna een metie in luidende De Raad, van oordeel dat de betrekking van gemeente geueesneer en schoolarts gescheiden moet blijven, verzoekt B. en W. in dien geest eeu voorstel in te dienen. Deze motie werd verworpen met 12 tegen 9 stemmen. Voor stemden de heeren Ris, Van der Poel, Loopuyt, Kranen, Van der Schalk, Gouka, Van Westendorp, De Groot en Faure. Het voorstel—Faure, de schoolartsen aan te stellen voonoopig voor een jaar, wera daarna aangenomen met aigemeene slem- men op eeu na, die van den heer mr. Jansen. In verband met bovenbedoelde beslissing, die het eenmaal ingenomen standpunt in zake schoolartsen handhavend, de rege ling slechts voor een jaar geldend verklaart, werd het adres van dr. Vaillant aangehou den, om aan den senior onzer geneesheeren, gelegenheid te geven te overwegen, of hij onder de bestaande omstandigheden nog zijn ontslagaanvrage als stadsarts wil hand haven. Heel gemoedelijk besloot de Raad tot opheffing van de Maandagsche weekmarkt, die geen zin meer heeft, nu haar voornaamste bestanddeel het vee, waarvoor zij werd ingesteld blijkt te ontbreken. Daarna kwam voor velen op de dicht bezet^p tribune het neusje van de zalm: de adressen van de anti-revolutionaire kiesver eniging «Nederland en Oranje" eöz. om afschaffing der Kermis met advies van B. en W., voorstellend af wijzing. De heer Faure zegt, dat, nu in deze vergadering opnieuw ter sprake komen de adressen tot afschaffing der kermis, men de zaak uit tweeerlei oogpunt kan beschouwen, ui- uit een moreel en economisch oogpunt. Als een belangrijk argument is aangevoerd, dat de kermis hier zeer ordelijk verloopt. Nu hangt de kwestie van ordelyk af van het standpunt, waarop men zich plaatst. Verstaat men onder ordelyk, dat niet de gewone baldadigheden hebben plaatsgehad, geen moord is gepleegd, geen ruiten zijn ingegooid, dan kan men zeggen, dat de kermis ordelijk verloopt, maar uit ander oogpunt kan men dat met zeggen. Gaat men na in hoever of de burgerij met een handhaving der kermis gebaat wordt, dan zijn dat niet de hoogere klassen, niet middenstand, die gelegenheid te over hebb® om zich genot te verschaffen, maar 'e positief de mindere stand. En nu kan ®Pr' niet zeggen, dat de afschaffing voor dj® stand een gemis is immers de verstroo®"® aldus gegeven, moet te duur betaald word®"' In sommige plaatsan is gebleken, dat juist1" den tijd van de kermis het meeste geld de Rijkspostspaarbank werd gehaalddat pandjeshuizen in dien tijd 't drukst bezo'j hebben. Voor de winkeliers is de kermis11-' mede geen voordeelige tijd er wordt d»p weinig contant gekocht, meest op late'' afbetaling en hoewel spr. niet wil afg®8" op de resultaten der winkeliers-enqu®1' bewijst zij toch, dat een groot deel d®( winkeliers voor de afschaffing onverschillig is, want als het kermisvraagstuk zoov®®1 belangstelling wekte, zouden zij wel gebrul® maken van de gelegenheid om zich uit spreken hun zwijgen is welsprekend. Wie zijn dan met het behoud der kero®'s gebaat Zeker wel de herbergi®'s' Hoewel spr. nu principieel tegen het b®! ginsel van geheel-onthouding is, moet M toch getuigen, dat die bloeitijd voor d® drankverkoopers is de bloedtijd voor ze®, velen, die dan al te royaal met hun g®' omspringen, al voert men hem ook teg®®' dat 't beter is hier de ingezetenen daarva' te doen profiteeren, dan dit geld in Rotte®' dam of Viaardingen te gaan bestede®' Verder zijn, bij het behoud der kerm1® gebaat de vreemden, de kermisvakgenoot®®1 die met een goed gevuiden buidei hi®r vandaan gaan van beide bedoelde categorie" van menschen zijn dan ook de eemg® requesten tot behoud der kermis uitgegaa"' in het preadvies van B. en W. word' gezegd, dat de kermis hoe langer hoe minde' past in het kader van onzen tijd, spr. meen1, dat zij in dezen tijd in 't geheel met tn®|S hoort. Vroeger had zij reden van bestaa" als jaarmarkt, maar die bestaansrede® heeft zij verloren, sedert de kermis, in ha®' 1 oorsprong een schoone instelling, gebe®' ontaard is. Wel verre van met B. en W- te meenen, dat de tjgd voor de afschaffing nog niet gekomen is, meent spr., dat d® tijd van de kermis al 100 of 200 ja®' voorbij is. Verder voert men aan, dat men d® kermis niet moet afschaffen en het volk di' vermaak ontnemen, zonder een aequivaleo' er voor të geven, spr. vraagt of men dao oo" de bekende vergiftigde boontjes moest doe® behouden, omdat de kinderen by het out' j nemen huilen. En zegt men, dat wij ni®' als censores mores moeten optreden, da® zegt spr. dat ook hem de rol van zedenmeeste® niet aanstaat, zoo zelfs, dat hij beslist geka®1 is legen het werk der middernachtzendingi maar een ander geval is 't, met na te gaa® of zelf gelegenheid tegen, waarop 't tocb nier neerkomt. Spr. zegt ten slotte, dat de Raad zie® door dergelijke argumenten met moete® laten terughouden, maar met ernst d® belangen van den werkman moet behartige®- Die belangen zijn bij het behoud der kermi® met gebaat. In piaats van dat dolle levens' genot hier te doen genieten, moet men di' aan maar aan steden als Rotterdam of Viaardingen overlaten. Spr. besluit dus, da' geen enkel steekhoudend argument tot behoud der kermis is aangewend. De heer Gouka verklaart zich tege® de afschaffing, al heeft de kermis zij® sympathie allerminst. Waar de meer gego®' den hun vacantie en andere uitspanmnge® hebben, wil hij aan de kleine luyden me' het veelal eenige middel tot uitspanning of vermaak ontnemen. Gaarne wil hij tot d« afschaffing medewerken, mits er een aequi- valent kunne gegeven worden. Waar dit echter ten eenenmale gemist wordt, vindt hij de onderbreking van den gewonen sleuf die de kermis brengt, nuttig en noodig e® ziet hy zich dus genoopt tegen de adresse® tot afschaffing der kermis te stemmen. De heer De Groot kon zich met d® argumenten, tot behoud der kermis aange* voerd, niet vereenigen. Men moet niet vergeten, dat te Rotterdam en Vlaardinge® de kermis zwak staat, een groote minder' heid aldaar baar afschaffing wenscht. Te Viaardingen werd ze zelfs slechts met ée® stem meerderheid behouden. Spreekt me® van een aequivalent, dan vraag spr. of de burgerij zelfs met in staat is het aequiva lent te vinden en zich een meer verheffend genot te verschaffen, het genot bijv. dool deelname aan de zaak der Womngmaat' schappij een betere woning te krijgen of het genot, dat door het lidmaatschap va® Volksbond of Officieren-Vereeniging wordt geboden. Spr. zou dus tegen het afwijzend advies moeten stemmen. Het voorstel van B. en W. op de adressen, vragend afschaffing der kermis, afwijzend te beschikken, werd daarna aan" genomen met 13 tegen 8 stemmen. Tegen stemden de heeren Bender, Do

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 2