Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Koningin Emma te Rotterdam.
Kunst eu Letteren
toond, dat de dijk slechts als slapersdyk
dienst doet. Ook ter uitvoering van het plan
Paul, daar een boulevard van 35 M. breedte
te verkrijgen, is 't veel beter dat de dijk
verdwijnt dan blijft. Het ophoogen van het
terrein aidaar zal ontzaglijke kosten mede
brengen, daar voor ieder strekkende meter
alleen f 100 zand zal moeten worden aan-
gevoerd. Waar 10 tegen 1 vaststaat, dat
die dijk zal weg gaan, begrijpt hij niet,
dat hij B. en W. niet voer zijn denk
beelden heeft kunnen winnener bestaat
toch geen enkel motief die hoogte aan te
nemen en een peil vast te stellen, waar
mede wij ons ten spot zullen maken van
geheel Nederland.
Nadat de Voorzitter gezegd had, dat
hij vooralsnog niet zou antwoorden op het
nader verweer van mr. Jansen, zeide de
heer Visser, dat hij het denkbeeld om
den dyk weg te graven ook van andere
zjjde bad hooren opperen. Hij meende, dat
het rationeel zou zijn aan Delfland te
vragen, de voorwaarden te willen mede-
deelen, waarop tot verlaging van den dijk
zou kunnen worden overgegaan en den
bouwers in «Kortland" op het antwoord te
doen wachten.
Over de kwestie wie bedoelde vraag tot
Deifland zou moeten richten, daar de
gemeente geen stukje eigendom aan den
dijk heeft en het dus veeleer op den weg
van particulieren en corporatiën, die bij de
niet-ophooging belang hebben, zou liggen
zich te aezer zake tot Delfland te wenden,
ontspon ,zich daarna nog een breed debat.
Allereerst de eigenaren van de langs den
dyk gelegen gronden »Kortland" en mr.
Jansen, zoo nauw met >Kortland", verbonden
waren volgens den heer De Groot de aan
gewezen personen om hier handelend op te
treuen.
Nadat de heer G o u k a had op gemerkt
in aansluiting met den heer V i s s e r,
die vroeg of de voorwaarden van Delfland
te vervullen zouden zijn dat het bier
een zaak gold, die met voorzichtigheid moet
behandeld worden, willen derden daarvan niet
georuik maken om ons lastige verplich
tingen op te leggen, wraakte de heer Van
Westendorp de uitdrukking «slapersdyk"
Tot aan den Diethoek heeft die uitdrukking
eemgen zin, maar voor het verdere deel
van den dijk geldt zij zeker niet. Stelt
men zich nu voor met den dijk eerst in de
de diepte te gaan dan weer in de hoogte
te komen 1 Spr. heeft het altijd betreurd
dat daar gebouwd is; hij vindt die bouwe-
ry opgeschroefd, gewaagt van tde zon-
derlige wijze waarop daar over 't geheel
gebouwd wordt en adviseert den Raad in
aen geest van B. en W. te handelen.
In antwoord op de opmerkingen van
den heer D e G r o o t, die «Kortland" als
de meest belanghebbende aanwees, zei mr.
Jansen nog, dat «Kortland" slechts in
zoover bij de zaak betrokken is als het
recht van uitwatering betreft.
Nadat de heer de heer De Groot had
volgehouden, «Kortland" hier als aangewe
zen was, om met Delfland in overleg te
treden steide de Voorzitter in 'tlicht,
dat in ieder geval bedoelde straten met
een oprit of helling aan den dyk zullen
moeten aansluiten.
De heer Lagerwey wees nog op de
gunstige ligging van «Kortland" nabij het
centrum der gemeente en achtte juist die
plaats tot bouwen uiterst geschikt.
Nadat de heer mr. Jansen nogmaals
zijn denkbeelden had uiteengezet, sprak de
Voorzitter den wensch uit, dat de Raad
zou besluiten overeenkomstig het voorstel
van B. en W., daarby den toestand aan den
Rott. dyk als argument aanvoerend.
Alvorens tot stemming over te gaan,
wenscht de heer De Groot bepaald te
zien, dat zij, die bij «Kortland" betrokken
zijn, zich buiten stemming zullen houden.
Hij meent dat mr. Jansen gisteren en heden
weinig blijk van kieschheid heeft gegeven.
De heer mr. Jansen zegt, dat hij
slechts gesproken heeft voor het recht en
aldus overal zal spreken, waar onrecht
dreigt gepleegd te worden, al geldt dit ook
zijn naaste verwanten of hem-zelven. Hij
verzekert dat hij geen enkel aandeel in
«Kortland" heeft, alleen indirect bij de
zaak betrokken is, juist bij deze zaak in het
college van B. en W. blijk van overdreven
kieschheid heeft gegeven, maar nu mee zal
stemmen.
De Voorzitter meent, dat waar er
van kieschheid sprake is, de heer De Groot
toen tegenover een mede-raadslid van meer
kieschheid biyk had moeten geven.
De neer De Groot zegt, dat de kiesch
heid dan een kwestie tusschen den Voor
zitter met mr. Jansen en hem (spr.) is, maar
hij meent 't zaak is ronduit zijn meening
te zeggenhy neemt geen woord terug,
maar getuigt, dat mr. Jansen, die zich bij deze
ü>&cUóaie en stemming moest onthouden,
meer gesproken beeft als advocaat van
«Kortland" dan als raadslid en wethouder
der gemeente.
De beer mr. Jansen betoogt, dat hy
niet alleen bevoegd maar verplicbt is op te
komen voor het recht van wie ook.
De heer Van der Schalk zegt, dat
hij zich in het aangehaalde geval van de
Keilen van stemmen onthouden heeft, boe
wel hij slechts lid van den Raad van beheer
is, maar geen aandeel heeft in de Keilen-
maatschappij.
De heer Klein meent, datjdekieschheid
medebrengt, niet, met een zoo klein getal
als nu hier bijeenzit, een kwestie van zoo
groot belang uit te maken.
De Voorzitter zegt, dat zeker geen
besluit zal genomen worden door een vol-
talligen Raad, maar begrijpt niet hoe men
hier de kieschheid in verband brengtde
afwezigen hebben toch geweten, dat deze
zaak hier zou behandeld worden.
De heer G o u k a verklaart zich tegen
het voorstelDe G r o o tbij meent, de raad
niet als zedenmeester moet optreden. Ove
rigens acht bij het tijd achter deze discus
sie een punt te zetten, die de hoofden zeker
niet koeler heeft gemaakt tot een goed
besluit.
Het voorstel De Groot, op grond
van art. 46 medestemmen te verbieden aan
de bij «Kortland" betrokkenen, werd daarna
verworpen met 10 tegen 3 stemmen.
Voor stemden de heeren Van der Poel,
Van Westendorp en Van der Schalk.
Kon de Raad een meer onbezonnen daad
verrichten dan hy door de stemming over
het voorstelDe Groot gesteld heeft Waar
art. 46 der Gemeentewet uitdrukkelijk
bepaalt, dat de Raadsleden niet meestemmen
over zaken, waarbij zy-zelven of hun ver
wanten in de naaste graden betrokken zijn,
behoeft dit toch niet meer door een Raads-
votum uitgemaakt te worden. Hoe de Raad
zich dan ook tot deze onzinnige stemming
heeft laten verleiden, verklaren wy niet te
begrypen.
Schiedam, 28 April 1904.
Feuilleton
Plaatsgebrek bij overvloed van stof noopt
ons ook nog heden het vervolg van het
feuilleton uit te stellen.
Het rermiste kind.
Door den werkman C. J. Paape is heden
ochtend 7 uur in de Nieuwe Haven drij
vende gevonden het lijkje van den 10J-
jarigen Gerrit Duller, die sinds Donderdag
21 dezer uit de oudelyke woning aan de
Hoogstraat werd vermist.
Nadat het eerst in de brandery van den
heer Bertels was gebracht, werd het lijkje
later vervoerd naar het drenkelingenhuisje
op de Stadsmetselwerf.
Ned. R. E. Volksbond.
In de maandelijksche vergadering der afd.
Schiedam van den Ned. R. K. Volksbond,
Zondag a.s. in «Musis Sacrum" te houden,
moet voor de bestuurskeuze herstemd
worden tusschen de heeren Th. de Jager
en W. A. Vink.
De weieerw. heer Van den Berg, geeste
lijk adviseur, zal in die vergadering als
spreker optreden.
In deze maand zal voor de leden der
Schiedamsche Bondsafdeeling door den heer
dr. Koene in het Bondsgebouw een cursus
worden gehouden in de gezondheidsleer en
eerste hulp bij ongelukken. Tot deelname
behooren de leden zich tijdig bij het
bestuur op te geven.
Heden-ochtend 8£ uur is de 60-jange
brandersknecht J. J. Westhuis, wonende in
de Weezenbuurt, in de branderij van
den heer P. J. Meyer aan de Wester-
kade, terwyl by, op een ladder staande,
bezig was met het schoonmaken van den
zolder, achterover geslagen en met zyn
rechtervoet tusschen twee sporten blyven
hangen, tengevolge waarvan dat lichaams
deel brak.
Na voorioopig te zyn verbonden, is hij
per brancard naar het Ziekenhuis gebracb t
en aidaar ter verpleging opgenomen.
Verslag Kethelpolder
In het verslag van de bekende commissie
uit de Prov, Staten wordt omtrent het
daarbij bedoelde onderzoek het volgende
meaegeaeeid
De commissie vangt haar verslag aan
met een warme dankbetuiging aan Ged
Staten voor de wijze, waarop zij zich in
ueze van hun taak nebben gekweten. Zoo
wei de omstandigheden, die tot het gebeur
de met den Kethelpolder hebben geleid,
als de middelen, die moeten worden toe
gepast om tot een beteren toestand te
geraken, wordeD in de missive van Ged,
Staten zoo duidelijk uiteengezet, dat de
commissie ook niet kan nalaten den steller
dier memorie hulde te brengen.
Uit de oorspronkelijke rapporten, die
indertijd door de beambten van Delfland
aan dijkgraaf en hoogheemraden werden
uitgebracht, is aan de commissie gebleken,
dat in de 5 gevallen, die als ten onrechte
vermeld worden aangemerkt, weliswaar
hoogst belangrijke verzakkingen aan de
polderkaden in kwestie zijn waargenomen,
gepaaard gaande met sterk doorlekken
van water, doch dat het inloopen van de
polders alsnog door onmiddellijk te handelen
is kunnen worden belet. Dat thans die
kaden langs de Poldervaart in zeer slechten
toestand verkeeren, wordt door niemand
ontkend, evenmin als door iemand wordt
betwist, dat aan tal van kaden langs ande
re boezemwateren van Delfland gelegen,
eveneens veel ontbreekt. De meeningen
zijn in hooge mate verdeeld, waar het op
de beantwoording van de vraag aankomt
ot het inlaten van meer water, nadat het
Haagsche ververschingskanaal is tot stand
gekomen, daarop invloed heeft uitgeoefend,
waarbij dan in de eerste plaats aan de
Poldervaart wordt gedacht.
Eenstemmig waren de leden der Commis
sie van oordeel dan uit de ter inzage geno
men 106 profielen van de Poldervaart en
van de daarlangs gelegen kaden niet bleek,
dat de bodem van de vaart ergens was
uitgeschuurd en dat daaruit ook niet bleek,
dat deze na 1894 eenige verandering had
ondergaan.
Wat da kaden betreft, waren zes leden
der commissie mede van oordeel, dat uit
niets bleek, dat deze door den stroom waren
uit- ot afgeschuurd. Twee leden deelde die
meening niet. Zij wezen op enkele steile
plaatsen, die zij op rekening van de groote
snelheid van den stroom in de poldervaart
stelden. Ook de rekeningen van de polders
wijzen niet uit, dat de ouderhoudskosten
van de kaden waarover de zaak loopt
hooger zijn gewordeD, nadat men is be
gonnen met meer water in te laten dan
vroeger het geval was. Slecnts twee leden
onderschrijven die meening niet.
De vraag of de billijkheid eischt, dat het
gewenscht is dat de onderhoudsplichtigen
van de kaden langs de bedoelde boezem
wateren, waardoor thans meer dan vroeger
water wordt ingelaten voornamelijk de
Poldervaart en de Viaardmgervaart, worden
ontheven van den meerderen last, die door
het inlaten van meer water dan vroeger
het geval was op hun schouders is gelegd,
wordt met 5 tegen 8 stemmen bevestigend
beantwoord. De wijze, waarop dit zou
kunnen geschieden, wordt in het rapport
uitvoerig besproken. De meerderheid der
commissie ontraadt om aan onderhouds
plichtigen dier kaden een subsidie te geveu
om die kaden in orde te brengen.
Met de instemming van Ged. Staten
heeft de commissie er de voorkeur aan
gegeven het geheele voorstel met de wij
zigingen; die zij daarin alsnog wenscht aan
gebracht te zien, te doen drukken en aan
haar rapport toe te voegen.
ii.
By de uitvoering in den Schouwburg aan
de Aert van Nesstraat toonde Hare Majesteit
zich voor het gebodene zeer erkentelijk
telkens had Zij voor de toejuichingen het sein
gegeven.
Toen H. M. uit hare loge zou weggaan,
daverde plotseling een allerhartelijkst «Leve
de Koningin 1" door de groote zaai.
H. M. begaf zich nu naar den hoofdfoyer,
waar Zy cercle heeft gehouden. Daar heeft
H, M. zich o. a. onderhouden met den
president der rechtbank mr. van Heukelom,
den officier van justitie mr. Boot en me
vrouw Boot, met enkele wethouders en
leden van het Hulde-comitÉ, met mej. W.
Besier, mevrouw Oldeboom en mevrouw
Van Eysden, met den commandant der
schutterij, den deken van advocaten Mr.
Driebeek, zeer langdurig met den heer
Verhey en ook nog met den heer Louis
Wolff.
Na den cercle verscheen de Vorstin 'n
oogenbiik op 't terras, waar uit de saamge-
stroomde massa 'n treffend hartelyk gejuich
opsteeg.
r"11*
Van den schouwburg uit werd» 0 o0co«"
half vier, een groote rijtoer 0D ,.r, d®"
Door 't Nieuwe Binnenweg-kwart
Westersingel langs, door het P*r
terstraat, Leuvehaven, Schiedam8®" v
en Schildersteeg, zoo de Witt© d -tg
straat door langs Eendrachts- en »a°
naar de Diergaarde.
In de Diergaarde, waar de Koning10'^#
bartelyk en levending werd toe%#scUÜ,
werd H. M. verwelkomd door ^®'^oBqii®'
en boden eenige lieftallige meisj®8
ten aan. Nadat H. M. eenige ,e f®
op het terras vertoefd had, weird .e(<e
een bezoek gebracht aan de d®p
Ook werden nog andere gedeelten e<>
tuin, aismede de Prins-Hendrik 8 d
Victoria-kas bezocht. Ten 5. 15- o«
Diergaarde veriaten en een
door het Noorden en het Oosten g p»®'
seoiue, Kwam nei garnizoen m M
om H. M. eerbewijzen te breng®0', i'
En zoo naderde het tijdstip w® f®f
dit koninklijk bezoek zou eindig®
ruim 6 ure was het Maasstati°°
bereikt, waar de koninklijke treip («f®
stond om H. M. naar de resident!
te brengen.
In de wachtkamer
in ae wachtkamer hadden
vereenigd de leden van den gem®®'-^1*
en enkele andere autoriteiten, die
den schouwburg daarheen hadden
om van H. M. afscheid te nemen-
De eerewacht op het perron "®r0js d®
waargenomen door de eerecomP9^ d®".
dd. schutterrij, onder commando 1 Mtf'
kapitein G. A. v. d.Leyé, met het muf®
der hoornblazers. Db''j
Nadat H. M. zich nog eenige
ken met verschillende der aanwezig tI*i'
zaam bad onderhouden, werd in
plaats genomen en weinige oog®" j"ic
later stoomde deze weg, onder het 6^
der menigte en het spelen der
ren. k
De Koningin-Moeder heeft den k0°vertr'#
missans van politie vóór Haar
medegedeeld, dat Haar de r0°r?J
houding der politie zeer getroffen 0
den heer Voormolen verzocht
arvoor aan het geheele korp8< ^il'®,
hoogsten tot de laagsten in rang> gt^'
overbrengen, een compliment dat one
feid verdiend was.
h bl®[
Gentsch a-Capella-koot
Door
toedoen van de afd. Sd»®1^
het Algemeen Nederlandsch Verb0,^®
krachtige medewerking van enkel® t®
studenten, kregen we gister-avo°<* „is®"
aaahooren een uitvoering van bet
a-Capella-koor onder leiding *a°
Roels. >fi
Vooraf sprak dr. Vinkesteyc ®®D
van aanmoediging tot toetreding a'3
het Algemeen Nederlandsch Verb00^®
ook de verbreiding van het Ned®r
lied zoo krachtig voorstaat. Na g®^ ^jiC'f
hebben op het groote euvel, dat t°°
Nederlandsche liederen op de
van Schiedamsche zangvereenigi°l?®0
te staan,sprak hij onzen zuidelijken b1 °i \fil'
en zusters een hartelijk welkomst*"7 e®3
Het programma, waarmede a'3. g«®s
aanvang werd gemaakt, bestond
telijke liederen uit de XVe, XVl®' edit'
XUIe eeuw en enkele wereldlijk® ft
uit de zeilde eeuwen, terwyl als
de Mulder ten gehoure werd gebrft' 'de
Over het algemeen genomen >s^fl
voering niet naar evenvredigbeid wjf®
geen we door onze bekende capP® d
hooren uitvoeren. Wat de Gentenare0
bodenontegenzeggelijk fraaie deda
zeggingskracht, maar door overdre*®0
ren werd ook dit dikwijls benade® d*
Het beste wat er gegeven *e
zeker wel Slaap, Kinderken
Wijl in den nacht en Jan de i»" „jti
Den leider Oscar Roels, die d'
kend van zyn moeilyke taak k*® ^0i'
aan het eind een lauwerkrans
iv«r
Sla*?'
f'
Het is niet oawaarschynlijk U»® j,
de Prins der Nederlanden bet r
etterkundig Congres met ee° 0
vereeren. bpt
m :__n v«0 {1
De Koninklyke militaire kap®
regiment grenadiers en jagers
September e.k. een kunstreis verf'0
Duitschland.
T*J If Ir a 7. A tv „jé'
i li. f p