Stads- en Gewestelijk Nieuws. de St. Nicolaasweek tegen een vergoeding van f 2.50 per week, waardoor aan menig werkeloos arbeider de gelegenheid wordt ontnomen om iets te verdienen, zal eerstdaags aan den minister van Oorlog een adres worden gezonden met verzoek, deze slechte gewoonte af te schaffen. Lyceum-club. Men meldt uit den Haag: Hier ter stede vertoeft thans mrs. Constance Smedley, uit Londen, die eerst te Amsterdam is geweest en pogingen in het werk stelt om in Nederland eene afdeeling op te richten van de Lyceum-club, een groote internationale kunste- naars-vakvereeniging, hoofdzakelijk ten doel heb bende vrouwelijke artisten, journalisten en schrij vers, te steunen in haar dikwijls moeilijken strijd om het bestaan, door haar het ten toon stellen van haar werken en het plaatsen harer artikelen gemakkelijker te maken, en haar meer onafhanke lijk te maken van tusschenpersonen, als kunstkoo- pers en uitgevers. Door bemiddeling der club kan bv. iemand een wekelijksch artikel geplaatst krijgen in een aantal der voornaamste bladen van de wereld. Voor de vertaling wordt vanwege de clubcomité's gezorgd. Voorts wenscht de club in de hoofdplaatsen der verschillende landen clubgebouwen op te richten, waar de vrouwe lijke leden der club kunnen bijeenkomen en zoo noodig huisvesting vinden. In Londen is zulk een clubgebouw reeds op gericht. Een Londensch millionair, mr. Williams, die zich voor de zaak interesseert, heeft de noo- dige fondsen verschaft. Comité's bestaan reeds in Frankrijk, Zweden, Spanje, Oostenrijk, Italië, Noord-Amerika, Denemarken, België, Noorwegen, Canada, Nieuw-Zeeland, terwijl leden der club ook in andere landen worden aangetroffen. De voornaamste personen hebben zitting in de co mité's. Naar wij vernemen heeft mrs. Smedley ook hier te lande veel succes met haar streven. Reeds zijn ruim dertig vrouwen, waaronder de dames: Mesdag van Houten, Therèse Schwartze, Augusta de Wit, Johanna Naber, Jungius, tot de te vor men Nederlandsche afdeeling toegetreden. Als secretares zal vermoedelijk optreden mejuffrouw Naber, terwijl mejuffrouw Jungius, directrice van het Nationaal bureau voor vrouwenarbeid, zich moet hebben bereid verklaard de verdere organi satie'ter hand te nemen. Het voornemen bestaat, in den Haag het clubgebouw der Nederlandsche afdeeling op te richten. Mrs. Smedley gaat de volgende week naar Berlijn, om er eene tentoonstelling te organisee- ren van Hollandsche kunst (zoowel schoone als toegepaste kunst), waartoe de inzending vrij slaat voor allen die wenschen te exposeeren en wier werk door eene te vormen jury daartoe geschikt wordt geoordeeld. De kosten van transport enz. neemt de club voor hare rekening. De bedoeling is deze Lyceum-tentoonstelling tegen entrée in de voornaamste Duitsche steden te doen houden. Uit de opbrengst worden de kosten bestreden. Daar de club coöperatief is, deelen de leden in eventueele batige saldo's, Mrs. Smedley wenscht hier te lande een tentoonstelling te houden van het werk van Waller Crane. Wij vernamen dat zij de volgende week Zaterdag hier ter stede denkt terug te keeren en er tot Woensdag zal blijven in het Hotel de Twee Steden, om inlichtingen aan belangstellenden te geven. De dader van den moord in de Scheveningsche bosehjes gevat. De arrestatie van den dader van den moord in de Scheveningsche Bosehjes geschiedde Za terdag-middag in het Haagsche Bosch, tusschen de Laan van Nieuw Oost-Indië en de bosch- wachterswoning, door den rijksveldwachter P. Ver meulen. De aangehoudene liep alsof hij dronken was tegen het publiek aan te slingeren. Toen de aanhouding geschied was, liepen de tranen den aangehoudene uit de oogen. Hij werd onmiddellijk gefouilleerd en in een zijner zakken werd een fijn mesje gevonden (een zg. penne- mesje), waarop een bruine vlek aanwezig was, vermoedelijk afkomstig van het bloed van het slachtoffer, misschien echter ook een roestvlek op het lemmet. De aangehoudene, een jongmensch van onge veer 17 jaren, zekere B., werd door twee agen ten en den genoemden rijksveldwachter naar het parket van den officier van justitie gebracht, waarna in het Huis van bewaring de instructie is aangevangen, die op het oogenblik nog voort duurt. De gearresteerde moet aan den rijksveldwachter bekend hebben tweemaal naar het hoofd van mevrouw Kruseman gestoken te hebben en toen hard te zijn weggeloopen. Reden voor zijn daad gaf hij niet op. Nader verneemt men, dat de aangehoudene is L. M. Brouwer, zoon van den onder-directeur der Brood- en Meelfabriek te 's-Gravenhage. Hij heeft bij de instructie eene volledige bekente nis afgelegd, waaruit blijkt, dat tusschen hem en het slachtoffer geen familiebetrekking en niet de minste verstandhouding, haat of wrok bestond, doch dat men hier eenvoudig te doen heeft met een moord, uit moordlust bedreven. Bij het verhoor moet hij zich dan ook zeer cynisch en onverschillig gedragen hebben. De gearresteerde is door mevr. M., die het treurig feit heeft zien plegen, en door alle ge tuigen, die reeds door den commissaris van po litie te Scheveningen, den heer Sijpkens, gehoord zijn, herkend -als de persoon, die op den be westen middag in de Scheveningsche Bosehjes het feit bedreven heeft. Een ontzaglijke menigte had zich gister-och tend omstreeks tien uur in den omtrek van het gemeente-ziekenhuis op de Brouwersgracht op gesteld om tegenwoordig te zijn bij het vertrek ken van den lijkstoet, die het stoffelijk over schot van mevrouw KrusemanPot, het slacht offer van den in de Scheveningsche Bosehjes gepleegden moord, naar de begraafplaats Nieuw- Eik-en-Duinen zou overbrengen. De, meesten der toeschouwers ontblootten bij het voorbijgaan van den lijkwagen, die door een drietal rij tuigen gevolgd werd, het hoofd. Velen bege leidden den stoet naar de begraafplaats, waar eveneens een groote menschen massa aanwezig was. De lijkbaar was bedekt met een achttal kransen. Weer een aanranding Uit Den Haag wordt gemeld Vrijdag moet in de Scheveningsche Bosehjes weer een brutaal feit gepleegd zijn. Een wande laar zou daar aangesproken zijn, eerst door één individu, later door een tweeden persoon, die toen tot een aanranding overgingen, waarbij den wandelaar de schoenen van de voefen werden gerukt (sommigen zeggen gesneden). De aange rande moest toen op z'n kousen naar huis gaan. De politie schijnt met het feit in kennis te zijn gesteld. Eb en Vloed. Deed zich vóór de opening van den Nieuwen Maasmond de werking van eb en vloed op de Maas alleen op een klein gedeelte van den bene denloop dier rivier gevoelen, thans is die ook hoogerop merkbaar. Vooral Maandag j.l. bij hoogwater en stormweer was dit 't geval en liep de rivier in bovenwaartsche richting gerekend van 50 tot 1 centimeter op. Te Maastricht was geen werking van eb en vloed merkbaar. Ongelukken. Zaterdag-morgen omstreeks half acht had de firma Stooter en Siemens, te Arnhem, haar knecht, den vijftigjarigen M. van der Steeg, gezonden naar haar graanpakhuis aan 'tArnhemsche Broek, aldaar, om daar eenige meelzakken te ver plaatsen. Omstreeks half vier kwam een dochtertje van Van der Steeg bij den patroon informeeren, hoe het kwam, dat vader om 12 uur niet thuis was gekomen om te eten. De heer Siemens zond toen een knecht naar genoemd magazijn, die daar een stapel zakken vond omvergevallen. Dadelijk kwam reeds toen bij dien knecht het vermoeden op, dat daaron der vermoedelijk Van der Steeg lag. Hij verwij derde dus de zakken, en vond werkelijk daar onder het lijk van den knecht, hetgeen op ver zoek van den patroon per brancard werd over gebracht naar het Diaconessenhuis. Zaterdag-morgen kwam te 10 uur ongeveer tele grafisch bericht bij de familie, dat Gerrit W. Kramer, schipper van het visschersvaartuig U K 261, wonende te Urk, Vrijdag-nacht in de Noord zee overboord is gevallen en verdronken. Schiedam, 14 November 1904. Ned. R. K. Volksbond Afd. Schiedam. St. Willibrordusfeest. De afdeeling Schiedam van den Ned. R. K. Volksbond heeft gister het St. Willibrordusfeest weder met opgewektheid gevierd. Nadat de leden in grooten getale de Hoogmis ter intentie der Bondsafdeeling in de kerk van den H. Joannes den Dooper opgedragen, hadden bijgewoond, werd gister-avond in de S. O. V. de feestvergadering gehouden, die buitengewoon druk was bezocht door leden met hunne dames, eerw. heeren geestelijken, donateurs en donatrices. De zaal, met groen en vaandels gesierd, bood een prettigen aanblik. Vooral trokken eenige fraaie portretten o.a. van Z. H. Paus Pius X en mgr. Cahier, met nog enkele andere teekeningen, door den heer F. Hic- kendorff vervaardigd, die aan weerskanten van het tooneel waren aangebracht, zeer de aandacht. De V o o r z i 11 e r„ de heer Th. J. A. Mouwens, opende, nadat het harmonie-orkest »St. Ambro- sius" zijn opwekkende tonen had laten weer klinken, de vergadering en heette allen welkom. Hij verheugde zich, dat men ditmaal weder in zoo grooten getale was bijeengekomen en sprak den wensch uit, dat dezen avond een goeden indruk zal mogen achterlaten. De Voorzitter gaf hierna het woord aan den weleerw. pater G. B. Verhey O. P. tot het houden van een lezing over „De priesterhaat der wereld." Pater Verhey, alsnu het woord verkrijgend, ving zijn lezing aldus aan Ik wensch u, R. K. Volksbonders van Schiedam, geluk met dezen voor u grooten feestdag. Moge St. Willibrordus u zegenen en uwe vergadering werkelijk een beschermer zijn, moge hij voor u bidden en verwerven een waar katholiek geloof, dat leeft in uwen arbeid, in uw gezin, in uw hart, moge hij dat geloof verbreiden onder uwe mede broeders. Moge steeds dat geloof zich uiten in een kinderlijke onderworpenheid aan het hoogste geestelijke gezag, den Paus van Rome, aan onzen doorluchtige!) Bisschop, die uw Bond van harte lief beeft, aan uw eerw. adviseur, die leeft voor uwe belangen, dan gaat ge een veiligen weg, dien de wereld u niet geven kan. Het was Spr. aangenaam ook dezen avond weder den priester zoo ruim vertegenwoordigd te zien. Geen wonder, dat Spr. het volk lief heeft, dat zóó zijn priesters lief heeft, ja dat geen feest zou vieren als niet de priester feest met hen medeviert. Ziende naar andere landen, waar de priester wordt gehaat en vervolgd, gevoelt Spr. zich gelukkig dankbaar gestemd jegens den goeden God, dat ons volk den priester nog eert, hoogschat en zoekt. Spr. gaven deze gedachten een idee voor dezen avond. Thans ging hij spreken niet over den priester, niet over de vrienden van den priester, maar over den priesterhaat der wereld. Hoog boven iedere aardsche macht staat de priesterlijke macht. Zij is een behoefte voor het godsdienstig leven der volkerenzij is een wel daad voor de menschheid. Zij is neergedaald uit den Hemel. Voor ons is het priesterschap een macht zelfs voor Engelen schouders te zwaar en wee degene, die de eerbied voor den priester verloren heeft, zijn geloof daalt, zijn liefde, geheel de religieuse mensch.^Maar ook hier vaart de oude vijand rond de oude trots de oude wellust. De wereld bedriegt nu eenmaal en wil bedrogen zijn. Zij biedt u te koop alle mogelijke fantasie-goed ;echte ware deugd kent zij niet. Zij speelt in den tijd met den tijd, met. de zinnen en al wat buiten haar spel omgaat kent ze niet, haat ze dikwijls. Vandaar geen God, geen eeuwigheid, geen zonde, geen Verlosser voor haar. Zoo is Christus, de Verlosser der wereld, haar een teeken der tegenspraak. Zij haat Christus, den Hoogepriester. En boven het hoofd van den pries ter herhaald zich immer het woord van Simeon »Ecce positus est hic in signum, cui contradi cetur."Deze is gesteld tot een teeken dat zal worden tegengesproken." De wereld haat den priester, Christus heeft het voorzegd: »gij zijt niet van de wereld, daarom zal de wereld u haten. Mij hebben zij vervolgd, ook U zullen zij vervolgen." Men zegtverreweg de groote menigte haat den priester. Aan den hand van pater Monsabré, den beroemden conferencier van de Nótre Dame de Paris, ging Spreker na hoe en wat die groote meerderheid is. Laten we maar royaal zijn, en toegeven dat de groote meerderheid tegen de priesters is. Wat bewijst dat Niets tegen God, niets tegen zijn Kerk. Wat dunkt U van Christus. En hoort het volk schreeuwt over hem Kruisigt hem. De menigte beschuldigde Christus, veroordeelde hem, doodde hem, en waar de menigte hem waande te dooden, daar hielp zij juist Christus in zijn hoogst pries terlijke handeling, het offer van zich-zelven aan het kruis. Wat dunkt van de 12 apostelen? De groote menigte heeft hen bestreden. Wat bewijst dat? Zij zijn gevallen, zeker, maar hun gewijde handen vormden weer andere priesters, die altijd vervolgd, en altijd door vruchtbaar het christenvolk ver meerderden en een geloovige meerderheid stelden tegenover de ongeloovige meerderheid. »De wereld zal u haten", dat woord is van Christus zeiven. De priester zal den haat dragen der wereld en met haar ook die der menigte. Maar de haat verontrust ons niet. Hoog gaat de spot en de smaad der wereld, maar hooger staat het kruis en hooger klinkt Christus' stem «Vertrouwt, ik heb de wereld overwonnen". De Priesters kan men dooden, de priesterschap sterft niet, want. Christus, de onsterfelijke Hoogepriester. zal ons bijstaan tot aan het einde der dagen. Niets. Wat bewijst een meerderheid Macht is geen recht Als wordt dit goddeloos princiep tegenwoordig heel aardig toegepast. Als we die meerderheid van naderbij beschou wen, dan wordt zij zwakker en zwakker. Daar ontbreekt zooveel verstandmen zoekt tevergeefs naar deugd. En waar verstand ontbreekt én deugd, daar kunnen legers tegenover ons staan, een verscheurende kracht des noods, maar die ten slotte immer bezwijken moet voor de kracht van 's menschen rede en deugd. Waar is het verstand van de priesterhaters in Frankrijk Gelijkheid, vrijheid en broederschap leest men daar op alle gebouwen en kerken, maar voeg er bij, behalve voor den kloosterling. De wereld is zoo vol vormen. Ze leert iederen dag meer politesse, meer bescheidenheid, meer humaniteit, maar onze vijanden, vrienden dier wereld, lachen als kwa jongens de priesters hoonen en met steenen werpen. Voor ons is politesse en humaniteit overbodig. Spr. herinnert hier aan den tekst«Het getal der dwazen is oneindig". Spr. wil niet beweren, dat die vijanden allen slecht zijn, zonder eenige natuurlijke deugd. Daar zijn er onder, die nooit iets goeds gehoord hebben van geloofspriesters, voor wie de priesters een levende dwaasheid, een levende domheid zijn, maar deze zijn eerder uitzondering dan regel. Hoevelen zijn er vijanden geworden, nadat zij het geloof hebben afgezworen die hun eed aan God gedaan, hebben geschonden. Hoevelen die hun geloof hebben afgeworpen, om des te vrijer zich te geven aan hunne booze hartstochten. En dan mogen zij komen met alle mogelijke fraaie woor den van ontwikkeling en vrijheidde ware oor zaak van hun priesterhaat ligt dieperde passie haat den priester, gelijk Judas' hartstocht Jezus' liefde voor de armen. De vijanden van den priester zijn de hevige, afschuwelijke passies. Men kan er zeker van zijn, dat de vijanden met zich tellen alle staatsgevaarlijken, losbandi- gen, alle beruchte sujetten. Als dat alles behoort tot hun meerderheid, dan wenscht Spr. den vijand daarmede geluk. De priester staat voor de wereld als een man die niet is van zijn tijd, zijne idëen zijn achter lijk. Hij begrijpt niets van de moderne nooden en aspiraties. Voor hem is het dogma alles. Hij is een duisterling. Nu al ben ik aldus vervolgt Spr. een zeer gering lid van die verheven corporatie, al heb ik nog heel wat wijsheid noodig, toch is het waar dat de kath. kerk hoog staat voor ge heel de wereld door hare priesters. Daar is geen enkele maatschappij die zoo van haar tijd is als de katholieke kerk. Hoe hoog stond Leo XIII niet voor ons allen. Hoe kende hij zijn tijd. Hoe houdt de kerk niet altijd1 gelij ken tred met de wetenschap. Zijn er geen katho lieke universiteiten Hebben wij niet onze pries ters, die eerbied afdwingen bij onze tegenstanders Hebt ge gelezen wat de ongeloovige pers schreef over dr. Schaapman Is er niet aan de Amster- damsche universiteit een priester, die voor ieder een de katholieke Thomistische wijsbegeerte pas klaar maakt voor zijn en onzen tijd 1 Moet ik zijn naam nog noemen Goed Pater de Groot, uw stadgenoot, waarom vreest men dan den priester, als hij toch uit den tijd is In onzen tijd van stoom en automobielen vreest men de diligence niet meer of de trekschuit. En als de priester met juist een man was van zijn. tijd, dan zou men zich niet zoo vermoeien, niet ten velde trekken tegen die oude stakkers men zou ze rustig laten leven als type van oudheid en domheid, vooral nu het oude weer mode wordt. Neen. neen immer heeft Rome kunst en weten schap bevorderd, en spoort steeds haar priesters aan tot studie. Waarom wij dompers zijn Om dat de priester veroordeeld het misbruik der wetenschap, de valsche conclusies, en aanwijst de dwaling. We mogen gerust breede gedachten hebben, maar zorgen dat ze juist zijn en goed. Wij mogen gerust ieders consciëntie eerbiedigen, maar dat moet niet voeren tot onverschilligheid. Leo XIII zegt zelf«Niemand mag worden ge noodzaakt het geloof aan te nemen, ten koste zijner vrijheid". Wij mogen gerust het volk onderrichten. Dat hebben wij ook gedaan van den beginne af. maar leert dan eerst het volk zijn eeuwige bestemming, zijn goddel ij ken oorsprong, zijn plicht jegens God, zijn gezin en de maatschappij. Een wijze democratie is niet ongeoorloofd, maar zeg niet dat macht en meerderheid recht is, dat is het beginsel van alle macht, rust en wortelt in de menigteZeg niethet volk is koning, want gij verbergt hiermede de godslastering: «Het volk is God". Wij willen niet heerschen, maar onzen plicht doen, opdat de vijand niet heersche over ons. En waar de priester betrokken is in tijdelijke zaken, daar weet hij, dat het een toevallig iets is en dat het moet strekken tot beter bestuur der zielen. Wij hebben een verheven roeping: Christus te doen heerschen in de harten der menschen, en waar het onze zending geldt, zullen wij luide roepen om vrijheid en onafhankelijkheid. Dat is ons heerschen dan Christus moet heer schen in ons hart door zijn waarheid, door zijn wet en genade. En hierin willen wij vrij zijn, zullen wij het ook, al kost het ons bloed! Nu tot een ander punt komend, zegt SprWij kunnen lezen van slechte priesters in pamfletten, boekjes, brochures, in romans, in dagbladartikelen, ze zien in comedies enz. Wij lezen het op de muren onzer huizen, op de muren der openbare gebouwen, waar de onschuld anders wordt be schermd. Ik spreek hier niet over de priesters, die on trouw geworden zijn aan hun roeping, aan hun woord. Ik ontken niet dat het geslacht der Judassen niet is uitgestorven, maar toch een luid protest in naam van het rechttegen de lage, oneerlijke en schaamtelooze exploitatie dier schandalen om de meest eerbiedwaardige corporatie te vertrappen. Het gaat niet aan een stand te veroordeelen, omdat sommige zich onwaardig gedragen. Waar menschen zijn, zijn feilen, en Christus zelve zegt: onmogelijk is het dat er geen ergenis komt, maar wee hem, door Wien de ergenis komt. Hij zegt niet: vervloek de corporatie waarin die ergenis geschiedt. Is de Volksbond verantwoordelijk voor wat zijn leden in 't bizonder doen Priesterhaat en priestervervolging, dat is het wachtwoord des ongeloofs. Wil men de kerk verwoesten, den godsdienst vernietigen, dan moe ten de herders, de priesters, eerst weg. Keizer Decius beval ieder priester moest onmiddellijk ge dood worden. De Engelsche strafwet had vroeger op het hoofd van een priester dezelfden prijs ge steld als op het dooden van een wild dier. In de Fransche revolutie vloeide het priesterbloed met stroomen. Het martelaarsboek der Kerk telt gan- sche rijen van priesters als offers van priesterhaat. Zoo is het nu nogpriesterhaat en vervolging. En staat er soms iemand op om allerlei fantas tische verhalen tot legende te maken dan herroept niemand zijn dwaling, zelfs niet onze groote, eer lijke liberale pers. Uitgesloten en verjaagd moeten wij wordenuit ieder gezelschap en de infernale kreet klinkt uit duizend monden niet een zal de rust en de heil der volkeren komen, vooraleer niet de laatste ko ning gewurgd is, met de ingewanden van den laatsten priester. Verdient de priesterschap den smaad en het on recht door het ongeloof haar toegeworpen Daar is geen stand ter wereld, die meer weldaden ge schonken heeft aan de maatschappij. De priester is een andere Christus, die zegenend door de we reld gaat. Spr. haalt Heinr. Heine aan, die eens gezegd heeft verstandig genoeg te zijn om nooit de kleinste bres te schieten in den kolos, gelijk de kerk van Petrus is. De hand des priester heeft Europa beschaafd, het land vruchtbaar gemaakt, de industrie, de ambacht, van wie zijn die groote gebouwen van christelijke liefde en weldadigheid Van Priesters. De priester heeft dit alles kun nen doen en hij kan het nog, juist door zijn zoo hevig belasterde en gehaté kuischheid. De Priester staat bij uw wieg, bij uw ziekte, bij uw graf. Maar zegt het ongeloof: ik vervolg de slechte priesters 1 Slechte priestersDaar waren er en zijn er en zullen er .zijn. Niemand betreurt het meer dan wij. Maar het ongeloof huichelt hier. Juist de liberale ideeën, juist de hooge geroemde gezonde zinnelust, de vrijheid van zondigen. Wie beschermt het ongeloof? Niet de strenge priesters, die ortho doxe, maar de mannen die besmet zijn met de we- reldsche ideëeu. Haat en haat alleen vervolgt den priester. Waanheid bestaat hier niet. Men zegt: wacht u voor Rome, want waar Rome heerscht, daar komt de brandstapel, de pijnbank, de inquisitie. Gallileo Gallilei wordt uit zijn graf gehaald, hij rammelt met ketenen, die hij nooit heeft gedragen, bleek als een doode, uitgemagerd, een type van ellende, en wie alleen de schuld Rome en haar priesters. Wanneer het in Frankrijk op religieus gebied zoo treurig uitziet dan moet men niet ver geten, dat men brochures, pamfletten en druk werken. te vies om onder de deur te schuiven, heeft doen regenen, die heden nog als voorbeeld zijn voor onze vijanden. Men moet liegen, men moet brutaal liegendat is het leitmotief des ongeloofs. Spr. haalt hier aan hetgeen de grootmeester August Couvreur onlangs heeft gezegd»Ik drink op den dood van den clericalen geest, op den val van een kerk, wier bestuur rust op onwe tendheid en bijgeloof, op den val van haar, die Luther, de groote Luther, reeds noemde de veile

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 2