Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
ACTIE.
SCHELMEN.
27ste Jaargang.
Zondag 2 October 1904
No. 8017
EERSTE BLAD.
Kennisgeving.
ttsteloozc inenting en herinênting tegen potten.
FEUILLETON.
Algemeen Overzicht.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f i .35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland 2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van '16 regels 0.77 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 12i/2 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk ad ver teer en worden uiterst bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85.
Postbus no. 39.
Burgemeester en Wethoubfrs van Schiedam,
Gelet op art. 18 der wet van den 4den Decem
ber 1872 (Staatsblad no. 134), tot voorziening
tegen besmettelijke ziekten
Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen,
dat ten huize van den gemeente-geneesheer, den
heer N. F. ELZEVIER DOM, Singel no. 70,
driemaandelijks en wel op den eersten Dinsdag
van elk kwartaal op de gewone spreekuren
gelegenheid zal bestaan tot
Schiedam, den lsten October 1904.
Bnrgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
S1CKENGA.
Met voldoening kunnen we thans reeds
constateeren, dat de goede resultaten, die
wij dezer dagen met onze reclame gehad
hebben, wijzen op groote sympathie voor
onze zaak.
Vanaf heden kunnen we er lier op zijn,
de Nieuwe Schiedarnsche Courant meer dan
voorheen tot de beteekenende strijders Gods
te mogen rekenen.
Hier geldt het geen zaak van bloot uiter-
lijken pronk, 't Is niets anders dan een zaak
van nieuwen arbeid, vol hooge roeping en
verhevenheid.
Met vreugde zien we, dat de katholieke
pers zich ook in ons land meer en meer
begint te ontworstelen aan den druk van
de liberale en zoogenaamde neutrale pers.
De tijd, dat de liberale pers overal den
hoofdtoon had, is verstreken.
Men heeft ingezien, dat het toch eigenlijk
niet aanging, dat Katholieken, met hun
abonnementsgeld en advertentiën bladen
steunen, die de heilige katholieke beginselen
steeds aanranden en verdervend werken
in den huiselijken kring.
Men begreep het, dat er meer actie moest
komen bij de Katholieken, om hun eigen
pers krachtig te steunen, om daardoor des
te beter onze beginselen te kunnen ver
dedigen en hoog te houden.
De menschheid komt- ér in deze tijden
van gehaastheid, van zenuwachtige spanning,
zoo moeilijk toe, eens den blik achterwaarts
te slaan, ten einde te ervarert, of in deze
of gene materie voor- of achteruitgang
valt te 'constateeren. Bij de ervaring met
de katholieke pers welk een overwel-
Engelsch Volksverhaal uit het begin der
vorige eeuw.
1).
I.
over kleeren en nog iets ge
nen
'"ordt.
onze lezers
wachten zijn njA
genoodzaakt eene langzaan,
door zijn slecht befaamde straten,
zaak bewoond door menschen, die het rechie
pad steeds schuwen en bij voorkeur kronkelende
wegen bewandelen; want, ondanks den ontwij
kende, deels wantrouwenden, deels sch och teren
blik, welke bizonder eigen is aan ratten in
een val of in het nauw gedreven misdadigers,
en de strak starende oogen, die de karakteris
tieke eigenschappen zijn van katvisch, bespelers
van blaasinstrumenten en menschen van een
doelloózen levenswandel en welker blikken en
oogen ons van alle kanten aanstaren, wagen
wij het een bezoek te brengen aan de tapperij
van Robert Brewster, waar in groote vergulde
digende vooruitgang, welk een beslist succes!
welk een reusachtig gebied heeft deze zich
niet, de laatste jaren vooral, veroverd, wat
heeft zij zich in het bizonder als de wel
doenster der menschheid doen kennen
Waar men heden ten dage het oog wendt
of keert, overal treft men de katholieke
pers aan, ontwikkelend en verheffend de
groote massa, onafgebroken werkzaam tot
nadere bevestiging van haar macht. En die
macht is van geen geringe beteekenis, en
zal niet spoedig worden onderschat.
Men was er in Schiedam dan ook van
doordrongen, dat men bij andere plaatsen
niet achter moest blijven staan.
En van die overtuiging uitgaande, besloot
men alle zeilen bij te zetten, om te trachten
meer actie onder Schiedam's katholieken
te brengen, waar het zulk een gewichtige
zaak gold als het voortbestaan van het
plaatselijke katholieke dagblad, de Nieuwe
Schiedarnsche Courant.
Er zijn nog altijd zooveel lauwen, die uit
gewoonte of sleur rneenen door bladen van
andere richting beter bediend te worden.
Dat zij toch eens bedenken, dat hoe meer
abonné's het blad heeft, hoe meer het zijn
abonné 's kan geven.
Abonneeren zij zich op hun katholiek
orgaan, dan zal dat orgaan zeker door hun
steun tot meerderen bloei geraken.
Voorts hebben we nog 't oog op hen, die
kalm blijven uitzien naar hetgeen de Niemoe
Schiedarnsche Courant zijn lezers zal aan
bieden.
Juist dezen zouden we gaarne tot de
getrouwen van ons blad willen rekenen.
Begint eerst eens roepen we hen toe
een abonnement te nemen om aldus mede
te werken tot den opbouw van het katho
lieke Schiedarnsche orgaan.
Wij zijn nog lang niet, waar wij wezen
moeten en daarom, katholieken van Schie
dam, blijft niet langer dralen, en abonneert
U op de Nieuwe Schiedarnsche Courant,
die hier zulke hooge en gewichtige be
langen heeft voor te staan.
1 October.
Port Arthur.
Wegens het uitblijven van belangrijk nieuws van
Moekden, trekt dezer dagen de kranige houding
van het Russiche garnizoen te Port Arthur we
der meer de aandacht.
Telegrammen, te Peterhof ontvangen van gene
raal Stoessel hebben, zoo seint de Petersburgsche
correspondent van de Matin, duidelijk laten blij
ken dat de Japansche vloot bij Port Arthur tegen-
letters boven de deur te lezen staat: „Brew
ster's Tavern," en waarbinnen wij een ander
opschrift in 'toog krijgen, dat door de half
uitgewischte letters en het van tabaksrook geel
geworden papier minder duidelijk te lezen is
dan het gouden opschrift voor de deur, maar
waaruit wij dan toch nog het belangrijke be
richt kunnen lezen, dat de eigenaar van dit
etablissement en zijne aanhoorigheden door de
Regeering van Hare Majesteit de Koningin van
Groot-Brittannië en Ierland behoorlijk is ge
machtigd om in gezegde gebouwen, behoudens
het stiptelijk voldoen der daarvoor verschul
digde belasting en accijnsen, op de bij de wet
vastgestelde uren en dagen aan een* ieder te
n verkoopen
1, BIER en STERKE DRANKEN.
,root aantal bezoekers, dat de vuile en
i onooglijk uitziende gelagkamer vult, geeft
die recht te veronderstellen, dat van deze
koninklijke vergunning een tamelijk druk ge
bruik wordt gemaakt. Juffrouw Brewster is
bezig met hare ongeduldige klanten te bedie
nen, die hare met tinnen schenkkannen bedekte
toonbank bestormen. De goede ziel weet, on
danks al deze drukte, met een merkwaardige
behendigheid, die alleen door langdurige oefe
ning verkregen is, ook in hare eigene of inge
beelde behoeften te voorzien, door met eene
vlugheid, die aan het wonderlijke grenst, nu
en dan te proeven uit een theekopje zonder
oor, dat ongetwijfeld water bevat en dat tus-
woordig weer krachtig samenwerkt met de land
macht, zoodat 't granaten regent op de haven,
terwijl de Japansche troepen, na de vermeestering
van nog drie stellingen, de stad van de landzijde
oiider een allerhevigst vuur nemen.
De ongeloofelijke ijver, door de Japanners ten
toon gespreid,' geeft reden om te denken dat zij
opnieuw versterking hebben gekregen, zoodat
weer versche troepen tegen de vesting oprukken.
De slachting is nu ontzettend, want de verdedi
gers, die tot dusver altijd gedekt konden blijven,
worden nu op verscheiden punten van meer dan
een zijde door den vijand bestookt.
Dit telegram schijnt belangrijk; men zou al
leen gaarne weten hoe de correspondent aan den
inhoud komt van dit bericht dat blijkbaar slechts
voor den Tsaar, en niet voor openbaarmaking,
bestemd is geweest.
De Matin verneemt nog, dat generaal Stoessel
tot adjudant van den Tsaar benoemd is, om hem
in staat te stellen, zijn telegrammen rechtstreeks
aan den Tsaar te richten zonder ze eerst door
Alexejef's handen te laten gaan.
Naar de Daily Mail uit Tsjifoe verneemt, heeft
een daar wonende Rus uit Port Arthur vernomen,
dat alle belangrijke forten thans in handen der
Japanners zijn, behalve Hwang-tsjin-sjan, Hi-kwan
en Liao-ti-sjan. De westelijke haven ligt open.
De Japanners komen echter slechts langzaam
vooruit; zij zijn zeer voorzichtig wegens de vele
mijnen. De Japansche kanonniers beschieten nu
achtereenvolgens alle deelen van Port Arthur.
De toestellen tot. het bereiden van drinkwater zijn
aoor het geschutvuur vernield.
De correspondent van de Daily Telegraph seint,
dat een Japansch officier hem medegedeeld heeft,
dat de Japanners bij Port Arthur aanmerkelijk
meer dan 30,000 man aan dooden en gewonden
hebben verloren. Het Japansche legerbestuur helt
dan ook meer en meer over tot het gevoelen,
dat steeds krachtiger in de Japansche pers tot
uiting komt, dat een bestorming al te duur be
taald zou worden. De vesting zal dus geregeld
belegerd worden, en vroeg of laat moet zij toch
vallen. Bere-beri eischt onder de Japanners vele
offers. Duizenden beri-berilijders moeten naar
Japan terug. De 9e divisie voor Port Arthur
moed door het vijandelijk vuur en door ziekte
nagenoeg weggevaagd zijn.
Aan de Morning Post wordt uit Sjanghai uit
Duitsche bron gemeld dat de Japanners een door
de Russen ondermijnd fort hebben bezet; de Rus
sen lieten dat toen in de lucht springen en 6000
Japanners kwamen om.
De berichtgever van de Birzjewija Wjedomosti
te Tsjifoe seinde Donderdag aan zijn blad, dat
volgens de verklaring van de Japanners, de
Russische vloot het in de haven van Port Arthur
onmogelijk kan uithouden, sedert de Japansche ar
tillerie erin geslaagd is stellingen te vinden, waar
vandaan zij de ten anker liggende Russische sche
pen beschiet. De Russische vloot zou daarom
zeer spoedig uit de haven moeten komen en slag
leveren.
schen de, met rimpels vertrokken handen goed
is geplaatst.
Zonder in verdere bijzonderheden te treden
vermeenen wij uit de tegenwoordigheid van
het geamputeerde theekopje te mogen opmaken,
dat de winsten, welke de tapperij oplevert, niet
van dien aard zijn, dat zij de uitgaven van
een schitterend buffetgereedschap veroorloven.
Terwijl wij de waardin even met een hoofd
knik groeten, loopen wij de toonbank voorbij
naar eene deur, die het woord „Salon" tot
opschrift draagt, en waarvan wij de beteeke
nis niet goed begrijpen, als wij de deur open
duwen en een blik werpen op het hoofdzake
lijk uit menschen bestaande ameublement, dat
den dik met zand bestrooiden vloer versiert.
De naam had waarschijnlijk de, door den een
of anderen gierigen eigenaar der inrichting, be
werkstelligde verandering overleefd en had, of
schoon nu geene beteekenis meer hebbende,
vergunning gekregen daar te blijven staan als
een droevige overlevering van vroegere groot
heid.
Naar het geraas, dat er heerschte, te oor-
deelen, moesten de aanwezige gasten zich tame
lijk gelukkig gevoelen.
Ten bewijze echter, dat schijn veelal bedriegt,
moeten wij om der waarheidswille er bijvoegen,
dat het in gemelde „salon" verzamelde gezel
schap uit dieven, bedelaars en schurken van
het ergste allooi bestaat.
Het ging er zeer levendig toe.
Blijkens volkomen betrouwbare inlichtingen,
welke ik ontvangen heb, voegt de Russische
correspondent hieraan toe zijn al deze be
weringen verzinsels. In werkelijkheid hebben de
Japanners bij de laatste aanvallen zulke verschrik
kelijke verliezen geleden dat zij hunne aanvallen
sedert den 26sten dezer niet hernieuwd hebben.
Aan alle kanten zijn zij teruggedreven. Brieven
uit Port Arthur, welke van den 25sten gedagtee-
kend waren, luiden zeer bemoedigend en spreken
de overtuiging uit dat de vesting niet zal worden
genomen.
Reuter seinde gister nog uit Tsjifoe:
Chineezen die den 27sten dezer van Port Ar
thur zijn vertrokken, bevestigen vroegere berich
ten, volgens welke de laatste aanval op Port
Arthur louter een herhaling is geweest van voor
afgaande bestormingen. De Japanners kwamen
onvervaard binnen de Russische stellingen, maar
waren niet in staat daar te blijven, wegens het
vuur van de groote forten.
Alexejef teruggeroepen?
Aan de Matin wordt uit Petersburg gemeld
dat admiraal Alexejef, de stadhouder van Oost-
Azië, uit Mantsjoerije teruggeroepen is en binnen
vier of vijf dagen naar Petersburg zal vertrek
ken. Als voorwendsel voor de terugroeping moet
dienen dat de Tsaar uit den mond van Alexejef
volledige inlichtingen wenscht over den stand
van zaken in Mantsjoerije, maar in werkelijkheid
zal Alexejef niet naar het oorlogsterrein terug-
keeren.
Het Russische Telegraaf-agentschap seint, dat
de terugroeping van Alexejef waarschijnlijk is.
Het kan dus zeer goed zijn, dat het bericht van
de Matin juist is.
Koeropatkin en Linjewitsj.
Naar het Russische telegraaf-agentschap van
nacht seint, zal Koeropatkin toch op zijn post
blijven. Als aanstaand opperbevelhebber wordt
voortdurend genoemd de grootvorst Nikolaj Niko-
lajewitsj.
De berichtgever van de Matin meldt dat de
benoeming van Grippenberg in de positie van
Koeropatkin niets verandert. Deze laatste blijft
de krijgsverrichtingen leiden, ook wanneer Grip
penberg met het tweede leger is aangekomen.
Het is een uitgemaakte zaak dat nog in dit voor
jaar een derde leger zal verzameld worden.
Hetzelfde blad verneemt uit den mond van
Paflof, den vroegeren Russischen agent te Sëoel,
dat het door generaal Linjewitsj aangevoerde
leger (een spookleger dat langzamerhand een
waardige tegenhanger van de spookvloot wordt!)
uit Wladiwostok op het punt staat, naar Korea
op te rukken, „waar het den geheelen winter
een voor de Japanners zeer gevaarlijke positie
zal innemen." De Japanners zouden reeds 20.000
man tegen Linjewitsj samentrekken.
Verspreide berichten.
De berichtgever van de Birzjewija Wjedomosti
te Tsjifoe seinde eergisteren: De Japansche vloot
die in het Chineesche gebied van de golf van
Pe-tsjili kruist, wordt voortdurend ongegeneerder.
Doch één man bleef somber en stil. Hij zat
in een hoek alleen aan een tafeltje. Zijne door
lang gebruik rood geworden hoed lag naast
hem en de hand, waarmede hij een glas bran
dewijn aan zijne lippen bracht,, beefde zoo ge-
dig, dat zijne tanden hoorbaar tegen het glas
rammelden, Oneerlijkheid was voor hem klaar
blijkelijk een slechte belooner geweest en had
hem niet veel opgeleverd, want zijne wangen
waren bleek en ingevallen en zijne oogen blik
ten wantrouwend en onrustig uit hunne holle
kassen. Plotseling keerde deze alleenzittende
man zijn rug naar de deur en bukte al lager
en lager, alsof hij het middel zocht om door
de reten van den vloer weg te sluipen. De
oorzaak dezer zonderlinge handelwijze bleek
spoedig een opzichtig gekleed manspersoon te
zijn, die het vertrek op bedaarde wijze binnen
trad. Dat hij vermomd was zagen de kenners
bij den eersten opslag: de das was met eene
te veel bestudeerde slordigheid om den hals
geslagen, de hoed was blijkbaar opzettelijk en
niet door langdurig gebruik gedeukt en zijne
bakkebaarden waren ontegenzeggelijk valsch.
Dit gebrek in de kunst om zich goed te ver
mommen bleek voldoende om het gezelschap
gerust te stellen en hen te overtuigen, dat de
pas binnengekomene geen van „Hare Majesteits
dienaren" was; zoodat zij terstond hunne voor
een oogenblik onderbroken luidruchtigheid her
vatte.
(Wordt vervolgd.)
d£6iU/