Dagblad mor Schiedam en Omstreken. SCHELMEN. 27ste Jaargang Woensdag 26 October 1904 No. 8037. Katholieken van Schiedam 1 fay Losse nummers Nieuwe Schiedamsche Courant zijn a 2 Cent Algemeen Overzicht. De oorlog in Oost-Azië. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Rureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels f 0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 12i/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Steunt uw plaatselijk, katholiek dagblad, De Nieuwe Schiedamsche Courant, door het nemen van een abonnement en het plaatsen van adver- tentiën. Week-, maand- en drietnaatule lijksche abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons bureau Doterstraat 50. De Nieuwe Schiedamsche Courant bevat thans iederen dag de laatste berichten van het Oorlogs terrein en het belang- rijkste Politiek nieuws uit het Buiten land, terwijl de rubrieken Binnenland, Stadsnieuws en Handelsberichten met de meeste zorg worden samengesteld. verkrijgbaar omstreeks 5.30 uur aan ons bureau Boterstraat 50, en tevens te bekomen bij de boekhandelaren J, A. ULLERS, Hoogstraat 30. HENRI REBERS, Hoogstraat 146. 25 October. Het incident met de Russische Oostzee-vloot. Een verhaal van een ooggetuige. Het oordeel van de Engelsche pers en eenige autoriteiten. Telegrammen van heden-nacht. De Engelschen hevig verontwaardigd over het gebeurde. Het Engelsche protest verzonden. Manifestatie tegen den Russischen gezant. Van het oorlogsterrein. Japan ners in opschudding gebracht. 1500 gesneuvelde Japanners. Doode Russen. Verspreide berichten. De Oostzee-vloot op weg naar de Oost- Aziatische Wateren. Een ernstige gebeurtenis. Hel gebeurde met de Engelsche visschersvloot heeft in Engeland een enormen indruk gemaakt. De geheele Europeesche pers houdt zich thans met het ernstige incident bezig, zoodat in alle kringen de zaak druk wordt besproken. Het departement van Buitenlandsche Zaken te Londen heeft een groot aantal ooggetuigen van het voorgevallene ontboden en was gister-mid dag nog doende om de zaak ernstig te onder zoeken. Uit hetgeen thans reeds bekend is geworden, kan als buiten alle twijfel worden aangenomen, dat de Russische Oostzee-vloot de Engelsche traw lers heeft aangezien voor vijandelijke schepen of wel, dat de visschers, die over het algemeen niet bizonder welwillend zijn, geweigerd zullen hebben aan het een of ander verzoek van de Russen te voldoen b.v. het hijschen hunner na- tionaliteitsvlag, bijdraaien enz. Engelsch Volksverhaal uit het begin der vorige eeuw. 21). Lord Canonburij wendde zich toen tot Au gusta, die hij trachtte te vermaken met eene beschrijving van de hoofdstad der wereld, doch zij lette weinig op hetgeen hij zeide, want hare gedachten waren elders. Zij was sinds een paar uur tot de ontdekking gekomen, dat er menschen waren, die zelfs aan het hoogst noodige, aan brood om van te leven behoefte hadden; zij dacht aan den bleeken, haveloozen knaap, en verheugde zich innig, dat zij ten minste voor dien dag zijn leed gestild had. Eenige oogenblikken later namen zij afscheid, terwijl de Graaf Lord Canonburij, die hen tot aan het rijtuig uitgeleide deed, uitnoodigde om vóór zijn vertrek naar Parijs een middag bij hem te komen dineeren. Maar het wordt tijd dat wij tot onze een voudige vrienden Ludwig en Guij, die wij in het dorp hebben achtergelaten, terugkeeren. Of schoon zij zich gereedmaakten den weg naar het kasteel van Hochstein in te slaan, maakte Ludwig geen haast om te gaan vertrekken, maar liep met het jongske nu eens rechts en dan Dat het muisje nog een staartje zal hebben, staat vast. De volgende beschrijving van een ooggetuige laten wij hier volgen. Het staat in de Daily Mail en de ooggetuige was kapitein Peaker van de stoomkotter Magpie. „Vrijdag-nacht aldus verfeit kapitein Peaker waren er ongeveer ~K) stoom trawlers van de vloot uit Gamecock aan het vis- schen in de Noordzee, op een breedte van 55.15 N,. en een lengte van 5.6 O., d. i. ten zuidoosten van Doggersbank. Het was een mistige nacht met motregen, en wij waren verspreid over een uit gestrektheid van eenige mijlen. Tusschen elf en twaalf uur had de admiraal van de visschers vloot, volgens de gewoonte, met vuurpijlen en gekleurde lichten geseind, in welke richting dc vloot dien nacht moest stevenen. Of dat iels te maken had met hetgeen volgde, weet ik niet; alles is een mysterie. Maar daar zagen wij door den mist en den regen een aantal lichten van groote schepen, groote en kleine. Daar wij wisten dat de Oost- zeevloot op het punt was om te vertrekken toen wij in zee gingen, en daar wij zagen dat de sche pen recht op het Kanaal aanstuurden, vermoed den wij natuurlijk dat het de Russen waren. Al wat ik weet is dat er vele waren, dat zij el kander met lichten seinden, en dat zij met hun geweldige zoeklichten elk onzer onderzochten. Plotseling begonnen eenige van de oorlogs- logsschepen op ons te vuren of liever op on geveer twintig booten die het dichtst bij ben waren. In het eerst dachten wij natuurlijk dat het losse schoten waren, en de bootsman van de Tomtit, die dicht bij lag, nam twee groote vissclien in zijne handen en hield die op arms lengte voor zich uit. Sommigen zeggen dat hij het voor de grap deed, als om de visch aan de Russen aan te bieden. Anderen denken dat hij wist dat de schoten scherp waren en hij de Rus sen wilde beduiden dat wij vreedzame visschers waren, en niet vijanden die kwansuis op traw lers waren. De oorlogsschepen waren zoo dicht bij enkele van de booten dat zij, met behulp van kijkers en zoeklichten, met gemak hadden kunnen zien, hoe de manschappen aan dek de visch ontwei den, want alle booten waren daarmee doende, toen de eerste schoten gelost werden. Wij waren verbijsterd toen wij begonnen te beseffen dat men in ernst op ons vuurde, dat de schoten goed gemikt waren en er menseden gewond en treilers beschadigd werden. Algemcene verwarring en schrik volgden. Sommige booten waren bezig hun sleepnetten in te halen, toen de beschieting begon; zij sneden de vleet af, maakten stoom en gingen er vandoor, zoo hard zij konden. Ik denk dat het vuren zoowat een half uur duurde en dat het kwam uit snelvuurkanonnen aan boord van de kruisers, te oordeelen althans naar de snelheid van schieten. Ik heb enkele weer links, teneinde hem het een en ander van de kermis te laten zien. Hij trachtte een gedeelte van zijn eigen opgeruimdheid in Guij te doen overgaan, die, na zijn honger verza digd was en hij geen zorg voor den volgenden dag behoefde te hebben, begon te denken dat er, goed gezien, toch wel eenige vermakelijk heid in te vinden was. „Heer Ludwig...." „Noem mij alsjeblieft geen heer," viel de andere hem in de rede; „zeg kortaf Ludwig, daar ik niet ongelukkig genoeg ben eens an ders meester te zijn." „WelLudwig dan," zeide Guij aarze lend, en hij bekeek den langen jas van den kamerdienaar. „Wat is er van je dienst „Och, luister toch eens naar dezen man; en hij wees naar de plek, waar een zoogenaamde professor bezig was met het bekende spel met de vingerhoeden, en de bitter weinige kans, die hij had om daarbij ooit te winnen, aan twee handlangers en een zeer in verzoeking staanden melkmuil uit te leggen, welke laatste op het punt was zijn geluk met het kleingeld, dat in zijn zak brandde, te beproeven. Ten Ten einde hem nog meer aan te moedigen liet hij een zijner handlangers achtereen winnen. De handige goochelaar met de vingerhoeden droeg zijn verlies met de grootst mogelijke kalmte. „Welnu," zeide bij tot den boerenjongen, projectielen in de booten zien vastzitten. Zij hadden ongeveer de doorsnede, maar niet de lengte van een groote komkommer, en hadden koperen Koppen. Wegens de duisternis en don regen, konden wij de Russische booten niet zien, alleen hun stoomwolken en zijlichten, en de groote zoek lichten verblindden ons bovendien. Wij waren volkomen hulpeloos; wij konden niets doen om ons bekend te maken, en het zag er naar uit, dat wij alle in den grond geboord zouden worden, de een na den ander, zonder een woord van opheldering. Maar gelukkig hielden de kanonnen na dertig minuten vurens in welken tijd dozijnen en nog eens dozijnen projectielen op ons werden ge mikt. -plotseling op en stoomde de vloot snel weg naar het. Kanaal. Waarom zij heen gingen, weet ik niet; misschien bemerkten zij de vergissing. Zooals ik zeg, alles was een vrec- selijk mysterie voor ons, toen en nu nog. De trawler Crane leed het meest van den aan val. Den schipper van de Crane werd het hoofd geheel van de romp gescheiden, en een ander projectiel doodde den stuurman, het sneed z ij n halve hoofd weg van de kin tot het haar. De geheele bemanning van zes koppen werd gewond, enkelen ernstig, en de boots man verloor zijn linkerhand. Niemand wist dit nog op dat oogenblik, of schoon men hoorde kreunen, tot men de Crane zag zinken. De schipper van de Gull, die het dic-jitst bij lag, zette dadelijk een boot, uit en klampte de Crane aan. Hij vertelde mij dat het dek er vreeselijk uitzag, bloed, overal bloed, dehoofdeloozerompv andenkapitein en het afzichtelijk verminkte lijk van den stuurman zonder gezicht, en de gewonden weggekropen waar zij maar konden De dooden en gewonden, vervolgde hij, wer den juist bijtijds van de Crane gehaald, voor zij zonk. Zij had groote gaten op zij, door welke het water naar binnen gutste. De gewonden wer den aan boord van het kerkschip Sarah Myles gebracht, dat haar lichten bedekte, ofschoon de Russen toen al ver genoeg weg waren. Verscheidene andere trawlers werden gehavend. De Mino kreeg acht of negen schoten boven de waterlijn, en de bemanning moest bedde- goed in de gaten stoppen, om haar drijvende te houden. Het is onmogelijk, zoo besloot kapitein Peaker, om te denken dat torpedo-jagers er als trawlers zouden kunnen uitzien. De geheele bouw van onze schepen is anders en gemakkelijk te her kennen. Elke boot droeg hare lichten volgens de reglementen van het ministerie van koophan del een dubbele lantaarn met wit licht recht vooruit, rood licht aan bakboord en groen aan stuurboord met een witte kogellantaren aan den top van den mast. Ik denk dat de Russen hun hoofd kwijtraakten, in verwarring er op los scho ten en daarna wegstoomden toen zij geen ant- „kunt gij mij nu zeggen onder welken vinger hoed de erwt. ligt... een.... twee... drie?" De jongen, aangespoord door de zucht om te winnen, waagde alles, wat hij in zijn zak had, Natuurlijk verloor hijmaar de profes sor troostte hem met de grootste deelneming, en gat de hoop te kennen, dat het geluk hem een volgenden keer gunstiger mocht zijn. Ten laatste keerden zij huiswaarts. Hét was een warme dag geweest; en terwijl hij lang zaam den heuvel opgingen, nam Ludwig zijn hoed in de hand, teneinde de koele avondwind vrij over zijn hoofd te laten spelen. Hij zag den bleeken knaap naast hem met een mee- doogenden blik aan, en hield zijne verma gerde hand stevig vast, om hem het opstijgen gemakkelijker te maken. Dan vroeg hij hem met toenemende hartelijkheid daar zijn naam. „Mijn naam is Guij," zeide de andere verlegen. „Dankje wel; maar dat verteldet gij reeds aan den Graaf. Ik meen je van, je familie naam." De knaap werd zoo mogelijk nog bleeker, maar gaf geen antwoord. Hij dacht aan de Bunsteins en een zonderlinge mengeling van vrees en verlegenheid bedekte zijn gelaat. Ludwig keek hem verwonderd aan, terwijl hij terecht opmerkte „Maar gij moet nog een anderen naam heb ben. Wie was nw vader?" „Ik weet het niet, ik heb nooit Yan hem woord kregen en bemerkten dat wij onschuldige visscherlui waren." Telegrammen van heden-nacht. LONDEN, 24 October. Men verneemt dat blij kens de nadere inlichtingen die het ministerie van Buitenlandsche Zaken heeft ontvangen, de Russische vloot doorstoomde, maar een oor logschip gedetacheerd werd, hetwelk de visschers vloot gade bleef slaan tot Zaterdag-ochtend zes uur. Het schip liet echter geen enkele boot te water, om de overlevenden van den zinkenden trawler te redden of hulp te verleenen aan de gewonden. Het ministerie van Koophandel heeft last ge geven, om de schade van de schepen op te nemen. LONDEN, 24 October. Te Portsmouth aan gekomen stoombooten hebben vandaag vier Rus sische pantserschepen en vier torpedo-booten in de richting van Cherbourg zien gaan. Een pantser- schip scheen onklaar. LONDEN, 24 October. De visschersboot Swift is vandaag uit de Noordzee te Londen aange komen. Zij meldt dat alle visschersvftartuigen die als vermist waren opgegeven na den aan val van de Russische vloot, behouden zijn. De kapitein van de Swift zegt dat hijzelf vier Rus sische schepen op Engelsche booten heeft zien schieten. LONDEN, 24 October. Het ministerie van Bui tenlandsche Zaken biedt vandaag een gansch on gewoon schouwspel. De gangert, waar anders een plechtige stelte heerscht, zijn gevuld met matro zen en andere menschen die tot de scheepvaart in betrekking staan. De Engelsche regeering onderwerpt alle ge tuigen aan een zeer streng gehoor, om de juiste toedracht van de overrompeling in de Noordzee te kunnen vaststellen. Een medewerker van Reuter heeft met den kapitein van het visschersvaartuig Magpie een onderhoud gehad. De man verklaarde dat de Rus sische vloot dwars door de visschersvloot geva ren was, welke uit 160 booten bestond, waar van er zes nog vermist worden. Hij bevestigde volkomen de vroegere mededeelingen over de gebeurtenissen van Vrijdagnacht en zeide: Er was niet de minste reden, welke de onderstel ling van de Russen kon rechtvaardigen, dat wij iets anders dan visschersvaartuigen waren. De zoeklichten verlichtten een omtrek van zes mijlen. Te Londen heerscht de grootst mogelijke ver bazing, in het noorden van Engeland is de op gewondenheid echter geklommen tot verontwaar diging. LONDEN, 24 October. Men verwacht algemeen dat de Russische regeering zich zal haasten, amende honorable te doen, zonder Lansdowne's telegrafisch protest waarbij genoegdoening ge- ëischt wordt, al te wachten. Dit protest moet vanmiddag aan den Engelschen gezant te St. Pe tersburg zijn toegezonden, nadat Lansdowne met den Koning gesproken had. De Russische attaché, die den Russischen ge- gohoord; antwoordde Guij, terwijl de tranen ïangs zijne wangen rolden." „Hoe heette uw moeder dan?... gij weet toch, dat gij een moeder gehad hebt." Guij schudde treurig liet hoofd. „Arme kleine, vader- en moederloos 1" en Ludwig streek het fraaie haar van het kind naar achteren, en verviel in een nadenkend stil zwijgen. „Hebt gij uw vader nooit gekend?" vroeg hij na een poos. „Neen, mijnheer." „Noch uwe moeder? Guij schudde ontkennend met het hoofd, ter wijl tranen opnieuw zijne oogen vulden. De waarheid stond op zijn voorhoofd geschreven, en hij wist niets, zelt niets van zijn vader en moeder. Toen zij het kasteel bereikten, begon de avond veld en heuvelen reeds in een schemerlicht te hullenen door het half duister blonken enkele sterren boven in het bleeke uitspansel, dat helder en onbewolkt was, als om hen een onbelemmerd gezicht op de vreedzame tooneelen van omlaag te geven. „Hoe is dat?" vroeg de portier, een op passend man, die meer dan een halve eeuw m dienst der familie had doorgebracht. „Mijn heer de Graat en de Freule kwamen terug zon der u: wie is die jongen?" Wordt vervolgd.) VAN DE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1