Dagblad voor Schiedam en
SCHELMEN.
27ste Jaargang
Donderdag 10 November 1904.
No. 8049.
Algemeen Overzicht.
De oorlog in Oost-Azië.
FEUILLETON.
Engeland en Rusland.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en pet-
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven P21/2 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor h e r h a a 1 d e 1 ij k adverteeren worden uiterst b i I -
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85.
Postbus no. 39.
9 November.
VAN HET OORLOGSTERREIN.
Port Arthur.
De toestand. Een brief aan de
Russische soldaten. Volop levens
middelen.
Japanners nog buiten den kring van
de groote forten. Veel zieken.
Over den toestand van Port Arthur, de be
narde Mantsjoerijsche veste, zijn de geruchten
nog steeds uiteenloopend. Sommige er van stel
len de vermeestering door de Japanners voor als
eene kwestie van enkele dagen, zoo niet van
uren; andere beweren, dat de Russen het toch
nog een aardig tijdje zullen kunnen harden. De
correspondent van de Daily Telegraph, te Tsjifoe,
beweert, dat de Russen achter Erloengsjan nog
vele batterijen met kanonnen van groot kaliber
hebben, vanwaar zij de binnenste forten kunnen
beheerschen. Voorts verzekert men, dat het mach
tige fort Liaotisjan steeds een toevlucht vormt,
waar de Japanners de hand niet naar kunnen uit
strekken. Wanneer dit alles waar is, kan Stös-
sel het inderdaad nog een poos uithouden. Lang
genoeg totdat de Oostzee-vloot zich in de nabij
heid bevindt?.... Wie zal 'tzeggen?Het lijkt,
Voor zoover men op verren afstand er over kan
oordeelen, in hooge mate onwaarschijnlijk.
Wanneer het wonderbare geval zich zou voor
doen, ondanks al de Aziatische blufferij en
het voorbarig vreugde-betoon te Tokio dat
St.össel en zijne helden de vesting konden hou
den, tot er nieuwe hulp opdaagt, ja, dim zou
gelijk Jean Rodès zegt de vermeestering
van Port Arthur door de Japanners onmogelijk
zijn.
Men handelt echter zeer onverstandig, dooi
de Russen met dergelijke hoop, die bijna zeker
toch niet verwezenlijkt zal worden, te vleien
Te Petersburg schijnt men dan ook volkomen
voorbereid op de ontvangst der treurmare van
Port Arthur's val. Men heeft die jobstijding in-
tusschen reeds zóó vaak verwacht, dat de schok
er door teweeggebracht, niet zoo héél groot zal
zijn. Men zal eerder herademen na de dagen
van angstige spanning. In de Russische hoofd
stad is de indruk {gevestigd, dat er geen hoop
op behoud meer bestaat en deze stemming is
voor de Russische regeering in zoover een
geluk.
Een Russische soldaat, die den 26en Oct. werd
gevangen genomen, deelde mede, dat de solda
ten van het garnizoen te Port Arthur gebrek
leden en ontmoedigd waren; voedsel was
schaarsch en medicijnen en hospitaalbenoodigd-
heden onvoldoende.
Toen generaal 'Nogi het verhaal van den ge
vangene hoorde, riep hij den staf bijeen en con
fereerde hij met hen bij het licht van een fiets
lantaarn en stelde toen een schrijven op, dat
verspreid moest worden onder de Russische sol
daten.
Engelsch Volksverhaal uit het begin der
vorige eeuw.
33)
Gij waart door uwe voorname betrekkingen, die
men beschermde, van straffeloosheid verze
kerd, en om uwentwil zou men mij ook niet
gemoeid hebben; maar ik had er toen nog geen
slag van om den verrader te spelen."
„Wat is het doel van dit alles?" vroeg
zijne lordschap, wiens geduld nu teneinde was.
„Hal" zeide de andere koeltjes, „ik zie
dat het u verveelt, mij van uw voorspoed en
mijne ongelukken te hooren spreken. Ik ben
niet met een zilveren lepel in mijn mond groot
gebracht. Het wekt volstrekt mijn ijverzucht
niet op, dat ik steeds de denkbeelden moest
aangeven, die gij hielpt uitwerken. Het is een
maal uw aard niet om scherpzinnig te zijn, of
schoon gij een groot man zijt, en ik, ondanks
mijne verlegenheid, kleeren moet dragen, die
een ander heeft afgelegd.... als ik ze nog maar
krijgen kon. Het spreekt dus wel van zelf, dat
hef niet alleen uit vriendschap is, dat ik mij
in deze plunje bij zulk een deftig edelman durf
verloonen, en daarom wil ik kort zijn. Ik kwam
In den brief werd van de terugtochten van
Koeropalkin verhaald en over het falen van
zijn pogen om Oyama's troepenmachten vrees
aan te jagen geschreven, om niet te spreken
van zijn niet in staat zijn om door te breken,
ten einde Port Arthur te ontzetten.
Voorts werd daarin gemeld, dat het Oostzee-
eskader zoo juist vertrokken was op de lang
zame reis en de aandacht gevestigd op het on
weerstaanbaar voortrukken van de Japanners,
waarbij de loopgraven het zeker maken, dat de
Japanners de hoofdversterkingen in eenige weken
zullen binnen trekken.
Aan het slot van den brief wordt aan allen,
die zich overgeven, een menschwaardige behan
deling toegezegd en aangetoond, dat het in het
belang van de menschheid is, verder onnoodig
bloedvergieten te voorkomen.
Verscheidene copieën van dit schrijven, ver
taald in het Russisch, werden den gevangene
medegegeven, die den 4n November vroeg in
den morgen, onder bedekking van de duisternis,
weer binnen de Russische liniën terugkeerde,
zonder door zijn officieren te zijn opgemerkt.
Denzelfden avond keerde hij terug en zeide,
dat zijn kameraden binnen weinige dagen zou
den antwoorden. Hij voegde hieraan toe, dat
de geest der manschappen scheen aan te toonen,
dat, ofschoon zij ontevreden waren met hun
lot en de vooruitzichten, hun het denkbeeld om
zich onvoorwaardelijk over te geven niet toe
lachte.
De brief van de Japanners had er veel toe
bijgedragen 0111 den indruk te doen verdwijnen,
door de Russische officieren aangewakkerd, dat.
een bloedbad zou volgen op een Japansche over
winning.
De compagnie, waartoe deze gevangene be
hoorde, telde oorspronkelijk achthonderd man,
waarvan er slechts dertig over zijn.
De correspondent van de Birsjevja Wjedomosti
te Tsjifoe seint dat Chineesche jonken, die uit
Port Arthur teruggekeerd zijn nadat zij daar een
groote lading levensmiddelen gebracht hadden,
het bericht meebrengen dat de stellingen, tus-
schen 26 October en 3 dezer door de Japan
ners veroverd, alle nog buiten den kring van de
groote forten liggen. Port Arthur heeft zijn voor
raad in de laatste dagen aanmerkelijk kunnen
aanvullen. Niet alleen jonken, maar ook stoom
schepen van verschillende reederijen zijn er aan
gekomen de blokkade wordt oogenschijnlijk min
der streng gehandhaafd. Het aantal beschadig
de Japansche schepen is zeer groot, en de be
manning heeft veel te lijden van ziekte: ver
scheiden schepen zijn in drijvende hospitalen ver
anderd.
Verspreide berichten.
De Daily Telegraph verneemt uit Kao-pan -tse,
dat de Japanners protesteeren tegen het gebruik dat
de Russen maken van Hsin-ming-ting als middelpunt
van hun verspiedingsdienst. De Russische spion
nen aldaar hebben de plannen in handen gekregen
van kwaad tot erger.... gij herinnert u nog wel,
hoe gij mij eens te Marseille ontmoette? Ik
zag er toen vrij kranig uit en was ruimschoots
van geld voorzien.... de wereld erkende toen mijn
genie en wist het te beloonen."
„Ja," zeide Canonburij met bijtenden spot,
„gij waart destijds een valsche speler, en gij
speeldet hoog,"
„En gij waart zoo goed mij een handje
te helpen," zeide Pantin wederkeerig op ste-
keligen toon, „daarom behoeft gij de dingen
zoo niet bij den waren naam te noemen. Het
was toen weer mijn lot om ingerekend te wor
den, en het uwe om te ontsnappen; maar 011-
gedukkig trachtte ik mij te verdedigen en
een hoofdambtenaar der politie ernstig te ver
wonden. De rechtbank zond mij voor vijftien
jaar naar de galeien te Toulon, omdat ik den
man een arm stuk geschoten hadmaar ik
had er geen zin in, daar zóó lang te blijven,
en herwon de vrijheid weder."
„Wat kan ik voor u doen?" vroeg Lord
Canonburij op vriendelijken toon.
„Dat is weer als een vriend gesproken!"
riep Pantin uit, „als de Feldersheim van vroe
ger. Nu herken ik u weer. Alleen in Parijs
kan ik onbekend blijven, en kunnen de lui van
Toulon mij niet op het spoor komen; daarom
kwam ik bij u om onderstand.
Lord Canonburij zweeg, terwijl hij bij zich-
zelven overwoog, in welke bewoording hij zijn
voorstel zou iakleeden; maar Pantin, die zijn
van de Japansche stellingen tusschen Liao-jang
en Jen-tai en deze naar Moekden opgezonden. Te
Tië-ling hebben de Russen een Mongoolsch vrij
willigerscorps opgericht om de Choenchoezen te
bevechten.
De Vossische Zeitung heeft uit Kattowitz,
in Silezië uitvoeriger berichten ontvangen over
de troebelen, in Polen door de mobilisatie
van de Russische troepen veroorzaakt.
De militaire overheid neemt geen behoorlijke
maatregelen om de opgeroepen reservisten te
betalen of hen van voedsel te voorzien, en dat
maakt den toestand in de westelijke provinciën
van het rijk ernstig. De ontevredenheid onder de
reservisten wordt bovendien aangewakkerd door
onruststokers, die vliegende blaadjes verspreiden,
waarin aldus geredeneerd wordtNiemand die
naar het oorlogsterrein gezonden wordt, keert
terug. Is het dan niet beter, hier in het land te
sterven bij de verdediging van onze rechten, dan
zijn bloed nutteloos te vergieten daarginds Wij
werklieden kunnen niet blijven toezien terwijl
onze kameraden omkomen. Biedt dus overal tegen
stand, vereenigt u, beschermt uzelf en elkander.
Te Kaniof werden de winkels door de reser
visten geplunderd. Te Minorofska werd een suiker
fabriek bestormd, er zijn daar verscheiden men-
schen gedood of gewond. Buiten Nowo Radomsk
kampeeren 30.000 man in de open lucht, en zij
zijn er ellendig aan toe, daar zij niet genoeg eten
en geen behoorlijke kleeren hebben. Te Radomsk
zijn de reservisten in botsing gekomen met de
troepen een kapitein werd gedood en velen van
zijn manschappen gedood of gewond. Drankwinkels
zijn er geplunderd of vernield. De soldaten vuurden
op de menigte, maar konden niet beletten dat een
bende, duizenden sterk, de straten afliep onder het
zingen van Poolsche volksliederen. Berichten uit
Radomsk vermelden dat de betoogers nog meester
zijn van de stad en vernielen wat zij kunnen.
Ook uit Czenstochowa en Myszkow komen berichten
over ongeregeldheden.
Een telegram d.d. 8 November uit Sjanghai
meldt
De officieren en de bemanning van den Russi-
schen torpedojager Retsjitelni zijn aan boord van
de kanonneerboot Mandzjoer gehuisvest. De bevel
hebber van de Retsjitelni is echter ontsnapt naar
Woe-soeng, en vandaar vermoedelijk met een
Duitsche mailboot naar Europa vertrokken.
De Oostzee-vloot op weg naar de Oost-
Aziatische Wateren.
De Russische consul-generaal en een maritiem
attaché zijn den 7den uit Kaïro bij Port-Said
aangekomen. Zij hebben den geheelen namiddag
overlegd met den consul. Er zijn buitengewone
maatregelen genomen om het Kanaal te bescher
men, bijzondere wachten zijn aangesteld om de
oevers te bewaken.
De Piussische consul-generaal heeft over de
behandeling van de Oostzee-vloot bevredigende
toezeggingen ontvangen, en is naar Kaïro terug
gekeerd.
stilzwijgen aan eene formeele weigering toe
schreef, sprong overeind en zeide
„Geld moet ik hebben, al zal ik het ook
verkrijgen met het mes in de hand. Drijf een
diep gezonken man niet tot het uiterste I"
Lord Canonburij had zijn plan gereed. Doende
alsof hij de bedreiging van den ontsnapten galei
boef niet telde, zeide hij sussend
„Jerome Pantin, gij en ik hebben meer
malen bewezen, dat wij de dingen naar onzen
zin kunnen zetten, en dat wij menige netelige
zaak aandurfden. Maar wat zoudt ge doen met
iemand, die u in den weg staat?"
„Hem van kant maken," zeide Pantin op
beslisten loon, terwijl hij op zijne tanden
knarste.
„Dan zijl. gij mijn man," riep de Graaf,
overeind springende, en zijne mét juweelen rin
gen versierde hand op Pantin's schouders leg
gende; gij zijt nog dezelfde resolute kerel van
vroeger. Wij zullen de zaak maar in eens be
spreken, want de tijd dringt; maar ga mee naar
buiten, want de muren hebben ooren."
„En de dienstboden maken van het voor
deel der muren door hunne oogen en ooren
gebruik, gelijk ik daareven bemerkte. Ik moet
u echter bekennen, dat ik mij nog niet gaarne,
bij daglicht vertoon. Ik wilde liever niet op
straat wandelen. Laat ons daarom naar mijn
kwartier gaan. Met het oog op een affaire, dient
ge toch ook te weten waar ik woon.
Lord Canonburij knikte toestemmend.
Duitschland en Rusland.
Het Nowo je W remja zegt in een artikel over
het geschil tusschen Engeland en Rusland, dat
de zaak thans zoover gekomen is, dat Rusland
gemakkelijk zijn goede trouw zal kunnen bewij
zen. Het artikel is in een vriendschappelijken
toon tegenover Engeland gesteld, maar besluit
met de oveiweging dat er nu geen sprake kan
zijn van het straffen van officieren, aangezien
het immers duidelijk is dat het Doggersbank-
incident eenvoudig een ongeluk is geweest.
De Norddeutsche Allgemeine Zeitung schrijft
Een aantal buitenlandsche bladen, die alle in
cidenten van de buitenlandsche politiek plegen
te misbruiken om tegen Duitschland te stoken,
hebben de jongste gebeurtenissen in de Noord
zee in verband gebracht met waarschuwingen,
die van Duitsche zijde aan de Russische regee
ring of aan het Russische marinebestuur gezon
den zouden zijn. Al zulke geruchten zijn ge
heel ongegrond. Van Duitsche zijde zijn geen
waarschuwingen gegeven, ook heeft men niets
verdachts waargenomen dat zou wijzen op plan
nen door middel van mijnen, torpedo's of der
gelijke tegen de Russische Oostzeevloot. Wij
weten niet zoo gaat de Norddeutsche voort
of er wellicht van een anderen kant gewaar
schuwd is, en welke beteekenis zulke waarschu
wingen kunnen hebben ter beoordeeling van het
voorval bij de Doggersbank; maar wij voor ons
zijn tevreaen ais ae binnenkort bijeenkomende
internationale commissie zich met de ophelde
ring van deze kwestie bezighoudt.
Voorts meldt de Norddeutsche-. De gezagvoer
der van den Duitschen trawler Sonntag heeft
over zijn ontmoeting met Russische oorlogssche
pen op de Noordzee, den 21en October een be-
eedigde verklaring afgelegd ten overstaan van
den havenmeester te Geestemünde, den 27en d.a.v.
Deze verklaring bevat nadere bijzonderheden over
de beschieting van zijn schip door de Russen;
ze is tegelijk met den eisch der reederij, tot
schadeloosstelling van de geleden, maar nog vast
te stellen schade, den 30en aan het ministerie
van Buitenlandsche Zaken opgezonden. Den 2en
dezer is het geval ter sprake gebracht bij de
Russische regeering, die bereidwillig een onver
wijld onderzoek beloofde, alsmede volledige scha
devergoeding.
Het Petersburgsche Nowojo W rem ja meldt dat
de Russische regeering, toen de Oostzeevloot ver
trok, aan de regeeringen der verschillende sta
ten medegedeeld heeft, dat de Japanners te Ham
burg, Hull, Southampton en Kristiania visschers-
booten hadden gehuurd, en, naar gemeld werd,
eenige Japansche torpedobooten zich ophielden
in de Noorsche fjorden. Maar alleen bij Dene
marken en Duitschland vonden wij (zoo zegt
het blad) bereidwilligheid om de Japanners te
verhinderen in het ten uitvoer leggen van hun
plan. Vooral Denemarken gedroeg zich zeer
vriendschappelijkzoo lang onze schepen zich
Daarop hielp Pantin zichzelven zonder plicht
plegingen aan een wijden pelerine uit 's Graven
kleerenkast, en wikkelde zich daarin. Dit gaf
zijn uiterlijk een merkwaardige verandering;
en wanneer hij, alvorens de straat op te gaan
er aan gedacht had de stof en de vuiligheid
van zijn gelaat te vegen, zou er in het uiterlijk
der beide schurken geen spoor van verschil van
stand zijn 'geweest.
Pantin sloeg den weg in naar eene vuile kroeg
in een der voorsteden.
„Hier woon ik," zeide hij, „zeer deftig
op de eerste verdieping. Hier is den trap, die
naar mijne vertrekken voert. Wees voorzich
tig, want d,e bouwmeester heeft de vensters ver
geten.
Het speet den Graaf bijna, dat hij was mee
gegaan, toen hij in het halfduister de uitge
sleten treden van den krakenden trap beklom,
terwijl hij zich vasthield aan een smerig touw,
dat, door een langdurig gebruik glad geworden
was.
Pantin stiet de deur open, en in het sche
merlicht werd een klein onoogelijk vertrek
zichtbaar welks muren de duidelijke sporen
droegen, dat zij sinds verscheidene jaren niet
met een witkwast waren in aanraking geweest,
en zeker lang voor de komst van de spinnen,
die hun webben in alle hoeken en gaten geweven
hadden.
„Dit is mijn nest," zeide Pantin.
VFnrrff rcrrotiid.j