Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
8 Jen ceyangene toeMies.
PASGHEN.
-7ste Jaarg.
Zondag 3 April 1904.
No. 7868.
^ÜflSTE
BLJD.
S J -öortDCel bö-
kostelooze inenting en üeriuëntii tegen potten.
Bureau Boterstraat 54). Telefoon Ne. 8ö.
-Ö/ïj. n^«mmer bestaat uit
- J!'E BLADEN.
Nlaltt,ee
-av o
BERICHTEN,
kennisgeving.
"*»cht en Visscherij.
El
kennisgeving.
leun,
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van
De Persoon des Verrezenen.
NIEUWE SC
E COURANT
P1U8 TIK DIT B L A Dl
Schiedam per 3 maanden f 1.80
^co per post door geheel Nederland f - 2.
Wonderlijke Nummer»0.05
PRIJS DER ABYEBTENTIËN:
Van 16 regelsƒ9.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
FUSCHFEEST 1.1 de
h "öav
^"Aiedowircfte Courant
d niet ver sch y.
Bi
de8«2iSri JEi<ïksteryan Schiedam,
2gr ^°Oiot Clrcu'air® den Commissaris
blai'0 Maa *D daz8 provincie van den
L Oq. 02\r' j'* A no. 504, 4e afd. Iprov.
da» r°°8t t«'
te l«r s Kennis van de ingezetenen,
b8j. Ügbaarret?.rie dBr gemeente kosteloos
»or>0,ll|öe Zlj° blanco aanvragen ter
ri aa^Q JACHT- en VISCHAKTEN
big.,*1 ZÜ riStaande seizoen 1904/1S05, en
»k> sLJ8 blJ d®n aanvang van het
boni-r- *en$ch8° b8t ^ezu van dunne
lbKed?Ml0 zijB' dle aanvragen be-
86s 'T- uJdl«' zooveel mogelijk
d, boeten8.11 aanstaande, ter secre-
c ho d 8ruebeiorg«a-
a bb) den 2den April 1904.
e Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
®del in sterken drank.
bieER EN Wethouders van
^kht88'"1!? va6SD' 'bgevolge art.öaer wet
dr00L ®n [0, D'den kleinhandel ui sterken
W n 8°schan rt. 8U8elinS van openbare
is "P«ribarep Staatsblad no. 118 van 1885;,
'•Dis, dat oij nen een verzoet
s$®rken V0 Vergunning tot verkoop
drank m net klein
van
ar het Engelsch door
L- HANSEN.
ïeg^'Ök jett
Scberneel Moeite 8r ziJn V08t °P en met
'r e«n Iflrb°rede bewakers keken
!ï"Aje„ br>esie IJ bet- 'sMiddags kwam
,^*kig0 °^,bet afz«^9t,ten en d8ed D08 wal
8es|ol ?oen d "e 'and der veroordee den
's a ®|d vijf 8 da8 om was, was hij er
R«dnid Qds m' s stukjes te verstoppen.
8*rsts rid8 »ooraenC8i„l8§do bÜ ra8t groot
Op 't
öai hij B. 8D ,naast elkaar. Op 't
8 *Ü0 e88' Dd8n had' st0Dd vreemd
P 0ar.#t ®«h na naam> l°en kwam een
h? ®en ^°°r kioLar guran> l°en jets dat
JJ hoe l3daad m'a 1080 8en zinsPeeiing
''«n g88& vérst 8r KUU dl8 brokjes kon
C v Wstaanba*r geheel samen
d.g «tor „jj
CHRISTINA WILHELMINA MARIA VAN
i INXTEREN, voor het pand Boterstraat
no. 27.
Schiedam, 2 April 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris
van LUIL, L. S.
Schiedam,
Gelet op art. 18 der wet van den 4den
December 1872 Staatsblad no. 134), tot
voorziening tegen besmettelijke ziekten
Brengen bij deze ter kennis van de
ingezetenen, dat ten huize tan den gemeente
geneesheer, den heer N. F. ELZEVIER
DOM, Singel no. 70, driemaandelijks
en wel op deD eersten Dinsdag van elk
kwartaalop de gewone spreekuren ge
legenheid zal bestaan tot
Scmeuam, aen 2d en April 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VAN LUIK, L, S.
Verheerlijkt staat de verrezene Verlosser
weer voor onze oogen, ais het type van
hetgeen wij, zijne leerlingen, eenmaal, al
is het dan in mindere mate hopen te
wezen.
Reeds in zijn arm, sterfelijk leven was
die Heiland niet zooals andere armea, andere
sterteiijken geweest zijn.
Wat licnameiijke neerlijkheid aangaat,
zeide eenmaal mgr. Pie, bisschop van Poi
tiers, het volgendeIk weet hetde kroon
van den Godmensen tot ons neergekomen,
was die heilige menschneid, waarmeae
Maria Hem bekleedde op den dag Zijner
Mertschwording. Want, zooals de zon bij
gelukkig nog een paar stukjes te vinden
en 's avonds, bij het schemerncnt dat door
net tralievenster in de gang viel, slaagde
hij erin bet raadsel op te lossen. Met van
verbazing uit puilende oogen en een door
boop versneld kloppend nart ontcijferde
Willrid Girton de volgende regels
»Mijn beste Robert. Wanneer geef je
me eindelijk eens het geld terug, dat ik je
geleend heb. Je bent nu geslaagd en heot
oe betrekking, die je wesente en nu kor. je
warempel me ten minste de nelft terug
geven van het geld, dat ik met zoo'n groot
gevaar heb bemachtigd. Je weet neei goed
dat ik het nooit gedaan zou hebben, als je
me met heelemaal in je macht had, gehad
door die knoeierijen op de wedrennen, maar
nu je er in geslaagd bent met het verdui-
sterae geiri van de Lynshire Bank je den
weg tot je tegenwoordige betrekking open
te koopen, zuilen we maar zeggen dat we
quit zijn. Trouwens geloot ik dat ik met
neel weinig moeite den dader aan zou kun
nen wijzen van de New Baroeszweudei, nu
twee jaar terug. Eeu paar neel aardige be
wyzen neb ik ip nanoen gekregen en ik
uenk dat je wei zuit mzien net gezegde
jdieven heboen een eigen eer" en
haar opgang, de blanke luchten van den
horizont doordringende, zicb onder de vin
geren van den dageraad, met een eerekroon
van purper en vlammen tooit, zoo heeft
God de Zoon, toen Hij Zich op de wereld
begaf aan Maria's Onbevlekt lichaam de
aureolen ontleend van een maagdelijk,
onschuldig vleesch, hetwelk geheel met den
heiligen gloed der Godheid was bezield en
doortrokken.
Doch hieraan beantwoordde nog grooter
liefelijkheid van 's Heeren inwendig wezen.
Reeds in de oudheid spreekt Sint Hiëro-
nymus, de groote Schriftuurvertolker hier
van, als namelijk twee vijanden des Chris
tendoms Porphyrius en Julianus, bet, ófwel
logen, ófwel dwaasheid noemen, dat sommige
leerlingen, zooals de H. Matthaeus de
Apostel, op één enkel woord van den Hei
land, Hem voor altoos zijn gevolgd. Voor
eerst, zoo zegt Hiëronymus, hadden die
lieden de tallooze mirakelen van Jesus
vernomen en zelfs aanschouwd. Maar dan,
tweedens, zegt dezeltde kerkvader (hij, die
van de tijdgenooten des Heeren zoovele
schriften en getuigenissen in schier alle
landen van het Oosten had doorvorscht)
nog deze veelomvattende woorden »Zeker
»kon ook de eigen glans en de majesteit
ïder Verborgene Godheid van Christus,
uwelke in Zijn aangezicht weerstraalde
»(quae etiam in humana facie relucebat)
»bij het eerste opzien des toeschouwers,
»dien mensch reeds trekken tot Hem."
En zoo was dus 's Heeren liefelijkheid
groot reeds vóór de Verrijzenis. Toen Hij
Zijne bergrede had gehouden, hepen de
tallooze menscheu steeds te roepenZoo
hebben nooit Schriftgeleerden gesproken 1"
Als Hij eenige seconden met de zeer zon
dige, Samaritaansche vrouw gedachten ge
wisseld heeft, zegt dat mensch des vlee-
sches, reeds geheel veranderd, tot Hem
»Heer, ik zie, dat Gij een profeet zijt" en
zij stelt de vraag, waar God (door haar
Voortaan) wil aanbeden worden, in Samarië
me dadelijk 500 pond sturen.
Ik geioof dat Girton ziek naar Parkhurst
is gestuurd. Dat is jou afdeeling, niet?
Misschien kan je hem wel weer naar
Dartmoor terugprakezeeren. 't Zou jammer
zijn als hij convalescent zou worden, want
zoolang hij leeft, is hij een gevaar voor ons.
Denk er dus om.
Je toezeneeene
HERBERT JOCELYN.
Wilfrid's eerste opwelling was den be
waker kennis te geven van zijn fondst.
maar daar zag hij gelukkig van af. Die
zou 't waarschijnlijk houden tot de inspec
teur weer kwam, den brief hem terugge
ven en een flinke fooi krijgen.
Dus besloot hij zoo gauw hij kon te ont
snappen en het bewijs van zijn onschuld
goed te verbergen.
Op een dag ontdekte hij dat een spijker
in zijn kruiwagen los zat. Met moeite kreeg
hij hem er uit, verstopte hem in zijn mond
en slaagde erin hem in zjjn cel te smok
kelen.
Als een Trojaan werkte bij met dien
spijker. Uur na uur. nacht na nacht, week
na week, krabde hij stadig aan de kalk
weg rondom een der steenen in zjjn ap-
of in Jerusalem Zit de Heer als ver
moeide Voetreiziger, na zijn prediking
omstuwd van zijn Aposteltal, neder, en
komen er moeders met kinderen tot Hem,
dan willen de leerlingen, om 's Meesters
vermoeienis, die kindereu voor een
poos verwijderen, maar Hij, de Onuit-
putteiijk-Goede, Hij beveelt die kinderen door
te laten en, liefkozend, prijst Hij hen, om
hun onschuld, als hoogst gelukkig. Hij
weende nauwelijks bij Lazarus graf, of
iedereen zeide>zie eens, hoe Deze Lazarus
beminde"ja, als Hij geboeid, mishandeld
en met vuilnis overdekt, voor denRomein-
schen Landvoogd staat, die vele volken en
landen gezien had, dan vindt die man van
groote menscheukennis er niets belachelijks
in, om naar aanleiding van de beschuldiging
der Joaen, aan dezen zijnen beschuldigde,
in vollen ernst, te vragen Maar, gij sijt
dan toch een Koning ja, later laat nij den
korten inhoud van Uet vonnis des Heeren
in deze woorden boven het kruis zetten, en
aldaar, trots het morren der Joousche
Schriftgeleerden, verblij ven Jesus, de Na-
zareèr, de Koning van de JodenPiiatus
zelf had iets buitengewoons in Jesus gezien
Liefde en waardigheid dus in een schoone
gestalte, ziedaar het beeld van den Verlosser
reeds voor zijnen dood en verrijzenis!
En nu, ca de verrijzenis, hoe was het
alles verdubbeld! Het L'chaara toefde nog
op aarde ja, maar de Apostelen zagen
aanstonds, dat het vergeestelijkt was. Want,
juist toen zij uit angst voor de Joden, met
welgeslotene deuren te samenzaten, ziet,
daar stond, zonder eenige verbreking van
afsluiting, de geliefde Meester in hun midden.
En nog maar eenige uren geleden, waren
er leerlingen van Emmaüi teruggekomen
en die menschen hadden, ais geheel-ver-
voerde heden, gesproken. Zij hadden den
Heer duidelijk erkend, want Hij had het
Brood weer eveneens gebroken en toege
reikt als aan den Paaschdiseh, en toen was
Hij, lichtend en als een bovenmenschelijk
parlement, totdat die steen ten laatste los
zat en hij die kon bewegen dan een
anderen en een anderen. Hg had rond drie
maanden noodig voor hij dit klaar had ge
speeld, want 't moest geduldig gedaan
worden en elk spoor van zijn arbeid moest
verborgen blijven. Daartoe moest hij elk
kalksplintertje oprapen en tusschen het
stroo van zijn matras verstoppen.
Elke morgen zette hij zorgvuldig de
steenen weer op bun plaats, vlak achter't
bed, zoodat ze gelukkig de attentie van den
bewaker, bij diens dagelijksch bezoek ont
gingen.
Kerstmis kwam. Nu was 't noodzakelijk
dat hij maakte dat hij weg kwam, want
het tweede bezoek van inspecteur Roberts
was aanstaande en met Nieuwjaar zou hij
naar Dartmoor teruggestuurd worden.
Na gewacht te hebben dat de voetstappen
van den bewaker weggestorven waren in
de iange gang, kroop Girton door het gat
en sloop voort in de duisternis. Langzaam
ging hij voort in de scnaduw van den muur
tot nij een geschikte plaais ter overklim-
ming nad gevonden.
(Wordt vervolgd),