Dagblad voor Schiedam en Omstreken. SCHELMEN. 27ste Jaargang. Woensdag 9 November 1904. No. 8048. Ofiicieele Berichten. Verlofgangers van de Landweer- Kennisgeving. FEUILLETON. Kennisgeving. afgesloten. Algemeen Overzicht. De oorlog in Oost-Azië. VAN HET OORLOGSTE RREIN. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35. per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland /'2. per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren,. Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 12i/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk ad verteeren wórden uiterst bil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. INSPECTIE DEK Buugemeester en Wethouders van Schiedam, Gezien het besluit van den heer Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland van 23 September jl., A. no. 2738 (2de afd.) prov. blad no. 75, brengen ter kennis van belanghebbenden dat de inspectie over de verlofgangers van de Landweer, binnen deze gemeente zal plaats hebben op WOENSDAG 23 NOVEMBER 1904, des voormiddags ten 10 ure, op liet terrein achter het gebouw de St. Joris Doele, aan het Doeleplein dat aan voorschreven onderzoek behooren deel te nemen, en daartoe mitsdien bij deze worden opgeroepen om op bovengemelden tijd en plaats te verschijnen, al de verlofgangers van de Land weer lichtingen 1903 en 1904, met uitzondering overeenkomstig art. 29 der Landweerwet en art. 22 van het Landweerbesluit 1, van hen die in den loop van dit jaar overeenkomstig art. 11 dier wet onder de wapenen zijn gekomen; dat voorts de heer Minister van Oorlog heeft goedgevonden den verlofgangers van de Land weer die de zeevisscherij uitoefenen, ter tegemoetkoming van hunne belangen, zoo noodig op hunne aan vrage uitstel van het janrlijksch onderzoek te verleenen tot in de 2de helft van de maand De cember a.s., onder voorwaarde echter dat zij zich voor dat onderzoek ter standplaats van den Dis tricts-commandant zullen hebben aan te melden op dag, plaats en uar door dien commandant vast te stellen, en dat de landweerdistrictscommandant aan verlofgangers die in eene andere gemeente binnen zijn district voorkomen in het register voor de landweer, op door of voor hem gedane aanvrage vergunning kan verleenen, het onder zoek voor den landweerdistrictscommandant in een ander district te ondergaan. Voorts worden belanghebbenden herinnerd aan na te melden artikelen der Landweerwet Art. 21. Het eremineel wetboek en het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op het personeel van de landweer, dat zich onder de wapenen bevindt, van toepassing, en, met opzicht tot de verschillende gevallen van desertie, op het geheele landweerpersoneel. Dat personeel wordt geacht onder de wapenen te zijn lo. zoolang het zich in werkelijken dienst bij eene afdeeling van de landweer of bij een der korpsen van het leger bevindt; 2o. gedurende den tijd dien het in artikel 29 bedoeld onderzoek duurt 3o. in het algemeen, wanneer het in uniform is gekleed. Art. 31. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 32. Behoudens het bepaalde in art. 21 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring, door den districtscommandant worden opgelegd aan den verlofganger Engelsch Volksverhaal uit het begin d, r vorige eeuw. 32) Daar was geen. spoor van droefheid, noch medelijden, noch wroeging in die ijskoude ziel. Een wolf in den winter kan niet zelfzuchtiger zijn dan deze man was. Het eenige, dat hem kwelde, was het besef, dat hij bitter weinig kans meer bij den graaf zou hebben, indien Guij voldoende tijd had om haar het origineel van den brief, die op het lijk gevonden was, te toonen. Hier moest gehandeld worden, en dat wel terstond. Hij werd in zijne overdenking gestoord door een bediende, die kwam zeggen dat er iemand was om hem te spreken. „Mylord," zeide hij, „de man is even na u binnen gekomen, en heeft reeds twee uur zitten wachten." „Ik ben voor niemand thuis," antwoordde zijn meester op beslisten toon. „Dat heb ik hem reeds gezegd, mylord, maar hij wil niet heengaan." „Werp hem dan de deur uit!" brulde zijne lordschap. „Ha! ha!' riep eene grove stem in de lo. die zonder geldige redeu niet bij het onder zoek verschijnt; 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel dige reden niel voorzien is van de in het vorig artikel vermelde voorwerpen 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. Art. 33. Is de verlofganger, wien krachtens het vorige artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegen woordig. dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den districtscomman dant, te richten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbijzijnde huis van bewaring gebracht. Art. 34. Onverminderd de straf in art, 32 vermeldt, is de verlofganger verplicht, op den daartoe, door den districts-commandant te bepalen tijd en plaats en op de in artikel 31 voorgeschreven wijze voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art 35. De verlofganger die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit sub 4o van artikel 32 bedoelt of niet overeenkomstig artikel 34 voor den districts-commandant verschijnt, of, voor dezen verschenen zijnde, in het geval verkeert, sub 2o en 3o van art, 32 vermeld, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie maanden gehouden. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 8 November 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VERSTEEG. De Secretaris V. S1CKENGA. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, brengen ter openbare kennis, dat van Woensdag 9 November a.s. tot nadere aankondiging, de West Frankelandsche laan (nabij de Nieuwe Haven) voor het verkeer met rij- en voertuigen zal" zijn Schiedam, 7 N ivember 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. Ue Secretaris. V. SICKENGA. 8 November. Port Arthur. De val binnenkort te verwachten Generaal Jatomoto gesneuveld. Een brief van een der verdedigers. De meeste Londensche bladen voorspellen alweer den val van Port Arthur binnen zeer korten tijd, naar aanleiding van de laatste tele grammen en de uitlatingen van den Japanschen gezant te Londen. deur, „zij weten wel, dat dit gemakkelijker ge zegd dan gedaan is, gij zult het ook niet beproe ven:" en de eigenaar der stem, een groote zware kerel, trad ongevraagd binnen. „Gij kunt gaan, spanbroek," vervolgde hij tot den knecht, „daar is de deur." De knecht zag zijn meester vragend aan; maar de Graaf zat sprakeloos, en gaf hem slechts een wenk om heen te gaan. Toen de knecht buiten het vertrek was schudde hij het hoofd als stond hij in twijfel en maakte zich gereed om zijne nieuwsgierig heid te voldoen door aan het. sleutelgat te luis teren, toen de deur eensklaps openvloog en bij heeterdaad betrapt werd, dat wil zeggen, met gebogen knieën, in bukkende houding en zijn oor tegen de deur. De bezoeker voer, steeds niet zijne hand aan de deur, hevig tegen den verrasten knecht uit, en gaf hem te verstaan, dat hij, indien hij niet onmiddellijk de plaats poetste, de trappen sneller af zou dalen dan hij er op gekomen was; en vervolgens den man naoogende totdaf hij op het benedenportaal gekomen was, trok do indringer de deur met een harden slag dicht, deed haar op slot en stak den sleutel in zijn zak. Lord Canonburij, die te verrast was om tus- schenbeide te komen, riep uit: „Onbeschaamde 1" „,Ja," hernam de niet uit het veld geslagen bezoeker, „onbeschaamd en koel als uwe vriend schap." De particuliere telegrammen luiden echter eenigszins anders. Zoo seint de correspondent van de Daily Telegraph uit Tsjifoe, dat de toestand sedert een dag of tien weinig veranderd is, hoewel de Japanners ontegenzeggelijk dichter bij den binnensten fortenkring komen. «De Russen ver drijven echter de Japanners overdag uit de stel lingen die deze 's nachts bezet hebben. De nacht van 5 November is zonder strijd voorbijgegaan De correspondent van de Daily Mail bij Nogi's leger voor Port Arthur meldt dat de brigade-generaal Jatamoto gesneuveld is, op 24 September, bij het bestormen van den berg van 180 M. Uit een brief van een der verdedigers van Port Arthur, kolonel Lemenof, commandant van het 20e regiment Oost-Siberische vrijwilligers (de brief werd den 3en September verzonden) »Een menigte Japanners sneuvelden bij iederen aanval. Zij komen op als sprinkhanen en die heele massa wordt tot stukken vleesch gehakt. «Het is een merkwaardige vijand handig, sluw, dapper, en met veel kennis. De oorlog tegen hen zal een omwenteling teweegbrengen in de krijgs kunst. Met iederen aanval neemt het aantal Japanners af, maar men zegt dat zij vandaag 30.000 man versterking hebben gekregen. Van mijn officieren zijn er reeds vier gesneuveld en acht gewond. «Wanneer zal Koeropatkin ons komen ontzetten Niemand weet het. Indien hij wat haast kon ma ken, zouden wij een grooten uitval kunnen doen terwijl hij in liet noorden zijn slag sloeg. Men /egt dat de Japanners den Gen weer storm zullen loopen. Wij zullen zien of zij er veel bij winnen. Gemak kelijk is het niet. Wat overgaaf betreft, daarvan kan geen sprake zijn. Eten is er nog genoeg, liet vleesch raakt op zijn eind, maar van allerlei andere dingen is er veel, wij zullen niet van honger om komen. De troepen zijn in goeden staat, er zijn geen zieken. »Ik sta met mijn troepen in de gevaarlijkste stelling. Sedert 26 Juni ben ik niet uit de kleeren geweest; ik slaap in mijn uniform op een veld bed. 's Nachts komt er niet veel van slapen, maar soms ga ik overdag wat liggen..." In Mantsjoerije. Sacharof meldt dd. G dezer aan den grooten staf Den 4den dezer zijn onze vrijwilligers de Japan- sche schansen voor de hoogte van Houthai bin nengedrongen, en hebben zich daar den ganschen dag gehandhaafd en een krachtdadig vuur op den vijand onderhouden, die de schansen aan den voet van de hoogte bezet houdt. Aan den ochtend van denzelfden dag zijn verscheidene onzer kanonnen in stelling gebracht bij een dorp op een werst (1067 M.) ten zuiden van het dorp Gorantoem. Zij beschoten het dorp Joedsilatse, een werst ten Z. van Sjaho-poe, en de vijandelijke bevestiging op de Houthai-hoogte. Het dorp werd ook door een belegeringsbattarij beschoten, waarbij gebou wen in brand geraakten. De blindeeringen in de bevestiging werden verwoest. De batterijen Zijne lordschap stond plotseling op, en zag den vreemden kerel, die zich op zijne vriend schap durfde beroepen, en er vrij verdacht uit zag, strak in het gelaat. „Zou het mogelijk kunnen zijn, dat gij mij niet herkent?" vroeg de man, in antwoord op de stilzwijgende vraag, die hij in Lord Ca- nonburij's oogen las. „Ik ken u, Jerome Pantin, anders zou ik u in mijn huis.den baas niet hebben laten spelen, zeide zijn lordschap min of meer ge raakt; „doch wat brengt u hier? Waar komt gij vandaan," „Regelrecht uit het bagno van Toulon," antwoordde Jerome, terwijl hij bedaard ging zitten en zijne beenen over elkander kruiste. „Wat zegt gij?" „Gij placht in vroeger dagen zoo slecht van begrip niet te zijn. Ik herhaalregelrecht uit Toulou. Ha! gij schijnt verrast, alsof gij vergat hoe geslepen ik ben. Het heeft jaren geduurd eer de ontvluchting mij gelukte, maar eindelijk ben ik hen te slim af geweest. Nu en dan wist ik een eindje touw te bemachtigen, en maakte het koord stukje voor stukje, steeds denkende hoe ieder brokje mij een stap nader tot de vrijheid bracht. Het was een flent.erachtig ding, maar ik bewaarde het als een schat. Ein delijk kwam er een gunstige gelegenheid. Ik bond hot koord aan een dakvenster vast en liet het omlaag zakken. Ilet was een heel waag stuk, en mijn hoofd duizelde toen ik. van de van den vijand deden, tot het invallen van de duisternis, vergeefsehe moeite, om onze gemas kerde batterijen te raken. Zij vuurden om en bij de duizend brisante granaten en granaat-kartetsen af, zonder ons verliezen te berokkenen, daar onze troepen zich in een goed gedekte stelling bevonden. Wij beantwoordden het vuur van den vijand met 92 bommen, -4 mortier-granaat-kartetsen en 90 snelvuur-projectielen. In den nacht op den 6den hebben wij een door den vijand bezet dorp met mortieren bestookt. Vandaag zijn geen berichten over gevechten ingekomen. De Oostzee-vloot op weg naar de Oost- Aziatische Wateren. Naar de correspondent van de Standard te Odessa verneemt, heeft het Russische marine- bestuur te kennen gegeven, dat de Oostzeevloot 70 dagen noodig zal hebben om Wladiwostok te bereiken. Reuter seint uit Konstantinopel d.d. 7 No vember Behalve de Jaroslaf en de W or ones j zullen achtereenvolgens nog drie andere stoom schepen van de vrijwillige vloot den Bosporus doorvaren, te beginnen met morgen, teneinde zich bij de Oostzeevloot aan te sluiten. Verder twee paketboot-transportschepen die reeds gesig naleerd zijn. Alle zijn geladen met steenkool en voorraden. Naar de Daily Mail uit Tandzjer verneemt, zullen de Russische oorlogsschepen bij gedee, ten naar Madagaskar varen, om daar steen., en mondkost aan boord te nemen. 'Zij zuiku zooveel mogelijk alleen Fransche havens aandoen, in de eerste plaats Dakar, in Senegambië. Het Kaapsche smaldeel van de Engelschen zal onverwijld samengetrokken en versterkt worden, terwijl een ander gedeelte van de bij Gibraltar liggende vloot naar St. Helena, en de rest naar het Suez-kanaal gaat.. Dadelijk nadat de Russen uit Vigo te Tandzjer waren aangekomen, kregen zij uit Petersburg bevel, om de reis voort te zetten. De Engelsche schepen zullen, door middel van telegrafie zonder draad, kunnen spreken met de Russische. Het Engelsche smaldeel bestaat uit vier linie-schepen. Het is 's nachts in westelijke richting van Gibraltar vertrokken, zonder lich ten te toonen. Een zeeofficier vertelde dat de Russische admiraal van Vigo aan de Engelsche schepen had geseind: „Als gij niet achterblijft, zal ik schieten"; waarop het antwoord luidde: „Schiet maarl" Verspreide berichten. Een telegram uit Kiel van 7 dezer meldt De Russische ijsbreker Jennak is hier onder de Russische regeeringsvlag, niet onder de oor- logsvlag, aangekomen. Hij heeft vergunning gekregen, om tot onderzoek van averij onder de waterlijn korten tijd aan de keizerlijke werf in het dok te gaan. Eigenlijke herstellingen zullen niet worden gedoogd. Het schip zal, naar men zegt, naar Reval gaan. Bij Keizerlijk besluit van 7 November wordt verbazende hoogte naar beneden keek; maar het. was voor mij de keus tusschen de vrij heid en den dood, gelijk het nieuwe liedje zegt dat het hoofd van eiken Franschman op hol hoeft gebracht.; mijn koord bleek sterk genoeg te zijn, en hier ben ik. „Het. ongeluk heeft u gezonden was het, oogenschijnlijk niet zeer gastvrije antwoord; maar de Graaf dacht overluid en meende zijne gedachte meer in letterlijken dan in overdrach telijken zin. „Durf dat. nog eens zeggen!" zeide Pantin, rwijl hij mot zijne zware vuisten op de tafel riixg, „wat andere menschen ook over mij te ggen hebben, van u heb ik ten minste dank baarheid verdient. Zijt gij onze schooljaren ver geten, toen wij, om slechts één voorbeeld te noemen, het plan beraamden, den rector zijn geld koffertje te ontstelen!" „Geenszins, maar waarom mij die mis stappen herinneren?" vroeg Canonburij met toe nemende drift. -„Waarom?" herhaalde Pantim, een sma- Ienden toon aannemende: „omdat dit het keer punt mijns levens geweest is. Ik liep in de val, maar dacht er niet aan om u, mijn adel lijken medeplichtige, ook aan te klagen. Ik werd alleen weggezondenen ik had mijn verdien de loon, want ware ik verstandig genoeg ge veest, u als mijn medeplichtige bekend te ma ken, zouden zij mij niet hebben durven straffen. (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1