Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
t r?M-•
2?sie Jaar<r.
Dinsdag 16 Februari 1904.
No. 7828.
AgSTWjflSffHüS GALLIER
WatVXin!id'n? Dagen0eg overal>
Bureau Beterstraat 50. Telefoon Ne. 85.
J^gCIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
bracbt ïooT;rhon2e kerkan aan g®-
r-ui, «I,
haar Zoon rigd8g9Ve0 °m Ham> d'®
PBIJS TAK BIT BLABl
Tw Sehiedam per 3 maanden f 1.50
'ranco per post door geheel Nederland t
Afzonderlijke Nummers
PRIJS DER 1DTEETERIIËN:
Van 16 regels. f 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
en Wethouders tan
bet 6kieo^ ,t8r vold°eniEg aan art. 15 van
arbeid ^'e™ent voor de kamers van
beden' a|gemeene kennis, dat de op
Va° werti g^st®'de lijstBo van patroons en
kai»«rs ,kie*ers van leden der
be Voed?»». 810 voor d" Bouwbedrijven,
A»eohoiitf; en Genotmiddelen en de
Weenie v toe* le.r secreta<-'« der ge
legd. °°r ean ieder ter inzage zijn
■But'eC*a m' den februari 1901.
Qemeesteren Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
de r SCH0P VAN HAARLEM,
Geestelijkheid en de Geloovigen
van ons Bisdom
Zaligheid in den Heer.
'•ghiT hgebael d® wereld, Beminde Geloo-
0ai aan ^re'den z'cd de Katholieken voor,
d®ren i„j6t eiuda vaB dit iaar mot bijzon
der viifti W döD dag te vieren, waarop
0ft»rined a Jare° d°°r Z' H' Paas Pius IXt
^■atdinaien °°r d60 ontzaS'Üke menigte van
S°b® basili 1" 'sscboppen, in de Vaticaan-
g®loovi»ftn °°dar alg«m«enen jubel der
*as'gesteld.PïChtlg Ward «"gesproken en
boudt a d° '®«rs»elling welke in-
°P bet -«rda A,|erzaiigste Maagd Maria,
d°°r een u °0ganb'ik barer ontvangenis,
Almachtiean UpeBgawone genade van den
*°orrecht m °u 6n d°°r 8an bijzonder
*an Christ.!!9! °°g op d® '«rdiensten
^«nscheliik - den Zal'gmaker van het
Scbuldisbewf9Si T°°r a,i« vlek der erf-
8®°Penbaard«a! gelword®n —«ene door God
aUa geloovicn °ld 1S en derbalve door
8ei^W moet worden!''^ M SWndvasti«
boeten Zll! Van hat f«®s' za'
dankbaarhtin Mn bU;jd6 u"d™kkmg van
*®rl«ende aan blJZ0nder voorrecht, dat Hij
'«thebben »ls ai" w'd V8r®eren en
dea Verlosser er. de ah8rdsc;ba mo«dar ™n
0 'erlosten. hem«iscbe moeder van
Öken Zaligmak' Wle J«ZUs <">zen Godde-
lich 'erSugt orraCblig ,iafba®B, moet
v°°rrecbt van ZiJw onwaardeerbaar
in bet S M°eder' niet **ts
,Pro*. XVII 61 en 0UderS tj8hbeR
bers op de kinder aar' w®lke van de
da «noeder werd atStFaalt'
-oen, en haar voorrecht
de vrucht is van Zijne verdiensten, immers
alle heiligheid en iedere genade, aan Maria
verleend, ook dit buitengewoon en eenig
voorrecht, is door den Verlosser verdiend
is Zij de glorie van het Jeruzalem der ver
losten, die glorie straalt uit van Hem en
keert van baar tot Hem terugwant ook
Jezus' H. Moeder behoort onder de door
Hem verlosten en in Haar viert Zijn ver
lossingswerk den hoogsten triomf, omdat
Hij Zijne Moeder met alleen, zooais andere
verlosten, gerukt heeft uit de macht van
Zijn vijand den duivei, maar heeft voorko.
men, dat Zij ooit onder zijn macht kon
geraken.
Geheel het Kerkelijk officie op dit eenige
feest spreekt dan ook over mets anders
dan over dit werk, met van Maria, maar
van God zeiven: Wonderbaar"zoo luidt
het in den kerkzang «wonderbaar is Uw
Naam, o Heerover »de gebeele aarde,
«omdat Gij iu de Maagd Maria U een
«waardige woonplaats hsbt bereid"en als
de Kerk, om Maria te verheffen, Haar ver
gelijkt met de zon, dan doet zij het met
woorden, die alles aan God toeschrijven.
«In de zon heeft God Zijn woontent gesteld"
en zij prijst er Gods barmhartigheid voor
«In hare ontvangenis ontving Maria zegen
«van den Heer, en barmnartigheid van God,
«haar Verlosser"zij spreekt de H. Maagd
toe «Ontrukt heeft de Heer uwe ziel aan
«den dood, en tegen uw vijand was Hij
«uw beschermer"zij legt Maria de woorden
in den mond«Mijn heiper was God in
«den vroegen morgen mijns levens, de
«Allerhoogste heeft Zijn woontent ingewijd.
«Komt en hoort gij allen die God vreest,
«en ik zal u verhalen, hoe groote dingen
«de Heer aan mijne ziel heeft gedaan
«jubelt den Heer toe geheel de aardeheft
«den psalna aan ter eere Zijns naams. Met
«groote blijdschap verheug ik mij m den
«Heer en mijne ziel juicht in God, want
«Hij heeft my gekleed met het kleed des
«heils en mij omhangen met het gewaad
«der gerechtigheid en my getooid als
«eene bruid. U, o Heer zal ik verhef-
«fen, want Gy gij hebt mij aangenomen
«en niet toegelaten dat mijn vijand aan
»my vreugde vond". En als de Kerk, gehoor
gevend aan die uitnoodiging, die zij Maria
in den mond legde, den psalm aanheft, dan
jubelt zij hare vreugde over de openbaring
dier glorie van Maria uit met de woorden
«Verheugt u allen in den Heer en herdenkt
«luide Zijne heiligheid, want de Heer heeft
«Zijn werk bekend gemaakt, in het aan-
«schyn der volkeren geopenbaard de glorie
«Zyner moeder".
Wij {vieren dus waarlijk, B. G., èn in
het voorrecht, aan Maria geschonken, èn in
de belijdenis daarvan voor de gebeele
wereld, vooral en in de eerste plaats God,
onzen Verlosser zei ven en Zyn volkomen
zegepraal over den helschen vijand, en die
blyde feestviering is dus op de eerste
plaats een uiting onzer liefde voor Jezus,
plechtig en luide uitgesproken voor heel de
wereld.
Niets echter natuurlijker, dan dat wij in
onzen geest niet van eikander kunnen
losmaken de zegepraal des Verlossers en
het bevoorrechte schepsel, waarin Hij zich
die zegepraal verwierf; dat wij de oogen
richtend naar den alverwinnenaen Heiiand,
tevens opzien naar Haar, die zelve blijde
kon getuigen «groote dingen heeft aan mij
«gedaan Hij, Die machtig en Wiens naam
«heilig is"; dat wij, ontvlamd in liefde voor
den Barmhartigen God, Die den diepgeval
len mensch uit de zonde oprichtte, ons
voelen aangetrokken tot de gezegende
vrouw, ia wie Hij de menschelijke natuur
zoo hoog verhief in het rijk der genade
dat wij niet slechts Hem zegenen en prijzen,
Die om ons te verlossen is mensch gewor
den, maar ook Haar zalig spreken, die Hij
zoo wonderbaar verioste om straks in haren
schoot de menschelijke natuur aan te nemen;
in één woord, mets natuurlijker, dan dat
wij in onze bewondering en liefde met
scheiden wat God zelf zoo nauw vereenigd
heefthet Lam Gods, dat wegneemt de
zonden der wereld, en de onbevlekte, die
dat goddelijk Lam ter wereld bracht: den
zich diep vernederenden God en Zijne hoog
verhevene Moeder.
En dit doen wij te liever, omdat zij dien
Zoon, Wien door een wonder van God, de
overschaduwing 'van den H. Geest, alleen
Zij en geen ander mensch ter wereld Zoon
kon noemen en Wien zij reeds daardoor
alleen meer moederliefde toedroeg dan ooit
een moeder voor haar eenig kind gevoelen
kon, dien Zoon, wien zij bovendien met een
bovennatuurlijke helde als Haar God het
bad, meer aan alle andere minder heilige
schepselen God beminnen kunnen, straks
zou moeten afstaan en werkelijk afstond en
offerde voor ons en voor onze zaligheid.
Zoo toch kwam het leven der genade,
waarin wij ons verheugen, haar op meer
smart te staan, dan het natuurlijk leven
eens menschen ooit kostte aan zijn natuur
lijke moeder, en kunnen wij met het volste
recht ook tot ons gesproken rekenen de
woorden van den stervenden Verlosser tot
den vertegenwoordiger der Kerk onder het
kruis: Zoon, ziedaar uwe moeder.
De meest gerechtigde liefde derhalve van
goedgeaarde kinderen voor hunne lieve
moeder spreekt zich uit in onze feestviering
en als wij daarbij ook tot Haar onze ge
beden richten, dan doen wy dit als schuld
bewuste kinderen, die aan de hand hunner
moeder en gesteund door haar allesvermo-
gende voorspraak, tot God naderen met de
heiligste verlangens naar reinigende genade.
De H. Kerk laats ons dan ook bidden«O
«God, die om den dood van Uwen Zoon,
«Maria voor alle zondesmet hebt bewaard,
«sta ons op hare voorspraak toe, tot U te
«komen en met reine harten aan deze
«feestviering deel te nemen. Geeft ons
«althans de genezing van die wonden,
«waarvoor Gij Haar gevrijwaard hebt".
Doch, B. G., gij weet het woorden
van eerbied en liefde zijn niet genoeg.
Wanneer zy Diet door daden wordt verge
zeld, zouden wij het verwijt verdienen van
«God «Wat roept gij tot Mij Heer, Heer 1
«en doet gij niet wat Ik zeg" (Luc. VI, 7),
Zelfs is het uitspreken van goede verlan
gens nog geen goed gebed daarvoor is
noodig dat het begeerten zijn des harten,
en wie waarachtig met het hart begeert
iets te verkrijgen, vraagt niet slecht, maar
doet ook alles, wat in zijn vermogen ligt,
om het begeerde te erlangen. Wij moeten
dus onze liefde voor onzen Zaligmaker en
Zijn onbevlekte moeder toonen, door te
leven zooals betaamt aan kinderen eener
zoo heilige moeder, die door haren Godde-
iijken Zoon, voor den prijs van Zijn kostbaar
bloed, van de zonde zyn vrijgekochtwij
moeten zelf streven naar die reinheid des
harten, waarom wij heu bidden wij moeten
waardige vrucnten voortbrengen van die
oprechte boetvaaraigheia, die oeu zonaaar
met God verzoent en den recntvaaraige
nog meer loutert, en daardoor oeiden in
staat zal stellen om met reine narten het
feest van Jezus' erbarmende iiefae en
Maria's bevoorrechting te vieren. Laten
dan allen met die neihge meening de verster
vingen verrichten, welke de aanstaande
vastentijd ons oplegtwant net gebed, dat
God onze goedgemeende maar zwakke
pogingen, om ook heilig te worden, moge
steunen en sterken door Zijne genaae,
vindt zeker verhooring, wanneer het worot
aangedrongen door zelfversterviugsgoeu
«is het gebed vereenigd met vasten", zoo
sprak de engei tot Tobias.
Tevens bereien Wij dringend in uwe
vurige gebeden aan de beiangen van ouze
H. Kerk en van ons dierbaar vaaerlaud, net
geluk en den arbeid van uwe geestelijke
en wereldlijke Overneaen; hidt hartelijk
voor hare Majesteit, onze geliefde Koningin
en haar Koninklijk Huis, en uit jaar voorai
voor de Koningin-Moeder, die thans reeds
vijfentwintig jaar aan geheel ons voik onuer
zoo menig opzicht ten rijken zegen en ten
iichtend vooroeeid is geweest; bidt dat zij
nog veie jaren gespaard moge worden voor
Neerlands Koningin en voik.
Overeenkomstig de ons daartoe door den
Apostoliscneu Stoel verleende volmacht,
geven wij U d;t jaar de gewone ^ispensa-
tiën in de kerkeiyke wetten van onthouding
ouder de gewone voorwaarden welke
dispensatiëa en voorwaarden door de Wei-
Eerwaarde Pastoors en Rectoren zullen
worden afgekondigd.
Krachtens Apostolische volmacht verleenen
wij aan de geloovigen van ons Bisdom,
weder voor dit jaar, d.i. tot aan de
40-daagsche Vasten van het volgend jaar,
dispensatie in de onhoudingswet op alle
Zaterdagen, uitgenomen die Zaterdagen,
welke geboden Vastendagen zijn. EcU-
ter vermanen wij U, om door aalmoezen
en andere goede werken aan te vullen wat
door het gebruik maken van deze dispensatie
aan uwe boetedoening ontbreekt.
En zal dit ons herderlijk schrijven op
den Zondag Quinquagesima ui alle tot ons
Bisdom behoorende kerken, alsmede in de
NIEUWE SCHIEDA
- 2.-
i - 0.05
GENADE gods en de gunst van
"en APOSTOUSCHEN STOEL
I*. ^^®rdaad R p