Dagblad voor Schiedam Omstreken.
SCHELMEN.
27ste Jaargang.
Dinsdag 8 November 1904.
No. 8047.
Algemeen Overzicht.
FEUIL L ET O N.
De oorlog in Oost-Azië.
VAN HET OORLOGSTERREIN.
Engeland en Rusland.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.115, per maand 45 cent en per
week "10 cent. Franco per post door geheel Nederland /'2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BuréauDoter
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels fO.ll met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven *121/2 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk ad verteeren worden uiterst bil
lijke overeenkomsten a a n g e g a a n.
Telefoonnummer 85. -'JPostbus^no. 35).
7 November.
Port Arthur. Een uitvoerig ver
slag. Een telegram gister door
het Japansche gezantschap te Londen
gepubliceerd.
Uit Mantsjoerije. Russische leger
commandanten. Russisch succes.
Koude in Mantsjoerije.
Nieuws uit Wladiwostok.
Port Arthur.
Met goedkeuring vair de censuur seint Reuter's
correspondent een uitvoerig verslag van het be
leg van Port Arthur in zijn verschillende fazen.
Het verslag beschrijft, hoe dag in dag uit,
week na week de Japanners de Russische stel
lingen en de forten trachtten te bestormen, hoe
zij altijd opnieuw werden afgeslagen en altijd op
nieuw tot den aanval overgingen, tot de inspan
ningen door eenig, dikwijls zeer gering voordcel
bekroond werden. Een van d<{ ergste weken was
die van 1924 Augustus, waarin de verliezen
van de Japanners 14.000 man bedroegen. De
Russische zoeklichten en sterraketten hadden in
hooge mate ertoe bijgedragen, de moeilijk ver
overde loopgraven onhoudbaar te maken; langs
de geheele linie vochten de Rusgen in het pik
donker, terwijl de Japanners het verblindende
licht van zoeklichten en sterraketten vlak in 't
gezicht hadden.
Bij het aanbreken van den dag op den 23sten
Augustus openden de Japanners een zeer hevig
vuur; meer dan 400 kanonnen vuurden op de
Russische vestingwerken. De Russen antwoord
den met zulk een verwoed granaat-kartetsvuur
dat het de aanvallers decimeerde en hen nood
zaakte, zich in den nacht op 24 Augustus in
een dal beneden de veroverde forten terug te
trekken. De uilkomst van. dezen zesdaagschen
aanval was de vermeestering van het fort Baoe-
joesan, dat de Japanners in de gelegenheid stel
de, vasten voet op den bergrug te krijgen. De
Japanners hadden blijkbaar Stössel's bekwaam
heid en den vastberaden geest van de bezetting
onderschat.
Terneergeslagen door den afgeslagen aanval en
de zware verliezen, besloten de Japanners tot
den aanval met sappen en parallellen. Tot 8
September beproefden de Russen eiken dag, om
de Baoejoesan-forten te heroveren. De Japan
ners namen hun toevlucht tot krijgslisten; zij
gebruikten onbezette loopgraven en kazematten
die zij eiken nacht opnieuw herstelden, wanneer
zij overdag vernield waren. De Japanners leg
den verder een stelsel van parallellen aan. Het
belegeringswerk werd van 25 Augustus tot 18
September voortgezet. De Russen deden uitval
len en vielen de schans.gravers bijna eiken nacht
aan, terwijl zij hen overdag beschoten. Toen de
Japansche loopgraven de versperringen aan den
voet van de bergen waarop de forten staan,
naderden, werden de uitvallen vaker herhaald
en vastberadener. Kwartier werd niet gegeven,
Engelsch Volksverhaal uit het begin der
vorige eeuw.
31)
Hij wist niet, dat Lord Canonburij zijn doods
vijand was; toch gevoelde hij dat hij hem een
onoverwinnelijken haat toedroeg; en dit sproot
uit eene oorzaak, die zich ongezocht als van
zelf opdrong, en waarvan Guij zich geen reken
schap kon geven.
En toen kwam het bewustzijn bij hem op,
dat haat zondig is. Hij streed een inwendigen
strijd, en beproefde eindelijk zijn geweten tot
bedaren te brengen, door het besluit te ma
ken, iedere ontmoeting met Lord Canonburij
zooveel slechts in zijn vermogen was te ver
mijden.
Iemand van een slechte inborst is bijna al
tijd onbeleefd in zijne uitdrukkingen; en mocht
hij zich al, door stand en opvoeding genood
zaakt, in het bijzijn van beschaafde personen
weten in te houden, wanneer de haat zich een
maal van hem heeft meester gemaakt weet hij
^:ich niet langer te bedwingen.
Lord Canonburij had zijn waar karakter bloot
gelegd.
Augusta hail haar hoofd met walging van
noch gevraagd. Het vechten werd tot een ra
zernij, zelfs berrie-dragers werden gedood. De
Russen beweerden namelijk dat, terwijl een par
lementair onder de witte vlag de boodschap van
den Mikado op 16 Augustus overbracht, op de
forten geschoten was. De verbittering klom nog.
Geen vlag werd later meer herkend. De genie
soldaten die de prikkeldraden van de versper
ringen moesten doorsnijden, leden zware verlie
zen; dit gaf aanleiding tot het bedenken van
menigvuldige listen. In sommige gevallen lie
ten de genisten zich als dood dicht bij de ver
sperringen neervallen, en bleven roerloos lig
gen tot de opmerkzaamheid van de Russen ver
slapte. Daarna verschoven zij zich, op den rug
liggende, onder de draden en knipten die door
met lange scharen; als dat mislukte, werden zak
ken met buskruit aan bamboe-stangen onder de
versperringen gebracht, zoodat de versperringen
op die wijze vernield werden. De Russen ge
bruikten dynamietbommen tegen de aanstormende
Japanners, de Japanners gebruikten dezelfde ver
nielingswerktuigen tegen de Russische loopgraven
en buitenwerken. Wanneer handbommen niet te
gebruiken waren, bedienden de Japanners zich
van inderhaast vervaardigde bom-mortieren, die
de bommen 50 tot 100 M. ver slingerden. De
zwaarste kanonnen, die de Japanners in den be
ginne tot hun beschikking hadden, waren 12 cM.-
scheepskanonnenmaar tegen einde Augustus
kwamen daar 15 c.M.-stukken bij, en den 1.4den
September kwamen de 27.5 c.M.-houwitsers aan.
Zeer opmerkelijk is dat, in weerwil van den
gestadigen moorddadigen afweer," staads tallooze
vrijwilligers beschikbaar waren voor de verme
telste ondernemingen, ja voor een wissen dood.
Op den avond van 19 September begonnen
de Japanners den aanval op den ,,203 M.-bèrg"
en de Namaokajama-hoogtemaar in weerwil van
ettelijke bestormingen op de volgende dagen, die
2000 man kostten, konden de Japanners een voor
uitgeschoven fort op den „203 M.-berg", een bui
tengewoon sterke stelling met prikkeldraad-vlecht
werk en schansgraven, niet innemen.
Het laatste gedeelte van het verslag behan
delt de beschietingen van de forten door de Ja
panners en de uitvallen van de Russen tot 27
October. Hiervan hebben de ambtelijke' Japan
sche telegrammen reeds een overzicht gegeven.
Het Japansche gezantschap te Londen maakte
Zondag het volgende telegram bekend, dat het
over Tokio van den bevelhebber van het leger
bij Port Arthur ontvangen heeft.
De rechter-colonno en een deel van de mid
del-colonne bezetten den 30en October, 's avonds
den kam van de contre-escarpes der forten Soen-
sjoesan en Erloengsjan en de forten ten N. van
Toengkikwansan, en vernielden eenige vesting
werken. Het andere deel van de middel-colonne
bezette, ondanks het hevige vuur van den vij
and, het fort P., gelegen tusschen Panloengsjan
en Toengkikwansjan. De Russen deden verschei
den tegenaanvallen tegen dit fort, en wij ver
loren het 's avonds om half elf. Maar generaal
hem afgewend: de oude graaf had zijne wenk
brauwen gefronsd en freule Augusta zelf naar
haar rijtuig geleid.
Lang voordat het feest tot het eindpunt, ge
naderd was, had de graaf von Hochstein en
zijn gezelschap de zaal reeds verlaten, terwijl
de geestestoestand van ieder persoon zeer ver
schillend was.
Toen Guij eenige doodelijk beleedigende woor
den hoorde, hield het. gevoel van eerbied voor
de gravin hem alleen terug, maar toen zij ver
trokken was, bleef hij zichzelven niet. meestel
en voorwaarts springende, mat hij lord Canon
burij van het hoofd tot de voeten. Zijn gelaat
zag vaalbleek, en zijn gestalte scheen zich dooi
de hevigheid zijner drift te verheffen.
„Schurk en leugenaar!" siste hij, „het is
waar dat ik niet. van adellijke geboorte ben,
maar ik maak aanspraak op den naam van
fatsoenlijk man, en ik ben in het bezit van
overtuigende bewijzen dat gij ondanks uw ge
ërfden adelijken titel, een eervergeter, een godde-
looze zijt."
Lord Canonburij zag hem met een verwarden
blik aan. Hij had geen andere keus dan hem
aan te hooren, want hij was er niet op ge
stold met den jongen reus in persoonlijke aan
raking te komen.
„Ziehier," vervolgde Guij, een papier uil
zijn borstzak nemende, „het orgineel van dezen
brief vond ik in de kleeren van het lijk van
een jong persoon, die gisteren in de Seine is
Itsjinole bezette het. weer om elf uur. De gene-
rapl vermeesterde drie veldstukken, twee metrail-
leuses, drie torpedo's en andere wapenen. Hij
vond de lijken van veertig Russen. Dezelfden
dag veroverde de linker-coloiine liet fort Koboe-
jama, gelegen ten N.0. van Toengkikwansjan.
Den 31 en October beschoten wij de haven en
het dok met groot kaliber-geschut en scheeps-
kanonnen. Wij raakten de Giljak verscheiden
malen en brachten twee stoomschepen tot zinken.
Den Ion November werden twee stoomschepen van
ongeveer 3500 ton bij het Westerfort, en den 2en
een ander stoomschip van ongeveer 3000 ton in
den grond geboord. Uit de noordelijke wijk dei-
stad werden hevige ontploffingen gehoord. Den
3en om twaalf uur 11.111. begonnen wij een zware
beschieting met scheepsgeschut op het dok en
andore punten ten O. van de haven. Om kwart
over twaalven brak daar brand uit. Deze duurde
tot. den volgenden ochtend vier uur. Denzelfden
dag bracht ons groot-kaliber-geschut aan fort no. 4
zware schade toe.
In Mantsjoerije.
De Invalid meldt, dat tot generaal van bet
eerste Mantsjoerijsche legerkorps is benoemd ge
neraal Linevitsch en tot bevelhebber van het
derde Mantsjoerijsche legerkorps generaal Kaul-
bars.
Generaal Koeropatkin meldt dd. 5 Novem
ber, dat bij den aanval op tie stellingen, door
een regiment van den rechtervleugel ingeno
men, in den nacht van 5 November, de Ja
panners teruggeslagen werden. Zij lieten 30 doo-
den achter.
Aan de zijde der Russen werden 1 officier en
3 manschappen gedood; 8 man werden gewond.
De correspondent van Reuter bij het oos
telijke Russische leger seint dd. 6 November via
Sjenking: De tegenstanders zijn de laatste dagen
werkeloos gebleven. Er is heden sneeuw ge
vallen. De sappeurs graven onderaardsche schuil
plaatsen voor de troepen. De toebereidselen voor
eene overwintering te Moekden worden op groote
schaal voortgezet.
De correspondent van Reuter, die zich in
het leger van Koeroki bevindt, meldt, dat de
koude steeds toeneemt en de grond bevroren is.
Nochtans mogen de soldaten slechts enkele vuren
aanleggen 0111 zich bij te verwarmen, anders zou
den zij de aandacht van de Russen op zich ves
tigen. Zij maken zich met allen ijver beschuttingen
van korenstroo.
Uit Wladiwostok.
De kapitein van het te Tsjifoe aangekomen
stoomschip Lungus, dat den Jen November
Wladiwostok verliet, deelt mede, dat de vesting
werken dier. stad in die mate uitgebreid en
geperfectionneerd zijn, dat de plaats, indien zij
wordt aangevallen, een tweede Port Arthur zou
blijken te wezen.
Het begin van de verdedigingswerken is ver
scheiden mijlen buiten de stad en zij worden,
naarmate zij dichter de stad naderen, sterker. In
opgevischt, en die ik in het gasthuis behandeld
heb. Neem het aanhet zegt, dat gij een moor
denaar zijt," en hij wierp het den lordschap ver
achtelijk in het gelaat.
Lord Canonburij werd doodsbleek en aarzel
de het papier op te nemen: maar hij dacht
ongetwijfeld, dat het beter was dit te doen,
want hij raapte liet op, en stak het in den zak.
Toen zeide hij met eene heesche, gedempte
stem, en met een blik van doodeljjken haat:
„Gij zult mij deze beleediging met uw
leven betalen. Wij spreken elkander nader."
„Zooals ge wilt," zeide Guij koeltjes, ter
wijl hij zich met ongeveinsde verachting af
wendde
XII.
Ter dood veroordeeld.
Lord Canonburij spoedde zich voort uit het
schitterende gewoel van het Hotel Sangmania
om in de eenzaamheid over den doodelijken
haat, die hem als een inwendig vuur verteer
de, na te denken; en om maatregelen te be
ramen, ten einde zich voor altijd te ontdoen
vim iemand, die zaken uit zijn vroeger leven
scheen te weten, welke gevaarlijk waren voor
zijne veiligheid. Hij was niet zoozeer ver
pletterd door de beleedigende woorden, die
Guij hom had toegevoegd als door het bittere
bewustzijn, dat zij de waarheid bevatten: Haar
de haven zijn over een afstand van zeven mijlen
mijnen aangelegd.
Schepen, beladen met provisie, ammunitie en
oorlogsbenoodigdheden, waaronder zelfs kanonnen,
arriveeren daar aanhoudend. Toen de Lungus de
haven verliet, was men bezig met het lossen van
5 schepen.
De kapitein gelooft ook, dat eenige torpedo
jagers aldaar zijn aangekomen.
De Oostzee-vloot op weg naar de Oost-
Aziatische Wateren.
Lloyds Bureau verneemt d.d. 5 Nov. uit Kaap
SpartelDe Russische vloot, bestaande uit vijf
linieschepen, vijf kruisers, twee transportschepen,
een hospitaalschip en een schip met voorraden
of kolenschip is vanochtend 0111 half negen hier
voorbijgekomen, westwaarts varendezij verdween
om twaalf uur 's middags achter den horizon.
Een correspondent van de Europeen te Ko
penhagen beweert uit een zekere bron verno
men te hebben, dat de Oostzeevloot op de kust
van Langeland ook op de Deensche torpedoboot
Söbjörnen geschoten heeft, zonder te' raken. De
Deensche regeering heeft het -stilgehouden.
Een correspondent van hetzelfde blad te Lon
den beweert uit de meest gezaghebbende bron
vernomen te hebben, dat de Engelsche regeering
over het vertrek van het smaldeel linieschepen
uit Vigo even verrast is geweest als het groote
publiek. Dat. zij zich desondanks zoo stil hield,
schijnt hieraan te liggen, vervolgt de correspon
dent, dat Kitchener bezig is het leger in lndië
Ie hervormen en anders te groepeeren, waardoor
het voorloopig moeilijk voor een oorlog te ge
bruiken is.
l>e Petcrsburgschc correspondent van de I'elit
Parisien seint, dat kapitein Klado hem gezegd
heeft, dat werkelijk de Oostzeevloot door twee
Japansche torpedobooten aangevallen is; dat ge
beurde echter niet hij de Doggersbank, maar bij
de Deensche kust. De torpodobooten slopen,met
bedekte lichten nader. Aan boord van de Knjas
Soworof werden zij ontdekt. Admiraal Rodzjes-
twenski kwam dadelijk op de brug, en Klado
met hem. Zij zagen de torpedoboolen toen vluch
ten voor het vuur uit de bakboords-kanomien
van het Russisch schip, üver de schade, die
de kruiser Aurora van Russisch of Japansch
vuur opgedaan zou hebben, zweeg Klado. Vol
gens de Echo de Paris erkent Rodzjestwenski
zelf in zijn rapport, dat het schip door Rus
sische projectielen licht beschadigd is.
Behalve de vier officieren is naar een
Fransch blad uit Petersburg verneemt ook
de chef-machinist van den kruiser Borodino, door
Rodzjestwenski gezonden, daar aangekomen. Hij
houdt vol, dat er Japansche torpedo
booten in de Noordzee waren. Volgens
een ander Fransch blad heeft kapitein Klado,
een der officieren, verzekerd, dat de Russen ook
hij Vigo twee Japansche torpedobooten hebben
gezien.
bij was zijn halfsluimerend knagend geweten
geheel wakker geschudt, en het geweten is min
der toegevend dan onze bitterste vijand.
Guij kon, als zijne drift bedaard was, weder
edelmoedig gestemd zijn zelfs tegen een vij
and, en zijne roekelooze woorden van plotselinge
opvliegendheid betreuren, omdat hij de geheele
waarheid niet wist en niet opzettelijk onbil
lijk wilde zijn. Maar voor den Graaf hadden deze
stekelige, verachtende woorden de beteekenis
van zaken, die hij zich sinds lang gevleid had,
dat. zij voor de buitenwereld onbekend en in
de diepste schuilhoeken van zijn eigen hart he
graven waren. Van daar dat zijn geweten hem
111 het eerste oogenblik. van verbazing verraden
hadzijn hamerslag is niet minder verpletterend
dan onverwacht.
Ofschoon de Graaf op veelbeteekenende wijs
gezegd had: „Wij spreken elkander weder," zat
hij toch geruimen tijd zijn brein te kwellen
over een middel, dat hem van den lastigen
jongen dokter zou ontslaan, zonder persoonlijk
het gevaar eener bloedige ontmoeting te loo-
pendoch zulk een middel liet zicli -zoo gemak
kelijk niet vinden. Dan dacht hij weder aan
den brief, dien hem op zulk een verachtelijke
wijze in het aangezicht geslingerd was, en hij
verzonk opnieuw in machtelooze woede over de
ondervonden beleediging.
Wordt vervolgd.)