Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 27ste Jaar». Zondag 25 September 1904. No. 8011. EERSTE BLAD. Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenƒ1.35 Franco per post door geheel Nederland 2. Afzonderlijke Nummers 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1—6 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. AEGEMEEÜÏ OVERZICHT. 24 September 1904. De oorlog in Oost-Azië. Port Arthur. Dat in en om Port Arthur met bewon derenswaardige volharding wordt gestreden, blijkt wel uit de verschillende berichten, die in de laatste dagen van daar ontvangen Worden. Te St. Petersburg verluidde eergisteren dat de generale staf telegrammen uit Port Arthur had ontvangen, welke bevestigden, dat de Japanners de torten Koeropatkin en Erloensjan hadden vermeesterd, benevens drie batterijen. Maar de Russen zouden er in geslaagd zijn, Erloensjan te heroveren. Het Russische vuur van de forten op den Gouden Berg dreef de Japanners terug. Mevrouw Stössel zou gekwetst zijn. Generaal Stössel zou erkennen, dat de Japanners den 15n dezer 45 Russische kanonnen hebben vernield. De Russen kregen dien dag 400 dooden en 800 ge- Wonden. Een vrouw van een Russisch officier, Mlf een Engelsche, is gelijktijdig met prins Radziwill die brieven van den beveivoeren- den generaal Stössel te Sjifoe bracht, te Hort Arthur aangekomen. Zij vertelde vooral Veel goeds van het werk in de hospitalen. Er zijn drie verpleegsters op elke honderd Han. De dames houden zich bezig met het Haken van kleeren voor de soldaten, ter- Wijl de armere vrouwen aan de waschkuip Hoeten staan. Er moeten geen besmette lijke ziekten binnen de vesting heerscben. He mannen, die door Japansche geweer-en Hachinekogels worden getroffen, herstellen spoedig wat dan te daoken is aan het zeer kleine kaliber van de projectielen. Veel Henschen bezwijken aan den steek van Bfoote vliegen, die lijkenvergif op levenden °verbrengen. Een dokter, die door zoo'n Hsect gestoken was, hief zichzelf dadelijk Feuilleton. 3) Maar wat was dat? Door de zuivere *r'ssche lucht kwam een geluid naar mij dat van ver weg kwam, uit de diepte het woud. En nu alweer een geluid 's het klagen van een ontwakende, over q® boomtoppen heenstrjjkende windvlaag. Ik blikte omhoog; onbewegelijk, als uit '®en gemetseld, stonden daar de dennen tjzende naar den hemel; er viel niet het geringste teeken van weersverandering ™&ar te nemen. Goddank dat de stijging spoedig over onnen, het hoogste punt van de hoog- ftkte bijna bereikt was. Daar rechts voor U> lag al het land, waarop een hoeren den duim af, maar stierf toch aan bloed vergiftiging. De oude stad is bijna geheel vernield. Maar het verlies aan menschen- levens is desniettegenstaande betrekkelijk gering. De Japanners hebben op zekeren keer 57 granaten verschoten tegen een Russische batterij zonder dat een enkele raak was geweest. Het garnizoen is bij dit alles goedsmoeds. Wanneer de menschen na een driedaagscheu dienst uit de schansen terugkomen, zingen en schretsen zij, ai zijn er ook veel van hun kameraden gevallen, In Mantsjoerije. In Mantsjoerije duurt de perido van betrekkelijke rust nog steeds voort. De reeds bekende gevechten bij Ping-tai-tse en bij den Taling-pas zijn de eenige teekenen van werkzaamheden sinds Liao-jang. De correspondent van de Lokal Anzeiger seint uit Moekden over de krijgsverrichtin gen een telegram, dat na het reeds medegedeelde nog vermelding verdiept. Gisteren zoo seinde hij den 21en 's avonds vielen de Japaners den Taiing aan, op 75 K. M. O.Z.O. van Moekden. Bijzonderheden over dit gevecht, (dat de berichten van zendelingen over den opmarsch der Japanners doet bevestigen; zijn nog niet bekend. Er worden daar blijkbaar voorpostengevechten geleverd, gelijk ook aan den slag bij Liao-jang voorafgingen. De verkenningen met aanzienlijke troepen- afdeelingen, door.de generaals Rennenkampf en Grekof uitgevoerd, brachten aan het licht dat de Japanners achter hst scherm hunner voorposten, hun troepen in oostelijke richting opschuiven. Daar worden de ambu lances heengezonden, want men verwacht er binnenkort bloedige botsingen. De toestand in zijn geheel geeft reden tot het vermoeden dat de Japanners ook thans liever den oorlogblijven voeren in den rand van het gebergte. In een onderschepten brief van een Japansch officier spreekt de schrijver zijn verbazing uit over den terugtocht der Russen uit Liao-jang. Koeroki's leger had zoo zware plaatsje had gestaan, dat een paar jaar geleden was afgebrand. Toen ik mijn blikken liet gaan over deze kale piek, ving mijn oor opnieuw het vreemde onaangename geluid op, het was nu dichterbij dan zooeven, langzaam zwol het aan en stierf het weer weg. Het kwam van de overzij van deze opening in het woud maar daar was niets te zien. Ik reed verder. Toen ik nagenoeg de open plek was gepasseerd, zag ik neg eens zijwaarts en d traaal zag ik iets, donkere stippen, zich losmakende van den donkeren boschrand en zich snel bewegende over het witte sneeuwveld. Een oogenbhk scheen het bloed in nojjn aderen te stollen, mijn beenen wilden hun dienst weigeren slechts één oogenbhk het volgende oogenbhk trapte ik verder zoo hard ik kon. Wolven! Geen twijfel meer, die donkere stippen waren wolven. En ze waren mij op het spoor, ze zetten mij na. Ik had menig stoeren veldtocht gemaakt, maar zoo hard als dien avond heb ik verhezen geleden, dat men daar den 2en September volstrekt niet den indruk had van een overwinning. Uit Koroeki's hoofdkwartier wordt in dato 18 September nog het volgende gemeld Na hun verkenning op gisteren trokken de Russen als gewoonlijk terug in gesloten formatie, waardoor ze een prachtige schijf boden en zoodoende bij hun terugtocht meer verliezen leden dan gedurende de rest van het gevecht. Volgens draadbericht uit Tokio zegt een ambtelijk rapport, dat melding maakt van de gevechten op 20 dezer bij Ta-ling en Sa loeng-koe, 100 K.M. ten noordoosten van Liao-jang, dat de Japansche legerafdeelmg, door Hsiën-tsjoeng oprukkende, den 20n den vijand aanviel, die bestond uit een compagnie infanterie en ruiterij, met een machinekanon, in den Ta-ling-pas, en een bataljon infanterie, 500 ruiters en zes stuk ken snelvuurgeschut met een machinekanon te Sa-loeng-koe, 13 K.M. ten N. O. van den Taling. De Russen werden noord waarts teruggedreven, met achterlating van 19 dooden. De Japanners maakten eenigen buit; hun verlies was zeer gering. Aan de Daily Telegraph wordt nog uit Tokio d.d. eergisteren gemeld Enkel het houtwerk van de spoorwegbrug te Liao jang is verbrand. De stalen bogen zijn onbescha digd. De Russen hebben nauwelijks eenige schade aangericht op den spoorweg tusschen Dalni en Liao-jang. Naar Reuter uit St. Petersburg seint, meldde een telegram van generaal Sacharof aan den generalen staf, dat het oprukken was waargenomen van het voorste gedeelte der Japansche troepen ten noorden van het dorp Bianoe poets©, op den weg naar Tselin. De oorlogscorrespondent van het Russische Regeeringsbiad seint uit Moekden, dat volgens berichten uit Chineesche bron de Japanners druk bezig zijn, den linkerflank der Russen om te trekken. Een draadbericht uit Las Palmas meldt, dat de Russische kruiser Terek gisteren om twaalf uur vandaar is vertrokken met onbekende bestemming. Oostenrijk en Italië. De onderhandelingen tusschen Oostenrijk en Italië gevoerd, hebben een volkomen overeenstemming tengevolge gehad betref fende het ontwerp tot oen definitief handelsverdrag en betreffende een voorloo- pige overeenkomst, welke het verdrag zullen vervangen, dat den 30sten dezer maand ophoudt van kracht te zijn. stellig nooit gereden. De weg was effen en hard, de wielen snorden er over. Het kwam mij soms voor, alsof ik stil stond en de dennen aan weerszijden van den weg mij voorbij zweefden als spoken. Verder, verderI al maar sneller! Een andere gedachte had ik niet. Ik wist dat ik achtervolgd werd, en spoedig bemerkte ik ook, dat mijn vervol gers mij op de hielen waren, langzaam, maar zeker. Reeds kon ik ze üooreneen heesch gesuif en het trappelen der pooten op de harde sneeuwkorst. In drukte de tanden op elkaar en spande mijn uiterste krachten in. Graag zou ik eens even hebben omgezien, maar ik durfde het niet te doen, vreezende dat ik dan zou kunnen slippen. Ik moest vooruit zien en altijd maar trappen zoo hard ik kon. Maar de snelheid van de wolven was grooter dan de mijne. Aan mijn rechterzij dook plotseling een schaduw opeen spitse snuit, een wijdgeopende muil en opgerichte ooren. Het Servische kroningsfeest. Aan den maaltijd van het corps diplo matique, gisteren in de Servische hoofdstad gehouden, heeft de Italiaansche gezant in een toost gezegd, dat Servië door de kroning de banden heeft betegeld, die net hechten aan zijn koning. Wij hebben -=• zoo zeide de gezant vertrouwen in Servië onder den scepter van zijn wijzen koning. Het zal den weggaan van orde en vooruitgang. De gezant dronk op den Koning. Als men let op de banden van bloedver wantschap tusschen hat Servische en het Montenegrijnsche Hof en daardoor ook met het Italiaansche koningshuis, lijkt de toost van ltalie's gezant alleszins begrijpelijk »het bloed kruipt, waar 't met gaan kan." Ook tusschen Bulgarije en Servie is't thans botertje tot den boom. De attentie 3 van het Hof voor Bulgarije trekken zeer d e aandacht. De koning van Saksen. Sedert verscheiden dagen lijdt de koning van Saksen aan bronchitis en moet het bed houden. Koorts heeft hij met. Den vorigen nacht werd hij door een zwaren hoest gekweld. De gevluchte prinses. De verzoening tusschen de beide Belgische prinsessen Stepnanie en Louise schijnt thans voltrokken te zijn. Naar de Petit Bleu bericht, heeft prinses De schaduw werd langer, aan de ooren kwam een hals en even later zag ik op de sneeuw ook strepen, zich snel regel matig bewegende, de schaduw van de pooten. Zoo bleef het een poosje; wij vlogen naast elkander voort, de schaduw en°ik totdat de weg een bocht maakte. Toen smolten op het oogenblik dat mijn machine den stuurstang gehoorzamende, naar rechts draaide, de schaduw en het thans zicht baar wordende lichaam te zamen. Ik zag de kwijlende kaken, de schitterende slag tanden, de uithangende roode tong, de als groeiende koien lichtende moordgierige oogen. Ik had nauwelijks tijd dit beeld in mij op te nemen, toen de wolf reeds op mij toesprong, maar snel wendde ik mij naar links en zijn sprong miste het doel, Met een scherp geluid sloeg de muil toe, geen drie duim van mijn dijbeen. (Slot volgt.) NIEUWE SCHIED

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1