Stads- en Gewestelijk Nieuws.
de St. Nicolaasweek tegen een vergoeding van
f 2.50 per week, waardoor aan menig werkeloos
arbeider de gelegenheid wordt ontnomen om iets
te verdienen, zal eerstdaags aan den minister van
Oorlog een adres worden gezonden met verzoek,
deze slechte gewoonte af te schaffen.
Lyceum-club.
Men meldt uit den Haag:
Hier ter stede vertoeft thans mrs. Constance
Smedley, uit Londen, die eerst te Amsterdam
is geweest en pogingen in het werk stelt om
in Nederland eene afdeeling op te richten van
de Lyceum-club, een groote internationale kunste-
naars-vakvereeniging, hoofdzakelijk ten doel heb
bende vrouwelijke artisten, journalisten en schrij
vers, te steunen in haar dikwijls moeilijken strijd
om het bestaan, door haar het ten toon stellen
van haar werken en het plaatsen harer artikelen
gemakkelijker te maken, en haar meer onafhanke
lijk te maken van tusschenpersonen, als kunstkoo-
pers en uitgevers. Door bemiddeling der club
kan bv. iemand een wekelijksch artikel geplaatst
krijgen in een aantal der voornaamste bladen
van de wereld. Voor de vertaling wordt vanwege
de clubcomité's gezorgd. Voorts wenscht de club
in de hoofdplaatsen der verschillende landen
clubgebouwen op te richten, waar de vrouwe
lijke leden der club kunnen bijeenkomen en zoo
noodig huisvesting vinden.
In Londen is zulk een clubgebouw reeds op
gericht. Een Londensch millionair, mr. Williams,
die zich voor de zaak interesseert, heeft de noo-
dige fondsen verschaft. Comité's bestaan reeds
in Frankrijk, Zweden, Spanje, Oostenrijk, Italië,
Noord-Amerika, Denemarken, België, Noorwegen,
Canada, Nieuw-Zeeland, terwijl leden der club
ook in andere landen worden aangetroffen. De
voornaamste personen hebben zitting in de co
mité's.
Naar wij vernemen heeft mrs. Smedley ook
hier te lande veel succes met haar streven. Reeds
zijn ruim dertig vrouwen, waaronder de dames:
Mesdag van Houten, Therèse Schwartze, Augusta
de Wit, Johanna Naber, Jungius, tot de te vor
men Nederlandsche afdeeling toegetreden. Als
secretares zal vermoedelijk optreden mejuffrouw
Naber, terwijl mejuffrouw Jungius, directrice van
het Nationaal bureau voor vrouwenarbeid, zich
moet hebben bereid verklaard de verdere organi
satie'ter hand te nemen. Het voornemen bestaat,
in den Haag het clubgebouw der Nederlandsche
afdeeling op te richten.
Mrs. Smedley gaat de volgende week naar
Berlijn, om er eene tentoonstelling te organisee-
ren van Hollandsche kunst (zoowel schoone als
toegepaste kunst), waartoe de inzending vrij slaat
voor allen die wenschen te exposeeren en wier
werk door eene te vormen jury daartoe geschikt
wordt geoordeeld. De kosten van transport enz.
neemt de club voor hare rekening. De bedoeling
is deze Lyceum-tentoonstelling tegen entrée in
de voornaamste Duitsche steden te doen houden.
Uit de opbrengst worden de kosten bestreden.
Daar de club coöperatief is, deelen de leden in
eventueele batige saldo's, Mrs. Smedley wenscht
hier te lande een tentoonstelling te houden van
het werk van Waller Crane. Wij vernamen dat
zij de volgende week Zaterdag hier ter stede denkt
terug te keeren en er tot Woensdag zal blijven
in het Hotel de Twee Steden, om inlichtingen
aan belangstellenden te geven.
De dader van den moord in de Scheveningsche
bosehjes gevat.
De arrestatie van den dader van den moord
in de Scheveningsche Bosehjes geschiedde Za
terdag-middag in het Haagsche Bosch, tusschen
de Laan van Nieuw Oost-Indië en de bosch-
wachterswoning, door den rijksveldwachter P. Ver
meulen. De aangehoudene liep alsof hij dronken
was tegen het publiek aan te slingeren.
Toen de aanhouding geschied was, liepen de
tranen den aangehoudene uit de oogen. Hij werd
onmiddellijk gefouilleerd en in een zijner zakken
werd een fijn mesje gevonden (een zg. penne-
mesje), waarop een bruine vlek aanwezig was,
vermoedelijk afkomstig van het bloed van het
slachtoffer, misschien echter ook een roestvlek
op het lemmet.
De aangehoudene, een jongmensch van onge
veer 17 jaren, zekere B., werd door twee agen
ten en den genoemden rijksveldwachter naar het
parket van den officier van justitie gebracht,
waarna in het Huis van bewaring de instructie
is aangevangen, die op het oogenblik nog voort
duurt.
De gearresteerde moet aan den rijksveldwachter
bekend hebben tweemaal naar het hoofd van
mevrouw Kruseman gestoken te hebben en toen
hard te zijn weggeloopen.
Reden voor zijn daad gaf hij niet op.
Nader verneemt men, dat de aangehoudene is
L. M. Brouwer, zoon van den onder-directeur
der Brood- en Meelfabriek te 's-Gravenhage. Hij
heeft bij de instructie eene volledige bekente
nis afgelegd, waaruit blijkt, dat tusschen hem
en het slachtoffer geen familiebetrekking en
niet de minste verstandhouding, haat of wrok
bestond, doch dat men hier eenvoudig te doen
heeft met een moord, uit moordlust bedreven.
Bij het verhoor moet hij zich dan ook zeer
cynisch en onverschillig gedragen hebben.
De gearresteerde is door mevr. M., die het
treurig feit heeft zien plegen, en door alle ge
tuigen, die reeds door den commissaris van po
litie te Scheveningen, den heer Sijpkens, gehoord
zijn, herkend -als de persoon, die op den be
westen middag in de Scheveningsche Bosehjes
het feit bedreven heeft.
Een ontzaglijke menigte had zich gister-och
tend omstreeks tien uur in den omtrek van het
gemeente-ziekenhuis op de Brouwersgracht op
gesteld om tegenwoordig te zijn bij het vertrek
ken van den lijkstoet, die het stoffelijk over
schot van mevrouw KrusemanPot, het slacht
offer van den in de Scheveningsche Bosehjes
gepleegden moord, naar de begraafplaats Nieuw-
Eik-en-Duinen zou overbrengen. De, meesten der
toeschouwers ontblootten bij het voorbijgaan
van den lijkwagen, die door een drietal rij
tuigen gevolgd werd, het hoofd. Velen bege
leidden den stoet naar de begraafplaats, waar
eveneens een groote menschen massa aanwezig
was. De lijkbaar was bedekt met een achttal
kransen.
Weer een aanranding
Uit Den Haag wordt gemeld
Vrijdag moet in de Scheveningsche Bosehjes
weer een brutaal feit gepleegd zijn. Een wande
laar zou daar aangesproken zijn, eerst door één
individu, later door een tweeden persoon, die
toen tot een aanranding overgingen, waarbij den
wandelaar de schoenen van de voefen werden
gerukt (sommigen zeggen gesneden). De aange
rande moest toen op z'n kousen naar huis gaan.
De politie schijnt met het feit in kennis te zijn
gesteld.
Eb en Vloed.
Deed zich vóór de opening van den Nieuwen
Maasmond de werking van eb en vloed op de
Maas alleen op een klein gedeelte van den bene
denloop dier rivier gevoelen, thans is die ook
hoogerop merkbaar. Vooral Maandag j.l. bij
hoogwater en stormweer was dit 't geval en liep
de rivier in bovenwaartsche richting gerekend
van 50 tot 1 centimeter op. Te Maastricht was
geen werking van eb en vloed merkbaar.
Ongelukken.
Zaterdag-morgen omstreeks half acht had de
firma Stooter en Siemens, te Arnhem, haar knecht,
den vijftigjarigen M. van der Steeg, gezonden
naar haar graanpakhuis aan 'tArnhemsche Broek,
aldaar, om daar eenige meelzakken te ver
plaatsen.
Omstreeks half vier kwam een dochtertje van
Van der Steeg bij den patroon informeeren, hoe
het kwam, dat vader om 12 uur niet thuis was
gekomen om te eten.
De heer Siemens zond toen een knecht naar
genoemd magazijn, die daar een stapel zakken
vond omvergevallen. Dadelijk kwam reeds toen
bij dien knecht het vermoeden op, dat daaron
der vermoedelijk Van der Steeg lag. Hij verwij
derde dus de zakken, en vond werkelijk daar
onder het lijk van den knecht, hetgeen op ver
zoek van den patroon per brancard werd over
gebracht naar het Diaconessenhuis.
Zaterdag-morgen kwam te 10 uur ongeveer tele
grafisch bericht bij de familie, dat Gerrit W.
Kramer, schipper van het visschersvaartuig U K
261, wonende te Urk, Vrijdag-nacht in de Noord
zee overboord is gevallen en verdronken.
Schiedam, 14 November 1904.
Ned. R. K. Volksbond
Afd. Schiedam.
St. Willibrordusfeest.
De afdeeling Schiedam van den Ned. R. K.
Volksbond heeft gister het St. Willibrordusfeest
weder met opgewektheid gevierd.
Nadat de leden in grooten getale de Hoogmis
ter intentie der Bondsafdeeling in de kerk van
den H. Joannes den Dooper opgedragen, hadden
bijgewoond, werd gister-avond in de S. O. V. de
feestvergadering gehouden, die buitengewoon druk
was bezocht door leden met hunne dames, eerw.
heeren geestelijken, donateurs en donatrices.
De zaal, met groen en vaandels gesierd, bood
een prettigen aanblik.
Vooral trokken eenige fraaie portretten o.a. van
Z. H. Paus Pius X en mgr. Cahier, met nog
enkele andere teekeningen, door den heer F. Hic-
kendorff vervaardigd, die aan weerskanten van het
tooneel waren aangebracht, zeer de aandacht.
De V o o r z i 11 e r„ de heer Th. J. A. Mouwens,
opende, nadat het harmonie-orkest »St. Ambro-
sius" zijn opwekkende tonen had laten weer
klinken, de vergadering en heette allen welkom.
Hij verheugde zich, dat men ditmaal weder in
zoo grooten getale was bijeengekomen en sprak
den wensch uit, dat dezen avond een goeden
indruk zal mogen achterlaten.
De Voorzitter gaf hierna het woord aan
den weleerw. pater G. B. Verhey O. P. tot het
houden van een lezing over
„De priesterhaat der wereld."
Pater Verhey, alsnu het woord verkrijgend, ving
zijn lezing aldus aan
Ik wensch u, R. K. Volksbonders van Schiedam,
geluk met dezen voor u grooten feestdag. Moge
St. Willibrordus u zegenen en uwe vergadering
werkelijk een beschermer zijn, moge hij voor u
bidden en verwerven een waar katholiek geloof,
dat leeft in uwen arbeid, in uw gezin, in uw hart,
moge hij dat geloof verbreiden onder uwe mede
broeders. Moge steeds dat geloof zich uiten in
een kinderlijke onderworpenheid aan het hoogste
geestelijke gezag, den Paus van Rome, aan onzen
doorluchtige!) Bisschop, die uw Bond van harte
lief beeft, aan uw eerw. adviseur, die leeft voor
uwe belangen, dan gaat ge een veiligen weg,
dien de wereld u niet geven kan.
Het was Spr. aangenaam ook dezen avond
weder den priester zoo ruim vertegenwoordigd te
zien.
Geen wonder, dat Spr. het volk lief heeft, dat
zóó zijn priesters lief heeft, ja dat geen feest zou
vieren als niet de priester feest met hen medeviert.
Ziende naar andere landen, waar de priester wordt
gehaat en vervolgd, gevoelt Spr. zich gelukkig
dankbaar gestemd jegens den goeden God, dat ons
volk den priester nog eert, hoogschat en zoekt.
Spr. gaven deze gedachten een idee voor dezen
avond.
Thans ging hij spreken niet over den priester,
niet over de vrienden van den priester, maar
over den priesterhaat der wereld.
Hoog boven iedere aardsche macht staat de
priesterlijke macht. Zij is een behoefte voor het
godsdienstig leven der volkerenzij is een wel
daad voor de menschheid. Zij is neergedaald uit
den Hemel.
Voor ons is het priesterschap een macht zelfs
voor Engelen schouders te zwaar en wee degene,
die de eerbied voor den priester verloren heeft,
zijn geloof daalt, zijn liefde, geheel de religieuse
mensch.^Maar ook hier vaart de oude vijand rond
de oude trots de oude wellust. De wereld
bedriegt nu eenmaal en wil bedrogen zijn. Zij
biedt u te koop alle mogelijke fantasie-goed ;echte
ware deugd kent zij niet. Zij speelt in den tijd
met den tijd, met. de zinnen en al wat buiten
haar spel omgaat kent ze niet, haat ze dikwijls.
Vandaar geen God, geen eeuwigheid, geen zonde,
geen Verlosser voor haar.
Zoo is Christus, de Verlosser der wereld, haar
een teeken der tegenspraak. Zij haat Christus, den
Hoogepriester. En boven het hoofd van den pries
ter herhaald zich immer het woord van Simeon
»Ecce positus est hic in signum, cui contradi
cetur."Deze is gesteld tot een teeken dat zal worden
tegengesproken."
De wereld haat den priester, Christus heeft
het voorzegd: »gij zijt niet van de wereld, daarom
zal de wereld u haten. Mij hebben zij vervolgd,
ook U zullen zij vervolgen."
Men zegtverreweg de groote menigte haat den
priester.
Aan den hand van pater Monsabré, den beroemden
conferencier van de Nótre Dame de Paris, ging
Spreker na hoe en wat die groote meerderheid is.
Laten we maar royaal zijn, en toegeven dat de
groote meerderheid tegen de priesters is.
Wat bewijst dat Niets tegen God, niets tegen
zijn Kerk.
Wat dunkt U van Christus. En hoort het volk
schreeuwt over hem Kruisigt hem. De menigte
beschuldigde Christus, veroordeelde hem, doodde
hem, en waar de menigte hem waande te dooden,
daar hielp zij juist Christus in zijn hoogst pries
terlijke handeling, het offer van zich-zelven aan
het kruis.
Wat dunkt van de 12 apostelen? De groote
menigte heeft hen bestreden. Wat bewijst dat?
Zij zijn gevallen, zeker, maar hun gewijde handen
vormden weer andere priesters, die altijd vervolgd,
en altijd door vruchtbaar het christenvolk ver
meerderden en een geloovige meerderheid stelden
tegenover de ongeloovige meerderheid.
»De wereld zal u haten", dat woord is van Christus
zeiven. De priester zal den haat dragen der wereld
en met haar ook die der menigte. Maar de haat
verontrust ons niet. Hoog gaat de spot en de
smaad der wereld, maar hooger staat het kruis
en hooger klinkt Christus' stem «Vertrouwt, ik
heb de wereld overwonnen". De Priesters kan
men dooden, de priesterschap sterft niet, want.
Christus, de onsterfelijke Hoogepriester. zal ons
bijstaan tot aan het einde der dagen. Niets. Wat
bewijst een meerderheid
Macht is geen recht Als wordt dit goddeloos
princiep tegenwoordig heel aardig toegepast.
Als we die meerderheid van naderbij beschou
wen, dan wordt zij zwakker en zwakker. Daar
ontbreekt zooveel verstandmen zoekt tevergeefs
naar deugd. En waar verstand ontbreekt én
deugd, daar kunnen legers tegenover ons staan,
een verscheurende kracht des noods, maar die
ten slotte immer bezwijken moet voor de kracht
van 's menschen rede en deugd.
Waar is het verstand van de priesterhaters in
Frankrijk
Gelijkheid, vrijheid en broederschap leest men
daar op alle gebouwen en kerken, maar voeg er bij,
behalve voor den kloosterling. De wereld is zoo
vol vormen. Ze leert iederen dag meer politesse,
meer bescheidenheid, meer humaniteit, maar onze
vijanden, vrienden dier wereld, lachen als kwa
jongens de priesters hoonen en met steenen werpen.
Voor ons is politesse en humaniteit overbodig.
Spr. herinnert hier aan den tekst«Het getal
der dwazen is oneindig".
Spr. wil niet beweren, dat die vijanden allen
slecht zijn, zonder eenige natuurlijke deugd. Daar
zijn er onder, die nooit iets goeds gehoord hebben
van geloofspriesters, voor wie de priesters een
levende dwaasheid, een levende domheid zijn,
maar deze zijn eerder uitzondering dan regel.
Hoevelen zijn er vijanden geworden, nadat zij
het geloof hebben afgezworen die hun eed aan
God gedaan, hebben geschonden. Hoevelen die hun
geloof hebben afgeworpen, om des te vrijer zich
te geven aan hunne booze hartstochten. En dan
mogen zij komen met alle mogelijke fraaie woor
den van ontwikkeling en vrijheidde ware oor
zaak van hun priesterhaat ligt dieperde passie
haat den priester, gelijk Judas' hartstocht Jezus'
liefde voor de armen.
De vijanden van den priester zijn de hevige,
afschuwelijke passies.
Men kan er zeker van zijn, dat de vijanden
met zich tellen alle staatsgevaarlijken, losbandi-
gen, alle beruchte sujetten. Als dat alles behoort
tot hun meerderheid, dan wenscht Spr. den
vijand daarmede geluk.
De priester staat voor de wereld als een man
die niet is van zijn tijd, zijne idëen zijn achter
lijk. Hij begrijpt niets van de moderne nooden
en aspiraties. Voor hem is het dogma alles. Hij
is een duisterling.
Nu al ben ik aldus vervolgt Spr. een
zeer gering lid van die verheven corporatie, al
heb ik nog heel wat wijsheid noodig, toch is
het waar dat de kath. kerk hoog staat voor ge
heel de wereld door hare priesters.
Daar is geen enkele maatschappij die zoo van
haar tijd is als de katholieke kerk. Hoe hoog
stond Leo XIII niet voor ons allen. Hoe kende
hij zijn tijd. Hoe houdt de kerk niet altijd1 gelij
ken tred met de wetenschap. Zijn er geen katho
lieke universiteiten Hebben wij niet onze pries
ters, die eerbied afdwingen bij onze tegenstanders
Hebt ge gelezen wat de ongeloovige pers schreef
over dr. Schaapman Is er niet aan de Amster-
damsche universiteit een priester, die voor ieder
een de katholieke Thomistische wijsbegeerte pas
klaar maakt voor zijn en onzen tijd 1
Moet ik zijn naam nog noemen Goed Pater
de Groot, uw stadgenoot, waarom vreest men
dan den priester, als hij toch uit den tijd is
In onzen tijd van stoom en automobielen vreest
men de diligence niet meer of de trekschuit. En
als de priester met juist een man was van zijn.
tijd, dan zou men zich niet zoo vermoeien, niet
ten velde trekken tegen die oude stakkers men
zou ze rustig laten leven als type van oudheid en
domheid, vooral nu het oude weer mode wordt.
Neen. neen immer heeft Rome kunst en weten
schap bevorderd, en spoort steeds haar priesters
aan tot studie. Waarom wij dompers zijn Om
dat de priester veroordeeld het misbruik der
wetenschap, de valsche conclusies, en aanwijst
de dwaling. We mogen gerust breede gedachten
hebben, maar zorgen dat ze juist zijn en goed.
Wij mogen gerust ieders consciëntie eerbiedigen,
maar dat moet niet voeren tot onverschilligheid.
Leo XIII zegt zelf«Niemand mag worden ge
noodzaakt het geloof aan te nemen, ten koste
zijner vrijheid".
Wij mogen gerust het volk onderrichten. Dat
hebben wij ook gedaan van den beginne af. maar
leert dan eerst het volk zijn eeuwige bestemming,
zijn goddel ij ken oorsprong, zijn plicht jegens God,
zijn gezin en de maatschappij.
Een wijze democratie is niet ongeoorloofd, maar
zeg niet dat macht en meerderheid recht is, dat
is het beginsel van alle macht, rust en wortelt
in de menigteZeg niethet volk is koning,
want gij verbergt hiermede de godslastering:
«Het volk is God". Wij willen niet heerschen, maar
onzen plicht doen, opdat de vijand niet heersche
over ons.
En waar de priester betrokken is in tijdelijke
zaken, daar weet hij, dat het een toevallig iets is
en dat het moet strekken tot beter bestuur der
zielen. Wij hebben een verheven roeping:
Christus te doen heerschen in de harten der
menschen, en waar het onze zending geldt, zullen
wij luide roepen om vrijheid en onafhankelijkheid.
Dat is ons heerschen dan Christus moet heer
schen in ons hart door zijn waarheid, door zijn
wet en genade. En hierin willen wij vrij zijn,
zullen wij het ook, al kost het ons bloed!
Nu tot een ander punt komend, zegt SprWij
kunnen lezen van slechte priesters in pamfletten,
boekjes, brochures, in romans, in dagbladartikelen,
ze zien in comedies enz. Wij lezen het op de
muren onzer huizen, op de muren der openbare
gebouwen, waar de onschuld anders wordt be
schermd. Ik spreek hier niet over de priesters, die on
trouw geworden zijn aan hun roeping, aan hun woord.
Ik ontken niet dat het geslacht der Judassen niet
is uitgestorven, maar toch een luid protest in
naam van het rechttegen de lage, oneerlijke en
schaamtelooze exploitatie dier schandalen om de
meest eerbiedwaardige corporatie te vertrappen.
Het gaat niet aan een stand te veroordeelen,
omdat sommige zich onwaardig gedragen. Waar
menschen zijn, zijn feilen, en Christus zelve zegt:
onmogelijk is het dat er geen ergenis komt, maar
wee hem, door Wien de ergenis komt. Hij zegt
niet: vervloek de corporatie waarin die ergenis
geschiedt. Is de Volksbond verantwoordelijk voor
wat zijn leden in 't bizonder doen
Priesterhaat en priestervervolging, dat is het
wachtwoord des ongeloofs. Wil men de kerk
verwoesten, den godsdienst vernietigen, dan moe
ten de herders, de priesters, eerst weg. Keizer
Decius beval ieder priester moest onmiddellijk ge
dood worden. De Engelsche strafwet had vroeger
op het hoofd van een priester dezelfden prijs ge
steld als op het dooden van een wild dier. In de
Fransche revolutie vloeide het priesterbloed met
stroomen. Het martelaarsboek der Kerk telt gan-
sche rijen van priesters als offers van priesterhaat.
Zoo is het nu nogpriesterhaat en vervolging.
En staat er soms iemand op om allerlei fantas
tische verhalen tot legende te maken dan herroept
niemand zijn dwaling, zelfs niet onze groote, eer
lijke liberale pers.
Uitgesloten en verjaagd moeten wij wordenuit
ieder gezelschap en de infernale kreet klinkt uit
duizend monden niet een zal de rust en de heil
der volkeren komen, vooraleer niet de laatste ko
ning gewurgd is, met de ingewanden van den
laatsten priester.
Verdient de priesterschap den smaad en het on
recht door het ongeloof haar toegeworpen Daar
is geen stand ter wereld, die meer weldaden ge
schonken heeft aan de maatschappij. De priester
is een andere Christus, die zegenend door de we
reld gaat.
Spr. haalt Heinr. Heine aan, die eens gezegd
heeft verstandig genoeg te zijn om nooit de
kleinste bres te schieten in den kolos, gelijk de
kerk van Petrus is.
De hand des priester heeft Europa beschaafd,
het land vruchtbaar gemaakt, de industrie, de
ambacht, van wie zijn die groote gebouwen van
christelijke liefde en weldadigheid
Van Priesters. De priester heeft dit alles kun
nen doen en hij kan het nog, juist door zijn zoo
hevig belasterde en gehaté kuischheid.
De Priester staat bij uw wieg, bij uw ziekte,
bij uw graf.
Maar zegt het ongeloof: ik vervolg de slechte
priesters 1
Slechte priestersDaar waren er en zijn er en
zullen er .zijn. Niemand betreurt het meer dan
wij. Maar het ongeloof huichelt hier. Juist de
liberale ideeën, juist de hooge geroemde gezonde
zinnelust, de vrijheid van zondigen. Wie beschermt
het ongeloof? Niet de strenge priesters, die ortho
doxe, maar de mannen die besmet zijn met de we-
reldsche ideëeu. Haat en haat alleen vervolgt den
priester. Waanheid bestaat hier niet.
Men zegt: wacht u voor Rome, want waar
Rome heerscht, daar komt de brandstapel, de
pijnbank, de inquisitie.
Gallileo Gallilei wordt uit zijn graf gehaald,
hij rammelt met ketenen, die hij nooit heeft
gedragen, bleek als een doode, uitgemagerd, een
type van ellende, en wie alleen de schuld Rome
en haar priesters.
Wanneer het in Frankrijk op religieus gebied
zoo treurig uitziet dan moet men niet ver
geten, dat men brochures, pamfletten en druk
werken. te vies om onder de deur te schuiven,
heeft doen regenen, die heden nog als voorbeeld
zijn voor onze vijanden. Men moet liegen, men
moet brutaal liegendat is het leitmotief des
ongeloofs.
Spr. haalt hier aan hetgeen de grootmeester
August Couvreur onlangs heeft gezegd»Ik
drink op den dood van den clericalen geest, op den
val van een kerk, wier bestuur rust op onwe
tendheid en bijgeloof, op den val van haar, die
Luther, de groote Luther, reeds noemde de veile