Dagblad voor Schiedam en Omstreken, SCHELMEN. 27ste Jaargang Dinsdag 29 November 1904. No. 8065. Algemeen Overziclit. FEU IL L E T O n! l)e oorlog in Oost-Azië. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per week '10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauRoter- straat 50 en hij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 12i/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk ad verteeren worden uiterst bil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. ^Postbus no. 39. 28 November. VAN HET OORLOGSTE RREIN. Port Arthur. Een Japansche aanval afgeslagen. Nadere telegrammen. De algemeene aanval aan den gang. Een bloedig gevecht van man tegen man. De uitslag is nog onbekend. De strijd duurt voort. De ware toestand te Port Arthur valt op het oogenblik zeer moeilijk te beoordeelen, omdat in den laatsten tijd de berichten vaag en onbestemd waren. Het eenige nieuws, dat. men van Japansche zijde voortdurend te hooren kreeg, was, dat de stad meer en meer werd ingesloten en de val der veste slechts een kwestie van enkele dagen werd genoemd. Een depêche van Koeropatkin aan den Tsaar meldt, dat hij van generaal Stössel een draad- bericht heeft ontvangen van den 21en, meldende, dat bij een nieuwen aanval de Japanners wer den teruggeslagen. De Japanners schijnen nu weder hun uiterste krachten in te spannen om Port Arthur te ver overen en zij zenden steeds versterkingen aan het belegeringsleger. Zij hebben Hoeangosan bezet om den proviandaanvoer te verzekeren. De telegrammen van gister maken melding van een nieuwen verwoeden aapval. Zij luiden als volgt TOKIO, 27 November ('s avonds). Er is een algemeene aanval op Port Arthur aan den gang. De uitslag is nog niet bekend. Generaal Naka- moera en Saito, die speciaal op de sabel gedrilde troepen aanvoeren, hebben de Russische forten bestormd, waar het tot een bloedig gevecht van man tegen inan kwam. De uitslag van dezen stormaanval is nog niet bekend. TOKIO, 27 November (6.30's av.) Het keizerlijk hoofdkwartier heeft zooeven de volgende mede- deeling gedaan Daar de werken ter voorbereiding van den aanval op Loengsoejan en de forten die oostelijk daarvan liggen, nagenoeg voltooid waren, werd er gister-namiddag een algemeene aanval gedaan, maar tengenvolge van 's vijands hardnek kig verzet bereiktenwijonsdoel niet. Het gevecht duurt voort. Blijkens deze telegrammen hebben de Japanners voor dezen aanval bizonder daarvoor geoefende troepen onder aanvoering der generaals Na- kamoera en Saito op de bezettingen der Russi sche forten trachten te werpen om door een ge- Vecht van 'man tegen man met de sabel in de vuist zich van de vijandelijke stellingen meester te maken. Het telegram uit het keizerlijke Japan sche hoofdkwartier geeft te Verstaan, dat die po ging aanvankelijk dank zij het onbreekbaar ver zet van Stössel's dapperen wederom geen suc ces heeft gehad. Na de stilte der laatste dagen komt het be richt van dezen nieuwen stormloop der Japan- Engelsch Volksverhaal uit het begin der vorige eeuw. 47) Guij zag op en herkende het goedige gelaat van den braven Ludwig, doch uit zijne aan gename droomen weder in de werkelijkheid teruggekeerd, durfde hij nauwelijks denken, wie die rijzige dame achter die voile wel kon zijn. Zij sloeg haar voile op en ontblootte een gelaat, dat even goedhartig was als dat, waarvan hij gedroomd had. Het was Augusta. „Gij zijt ongesteld, en ik ben gekomen om een der voornaamste liefdewerken te ver richten, namelijk een zieke te bezoeken." „Gravin, ik. dank u voor uwe vriendelijke goedheid, die de schuld mijner dankbaarheid welke reeds alle grenzen te buiten gaat, nog vergroot," antwoordde hij langzaam met be vende stemterwijl een hevige blos voor een oogenblik zijn gelaat overtoog, om zijne doo- delijke bleekheid daarna nog des te meer te doen uitkomen. „Wat is hij bleek, hij heeft zeker ont zettend geleden," dacht Augusta, terwijl zij de ners eenigszins als een verrassing. Toch schijnt men te Tokio wel zoo iets verwacht te hebben. De correspondent van de Standard aldaar seinde tenminste Vrijdag, dat men in de Japansche hoofd stad sinds eenige dagen een belangrijken omme keer in den toestand voor Port Arthur op han den achtte. Het werk der sappeurs tegen de voor naamste forten der hoofdverdedigingslinie, met name Erloengsjan, Loengsoesjan en Toeng-ki-kwi- sjan, was goed gevorderd en had reeds tot ver scheiden voordeden geleid. Dat laatste moge nu ietwat voorbarig zijn geweest, het bericht uit het Japansche hoofdkwartier bevestigt, dat het werk der genie een nieuwen aanval voldoende had voor bereid. In Mantsjoerije. De correspondent van de Nowoje Wremja te Moekden seint dat al wat men vertelt over de agressieve plannen der Japanners op niets wezen lijks berust. De zaak is, dat men er niets van afweethet is niet bekend wat. de Japanners en evenmin, wat de Russen doen zullen. Wie beweert dat de Japanners een grooten opmarsch in den zin hebben, schijnt niet te weten dat de Sja-ho de twee legers scheidt, en als men zegt, dat de Bussen zullen terugtrekken Am te Moekden te gaan overwinteren, verliest men uit het oog dat de Russische stellingen op den rech teroever van de Sja-ho zoo sterk geacht worden dat ze onneembaar zijn voor de Japanners. Een omtrekkende beweging van het Russische leger, dat ongeveer even sterk is als het Japansche, zou slechts mogelijk zijn, indien er voor de Ja panners plotseling een 150.000 man versterkingen uit de lucht kwamen vallen. Intusschen maakt de toenemende koude het is 's nachts 15 graden onder nul het vraag stuk van de verwarming nog ingewikkelder. Stelt men zich wel voor, wat het beteekent, 600.000 man warm te houden op het open veld? Tal van Chineezen loopen den omtrek af om al. wat tot brandstof dienen kan, bijeen te brengen, zij halen zelfs de wortels van de gaolian uit den grond, maar alles bijeengenomen is het resul taat gering. Om de soldaten wat op te wekken en de loomheid te bestrijden laat men hen ver kenningen doen. Van tijd tot tijd bombardeert de eene partij de andere, maar de tegenstanders zijn beide zoo goed verschanst dat zij elkaar niet kunnen raken. De granaten springen en de menschen blijven ongedeerd. Van 'eenig belang is echter het bericht uit Moek den, dat een sterke troep Choenchoezen, onder bevel van Japansche officieren, door de kozak ken met verlies verdreven is van het station Kai-ju-en, bij de Liao. Want dit station ligt op een tamelijken afstand ten noorden van Moek den, en als de Japanners er in slagen, in dezen tijd van betrekkelijke werkeloosheid hun tegen standers voortdurend te verontrusten op hun ver bindingslijn, kunnen zij hen nog veel kwaad be rokkenen. Het Telegraafagentschap verneemt uit Moek- vermagerde trekken aanschouwde, die nog witter waren dan het helderschoone laken. „En zijt gij zoo erg ziek geweest?" vroeg zij bekommerd terwijl zij met haar hand op oen stoel leunde. „Ja," zeide hij, „maar ik ben nu veel beter, ofschoon nog zeer zwak, als een gevolg van de hevige koortsen, die ik gehad heb." Toen ging zij op den stoel zitten, en over tuigde zich door eenige vragen, dat de geschie denis van den moordaanslag werkelijk was zoo- als Ludwig dien aan haar vader verteld had. Kort daarop stond de Gravin op om te ver trekken. „Hebben de vruchten u goed gesmaakt?" „Dus hebt gij ze gebracht, goede Ludwig?" vroeg Guij. „Ja, mijnheer," antwoordde hij. „God ze- gene en bescherme u!" Een haastige' handdruk, zoo hartelijk, dat zij Guij bijna pijn deed, en de brave man was verdwenen. Guij gevoelde zich minder eenzaam, want do gedachten, die hem bezielden, waren van een getrouw gezelschap. Karei keerde terug, vergezeld van Dr. O'Mara, die zich, zoodra hij den blos op Guij's wan gen bemerkte in klaarblijkelijke ongerustheid naar het bed spoedde. „Wel, Guij, mijn jongen," riep hij uit, „wat is er gebeurd? uwe wangen zijn hoog gekleurd, en uw pols slaat als een horloge den, dd. 26 November: De Japanners trachtten Donderdag een paar kanonnen op den Hoeantai- berg te plaatsen, maar zij werden verdreven. Een afdeeling Russische jagers-vrijwilligers heeft het bosch bij Nanhansi, niet ver van den Poelilof- berg, bezet. In Mantsjoerije schijnt blijkens, latere telegram - men, meer activiteit aan den dag te worden gelegd. Koeropatkin seint aan den Tsaar van 26 dezer: Den 24sten vielen de Japanners bij Pinhetsjen een afdeeling van ons aan op het front en aan den linkervleugel, 's Avonds was de vijand overal teruggeworpen. In den nacht op den 25sten be proefden de Japanners nogmaals de afdeeling aan te vallen, maar werden door het vuur van deze tot staan gebracht. Den 25sten kreeg de vijand versterkingen. Nadat uit Lsantsjan hulp was aangekomen begon 's morgens om elf uur de strijdeerst op den rechtervleugel, dan op het centrum en eindelijk op den linkervleugel tegen de afdeeling van Pinhetsjen. De Japanners vie len om elf uur aan, maar werden teruggeslagen. De Japansche artillerie werd door het krachtig vuur der onzen tot zwijgen gebracht. Tegen 4 uur begon een hevige sneeuwjacht bij sterken mist, hetgeen het werk der artillerie belemmerde. Onder bescherming van den mist gingen de Ja panners opnieuw tot den aanval over, maar' onze afdeeling behield haar stellingen, 's Avonds ein digde de strijd onze verliezen waren klein. Een nader telegram van Koeropatkin meldt Onze verliezen in de gevechten van den 25sten bedragen 9 dooden en 57 gewonden. De nacht op den 26sten ging rustig voorbij. De Japanners overnachtten op 3 tot 4 werst zuidelijk en oostelijk van onze stelling. In den morgen van den 26-ten dwong onze bergartillerie de vijandelijke voorhoede tot den terugtocht. Tot negen uur 's morgens ondernam de vijand een nieuwen aanval. Terwijl hij beproefde onzen linkervleugel om te trekken deed hij een zwakken aanval op het centrum. De Oostzee-vloot op weg naar de Oost- Aziatische Wateren. Het Russische pantserschip Sisoj Weliki is be houden te Suez aangekomen. Toen het de an kerplaats bereikte werd het. met dertien kanon schoten begroet door den Engelschen kruiser Her mit me. Aan boord van het pantserschip Nawarin, dat na het eerstgenoemde aankwam, werden het Engelsche volkslied, de Marseillaise en het Egyp tisch volkslied gespeeld; het pantserschip beant woordde het saluut. Een later telegram meldtDe Oostzeevloot is uit Suez vertrokken, begeleid door kruisers der Egyptische kustwacht. Het jacht Emerald heeft zooven verlof tot vertrekken gekregen. De bestemming is onbe kend. De Emerald is zuidwaarts vertrokken. - De derde groep van de Oostzeevloot, onder bevel van admiraal Niëbogatof, is bij Skagen door den zwaren storm geteisterd, zoodat verschei den schepen averij kregen. Toch zijn ze alle zonder regulateur'! Die verschijnselen zijn bui tengewoon." „Ik gevoel mij toch heel wel, dokter." zeide Guij met een van geluk stralenden blik. „Ik heb bezoek gehad." „Werkelijk?" riep O'Mara gerustgesteld. Van dien dag af ging Guij buitengewoon snel in beterschap vooruit. XVIII. Harten is troef. Het genezingsproces is zelfs onder do gun stigste omstandigheden langzaam en vervelend, vooral als de lijder, evenals met Guij het ge val was, een onverdorven geest bezit, die on geduldig reikhalst naar het weder hervatten zij ner dagelijksche bezigheden, waartoe hij door zijne zwakheid nog niet in 'staat is. Vele dagen van langwijlige eenloonigheid wa ren er verloopen eer Guij eene poging kon doen om zijn bed te verlaten. Eindelijk waagde hij het, op den stevigen schouder van den ge trouwen Karei geleund, eene betrekkelijk lange wandeling te doentot het andere einde der voorkamer en weer terug naar zijn bed, en het was inderdaad voor beiden eene groote gebeurtenis, toen de invalide zich sterk ge noeg gevoelde, om dat waagstuk niet alleen zonder hulp te volbrengen, maar ook om eene kleine wandeling op de binnenplaats te doen, uit Skagen vertrokken, met uitzondering, naar men meent, van de Oleg. Verspreide berichten. Het Russische telegraafagentschap deelt mee In verband met de ontheffing van Alexejef van het opperbevel in Oost-Azië werd gisteren een keizerlijk rescript openbaar gemaakt, waarin Ale xejef de tevredenheid van den Tsaar wordt betuigd over de door hem als opperbevelhebber verworven verdiensten en hem de orde van St. George derde klasse verleend. De tekst van de openbaar gemaakte Engelsch- Russische conventie bevat geen nieuwe punten. De commissie zal onderzoek doen naar alle om standigheden van het Noordzee-incident, in 't bizonder echter naar de vraag, waar de verant woordelijkheid ligt en de mate van blaam, die op onderdanen van beide contracteerende partijen rust of op onderdanen van andere landen ingeval er verantwoordelijkheid van zoodanigen wordt vastgesteld. Lord Lansdowne heeft een brief gericht tot de Kamers van Koophandel, waarin hij zegt, dat En gelsche reeders, die hun schepen verhuren om de Russische vloot te volgen met steenkool, zich bloot stellen aan vervolging op grond van de Foreign Enlistment Act. Kapitein Klado, die Rodzjestwenski's rap port over het Noordzee-incident opmaakte en naar Petersburg bracht, is gedecoreerd „wegens bui tengewone diensten, tijdens den oorlog be wezen." RUSLAND. De Berlijnsche Lokal-Anzeiger ontvangt uit War schau het bericht, dat de politie aldaar des nachts een huis heeft omsingeld waarin een vergade ring werd gehouden. Er werden 37 personen gearresteerd, onder wie alle leden van het so cialistische comité. Ook een geheime drukkerij werd in beslag genomen. Politieke bijeenkomsten worden in Rusland nog druk gehouden. Zaterdag-avond heeft ten huize van Pobjedonostsef, den procureur der H. Synode, een vergadering plaats gehad waarop men besloten heeft zich met hand en tand legen de vrijzinnige beweging te verzetten. Op dien zelfden tijd is de juristenvereeniging weer bijeen geweest; daar ging het stormachtig toe, terwijl over de vrijheid van drukpers gesproken werd; ten slotte werd bij acclamatie een motie aange nomen, waarin een grondwet geëischt wordt. Over de te Sebastopol voorgekomen onlusten wordt gemeld. Nadat men tot de overtuiging ge komen was, dat onlusten verwacht konden wor den, gaf de commandant last des avonds slechts voor dienstzaken de manschappen in de stad te laten gaan. Des avonds te zes uur stonden ongeveer 20 mannen voor de poort van de kazerne te schreeu wen; er werden ruiten ingeworpen, en toen de menigte steeds toenam, werd alles kort en klein geslagen. Patrouilles vuurden op de menigte, ge- waarbij hij enkel leunde op een stevigen doorn- nok, dien hij nog van Hochstein had medege bracht en dien vader Daniël, die een kenner van dergelijke zaken was, zelf gesneden had. Ka- rel hield hem op die tochtjes altijd gezelschap, steeds gereed om bij het minste blijk van zwak- beid of vermoeienis onmiddellijk zijn steun te verleenen. Eens op een avond, toen Guij, na meer be weging dan gewoonlijk genomen te hebben, in een luierstoel zat, en terwijl Karei op Guij's aanhouden weer naar zijne boeken was terug gekeerd, en door verdubbelde inspanning tracht te den verloren tijd in te halen, werd er op de deur geklopt, luid genoeg om aan te too- nen, dat de bezoeker niet twijfelde, of hij zou hartelijk welkom zijn. Guij bukte ter zijde, trok aan het koord, dat aan de deurknop bevesligd was en hoorde kort daarna zware naderende voetstappen in de voor kamer. Een burgerlijk doch goed gekleed echtpaar trad binnen en stonddoch slechts voor één oogenblikhem met bezorgden blik aan te zien. De herkenning volgde onmiddellijk, ondanks dat het reeds begon te schemeren. „Is het mogelijk?" vroeg Guij op een toon van blijde verrassing, die bewees, dat de vraag geen antwoord behoefde. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1