Dagblad voor Schiedam en Omstreken. SCHELMEN. 27ste Jaargang Donderdag 27 October 1904 No. 8038 FEUILLETON. Algemeen Overzicht. De oorlog in Oost-Azië. Het oordeel van de Duitsche pers. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden f 4.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels 0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 121/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk ad verteeren worden uiterst lijke overeenkomsten aangegaan. bil - Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. V Praatzucht. Over de polemiek, waartoe hét Overijselsche wetje aanleiding heeft gegeven, schrijft de Haag- sche „Torenwachter" der Mid delburg ache Cou rant De uitspraak van een jloctrinair-liberaal, dat men dr. Kuyper dat bokje maar zoo niet kon „schenken", is te begrijpen, maar zooals het nu is gegaan en dreigt verder te gaan, is van beide partijen slechte politiek drijven, met geen ander resultaat dan dat men het parlementair prestige in de oogen van het publiek naar be neden haalt. Vooral omdat, naar ik hoor, het geheele be- grootingsonderzoek dit jaar den stempel van „stu die" draagt, omgezet in dikke Voorloopige Verslagen. Marine en Oorlog moeten ware boek doelen vullen met opmerkingen van „sommige" en „enkele" leden. Mij dunkt: het gezond ver stand geeft hier toch een grens aan. Het vragen naar inlichtingen over een berichtje, dat onder „Gemengd nieuws" als een juweeltje prijkte, ligt toch niet op den weg van de „enkele" en som mige leden", die het Voorloopig Verslag vullen. Een enkel maal kan het er mede door, maar het dreigt systeem te worden, en dat systeem moet ten leste de geheele parlementaire machine stop zetten. Daar is het niet op ingericht; op dien grondslag kan geen vruchtbare schriftelijke ge- daGhtenwisseling tusschen Regeering en Kamer plaats hebben. Want men bedenke wel later bij dé discussiën komen de redevoeringen over het gemengd. Werkelijk, Kamer en Ministers heb ben toch wel wat anders te doen, dan stylisti- sche en oratorische oefeningen te houden. Ik ben over dit onderwerp eenigszins uitvoe rig geweest omdat, naar al hetgeen ik er over hoor, het dit jaar bepaald alle perken te bui ten moet gaan, en iedereen zich afvraagt: waar nioet het naar toe als wij dit pad blijven be wandelen? Is het, menschelijkerwijs gesproken, mogelijk de begrooting op tijd, d.w.z. vóór Kerst mis, gereed te komen als het zoo doorgaat? Den 8sten November komt de Kamer weder bijeen; alsdan moet nog het technicuin en de lageron- onderwijswet in de afdeelingen worden onder zocht. Vóór den löden November zal men dan wel niet met de Indische begrooting kunnen be ginnen. Blijven dus amper zes weken voor In dische en Nederlandsche begrootingen over of per week- 4 zittingen geeft 24 zittingen. Het zal dus direct wel strafexerceeren worden met Maan dag en Zaterdagzittingen en avondzittingen. Op den duur maakt dit de Kamer zoo ver moeid, dat er van een behoorlijke discussie geen sprake meer is. Om niet te spreken van de mi nisters, die ook maar menschen zijn, dus maar een zekere hoeveelheid arbeid afkunnen. Het resultaat ligt voor de hand: verwarde, ver moeiende, langdradige debatten zonder pit of smaak of als de zenuwen geprikkeld worden kra keel, incidenten en den aankleve van dien. Maar een zakelijke beTiandeling is bij deze orde van zaken uitgesloten. Engelsch Volksverhaal uit het begin der vorige eeuw. 22) „Die jongen!" herhaalde Ludwig met een lach, „deze jongeheer is de gast van de Freule, en de Graaf heeft hem verschooning gevraagd, dat hij ons niet in het rijtuig kon laten. Gij zijt wel onbeleefd, baas Daniël." De oude Daniël keek het kind vriendelijk aan; en Ludwig's bedoeling, die de grap van zijn meester in ernst wilde veranderen, niet vat- .tende, herhaalde hij zijne vraag zonder een spier te vertrekken. Daniël O'Discoll was een Ier van geboorte, en ofschoon hij de familie van Hochstein een menschen leeftijd lang ge diend had, sprak hij het Hoogduitsch altijd nog met een Iersch accent. Daarentegen kon den de Duitschers zijn achternaam maar niet goed uitspreken, waarschijnlijk omdat zij het bij de eerste poging hadden gelaten, en noemden hem daarom in de wandeling kortaf „heer Daniël." „Een korte vraag vereischt soms een lang antwoord, Daniël," zeide Ludwig, en hij ver haalde toen aan zijn aaiulachtigen toehoorder, 26 October. De houding der Piussische regee ring. De Duitsche en Fransche pers. Een interview. Vijandige ontvangst van den Russischen gezant. Wraak. Telegrammen van hedennacht. Voorzorgsmaatregel. De Nota van Engeland. Telegrammen uit St. Petersburg. De Tsaar betuigt zijn oprecht leedwezen. Nog meer gewonden. De Engelsche minister van Marine aan het woord. Van het oorlogsterrein. Gene raal Koeropatkin benoemd tot opper bevelhebber. Japansche verliezen. Het voorgevallene op de Noordzee. Hoewel de toon der Engelsche pers gister-avond nog heftiger dan eergister was en de opgewonden heid van het publiek blijkbaar grootere afmetingen aannam, zal de houding der Russische regeering en de betuiging van diep leedwezen van den Tsaar over het droevig verlies van menschen- levens, heden zeker met voldoening in Engeland worden ontvangen. Uit politiek oogpunt is het gebeurde hoogst interessant als maatstaf voor Engeland's poli tiek betreffende den Oost-Aziatischen oorlog. Wan neer Engeland nu niet van de goede gelegenheid heid gebruik maakt om de verdere vaart van de Russische vloot naar Oost-Azië te vertragen, zoo geeft het daardoor te kennen hoe weinig het er Engeland aangelegen ligt om ten gunste van Ja pan in te grijpen, afgezien van de omstandig heid dat ook Engelsche reeders sterk betrokken zijn bij de kolenverzorging der Russische vloot. Het is nu bekend geworden dat de Engelsche ammunitiefabriek te Kynoch, bij welke de familie Chamberlain zeer sterk betrokken is, een afge vaardigde naar St. Petersburg gezonden heeft voor het leveren van oorlogsbehoeften. Laat in den avond werden in Rusland door de censuur de aanvankelijk teruggehouden telegram men over de beschieting van de visschers uit Huil voor de Russische bladen doorgelaten, met de bijvoeging van een officieele wenk, hoe de redacties het geval te bespreken hadden. Diens volgens heeft de Russische regeering uit Enge- geland zelf herhaaldelijk waarschuwingen ontvan gen voor Japansche aanslagen in de Noordzee en blijkbaar heeft het Engelsche bestuur verzuimd de Engelsche visschers te doen weten dat zij niet te dicht bij de Russische vloot moesten komen. Alle schepen van neutrale machten had den beslist rekening te houden met de bevelen van een ten oorlog varend eskader. Of en in hoe verre dit met de visschers van Huil geschied is, zullen verdere onderzoekingen doen weten. Ove rigens is de Russische regeering evenals de En gelsche genegen om het incident tot wederzijdsche tevredenheid te regelen. Aanvankelijk trokken ook eenige Berlijnsche bladen tegen Rusland uiterst krachtig van leer. Echter kwam spoedig een kalmer opvatting boven, dat eerst ook het Russische verslag moest af gewacht worden en dat de openbare meening in Duitschland niet ongeruster behoefde te zijn dan de Engelsche regeering, die in het geheel niet van plan was een conflict uit te lokken, maar het voorgevallene als een beklagenswaar dig misverstand beschouwt, dat natuurlijk her steld moet worden, echter langs vreedzamen weg. In de anders zeker niet Russischgezinde Rcichs- bote. wordt 0. a. er aan herinnerd dat juist En gelsche visschers zich dikwijls om het gezag van vreemde oorlogsschepen op zee weinig bekom meren, bij manoeuvres b.v. ongegeneerd in den weg kruisen en voor dezen gevaar opleveren. (Dit was gister ook onze meening. De Engelsche zee lieden geven over het algemeen weinig om de regelementen. Red. N. S. Ct.) Het zou mogelijk kunnen zijn dat de Engelsche vis- schersvloot op bepaalde bevelen van den Rus sischen commandant geen acht heeft gegeven, waarop deze eerst een waarschuwingsschot af gaf en daarop met scherp liet schieten. Daarentegen zegt de Krcuz. Ztg.„De inwo ners van neutrale staten móeten tegen zulke da den van geweld gewaarborgd zijn. Wanneer de Russische admiraal reden had op zijn hoede te zijn voor aanvallen van Japanners en in den donkeren nacht geen vijandelijke oorlogsschepen van neutrale visschcrsbooten onderscheiden kon, dan moet 's nachts do vaart gestaakt worden. De Berl. N. JSachf. noemt het geval smonster- aehtig en onverklaarbaar." Het blad kan geen recht vaardiging vinden voor de houding der Russische commandanten. Er is slechts ééne verklaring: Japan boezemt den Russen zulk een schrik in, dat zij overal Japanners denken te zien, tot zelfs in Engeland toe. De Vossische Zeilung is er van overtuigd, dat Rus land elke voldoening zal verschaffen, die men ver- langt.Maar voegt heter aan toe,en daarin ligt juist het bedenkelijke van de zaak vwelke waarborg kan door Rusland worden gegeven, dat zulke ge vallen zich niet morgen den dag weer zullen voor doen De Koln. Ztg. kan zich voorstellen, dat solda ten, tegenover den vijand geplaatst, zóózeer in de war raken, dat zij in de duisternis op kameraden schieten. Maar dat marine-officieren in omstandig heden als zich in dit geval voordeden, niet meer koelbloedigheid en kalmte van geest toonden, daaruit blijkt een dusdanige verwarring, zulk een nervositeit, als welke toch niemand bij de Rus sische marine had verwacht. Hetgeen nog vol strekt niet als excuus kan gelden voor het ge beurde.... Uit de Fransche bladen. De meeste Fransche bladen stellen zich op het Russische standpunt: dat men ambtelijke in lichtingen moet afwachtenintussehen zoeken zij naar mogelijke verontschuldigingen, in de eer ste plaats aannemende dat de Engelsche vis schers (die inderdaad meermalen bewijzen hebben gegeven van hun eigendunkelijke manieren) zich wat er in het dorp gebeurd was. Daniël luis terde met veel aandacht; en terwijl hij zoo bezig is, willen wij hem even opnemen. Hij is een lang, stevig gebouwd man, naar het ui terlijke ongeveer zestig jaren oud, ofschoon hij werkelijk veel ouder ishij was gekleed in een hertkleurig bruine korte broek en slobkousen van dezelfde kleur, en vertoonde zulk een paar stevige kuiten, dat koning Robert hem nog zou benijd hebben. Van onder zijn pet, die met een gouden band en het wapen der von Hoch- steins v.ersierd is, blinkt een breed, eerlijk ge laat met een langen sneeuwwitten baard, waar boven een paar grijze oogen schitteren, die door een paar dikke wenkbrauwen van dezelfde kleur overschaduwd worden. Daniël sloeg een medelijdenden blik op den bleeken knaap, wiens geschiedenis hij juist ver nomen had. „Maar waar moet die jongen blijven?" vroeg hij. „Mij dacht," zeide Ludwig, „dat het be ter was als hij bij u bleef, totdat de Graaf zich zijner weer herinnerd. Gij hebt nu toch geen kinderen bij u," De oude man zuchtte en reikte Guij de hand, zeggende „Wij zullen zien, wat mijn oude vrouw van deze schikking zegt; maar in elk geval ben ik de zoon van een braaf man, die nooit een hongerige of verlatene wegzond, en gij kunt van nacht bij mij blijven." Daar de portierswoning binnen de omheining lag, hadden zij niet ver te loopen. De vrouw van Daniël kwam juist uit de keuken, toen zij de voorkamer binnentraden. Haar gerimpeld aangezicht, dunne lippen, puntige neus en asch- grauw haar, dat oVer hare slapen was glad gestreken, zou hebben kunnen doen denken, dat zij hardvochtig en gevoelloos was. En toch was dit niet het geval. Vrouw Daniël had veel ge leden, en leed nog, doch in stilte. Zij had met al de liefde en goede zorgen eener goede moe der twee zoons grootgebracht. Een hunner, haar lieveling, was op zijn achttiende jaar bij het leger ingelijfd, en was op het slagveld, in een gevecht tegen de Fransche Republiek, gesneu veld, de ander was naar Berlijn gegaan, waar hij op slechte wegen geraakt was, en reeds meer dan eene gevangenisstraf had ondergaan. „Beste vrouw," zeide Daniël op zijn vrien- delijksten toon, „ik breng u een onverwachten gast." En in antwoord op haar vragenden blik, deed hij haar op zijne manier ljot verhaal der geschiedenis, die hij van Ludwig gehoord had, terwijl Guij op den achtergrond stond, en zich niet volkomen op zijn gemak gevoelde. De goede vrouw zette haar bril af, en wreef de glazen met groote zorgvuldigheid. Toen zij hem weder opgezet had bekeek zij het ge laat van haar kleinen gast aandachtig. - „En waar zijt ge tot nu toe geweest?.... hebt gij geene bloedverwanten of vrienden?" vroeg zij, nadat zij het jongske lang genoeg niet aan de waarschuwingsseinen van de Russi sche oorlogsschepen gehouden hebben. Dit is natuurlijk een bloote onderstelling. Toch schrijft bijvoorbeeld het officieuse blad Le Matin De zenuwachtigheid van de Russische officieren en hun onervarenheid vormen een ge vaar voor de neutralen, en een niet minder groot gevaar voor de vloot zelf. En het blad haalt de woorden aan van den bekenden, bij Port Ar thur verdronken Russischen schilder Werestjagin „Rusland dat is een land waar men gevange nissen heeft en geen scholen; een vloot maar geen zeelieden." Een interview. De secretaris der Russische ambassade te Londen heeft bij afwezigheid van zijn chef, den gezant tegenover den correspondent van de Matin nogmaals herhaald, dat het gebeurde op de Noordzee enkel en alleen te wijten is aan een treurig misverstand. Men had tijdingen ontvangen dat het Baltisehe Zee-eskader in de Noordzee bloot zou staan aan gevaarlijke Japan sche aanvallen. En nu zag men daar komt ten slotte de zaak dan op neer elk vaartuig hoe onschuldig ook van uiterlijk, aan voor een bron van vernielende torpedo's. De Russische attaché verzekerde voorts, dat het niet mogelijk is, om dadelijk precies uit te maken, wat elk seinlicht te beduiden heeft. Zijn collega van maritieme zaken had dat volkomen bevestigd. De Russische diplomaat sprak voorts de overtui ging uit, dat zijne landgenooten zullen gemeend hebben, geenerlei onheil te hebben aangericht. Hoe lang het schieten geduurd heeft kon hij niet uitmaken, doch, hoe het moge wezen men zal herhaalde hij telkens het slechts betreuren, dat het ongelukkig misverstand onheilen heeft aangericht. Nog zei hij dit: de visschersvaartuigen moeten, ook hunnerzijds door eenig ongelukkig misver stand, het optreden tier Russische schepen hebben geprovoceerd. Waarschijnlijk hebben de visschers zich te dicht bij de Russische vloot gewaagd en daardoor zal men van Russische zijde, lichten ziende naderen, gemeend hebben, dat er een aan slag in het spel was. In elk geval besloot de attaché de bijzonderheden van het geval zullen weldra in Rusland worden ontvangen. Misschien zal het eenigen tijd vorderen, want ik weet niet, waar de vloot het eerst zal aanleggen, en zelfs óf zij gedurende haar reis zal stoppen. Maar en hier legde de Russische diplomaat allen nadruk op het zou dwaasheid zijn, om hieraan iets anders dan aaneen treurig misverstand te denken. De vijandige ontvangst van den Russischen gezant. Over de vijandige ontvangst, van den Russischen gezant, graaf Benckendorff, bij diens aankomst te Londen bereid blijkt nader, dat de schuld van het gebeurde in hoofdzaak ligt bij den inspecteur, die voor de handhaving der orde moest zorgen, en die de fout had begaan, om zijne manschappen buiten het station te verzamelen, in plaats van te maken, dat hij hen aanstonds bij de had had. Daardoor hadden een aantal opgewonden jongelui had opgenomendoch haar toon was zeer har telijk. Eene zonderlinge verlegenheid overtoog Guij's gelaat; maar hij wist. haar te overwinnen, en sloeg zijne groote blauwe oogen op 0111 de koude grijze oogen zijner ondervraagster te ont moeten. Hij scheen zeer bedeesd, doch oprecht; en de goede vrouw dacht aan haar eigen blautv- oogigen jongen, die den dood zoo dapper tege moet gegaan was. „Vergeef het mij, juffrouw, maar ik ben een vondeling," stamelde hij. De liefde eener moeder is sterker dan vrou welijke nieuwsgierigheid. „Nu, nu, maak u zelf maar niet bevreesd," zeide zij, Guij naar zich toetrekkende. „Gij moogt alles op een anderen tijd vertellen, als gij wat meer op uw gemak zult gekomen zijn." Guij drukte hare hand, en zij boog zich voor over en kuste hem op het voorliootd. Er was tusschen die twee eene wederkeerige genegen heid ontstaantusschen de kinderlooze moe der en het weeskind, en Guij had ten minste ééne vriendin in de wereld gevonden. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1