Dagblad voor Schiedam^Omstreken. (1. 27ste Jaargang. Zondag 13 November 1904. No. 8052. EERSTE BLAD Oflicieele Berichten. Kennisgeving-. Algemeen Overzicht. De oorlog in Oost-Azië. VAN HET OORLOGSTERREIN Engeland en Rusland. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland 2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers '2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven '12i/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor h e r h a a 1 d e 1 ij k a d v e r t e e r e n worden uiterst b i 1 - lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Burgemeester en Wethouders van Schiedam doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van 28 October 1904 is vastgesteld de volgende verordening VERORDENING- tot wijziging van de ver ordening op de honden op den openbaren weg en daaraan gelegen niet afgesloten erven en op vaar tuigen te Schiedam. Artikel 1. Artikel 4 van bovengenoemde verordening wordt gelezen als volgt «Honden, gebruikt wordende als werk- of.trek- »honden, zullen op den openbaren weg en niet «behoorlijk afgesloten aan den openbaren weg «gelegen erven steeds voorzien moeten zijn van «een lederen muilkorf, die het bijten verhindert". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den Gemeenteraad van Sehiedam, den 28sten October 1904. De Voorzitter. VERSTEEG. De Secretaris. V. SICKENGA. Zijnde deze verordening,aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 8/10 November 1904, B no. 1538 (2e afd.) G. S. no. 72in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 12den November 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VERSTEEG. De Secretaris, V. SICKENGA. Ik ben geen ultra-protectionist, maar aange zien ik vaak met leede oogen het gebrek aan werk aanzie, dat in vele vakken heerscht, ben ik er toch erg voor om het eens op andere wijze te probeerennu gaat het in menig vak slecht, en wel door de groote concurrentie van het bui tenland, dat zijn overproductie tot billijken prijs voor minder dan in het eigen land wordt bedongen over onze grenzen brengt, en door dat vele artikelen, die wij zelf kunnen maken, geheel of bijna geheel vrij hier inkomen. Daardoor kunnen nu sommigen zich goedkoop het een en ander aanschaffen, maar men ver geet, dat daardoor ook hier te lande vele han den stil liggen, dat hier in vele vakken werke loosheid heerscht Zou het nu zelfs niet plichtmatig zijn, om te genover tal van landgenooten de vermeerdering van werk te bevorderen, al zou men voor een of ander geïmporteerd artikel eens iets moer moe ten betalen. Het geld rolt immers, en als het over 't alge meen goed gaat in een land, dan wordt er ook weer meer besteed en profiteeren dus weer an deren daarvan. Maar als er géén geld circuleert onder de men- schen, dan is er ook geen koopkracht, dan gaat er weinig om, dan is het „een dooie boel." Zulk een „dooie boel" is het nu in ons land in vele vakken, en als het nictuw ontworpen Tarief van Invoerrechten, met zijn fiscaal ka rakter, daar wat verbetering in kon brengen, dan zullen zeker héél veel menschen dat toe juichen, en dan zullen zij, die mj tégen ver hoogde rechten zijn omdat dit. zoowat mode is en omdat hun courant hun dit zoo voorpraat. met niet minder genoegen de voordeelen in den zak steken! Onder de argumenten tégen heffing van rech ten, bijv. op granen of meel, behoort ook de bedreiging met „duur brood" voor den werkman. Dit is een echt stokpaardje, dat altijd ijverig be reden wordt. Daarmee vangt men de massa, diezelfde massa, die stilzwijgend een of twee centen per brood méér betaalt, als deze of gene speculant de graan prijzen in de hoogte drijft, of als de bakkers feitelijk den prijs te hoog houden, zooals ik nu haast geloof dat het geval is. Spreekt men echter over invoering van rech ten, als-wanneer altijd vast en zeker verhooging van den broodprijs wordt voorspeld, dan spitst, men de ooren en komen de gemoederen in be weging. Zelfs al zou men 30 cents per 100 KG. op meel voorstellen dat is nog geen derde gedeelte van een cent. per kilo, of geen vierde gedeelte van een cent op een „halfje" brood dan nog wordt geschreeuwd over duur brood voor den werkman. Schromelijke overdrijving, of liever: geheel valsche voorstelling, want zulk een recht kim nooit het brood duur maken of zelfs maar iets doen stijgen in prijs. Een aardige illustratie hierop leverde onlangs de tot protectionist omgedraaide ex-minister Chamberlain, die in eene redevoering betoogde, dat door het graanrecht het brood niet duurder wordt, en hij versterkte deze bewering met het argument, dat. sedert de opheffing van het recht in Engeland, de prijs van het brood niet ge daald, maar integendeel gestegen is, zoodat hij zeggen kon: Een brood blijft altijd even groot en altijd even duur. Een liberaal Duitsch blad maakte daarop de volgende bemerking: Waar ter wereld heeft, ooit een verstandig mensch beweerd, dat de graan- en broodprijzen zich enkel naar de invoerrechten regelen; de gestadige wisselingen van den graan prijs, door meer of minder goede oogsten, door ocgstberichten en door de wisselende vraag naar granen, spelen daarbij evenzeer een rol. Het in voerrecht is slechts één van de faktoren die den prijs maken. Deze woorden moesten onze „verstandige" vrij handelaars eens lezen, die altijd beweren, dat door elk recht op granen of meel het brood duurder wordt. Al zouden de graanprijzen ook met de helft verminderen, toch wordt het brood duur, zeggen zij, zelfs als er ook maar een fractie van een cent recht op het meel zou komen. Dat is zeker en vast de redeneering. Schuilt daarin nu geen valschheid van voor stelling, als men zelf moet toegeven, dat zoo vele andere omstandigheden er toe medewerken, om den prijs van het graan hooger of lager te maken Maar wij weten het: door die voorstelling moet de werkman opgezweept worden, en er toe ge bracht worden om vóór het vrijhandelsstelsel maar tevens vooral vóór het liberalisme te stemmen. Het „goedkoope" brood echter kan hij vaak niet koopen, wegens gebrek aan werk en dus aan geld. De vrije concurrentie, welke het brood goedkoop moet houden, maakt tevens den werk man broodeloos'l 12 November. Port Arthur. De berichten over Port Arthur blijven zeer verward. Dan weer wordt de positie der Russen als ho peloos gemeld, terwijl een volgenden dag een an dere berichtgever met veel geruchten, die hij uit de «beste bron" meent geput te hebben, komt verklaren, dat de vesting het nog zeer lang zal kunnen uithouden. Volgens de Morning Post is de vesting nog rij kelijk voorzien van levensmiddelen, maar heeft men er gebrek aan drinkwater. De Daily Telegraph verneemt uit Tiëntsin, dat de Russische schepen in de haven van Port Ar thur liggen, telkens van positie moeten veranderen wegens het bombardementmen verwacht dus dat de vloot nog een uitval zal wagen. In een bericht uit Dalni (dat echter vóór de jongste groo te bestorming geschreven is) heet het dat de Japansche soldaten tengevolge van de zware ver liezen en het geringe succes moedeloos geworden zijn en de troepen aan liet front telkens verwis seld moeten worden. Te Port Arthur zouden zich slechts zes Japansche gevangenen bevinden. Thans weet Jean Rodès, van de Matin, uit Chifoe te melden, dat Chineezen, die uit Port- Arthur aankwamen, over den toestand der vesting verhalen doen gansch uiteenloopend en afwijkend van wat de officieele Japansche rapporten weten te melden. Dit op zich zelf is nu niet zoo heel wonderbaarlijk, gegeven de bekende Japansche nei ging tot verdraaiing der waarheid, doch wat deze Chineezen komen melden, is toch wel zeer ver rassend. Volgens hen hebben de belegeraars zich nog volstrekt niet meester gemaakt van het fort Erloengsjan, doch zijn ze niet verder gekomen dan bet vermeesteren van tamelijk onbeduidende stellingen. De Martin-correspondent heeft zich naar 't Russisch consulaat begeven, hopende daar eenig meer licht in de tastbare duisternis te zullen krijgen. Men antwoordde hem, dat de berichten over den toestand van Port-Arthur ontvangen, nog maar weinig bijzonderheden geven, doch dat men wél gerechtigd is aan te nemen, hoe hetgeen van Japansche zijde over den situatie der vesting gemeld wordt, schrikbarend overdreven moet heeten. Voorts meldt Jean Rodès uit Chifoe, d.d. 9 November, hoe uit een brief, uit Dalny afgezonden vóór den jongsten aanval bleek dat de Japansche troepen dermate ontmoedigd en gede moraliseerd waren door de hardnekkige verdediging van Port-Arthur, dat de tucht er onder begon te lijden. Men lette wél dit schrijven was wèl vóél den laatsten aanval verzonden, doch afkomstig van den militairen attaché. En men weet, wat die jongste aanval voor de Japanners beeft opge leverd De correspondent van de Daily Telegraph te Chifoe, seint aan zijn blad, dat de Japansche ver liezen bij Port-Arthur zeer aanzienlijk zijn. In de jongste twee weken komen dagelijks zoo ongeveer driehonderd gewonden te Dalny aan. Uit den aard der kwetsuren blijkt voldoende, dat bij de gevechten de tegenstanders zich op zeer korten afstand van elkaar bevinden. Des nachts is Port-Arthur in duisternis gehuld. Niemand mag het donker, al ware het slechts door liet schijnsel van een lucifer, verbreken, Generaal Stössel weet de discipline met ijzeren hand te bewaren. En allen willen met ijver en met kracht samenwerken ten bate van de Russi sche zaak. In Mantsjoerije. Reuter seint d.d. 10 November uit Moekden Het artillerie-duel wordt met tusschenpoozen voortgezethet geschutvuur was op den rechter vleugel het hevigstde Russen beschoten er gisteren Japansche stellingen met sterk geschut, waarvan bet gevolg was dat de Japanners eenige batterijen van hun voorste stellingen verlieten. Men meent dat de Japanners niet gereed zijn voor den aanval en terugtrekken naar de bergen. De Russen hebben werkelijk voordeel behaald, toen zij tegen het eind van het gevecht aan den Sjaho de lijn hernamen van drie heuvels, welke de vlakte beheerscht, over welke de Japanners moe ten voortrukken. Verspreide berichten. De Standard verneemt uit Sjanghai dat de spoorweg tusschen Sëoel en Foesan gereed is, en morgen geopend zal worden. De reis van Tokio naar Sëoel zal voortaan slechts 40 uren duren. Reuters correspondent te Washington seint bet volgende vrij zonderling klinkende telegram Lord Landsdowne's rede wordt bier opgevat als de aanprijzing van tusschen komst in bet Verre Oosten. President Roosevelt zou, naar 't zeggen van een aanzienlijk staatsambte naar, slechts op een goede gelegenheid wachten om zijn uiterste best te doen tot herstel van den vrede, maar Amerika kan in geen geval ambtelijk tussclienbeide komen, zoolang niet de beide oorlogvoerende partijen zich bereid verklaren, de goede diensten .van den President te aanvaarden. Men zegt dat Japan reeds verscheiden weken geleden te kennen heeft gegeven dat het bereid was de bemiddeling van president Roosevelt of koning Eduard aan te nemen, maar de geringste wenk in deze richting wekte een hevig protest bij het Russische gezantschap te Washington. Een nieuwe lezing van het gebeur de in de wateren van Huil. Fransche visschers vaar tuigen. Over het Russisch-Engelsch incident seint Gas ton Leroux uit Petersburg aan de Matin, dat hij inzage heeft gehad van een brief van een offi cier aan boord van de Kamschatka, waarin deze aan zijne zuster mededeelt, wat er in den nood- lottigen nacht heeft plaats gehad. Dit is meldt de Afafiw-correspondent eene nieuwe lezing, daar de Kamschgtka tol dus ver eene ondergeschikte rol heeft vervuld. Vol gens alle rapporten kwam de Kamschatka ach ter de kruisers aan en was geïsoleerd door eene averij der machines. Daar men aan boord van het schip gewaarschuwd was op zijn „quivive" te zijn, waren alle kanonnen geladen en be vond zich ieder man op zijn post. Des avonds tegen zeven uur zag men in den nevel verdach te lichten schemeren; de zoeklichten werden in de richting van die lichten gewend. Toen wer den ze uitgedoofd. Aan boord van de Kani schatlca verhaalt Gaston Leroux' zegsman ver der maakte men het ook duister en toen ontwaarde men een schip, dat op het Russische pantserschip aankwam. De zoeklichten deden daarna ontwaren,dat men met een torpedo-ja ger te doen had. IJe Kamschatka manoeu vreerde, gelijk in de gegeven omstandigheden 't best was. Een poosje later hoorde men eene ontploffing als van het afschieten van een tor pedo. Toen werd het bevel gegeven om aan bak boord alle geschut te laten werkende torpedo jager verminderde toen in snelheid van vaart, alsof hij averij had bekomen. De Kamschatka waarschuwde per draadlooze telcgraphie het es kader, doch ontving geen antwoord. Eerst den volgenden ochtend kreeg men op de Kamschat ka tijding, dat de Aurora eveneens was aan gevallen geworden en dat de priester, die zich daar aan boord bevond, door een granaat gewond was -geworden. Dit is meldt de Matin-correspondent te Petersburg de inhoud van den brief, door een hier welbekend officier gericht aan zijne zuster: eene hier nog beter bekende barones. De tijdingen over het bij Doggersbank gebeur de loopen zeer uiteen. De correspondent van de Daily News te Calais meldt aan zijn blad, dat uit aldaar ontvangen berichten blijkt, hoe verschillende Fransche vaartuigen zich bij Dog gersbank bevonden in den nacht toen de En- gelsche vloot op de visschers schoot. De equipage van de Madagascar, van Bou logne afkomstig, verklaart, dat de oorlogssche pen door de visschers-flotille voeren zonder eeni- gen voorzorgsmaatregelen te treffen. De Felix Faure werd beschadigd door hotsing met een der Russische schepen en boette er zijne netten mee in. Daarentegen seint de correspondent van de Daily Chronicle te Huil, dat de directeur eener visscherij-maa-tschappij aldaar hem pertinent verzekerd heeft, dat er in den nacht op 22 Oc tober geen Fransche visschersvaartuigen bij Dog gersbank aanwezig waren. „Waren er", vroeg de correspondent nog, „manschappen van de equipage, die Fransche vaartuigen gezien hebben, hetzij vóór of na den aanval?" „Neen", antwoordde de directeur; „wij heb ben al onze manschappen zeer ernstig onder vraagd, om te weten te komen, of eenig vreemd schip hetzij torpedo-boot of anderszins zich in de nabijheid van onze visschers-flotille heeft bevonden op het oogenblik, toen er werd aan gevallen; allen zijn het er volmaakt over eens, dat niets daarvan te bespeuren was..." De Russische officieren die door Ilodzjest- wenski uit Vigo naar Petersburg gezonden werden, zijn te Parijs aangekomen. Zij zullen, naar men zegt, daar zoo spoedig mogelijk getuigenis afleg gen, om vervolgens weder aan boord te gaan van het Russische eskader. Tot Russische leden in de commissie van onderzoek voor het Noordzee-incident zijn benoemd luitenant-kolonel Stenger, chef der wetenschappe lijke afdeeling van het ministerie van Marine en luitenant Wolkof, met den tweeden dragoman van het Russische gezantschap te Konstantinopel, Mandelstam. FRANKRIJK. Syveton is, na zijn inhechtenisneming, naar het bureau van Ilamard, den chef van den vei ligheidsdienst, gebracht, waar de rechter van in structie Jolliot hem de gebruikelijke vragen om trent zijn persoon gedaan heeft. Daarna werd Sy veton in vrijheid gesteld op zijn belofte dat hij ziöh zoodra hij opgeroepen werd, weder ter be schikking van de justitie zou stellen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1