Statèn-Generaal. Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Gemengd Nieuws. van keizer Wilhelm, van koning Edward en van president L on bet en aan de arbitragerèrdragen, gesloten met Frankrijk, Engeland en Zwitserland, j terwijl de Vereen. Staten en met andera lan den onderhandelingen zijn geopend ten gunste van het behoud van vrede en recht. Italië zal voortgaan op den weg der beschaving. In de kwestie der spoorwegen zal de regeering te rade gaan met de eischen der begroeting en met de belangen van handel en nijverheid. Het even wicht van het budget moet met alle kracht wor den gehandhaafd. De regeering zal zich ook wij den aan de voortdurende verbetering van het leger en de vloot. Uit Rome. Mgr. Scapinelli is als opvolger van kard. Mo- cenni benoemd tot administrateur van de goe deren van den H. Stoel onder toezicht van de betrokken commissie van kardinalen. De nieuw benoemde zal de vertrekken van zijn voorgan ger gaan bewonen. JAPAN. Het Japansche parlement is gister op plechtige wijze idoor den Keizer geopend met een troonrede, waarin gezegd wordt dat de betrekkingen met alle onzijdige mogendheden steeds vriendschappe- lijker worden. De troonrede kondigt een wets ontwerp aan tot bestrijding van de buitengewone oorlogsuitgaven. De troonrede zegt VerderOns leger is in eiken slag overwinnaar gebleven, en heeft herhaaldelijk bewijzen gegeven van zijn trouw en zijn dapper heid, zoodat de oorlog zich meer en meer in ons voordeel keert. Wij verwachten, met de toewij ding van onze onderdanen, ten slotte ons doel te zullen bereiken. AUSTRALIë. In het Australische bondsparlement heeft Bruce Smith een motie ingediend tot schrapping van de bepaling die de Japanners uit Australië weert. Hij betoogde dat de Japanners thans vooraan staan in de rij der volkeren, en eerbiedwaardige bondgenooten zijn van de Britsche natie. De cor respondent van de Daily Chronicle te Melbourne verzekert echter dat er veel verzet is tegen Smith's motie, en dat die zeker verworpen zal worden. AMERIKA. De telegrammen uit New-York vermelden, dat de invloedrijke republikeinen zich bijna allen tegen Roosevelt's tarievenprogram verzetten. Onder hen is ook Cannon, de voorzitter van het Huis van afgevaardigden. Volhardt Roosevelt, dan schijnt het zeker dat het tot een breuk zal komen tus- schen hem en de republikeinsche partij. SPANJE. De Spaansche Senaat heeft het concordaat met den H. Stoel met 157 tegen 36 stemmen aangenomen. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 30 November. Indische begrooting De minister van Koloniën krijgt het woord tot het beantwoorden van de verschillende sprekers. Hij beloott er bij de Indische regeering op aan te dringen, dat de verlangde beide wet boeken spoedig zullen worden ingevoerd. Komen de tot de mishandelingen op de oostkust van Sumatra, verklaart spr. het rapport-Rhemrev niet te kunnen overleggen. Het gevaar, dat nu de goeden met de slechten in verdenking zouden komen, bestaat naar zijn meening niet. De re dactie van het rapport waakt daartegen. Uitdruk kelijk verklaart de minister, dat men wel wist, dat hier en daar op de plantages ergerlijke dingen gebeuren, maar dat men niet kon weten, dat de toestanden zóó erg waren, als nu uit het rapport- Rhemrev blijkt. De heer v. d. Brandt heeft zoo zegt de minister een goed werk verricht door het schrijven van zijn brochure. Dat de ambtenaren niet altijd met voldoende kracht tegen de misbruiken zijn opgetreden, erkent de minister en zelfs wordt overwogen, of niet tegen hen, die al te zeer in gebreke bleven, nog kan worden opgetreden. Men vergete echter niet, de moeilijke omstandigheden, waarin zij zijn geplaatst: hun getal is klein, en de misstanden, die zij von den, bestonden reeds, om zoo te zeggen, historisch. Ook de minister meent, dat het geneesmiddel niet in de eerste plaats is gelegen in een wijzi ging van de koelie-ordonnantie, maar in beter toezicht. Het politiekorps, dat nu uit 434 man bestaat, zal met nog 337 man worden uitgebreid. Het instellen van een justitieraad te Medan is den minister gunstig gezind. Met de arbeidsin spectie zal een proef worden genomen. Omtrent de koeliewerving is reeds een cpncept- ordonnantie in bewerking. Het stelsel van de voorschotten acht Z.E. niet af te schaffenzonder voorschot zouden niet genoeg liefhebbers zich voordoenaan de misbruiken, die daarbij plaats hebben, zal men trachten tegemoet te komen. Het hebben van schuld is bij ons geen fin Britsche koloniën wel) beletsel, zijn contract te doen eindigen. Het met geweld terugbrengen van weggeloopen arbeiders, die hun contract'verbre ken, is voorloopig nog noodig, doch streng moet daarbij worden gewaakt tegen misbruik. De straf rechterlijke dwang op het naleven van het civiel-rechtelijk arbeidscontract bestaat trouwens in verscheidene landen ook 'van Europa, bij ons zelfs, ten aanzien van schepelingen. Een commissie ter overweging van de wijziging der koelie-ordonnantie keurt spr. af. De zaak moet in beginsel door de Indische regeering en het departement van Koloniën worden behandeld. De wijze van uitvoering zou dan later aan een com missie kunnen worden opgedragen. Sprekende over de motie-Troelstra-van Kol zegt de minister deze niet als een vijandelijke' tégen hem gerichte te beschouwen'punt voor punt de motie nagaande* meent hij echter dat door zijn sprekers toezeggingen, voor het aannemen van de motie geen reden bestaat. Alles wat gevraagd wordt, is reeds toegezegd, en zal er door de motie niet spoediger komen. De aan neming of niet-aanneming van de motie laat hij geheel aan de Kamer over, maar«als men reeds loopt, en in de goede richting loopt, is het niet aangenaam, nog een duw te krijgen." De heer van Kol dupliceert hierop. De heer T roelstra wendt zich tot den heer Cremer, van wien hij niet begrijpt hoe deze, aan de ministerstafel gezeten, niets tegen de koelie- schandalen heeft gedaan. Hij doet verschillende aanhalingen uit een door den heer Cremer ge schreven brochure »Een woord uit Deii", waarin liet bestaan van verkeerde toestanden tamelijk wel ontkend wordt. Naar aanleiding van het door dézen minister, den heer Idenburg, gesprokene, brengt de heer I roelstra «zijn vriend van Kol" hulde voor hetgeen hij nu bereikt heeft. Hij stelt de heeren Cremer en van Kol tegenover elkaar en de vergelijking valt dan zeer treurig uit voor eerstgenoemde. «De heer Cremer heeft schandelijk zijn plicht verzaakt roept de heer froelstra uit. Een opmerking over «het schijnheilig gelaat van den heer Cremer" bezorgt den redenaar een aanmerking van den Voorzitter. W at de motie aangaat, inderdaad was het spreker te doen, den minister eerder een dienst te bewijzen dan het tegenovergestelde. Den «duw", waarvan de minister sprak, wil spr. alleen daarom geven, omdat hij ook wel in tegenovergestelde richting krachtige duwen zal krijgen. Spr. handhaaft zijn motie. Be heer Fock verklaart, dat alle politieke partijen het met den minister eens zijn omtrent het bestaan en het moeten verdwijnen van de koelieschandalen. De motie-Troelstra zou dus een schandelijken indruk kunnen vestigen. Daarna stelt spreker met de heeren de V i s s e r en de Waal Malefijt een motie voor, die overweegt, dat aan de misstanden een einde moet worden gemaakt, en daarbij verklaart te vertrouwen op den mini ster. De heer Pijnacker Hord ij k kan het niet helpen, als hoofdambtenaren hem destijds ver keerd hebben ingelicht omtrent de koelietoestan den. Op Medan worden zij goed behandeld, dat heeft hij zelf gezien. De heer Cremer zegt, dat hij niet op alle, door den heer Troelstra te berde gebrachte zaken zal ingaan. Als men 30 jaren lang in het publiek werkt, moet iemands karakter wel blootstaan aan allerlei kritiek, maar behoeft niet op alles te ant woorden. Dat vroeger de toestand niet zoo slecht was, kan o.a. de afgevaardigde, de heer van Lim burg Stirum, getuigen. Door den heer Troelstra is spreker telkens onvolledig geciteerd. Hij had zich steeds bij zijn uitspraken beroepen op verklaringen van Indische autoriteiten. Het optreden tegen misbruiken is steeds door hem voorgestaan als in het belang van werknemer en werkgever beiden. Overigens behoort de administratieve macht geheel en al bij den Gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, een minister van Koloniën mag daar niet steeds ingrijpen. De heer Troelstra, toegevende dat de motie- r ock hetzelfde beoogt als de zijne, doch meer kans heeft van aangenomen te worden, trekt zijn motie in. De rede van den heer Cremer acht hij slechts een poging om den indruk van spreker's rede te verzwakken. De heer van VI ij men dringt aan op een meer billijke behandeling van de vreemde ooster lingen. De m i n i s t e r, deze opmerking beantwoordende, zegt, dat een wijziging van het reglement, dat hun toestand beheerscht, reeds in de maak is. Den heer Troelstra merkt hij op, dat het boekje van den heer van den Brandt is verschenen na het altreden van den heer Cremer. De motie-Fock waarmee de minister verklaart, zich te vereenigen, wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Bij onderafdeeling 17 «Gevangenen en veroor- Tal ma minister In Den Haag loopt liet gerucht, zegt de N. A. CL, dat minister Kuyper het departement, van Buitenlandsche Zaken zou overnemen en de heer Talma zal optreden als minister van Binneniandsche Zaken. We geven dit gerucht, zegt het blad. als zoodanig weer. Maar het behoeft wel eenige nadere be vestiging, 't Gaat tegen St. Nicoiaas Tweede Kamer. Het Dagbl. v. Noordbr. verneemt uit goede bron, dat de lieer Mutsaerts, burgemeester van Tilburg, een schrijven heeft gericht aan de Cen trale R. K. Kiesvereeniging te Waalwijk, waarin hij meldt, dat hij bij de a.s. verkiezing niet meer in aanmerking wenscht te komen voor het lid maatschap der Tweede Kamer. Dr. Mees. Dr. Mees lijdt van de beenbreuk geen pijn en sliep gister-nacht goed. De patiënt zal wel een zestal weken het bed moeten houden. Gepasseerd. Mr. Rhemrev, officier van justitie te Batavia, die het bekende rapport over de toestanden in Deii samenstelde, heeft zich, volgens het Soer. llbld., bij de Tweede Kamer beklaagd over zijn passeering door de benoeming van mr. Davelaar tot president van den Raad van Justitie teSoera- baja. Valsche muntbiljeten. De minister van Financiën brengt ter kennis; dat eenige valsche muntbiljetten van f10 zijn aangetroffen, genummerd P R 7322 (laatste model) en voorzien van de handteekeningen Harte van Tecklenburg en Moens. Deze valsche muntbiljetten zijn o.a. te herkennen doordat het papier geen watermerk bevat, terwijl de strafbepaling aan de achterzijde in bruine, in plaats van zwarte letter voorkomt. Bovendien zijn de serie-letters en -cijfers en de handteekeningen klaarblijkelijk uit de hand met de pen overge trokken. Ten slotte is de kleur van het geheele biljet donkerder dan die van de echte muntbil jetten. Handel in vrouwen en meisjes. Een wetsontwerp kan eerstdaags worden tege moet gezien in verband met eene aan het Rijk geldelijke verplichting opleggende bepaling in de regeling den 18en Mei 1904 te Parijs gesloten in zake den handel in vrouwen en meisjes. Zaak-Yan Diggelen. Naar men verneemt, zal de Overijselsche vrij zinnige Statenclub het uitvoerig verweer van mr. Van Diggelen niet onbeantwoord laten. Het ant woord zal waarschijnlijk spoedig worden gepubli ceerd. De Hertog Hendrik. Hr. Ms pantserschip Hertog Hendrik is te Port Said aangekomen. deelden wijst de heer Hugenholtz op den slechten toestand, waarin sommige gevangenissen verkeeren. De minister kan op alle, door den heer Hugenholtz hierbij ter sprake gebrachte punten niet antwoorden, omdat geen dezer zaken bij liet afdeelingsonderzoek is te pas gekomen. Ten op zichte van de ontucht zegt de minister, dat hij last heeft gegeven, geen vrouwen meer in de gevangenissen toe te laten. Bij de onderafdeeling «Financiën" antwoordt de minister op desbetreffende opmerkingen, dat de overheid geen gelegenheid tot opiumschuiven geeft in het belang van de schatkist, doch alleen om den smokkelhandel tegen te gaan. Bij de onderafdeeling «Pensioenen" acht de heer H e 1 s d i n g e n vermindering van het maximum pensioen tot f4000 per jaar hoog noodig, evenals verhooging van den pensioensdiensttijd van 20 tot 30 jaar. invoering van den door den heer Hels- dingen gewilden maatregel zou gebrek aan goed personeel ten gevolge hebben, antwoordt hierop de m i n i s t e r. iNa re- en dupliek van den heer van H e 1 s- d ingen en den minister, wordt de afdeeling «Financiën verder afgedaan en de verdere be raadslaging tot morgen (Donderdag) verdaagd. De Koninklijke familie. H. M. de Koningin-Moeder is gister van Haar verblijf buiten de residentie, tegen 12i/2 uur al daar teruggekeerd, op het perron van 'het Staats spoorstation opgewacht en verwelkomd door jhr. de Ranitz, grootmeester en intendant van Hr. Ms. Ruis, den burgemeester, baron Sweerts en den generaal-majoor, commandant der le divisie, jhr. van der Goes, die de functie van gouverneur der residentie waarneemt. H. M. begroette deze autoriteiten en begaf zich vooral in gesprek met den burgemeester. Zoowel ter weerszijden van de Kon. wacht kamer als buiten het station in de Rijnstraat nam H. M. de groeten, bij het voorbijgaan van het hofrijtuig, vergezeld van gejuich, in ont vangst van een vrij talrijk publiek, dat ter bij woning van Hr. Ms. binnenkomst aldaar was saamgekomen. Ongelukken. Te Krimpen a. d. Lek is het 8-jarig zoontje van W. K. Albers te water geraakt en verdronken. De dochter van den fruithandelaar Van W. te Alfen is door de stoomtram aangereden, zoodat zij kort daarna overleed. Te Slagharen a. d. Dedemsvaart is het 2-jarig kind van den heer Wekkamp in het water gevallen en verdronken. Gister-namiddag omstreeks half zes wilde de ambtenaar bij het bevolkingsbureau, de heer W. G. P. Kruijff, wonende te Kralingen, op het Beurs plein te Rotterdam op een tramwagen springen. Door mis te stappen kwam hij te vallen en kwam hij met de wielen in aanraking. Met een zware kneuzing aan het linkerbeen werd hij per radebrancard naar het ziekenhuis overgebracht. Eenigen tijd geleden verwijderde een zoon van een landbouwer, wonende onder de gemeente Abbenbroek, met een z.g.n. knipmes een grintkei uit den hoef van een der paarden. Daarbij had hij het ongeluk dat zijn mes dicht sloeg en zijne hand eenigszins verwondde. Kort daarop kreeg hij pijn aan de hand, deze zwol op en daarna de arm. Verdere verschijnselen vertoon den zich niet, maar de jongeling werd bedlegerig en is nu aan de gevolgen overleden. Schiedam, 1 December 1904. De werkstaking der glasblazers. In Musis Sacrum werd gister-avond een verga- dering gehouden door het Schiedamsch Steun- Coinité. De heer Godschalk opende de vergadering, heette allen welkom en zeide, dat het doel dezer vergadering was, het publiek omtrent den loop der staking in te lichten, teneinde nog meer steun te bekomen. De heer A. Karsdor f, lid van het hoofdbestuur van den glasblazersbond, zette den toestand uiteen. Spr. wees allereerst op den ongezonden arbeid van de glasblazers en besprak daarna de nieuwe loonlijst en de resultaten van de| verschillende conferenties die de stakers met de patroons heb ben gehad. Den glasblazers was door de nieuwe loonlijst, waarbij het laagste tarief dat in Nederland bestaat, tot grondslag had gediend, onrecht aangedaan, omdat de patroons met de werklieden eerst had den beboeren te overleggen. Van het voordurend gebrek aan goed personeel in de glasfabrieken, waarover door de patroons wordt geklaagd, zijn de patroons zelf de schuld. Fpr. betoogde verder, dat de pers, inzonderheid de groote bladen, aan de zijde der patroons staat. Men neemt wel berichten van de patroons op, maar die der werklieden werpt men in de snip- permand. Met cijfers trachtte spr. aan te toonen, dat door verschillende fabrieken belangrijke dividenden zijn uitgekeerd. De reden, dat juist de laatste 2 jaren verlies is geleden, moet vooral gezocht worden in de aan schaffing der flessehenmachines, die niet aan de verwachtingen hebben beantwoord. De fabriek te Cuilenburg heeft jaarlijks zt 6 a 7*/0 dividend uitgekeerd. A|S„ men ziet' wat (loor de glasfabriek «De Schie in de laatste jaren is bijgebouwd, dan moet men toch erkennen, dat men dat niet kan doen, wanneer er verlies wordt geleden. De glasfabriek «De Schie" toch is een coöpe ratieve fabriek, die het eerste jaar, dat zij begon te werken door de groote verdiensten haar fa brieksgebouw, dat f50.000 kostte, heeft vrijge maakt. Men bouwde steeds nieuwe fabrieken in ons land, maar hield geen rekening met de arbeids krachten. In Delft b.v. heeft een fabriek geruimen tijd stilgestaan. Er gaat op zoo n manier veel kapitaal verloren,zoo dat de achteruitgang der industrie niet de schuld is der arbeiders. Vervolgens bespreekt hij het ingezonden stuk in de Nieuwe Schiedamsche Courant «Hoe lang nog Daarin worden wel de arbeiders tot hervat ting van den arbeid aangespoord, maar de schrij ver zorgde er wel voor de patroons buiten schot te laten. Aan het einde van zijn betoog, deelde hij mede dat er zich een arbitrage-commissie had gevormd en sprak hij den wensch uit, dat zij de zaak in het reine zal mogen brengen. Spr. twijfelde er echter aan of dit pogen een goed resultaat zal opleveren, daar de stakers niet onredelijk zijn in hun eischen, en zeide dat de mis- 'ukking van alle pogingen tot beëindiging der staking moet worden toegeschreven aan den onwil der patroons. Hij betreurde het, dat hier terstede relletjes zijn voorgevallen keurde dit optreden tegen de onderkruipers sterk af en spoorde de stakers tot kalmte en ordelijkheid aan. Hierna verkreeg de heer W. C. Uitten- broek van Rotterdam het woord, die in scherpe woorden de houding der patroons critiseerde. Spr. kwam op tegen de houding van de anti- rev. Rotterdammer en betreurde, dat de hoofd redacteur zoo slecht op de hoogte is van de oor zaak der staking. De scheve toestanden in de glasindustrie, o.a. bij het sorteeren der flesschen, het stukwerk enz., besprak spr. uitvoerig Hij spoorde de Schiedamsche ingezetenen aan de stakers in hun moeilijken strijd zoowel mo reel als financieel krachtig te steunen. Van de gelegenheid voor debat werd geen ge bruik gemaakt De Voorzitter sloot zich aan bij de woorden van beiden sprekers inzake het veroorzaken van relletjes, en ried, namens het Steuncomité, den stakers aan zich kalm te gedragen, opdat de publieke opinie op de hand der stakers bliive. Giste r-a vond hebben er wed er on geregeldheden plaats gehad b\j het naar huis gaan van eenige glasblazers, die in de glasfabriek alhier werken. Een hunner, die aan den Langen Achterweg woont, werd door een groote volks menigte uitgejouwd en tot aan zijn woning ver gezeld. Schied. Tramweg Maatschappij. De Schiedamsche tramweg maaatschappij ver voerde gedurende de maand November 22593 passa giers. De laagste inschrijver van perceel 30 (14.300 KG. stearine kaarsen), van de gister door h»t Departement van Koloniën te Amsterdam gehouden aanbesteding was de Stearine Kaarsen fabriek »Apollo" alhier. Heden-morgen omstreeks 9 uur ontstond een begin van brand in een woning in de Baan, waar kinderen met lucifers hadden ge speeld. De gordijnen waren in brand geraakt, alsmede een bed. Aangezien de moeder niet thuis was, werd de brand door de buren gebluscht en het brandende bed op straat geworpen. Op straat gezet. Te Scheveningen werd gister-nacht de hulp der politie ingeroepen door eene vrouw, die met hare twee kinderen uit haar woning in de v. Tuyllstraat gezet was door haren echtgenoot, die op aandrang der politie weigerde de huisdeur te openen. De kerel had de deur dichtgespijkerd. Aan moeder en kinderen werd door de buren huisvesting verleend. Een ontvluchting. Dinsdag-avond is uit de gevangenis te Utrecht een gevangene, zekere Richter, een Duitscher, ontsnapt, door een gat te maken in den muur en zich met een laken te laten zakken. Eenige diefstallen, gister-nacht ge- filllpn Wlief Ha U li /v A n L 1 4- A /I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 2