behoort aan de geboorte van prins
Umberto een artikel gewijd, dat zeker
waardig is de aandacht te trekken. De
Dijesa ziet in de keuze van den titel voor
den jonggeborene een bewijs van toenade
ringsgezindheid der Italiaansche Regeering.
Piëmont, voegt het erbij, is steeds een
bakermat geweest van helden en heiligen
en Umberto II zal daar later schitterende
voorbeelden van deugd ter navolging vinden
De Difesa sluit met den wensch uit te
drukken, dat het Huis van Savoyen erin
moge slagen in Ital'ë de eensgezindheid
tusschen troon en altaar te herstellen en
aan het land den vrede der gewetens te
schenken.
Werkstakingen in Italië -
De arbeidersbeweging in Italië blijkt
even snel verloopen te zijn, als ze is
opgekomen. Overal is het werk hervatte
Milaan. Turijn, Florence, Bologna, Venetië
en te Napels*
De opstand in Uruguay.
Volgens berichten uit Montevideo te
Buenos Ayes ontvangen, heeft een afgevaar
digde vaD de regeering een samenspreking
gehad met Basilio Nanoz, den aanvoerder
van de opstandelingen. De voornaamste
voorwaarden van het sluiten van den vrede,
welke door den president van de replubliek
waren opgesteld, zijn in beginsel aangeno
men. Er is reeds een wapenstilstand
gesloten en de vrede schijnt diensvolgens
verzekerd.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 22 September 1904.
Gisteren is door commiezen alhier zekere
C. de B. aangehouden, die ongedekt gedis
tilleerd vervoerde.
Het gedistilleerd werd in beslag genomen.
In den afgeloopen nacht heeft men uit
een hok, staande op een plaatsje nabij de
woning van J. de Herder aan den Rotter-
damschen dyk, drie volwassen konijnen
ontvreemd.
Heden-middag 4 uur is het 4-jarig zoon
tje van J. Prein, wonende Kinderbuurt, aan
het Klein Watertje te water geraakt.
De onderwijzer J. Koorengevel aarzelde
niet zich gekleed te water te begeven en
mocht het genoegen smaken den kleinen
drenkeling behouden op het droge te
brengen.
Gister avond werd het fotografisch ateiiier
van Henri Valentijn en Co., Diergaardelaan
90, te Rotterdam, door onbekende oorzaak
door brand vernield. De bewoners waren
alwezig.
Ais een gevolg van de relletjes, die bij
het arresteeren van beschonken lieden vooral
in de Hoogstraat heel dikwijls plaats hebben,
heeft de commissaris van politie te Viaar-
dingen, de heer Van Rosmalen, zich ge
noodzaakt gezien eene waarschuwing te
doen aanplakken, waarin 't publiek herin
nerd wordt aan het artikel uit de politie
verordening, hetwelk bepaalt, dat het op
eene boete van boogstens f 25 of hechtenis
van ten noogste 6 uagen verboden is, te
b.yveu staan, wanneer een der ambtenaren
van politie aangemaand neeii, door te loopen.
üiNNliN LANU.
EERSTE KAMER.
Zitting van Woensdag 21 September.
Na de uitgebrachte rapporten omtrent
de geloofsbrieven is besloten tot toelating
der gekozen leden.
De Voorzitter aanvaardt het voorzit-
schap met een toespraak, waarin hy
verkiaardt, terugziende op het vorig tijdvak,
bezield te zyn met gemengde gevoelens.
Door de wyz.gmg, weike de Kamer sedert
onderging, zyn niet minder dan 13 leden
in den mop der politieke gebeurtenissen
uour anderen vervangen, meer dan een
tW^waam hd wordt daardoor noode ge
mist 7 leden stelden zich wegens hoogen
leeftijd of wegens den staat hunner gezond
heid niet meer herkiesbaar, van wie de
heer Van Lier is overleden. De Kamer mist
dan ook haar specialiteit op meer dan een
gebied. De Voorzitter houdt zich echter
overtuigd, dat de Kamer ook bij de belang
rijke wijziging die zij onderging, in het
vervolg aan hare hooge roeping zal beant
woorden en uit den wensch dat 's Hemels
zegen moge rusten op de werkzaamheden,
welke de Kamer wacht.
Overijselsche kwestie.
De heer Van Zinnicq Bergmann
vraagt en verkrijgt veriof om aangaande de
Overijselsche kwestie eemge vragen te
mogen doen* Nagaande de bekende gebeur
tenissen vraagt hij le wat de Regeering
bekend is van het voorgevallene in de
vergadering der Overijselsche Staten van 3
Augustus, waardoor geen leden der Eerste
Kamer werden gekozen, 2e of de Regeering
het op haar weg gelegen acht om het
initiatief te nemen, ten einde de leemte
in de samenstelling der Kamer aan te
vullen 3e zoo niet, op weike wijze de
Regeering oordeelt, dat de Kamer op haar
compleet aantal leden zal kunnen komen.
Minister Kuyper stelt voorop,
dat het geene gewoonte is, dat de Regee
ring officieele mededeeiing ontvangt van
de voorvallen in de Prov.-Staten-vergade-
ringen. Van den Commissaris der Koningin
heeft de Minister ontvangen het officieele
verslag der Staten-vergadering, voorkomende
in de Prov. Overijselsche en Zwolsche
Courant. De Minister, dit versiag nagaande,
betoogt tegenover de daarin voorkomende
beweringen van den heer Hoven, dat aan
de Regeering bij het nemen van een besluit
tot het bijeenroepen der Staten-vergadering
niet bekend was, dat de heer Schimmel-
pennmck voor het district Markeio ontslag
had aangevraagd.
De minister verklaart, dat de Regeering
reeds het initiatief heeft genomen om de
leemte, welke door het voorgevallene in de
samenstelling der Kamer is voorgekomen,
weg te nemen. Zij heeft gemeend, de zaak
bij den voet te moeten oplosser.. Een
wetsontwerp, waarbij de Staten van
Overjjsel alsnog bevoegd worden verklaard
en gelast worden bijeen te komen tot
verkiezing van Eerste Kamerleden, is reeds
naar den Raad van State verzonden.
De Minister oordeelt, dat bij de behan
deling van dat wetsontwerp voldoende
gelegenheid zal bestaan, alle verschillende
overwegingen tot meer recht te doen
komen.
De heer Van Houten gaat verder
op de zaak in om de handelwijze van den
Commissaris der Koningin en van de
regeering te toetsen aan de betrekkelijke
wetsbepalingen. Spreker oordeelt dat het
bestaande incompleet niet ligt aan de Wet,
maar aan de eigenaardig eigendunkelijke
uitlegging en toepassing der Wet.
Spreker acht de verkiezing van Staten
leden nog aan de orde bij de Staten. Een
wet is dus gansch overbodig. Zelfs heeft de
Regeering niet te oordeelen, doch de
Kamer zelf. Hij betwijfelt of de Kamer nu
wel legale besluiten kan nemen. Voorts
acht hy de handeling van den Commissaris
der Koningin in Overysel, door met te
verdagen, doch te sluiten, onjuist.
Eindelijk vraagt hij, of de Minister een
vraag tot machtiging eener nieuwe oproe
ping van den Commissaris der Koningin
heeft ontvangen en zoo ja, wat hij met dat
verzoek deed. Spreker vreest, dat de zaak
niet met de noodige zorg is behandeld. Zijn
slotsom, is dat een wet onnoodig is, dat
de zaak op haar beloop moet worden
gelaten tot de bijeenkomst der Staten in
November, die dan gewoon kiezen kunnen.
Een andere vraag ts echter, of de Kamer
tot dien tyd wettige besluiten zal kunnen
nemen, doch dit moet de Kamer zelf weten
en raakt deze interpellatie met.
De heer Van den Biezen betoogt,
dat hetgeen de heer Van Houten gezegd
heeft met steekhoudend is. Er was een last
waaraan de Commissaris der Koningin zich
moest houden. Hij moest de verkiezing van
Kamerleden aan de orde stellen. Toen het
voorstel tot verdaging was verworpen,
bestond er geen mogelijkheid meer om een
nieuwe vergadering te doen bijeenkomen.
Waarom nn niet gewacht tot November,
vroeg de heer van Houten. Dit zal de
regeering moeten afwachten. Als de staten
in November nieuwe leden kiezen, dan
zullen wij in vrijheid over de geloofsbrieven
beslissen. Maar beter is het bij de wet te
voorzien in mogelijke gevallen waarin een
een verkiezing stop wordt gezet. Verwerpt
de Tweede Kamer zoodanige wet, dan zal
men een anderen weg moeten zoeken.
De informaties, van den neer v. Houten
naar de gedragslijn van den minister komen
niet te pas. De eenige schuld is hier bij de
Staten van Overijselhet gebeurde is het
gevoig van hun onberaden stap.
Den heer Godin de Beaufort heeft
de loop der discussie eemgszins verwonderd.
Want de Minister wilde zich tot de inter
pellatie bepalen en verder debat aange
houden zieD tot het betrekkelijk wetsont
werp, dat gelegenheid geeft de zaak van
ane kanten te bezien. Desniettemin is de
neer Van Houten reeds nu in de zaak
fond geireden. Hij had het verdere debat
moeten afwachten. Maar de vader der kies
wet heeft de zaak nader willen behandelen
Spr. voor zich geeft in overweging de
kwestie thans verder te laten rusten tot
dat het betrekkelijk ontwerp zal zyn
ingekomen.
De heer Van Zinnicq Bergmann
zegt, dat door den heer Van Houten werd
geadviseerd de verkiezing tot de gewone
nertstveigadenng aan te houden. Doch art.
116 der Kieswet staat hier ia den weg; de
verkiezing van Kamerleden geschiedt met
in de najaarszitting en de Juliverkiezingen,
in art. 116 bedoeld, betreffen de gewone
verkiezingen. Ook voor de verkiezingen in
November zou eene buitengewone machti
ging noodig zijn. Spr. betoogt ten slotte,
dat de kwestie alleen door een wetje ad
hoe als hier bedoeld, kan worden opgelost.
Da heer Rahusen is 't met den heer
Van Houten eens, dat voor de oplossing van
deze kwestie nog geen wet noodig is. De
zaak is aanhangig gebleven bij de Staten
van Overyssel. Zij moeten alsnog het
wettelijk voorschrift volgen. Inmiddels
kunnen wij het aangekondigde wetsontwerp
afwachten, nu de Regeering-zelve wettelijke
voorziening noodig acnt.
Minister Kuyper zegt in zijn repliek
dat de bevoegdheid tot het kiezen van leden
der Eerste Kamer niet verleend is aan de
Prov. Staten en met voortvloeit uit hun
attributen. Het is een plicht die van buitan
de Regeering wordt opgelegd en gebonden
is aan bepalingen voor de uitoefening
daarvan vastgesteld. Het artikel, dat tot de
bijeenroeping leidt, komt dan ook in de
Grondwet voor onder de paragraaf van de
macht der Koningin. De Commissaris deed
dus zeer goed en verdient hulde, dat hy
het tegenover de Staten voor de macht
der kroon opnam.
De heer Van Houten repliceert, dat
de leden der Eerste Kamer krachtens de
Grondwet door de leden der Prov. Staten
worden gekozen en dus de bewuste bepaling
onder de paragraaf van de maent des
Konings voorkomt, omdat de bevoegdheid
der Kroon om de Staten bijeen te roepen
tot verkiezing van leden der Eerste Kamer
aan een tijd van 40 dagen wordt gebonden
Waarom, vroeg de neer Van i.outeo, W6rd
de machtiging om de Staten weer byeen
te roepen geweigerd endoor wie? Geschiedde
det door de ministers en hebben dazen de
Kroon ingelicht, waarom zy tot arwyzing
adviseerden.
De M i n s t e r geeft hierop ten antwoord,
dat hy aan den Commissaris der Koningin
nad medegedeeld geen besluit tot machtiging
te willen uitlokken. Later toen de heer
Van Houten aandrong, voegde hij er bij,
dat hij dit gedaan had met machtiging van
de Kroon en den Ministerraad.
De heer Van Houten vraagt en
verkrijgt het woord voor een
Motie van Orde.
Spreker's motieven voor die motie zijn
vervat in het reeds door hem gezegde. Wij
verkeeren in een incompleeten toestand en
wel door abnormale omstandigheden. De
moeilijkheid is weg te nemen door een
buitengewone bijeenroeping of door de
eerstvolgende gewone vergadering. Deze
uncomplete toestond kan tot groote moei
lijkheden leiden, zoowel bij de behandeling
van wetten als bij besluiten met een
meerderheid waarin de drie Overijselsche
leden de beslissing hadden kunnen geven.
Spreker stelt daarom voor de werkzaamhe
den der Kamer te schorsen tot een door
den voorzitterte bepalen tijdstip, maar
met korter dan nadat de geloofsbrieven der
Overijselsche afgevaardigden zuilen zijn
ingekomen.
De neer Vening Meinesz betwist
ten sterkste, dat de Kamer met deze motie
het voorbeeld der Overijselsche Staten zou
volgen. Zedeiijke plicht der regeering ware
geweest na 3 Augustns een nieuwe byeen-
roeping te gelasten. Wy wenschen met
met een onvoltallige vergadering te werken,
omdat de on voltalligheid alleen schuld der
regeering is.
De heer Van Weideren Rengsrs
had gaarne gezien, dat de regeering een
anderen weg had gevolgd, toch deelt
spreker niet de meening van den vorigen
spreker, omdat spreker de moeilijkheden
die er reeas zijn niet nog wil vergrooten
Spreker zal daarom tegen de motie stemmen.
De heer Reekers zegt, dot op die wyze
aan de regeering belet zou worden, w
ontwerpen in te dienen. Het schijfutt o
het voorbeeld der Overijselsche
aanstekeiijk werkt. De motie-Van Ho
verschilt weinig van het voorstel-
De moetie berust alleen op een persoon J
opvatting van den heer Van Houteu.
De motie wordt met 26 tegen 16 s
men verworpen. 'Met de r8C'ïïerflers
stemmen de heeren Van Weideren, R®D»
en Beyma. eeD
Nadat besloten is de troonrede m«' ,gD
eerbiedig adres te beantwoorden. *or et.
de afdeelingen getrokken en wordt de
gaderiüg verdaagd tot heden 11 uur*
Millioenenrede.
Aan de rede, heden door den Minis'®^
van Financien uitgesproken bij de aanbie 1
der Staatsbegrooting in de Tweede Ka® 1
ontleenen wij het volgende
Voor het
d e n s t j a a r 1 90 2 ..ngo'
bedroegen de ontvangsten f161.142.
3.04<L^
od®r
de uitgaven
zoodat dit dienstjaar een
tekort aanwijst van f 1.013.'
weik tekort echter f 1.338.667.59 minUer.
bedraagt dan een jaar geleden werd
wacht.
De uitkomst van het
dienst jaar 1903 js
is aanmerkelijk gunstiger dan hij
aanbieding van de begiootingsontW«fP
van dit jaar werd becijferd.
In plaats van net toen berekende nad«
saldo van 18.069.909.945 zal du diens'!
waarschijnlijk een overschot aan wijr®0
f 1.335.576.73. 0
Omtrent de vermoedelijke uitkom®'®0
het loopende
diens tj aar 1904 j,
zijn de vooruitzichten weinig bevredig
Verschillende hoofdstukken werden re
verhoogd. Bovendien imi«n nas een»
suppletoire credieten
zullen nog c.
moeten worden
gevraagd, die eenter voor zooveel'0
bekend gezamelyk het bedrag
1100.000 niet veel zuilen te boven
Van het
dienstjaar 1905
constateert de Munster, dat tengevolg® ^et
de suppletoir aan te vragen credieten 0
geraamde ongedekte tekort op den eD<
dieust tot ongeveer f 3.400.000 zal ^0g
Buitendien zuilen hoogstwaarscujju'i)11 ot.
eenige andere suppletoire begrooting3
werpen, waarvan de bedragen nog
met juistheid zijn aan te geven, volg®
Op grond van aeze mededeenngen D®s
de Minister als volgt
Het behoeft geen beloog, dat 10
ncht van deze cijfers en gegevenSi
budget voor 1905 een zeer weinig (e
digenden indruk maakt. Uit resultaat
meer eene teleurstelling, omdat na®'
tengewone krachtsinspanning uitzetting gia
uitgaven is tegengegaan, op de 01
hoofdstukken belangrijke oezuinig'
werden aangebracht en schier ah® (ge-
aanmeldende nieuwe behoeften zjj0 ®sng
wezen. Nu niettegenstaande zoo ®fjge'
streven het evenwicht van net °?{a6'
allerminst is verzekerd, acht de ,00 t3t>e*
teekende zich verplicht, bij deze .en*
grooting tevens voorstellen bij de (0t
Generaal aanhangig te maken, d' ^d-
onverwijlde versterking van 's Rij*3
delen zuilen leiden. j«t
Te meer is zulks geboden, offlJ* #p.
alleen daardoor mogelijk zal zya, °'e ^eP»
komstig het steeds vooropgesteld voorn
de uitgaven welke de verwezenlijk'0!*
het werkprogram van dit Kabinet °P (,et
gebied van het onderwijs en va Itc&
verplichte verzekeringswezen zal n°® „ef®
brengen, te bestrijden uit
opbrengst der invoerrechten,
de uu"° d»
d'« j£,aP.
ingediende tariefsherziening zal voort'
Om de benoodigde meerdere in l0d®0'
ad ongeveer 3 millioen gulden te
heeft de ondergeteekende het oog ^f»0
in de eerste plaats op verhoogl0®(7d
dengedistilleerdaccijns'tflr
per H. L., terwijl tegelijkertijd
voorkoming van eenzijdige en daar >irac'e
bezwarende verhooging van de drijfs'
belastingen 5 opcenten op de gpt®
en op de vermogensbelasting zouden
heffan. D
Deze maatregelen te zamen z«' doeii
3 millioen gulden in de schalk'3
vloeien en mitsdien het budget »°or
voldoende in evenwicht brengen.
De hertog en de hertogin van M«°
burg kwamen gister-avond te 9.10 g,
tijd) aan het station Baarn der H. ja
M. aan. H. M. de Koningin-Moeder
hare gasten aan het station af. 0®
pe'
b«'
KfAntTAn t« KaefriiilAn int Hrt ,iê
kl®°