Staten-Generaal.
Binnenland.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
j i
partijen eens geworden over de financierde maat
regelen. Op verzoek van de leiders der partijen
heeft de regeering beloofd, de beraamde belasting-
verhooging met 12 millioen gulden te verminde
ren, en het evenwicht te handhaven door bezui
niging op de loopende uitgaven.
RUSLAND.
Na afloop der onlusten te Petersburg sprak
de correspondent, der Standard daar met een
hooggeplaatst staatsambtenaar. Deze zeide, dat
deze onlusten niets waren vergeleken bij wat in
de provincie is gebeurd, b.v. in Wibetsk, waar
drie regimenten aan het muiten zijn geslagen
en Vele dagen lang de stad plunderden. De com
mandant der stad, daarover uit Petersburg be
rispt, pleegde daarop zelfmoord. In Wiasma heb
ben ook regimenten gemuit en de winkels ge
plunderd. Daarenboven zijn de boeren in de gou
vernementen Jekaterinoslaf, Kazan en Saratof in
opstand gekomen.
In hofkringen wacht men angstig op den afloop
van den strijd tusschen de reactionairen en de
hervormingsgezinden. De Tsaar aarzelt, maar hij
zal, naar de ambtenaar gelooft, eindigen met ten
gunste van de Mirski-partij te beslissen.
Naar het heet, zal de Tsaar in de volgende
week op den Nikolaasfeestdag een oekas uitvaar
digen, waarin de hervormingen worden aange
kondigd. Verscheiden hooggeplaatste reactionairen
willen hun ontslag nemen, wanneer Mirski aan
blijft, O., a. de gouverneurs van Warschau en
Kiëf en het hoofd der politie te Moskou.
ITALIë.
Uit Rome.
De heiligverklaring van Alexander
Sauli en Gerardus Majella. De basiliek
van St. Pieter had eergisteren dezelfde decoratie
van Donderdag jl. In de vier kleine loges, die
het hoofdaltaar omgeven, heeft men de geschil
derde standaarden bevestigd, die de mirakelen
door de nieuwe heiligen gewrocht, voorstellen.
De beide standaards links van het altaar zijn
het werk van den beroemden schilder Virgilio
Monti. De eerste stelt voor een levendig tooneel
vóór de Kerk der Barnabiten, te Monza, in de
XVIIIe eeuw: een lamme, daar op een baar aan
gebracht, is wonderdadig genezen bij het gezicht
van een relikwie van den gelukzaligen Sauli;
de kleeding, de menigte, de bijzonderheden van
dit tooneel, de veelvuldige uitdrukkingen der per
sonen, alles is verrassend natuurlijk weergegeven
in een harmonieusen toon.
Op den tweeden standaard is de genezing van
een jongen man voorgesteld: een ander mirakel
van denzelfden Sauli.
Men ziet het inwendige van een kamer, met
een zeer schoon lichteffect, dat door het geopende
venster dringt, waarlangs een processie voorbij
trekt; op zijn bed richt de zieke, miraculeus ge
nezen, zich op, terwijl aan liet benedeneinde zijne
moeder vurig bidt.
De beide andere standaards staan rechts van
het altaar en stellen de mirakelen van Majella
voor.
Een van deze stelt het roerend tooneel van
de genezing van een klein kind voor. Zijne moe
der omhelst het, geheel onthutst, toen zij het
in het bed overeind ziet, geheel genezen, terwijl
van den anderen kant, de geneesheer aan een
de kamer binnenkomend Pater het goddelijk werk
van den heilige aantoont.
De vierde standaard is het werk van den schil
der Galimberti, voorstellende de genezing van
een seminarist.
De Paus kwam om 8 uur in de basiliek; de
pauselijke stoet was nog indrukwekkender dan
verleden Donderdag, want pile religieuse orden
maakten er deel van uit, benevens alle kapittels
der basilieken, de pastoors van Rome, de semi-
nariën en de broederschappen, de standaards der
nieuwe heiligen dragende. Onder de pontificale
Mis werden den Paus, brood, wijn, tortelduiven,
duiven en verschillende andere vogels in was
aangeboden.
Uit Rome wordt aan de Temps geseind: In
het Vaticaan zegt men, dat Pius X bij het bezoek
van Prins Albert van Pruisen, dezen den wensch
zou te kennen gegeven hebben, dat de keizer
den Poolschen onderdanen van Duitschland meer
vrijheid op het punt van godsdienst mocht toe
staan. Volgens verscheiden personen van het
Pauselijk Hof, zou de prins hierop uit naam van
den keizer de verzekering gegeven hebben, dat
deze de bepalingen zou intrekken, waarbij het ver
boden was, godsdienstonderwijs in de Poolsche
taal te geven.
TURKIJë.
De Standard verneemt uit KonstantinopelDe
bekende Amerikaan Flint heeft den sultan voor
gesteld, de Argentijnsche vloot te koopcn om
haar vervolgens aan Rusland over te doen. Op
de weigering van den sultan vertrok Flint naar
Smima, maar terstond na zijn vertrek trachtte
de Porte weer met hem te spreken. Zij seinde
naar Smima met verzoek aan Flint om dadelijk
terug te keeren.
ZUID-AFRIKA.
De correspondent van de Standard te Preto
ria beschrijft de aankomst van Kruger's lijk als
zeer plechtig. Duizenden woonden het bij. Al
genteen waren de winkets gesloten en overat bin
gen de vlaggen halfstoks. Voor in den stoet gin
gen Botha, de la Rey en de Wet met in het
groen gekleede groepen burgers.
Zaterdag-avond zijn er te Germiston op den
Witwatersrand weder ernstige onlusten voorge
komen. Honderden Chineezen en Kaffers vochten
met elkander, waarbij er velen gewond werden.
Aan de van Rijn-mijn vielen de Chineezen ook
de blanken aan.
Een nader telegram uit Johannesburg meldt
Bij de onlusten op den Witwatersrand werden
drie Kaffers en een Chinees gedood, acht Kaffers
en vijf-en-twintig Chineezen gewond. Alles is nu
weer rustig.
BRAZILIë.
De Braziliaansche Senaat heeft, gelijk reeds
gemeld, Zaterdag het wetsontwerp tot hervor
ming der vloot, dat door de Kamer aangenomen
is, goedgekeurd. Deze reorganisatie is zeer be
langrijk, en heeft ten doel, de in den jongsten
burgeroorlog gehavende marine weer krachtig
te maken. Gebouwd zullen worden drie gepant
serde kruisers van 12.000 ton en 10 torpedo
booten.
Het spreekt wel eenigszins van zelf dat deze
maritieme plannen met leede oogen worden aan
gezien door de overige republieken van Zuid-Ame-
rika, in 't bijzonder door de Argentijnsche, die,
zooals bekend is, eènigen tijd geleden met Chili
een ontwapeningsverdrag gesloten heeft. In de
Argentijnsche pers gaan nu reeds stemmen op
die de regeering onvoorzichtigheid verwijten, want
van de drie groote republieken zal Brazilië nu
weldra de eenige zijn die sterk is ter zee, en
men weet nooit wat voor avontuurlijke plannen
in liet hoofd van een Zuid-Amerikaanschen staats
man kunnen opkomen.
VENEZUELA.
Volgens een bericht dat over den Haag naar
Brussel gekomen is, heeft president Castro weer
maatregelen in den zin tegen Curapao, omdat
zijn politieke tegenstanders te Willemstad gast
vrijheid vinden. Hij wil den handel tusschen Cu
rasao en de Venezolaansche havens onmogelijk
maken en eischt voorts dat zou werkelijk iets
voor Castro zijn! de afzetting van den gouver
neur-jhr. van Beek en Donk...
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandag 12 December.
Staatsbegrooting.
De heer Borgesius, doorgaande op het be
kende beeld van den heer Kolkman nopens de
reclamekaros en de paradepaarden, verklaart zich
tevreden met een bescheiden plaatsje in den kat-
tebak. De heer Kolkman zal zich moeten behel
pen met een plaats in de ouderwetsche trek
schuit.
Nopens de vraag, waar de liberalen het geld
vandaan zullen halen voor hun hervormingen,
antwoordt de heer Borgesius doch geheel voor
zich persoonlijk dat hij inderdaad met veel
meegaat, wat de heer Treub heeft gezegd. Hij is
noch tegen inkomstenbelasting, nóch tegen pro
gressie in de successiebelasting, alleen ten opzichte
van successie in de rechte lijn maakt hij eenig
voorbehoud.
Spreker is er ook niet tegen, dat wat meer
geld wordt getrokken uit de inkomende rechten,
mits een verhooging van het tarief niet het karak
ter drage van protectie.
Wat bezuiniging betreft afschaffing van
leger en vloot is niet zoo gemakkelijk als de so
cialisten wel denken
De heer Troelstra: Wij zeggen ook niet,
dat dit zoo gemakkelijk is.
De heer Borgesius Het is geheel en al
onmogelijk.
Onder de zaken, die hij met leedwezen in de
rede van den minister heeft gemist, behoort een
antwoord op hetgeen ter zake van Transvaal en
de Overijsselsche kwestie is gezegd.
De voornaamste principieele wetten zijn nog
niet ingediend. Geschiedt dit, dan zal blijken, dat
men zeer veel aan de eischen der Katholieken zal
hebben toe te geven. De ngunstige" uitslag van
de Provinciale verkiezingen valt alleen in Zuid-
Holland te constateeren.
Heeft de linkerzijde den minister niet weten te
simponeeren", de minister heeft dit ook de lin
kerzijde niet kunnen doen.
De heer T y d e m a n verdedigt de houding der
liberalen in zake het onderwijs.
Den heer Troelstra geeft hij toe, dat de
liberalen geen veldheer hebben, maar hebben de
socialisten er een Ook hebben zij, naar op het
Amsterdamsch congres bleek, heelemaal geen
marschroute. Wat de liberalen den arbeider ge
ven Geen klassenstrijd, geen belofte van eeuwi
ge gelukzaligheid, maar gezond verstand.
Wat de liberalen betreft, zij zijn gaarne bereid,
te zijner tijd de kiesrecht kwestie weer in be
handeling te nemen. Overleg met den heer van
Raalte wijst hij niet af, doch dit overleg behoeft
in deze vergadering niet plaats te grijpen. Gelach
De heer van der Vlugt antwoordt den mi
nister, dat Zijn excellentie nietde godsdiensttwis
ten tusschen de deelen der rechterzijde, voorheen
bestaande, heeft uitgedoofd, doch slechts over
stemd door het gemeenschappelijk aanhitsen op
de linkerzijde.
De heer van Raalte betwist den heer
Heemskerk, dat de linkerzijde zoo onverzoenlijk
zou zijn gebleken bij de behandeling van de Hoo-
ger Onderwijswet.
De vergadering wordt geschorst tot des avonds
8 uur; de algemeene beschouwingen echter zullen
eerst heden (Dinsdag) worden voortgezet.
Avondzitling.
Staatsbegrooting voor 1 90 5.
Nadat Hoofdstuk I (Huis der Koningin) en
Hoofdstuk II (Ilooge Colleges van Staat) zonder
beraadslaging en stemming waren goedgekeurd,
kwam aan de orde: Hoofdstuk Ill(Buiten-
landsche Zaken).
De heer Van Nispen tot Sevenaer,
brengt ter sprake de geruchten dat de Pruisische
regeering rechten zou gaan heffen op den Rijn
ter bekostiging van den bouw van een nieuw
scheepvaartkanaal. De argumenten volgens welke
wij van de tolheffing geen schade zouden hebben,
acht spr. onjuist. Onze pers heeft de zaak zoo
kalm opgenomen, alsof het gold tollen op de
Orinoco en de Amazone. Ook van onze belangheb
benden of de Kamers van Kooph. ten onzent heeft
spr. nog niets vernomen. Tegen de plannen van
minister von Budde dient een krachtige actie
ondernomen. De Nederlandsche regeering moet
zich tegenover de Duitsche erover uitspreken hoe
onze volksvertegenwoordiging erover denkt, nn de
belanghebbenden een betreurenswaardig phlegma
betoonen.
De regeering sprak een woord van geruststelling.
Spr. vraagtis onze regeering officieel iets
bekend van het voornemen der Pruisische regee
ring Zoo ja, welke stappen worden dan te dezer
zake genomen Weet orize regeering hoe de overige
ondertekenaren der Rijnvaartacte de regeeringen
van Baden, Hessen en Beieren over dat voornemen
denken? Hoe denkt de Oostenrijksche regeering
erover, voorzoover het betreft rivieren, waarbij Oos
tenrijksche belangen betrokken zijn?
De heer Duymaer van Twist bespreekt
de lijdensgeschiedenis der dubbele verzekering
voor de ongevallen.
Spreker meent, dat bij de Duitsche regeering
weinig animo bestaat om een einde aan de zaak
te maken, omdat de druk die uit de regeling
ontstaat veel scherper wordt gevoeld door de
Nederlandsche dan door de Duitsche belangheb
benden.
De meeste Duitsche schippers weten zich boven
dien aan het betalen van premie ten onzent te
onttrekken. Eerst als men hen tot betaling dwingt
zal het mogelijk zijn, de Duitsche regeering te
overtuigen van de noodzakelijkheid om de zaak
spoedig tot een goed einde te brengen.
De Duitsche regeering weet haar ongevallen
premie wel binnen te krijgen, terwijl wij daartoe
onmachtig zijn.
De heer v. d. Vlugt dringt aan op de toe
treding van Nederland tot de Berner Conventie.
Men beweert, dat wie vertaalt een zelfstandi
gen, geestelijken arbeid verricht, doch ziet over
het hoofd, dat toch reeds onze Auteurswet het
vertalingsrecht regelt, zij het ook op benepener
wijze dan de Berner Conventie. Een deel van de
vertaling blijft geest van den schrijver.
De minister herzie dus nog eens zijn standpunt
inzake de Berner Conventie.
De heer Van Bij landt dankt den minister
er voor dat in den tijd van één jaar een tractaat
van vestiging met Duitschland is tot stand ge
komen. Spr. vestigt de aandacht op onze legatie
te Constantinopel, in verband met het gevaar van
Mohammedaansche onlusten in Indië, en betuigt
zijn ingenomenheid met de vestiging van een
Nederlandsch-Indische ambtenaar op den consu-
laatspost te Djeddah.
Spr. bespreekt in verband met het belang van
een goede verhouding met Venezuela de grond
wet van dat land, waarin bepalingen staan om
trent arbitrageverdragen, waarmede spr. zich niet
kan vereenigen. Hij dringt voorts aan op spoedige
indiening van voorstellen inzake bestrijding van
meisjeshandel.
Spr. betoogt, dat de minister inzake de Rijn-'
tollen duidelijk moet doen uitkomen, dat wij van
die tollen niet gediend zijn.
De heer van B y 1 a n d.t dringt verder aan op het
in het leven roepen van gunstiger tariefsbepalingen
voor den invoer van land- en tuinbouwproducten
in Duitschland.
De heer Van Kar nebeek bepleit de nood
zakelijkheid van het nemen van maatregelen tegen
de invoering der Rijntollen.
Met vertrouwen laat spr. deze zaak aan de
regeering over.
De heer Van Idsinga bespreekt eenige
aangelegenheden betreffende den consulairen en
diplomatieken dienst.
De heer M e 1 c h e r s behandelt de kwestie voor
de geldelijke hulp aan schipbreukelingen door
Nederlandsche consulaire ambtenaren in den
vreemde.
De heer F o c k herinnert aan zijn interpellatie
omtrent het zalmtractaat.
De heer Van Raalte wijst er op, dat de
minister tal van adviezen heeft ingewonnen
omtrent de kwestie van het consulaatwezen en
dringt in verband hiermede aan op de vestiging van
een centraal-bureanvoor handelsinlichtingen.
Toen de heer Pompe van Meerdervoort
had gesproken over de kwestie van de consulaten
in Zuid-Afrika en over de toetreding van Neder
land tot de Bernerconventie, kwam de m in is ter
van Buitenlandsche Zaken aan het
woord.
De minister beantwoordt eerst de spr. 'over de
Rijntollen en zegt, dat onze gezant te Berlijn onze
regeering op de hoogte houdt van hetgeen in
Duitschland gebeurt.
Officieel weet de minister echter niets af van
eenig voornemen der Duitsche regeering om
tollen te heffen. Trouwens wij zijn in dit opzicht
volken gewaarborgd door de Rijnvaartakte, die
zonder onze toestemming niet kan worden gewij
zigd. Slechts door een sophistische uitlegging der
artikelen kan het tegendeel worden beweerd. De
Duitsche Rijksgrondwet zou ook eerst moeten ge
wijzigd worden. De Regeering is er van overtuigd,
dat tolheffing ware een ramp voor het land en
dat al het mogelijke dient gedaan om die ramp
te vermijden.
In zake de dubbele verzekering meent de mi-
n ster, dat zijn antwoord duidelijk genoeg is. De
uitvoering der Ongevallenwet betreft niet zijn
departement, maar dat van Binnenlandsche Zaken.
Omtrent de toetreding tot de Bernerconventie
betoogt hij, dat hij recht had te beweren, dat
hem van een communis opino in deze niets ge
bleken was. Daarna bespreekt de minister eenige
opmerkingen betreffende Zuid-Afrikaansche aan
gelegenheden.
Vooreerst de paragraaf betreffende de overbren
ging van Kruger's overschot. De zaak heeft zich
eenigszins anders toegedragen dan de heer Borge
sius het voorstelt. Toen de president in Zwitser
land overleden was, heeft de minister terstond in
den ministerraad de kwestie ter sprake gebracht
van de overbrenging van dat overschot. Doch eerst
moest de vraag worden behandeld, of het lijk niet
direct van uit Zwitserland naar Zuid-Afrika zou
worden vervoerd. Hiernaar is ondershands geïn
formeerd door een der leden van het Kabinet.
Toen het bleek, dat het stoffelijk overschot hier
heen zou worden vervoerd, is verder gehandeld op
de wijze als in de Memorie van Antwoord is aan
gegeven. Van een officieel aanbod is geen sprake
geweest. Er is slechts ondershands gepolst.
De minister behandelt voorts de kwestie van
de vestiging van het consulaat-généraal te Johan
nesburg of Pretoria en antwoordt op verschillende
opmerkingen van den heer van Idsinga over den
diplomatieken en consula ren dienst.
Wat betreft de combinatie van het Eerste
Kamer-lidmaatschap en het gezantschap te Stock
holm zegt de minister geenerlei invloed te willen
uitoefenen op de beslissing van den titularis. Den
heer Melchers geeft den minister toe, dat de Staat
den schipbreukelingen eenige hulp moet verleenen.
Dit gescliiedt dan ook. Men kan alleen de consu
laire ambtenaren niet dwingen tot groote voor
schotten.
Omtrent het zalmtractaat zegt de minister, dat
geen klachten zijn ingediend door Nederlanders;
daarom vond de minister geen aanleiding verdere
stappen te doen.
De heeren Van Nispen tot Sevenaer,
van Idsinga, v. d. Vlugt en Goeman
Borgesius repliceeren.
De m i n i s t e r dupliceert, dat hem ook niets
bekend is van het voornemen van Oostenrijk en
de andere staten, die de Rijnvaartakte ondertee
kend hebben, in zake de scheepvaarttollen. Aan
betgeen de heer Van der Vlugt gezegd heeft, zal
de noodige aandacht worden gewijd. Is er wer
kelijk in ons land een groote meerderheid voor
aansluiting aan de Berner Conventie, dan zal de
minister dit punt in overweging nemen.
Wat de woorden betreft, door den minister in
het consulaat-generaal in Zuid-Afrika gebezigd, her
haalt de minister, dat het volstrekt niet de be
doeling is geweest iets onaangenaams te zeggen,
ten opzichte van dat heldenvolk, dat wij allen
moeten achten en eeren, doch alleen om te wijzen
op het gevaar van het verkeeren in een omgeving,
die ons sympathiek is.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.
De eerste afdeeling wordt goedgekeurd. Voortzet
ting na afloop der algemeene beschouwingen.
Officiëele berichten.
De heer A. de Koster, benoemd consul te
Penang, zal vóór zijn vertrek derwaarts voor
belanghebbenden te spreken zijn aan het departer
ment van Buitenlandsche Zaken te 's-Gravenhage-
op Woensdrg l i dezer, van 10—12 uren des
voormiddags en 2-4 uren des namiddags.
De gewone audiënties van de ministers van
Justitie, Financiën,Oorlog, Waterstaat en Koloniën
zullen deze week niet plaats hebben.
Onderscheiding.
Door Z. H. den Paus is tot ridder in de orde
van den H. Gregorius den Groote benoemd de
Heer A. Roozen Sr., hoofd der bekende firma Roo-
zen en Zoon, bloemisten te Overveen.
Venezuela en Curasao.
Het Vaderland heeft zich, ten aanzien van het
bericht, dat president Castro van Venezuela het
ontslag eischt van den gouverneur van Curapao
(vermeld onder de Buitenlandsche berichten), tot
het Departement van Buitenlandsche Zaken ge
wend. Maar daar ontving het ten antwoord, »dat
niets daaromtrent kon worden meegedeeld".
Aannemen van geschenken.
Het ligt in het voornemen van den minister
van Oorlog eene aanschrijving aan de militaire
autoriteiten te richten, waarin op het verkeerde
gewezen wordt, dat gelegen is in het aannemen
van geschenken (hetzij groote of kleine) voor
meerderen van minderen.
Men brengt dit in verband met de onlangs bij
de behandeling van een militaire zaak voor het
gerechtshof te Arnhem, besproken gevallen van
aanbieding van wild.
Gemeenteambtenaren.
De heeren Van Wagtendonk (Amsterdam), Dé
Voort (Den Haag) en Costerus (Edam), hebben
aan de afdeelingen van den Nederlandschen Bond
van Gemeenteambtenaren en ook aan leden van
den bond een circulaire gezonden, waarin zij
krachtig en op grond van daarin aangevoerde
redenen opkomen tegen eventueele herbenoeming
van den heer Jacs. van der Laan tot president
van den bond.
Moord te Lutterade.
Uit Lutterade meldt men aan de Limb. Koe
rier
Gisteren omstreeks middernacht is alhier een
moord gepleegd in het gehucht Lutterade. De
burgemeester onmiddellijk er van verwichtigd,
gaf terstond bevel tot aanhouding van den dader,
die dadelijk bekende. Het was de schoonvader,
een zekere Menten, die zijn schoonzoon P. Swilden
door een slag had gedood. De reden was twist
in het huisgezin en verder de drankduivel.
Het parket subiet telegrafisch verwittigd, arri
veerde gistermorgen ten 40 ure.
i
Ongelukken.
Zaterdag-avond is tuschen Terneuzen en Sluiskil
in het kanaal verdronken de 22-jarige L. H., wo
nende te Zaamslag. Hij behoorde tot een groep
bietenladers en was op weg gegaan naar een ander
aan het kanaal gelegen punt om voor de ploeg
het weekgeld te gaan halen, doch keerde niet
terug. Hij schijnt bij het wasschen zijner handen
in het kanaal te zijn gevallen. Zondag-avond is
zijn lijk opgevischt.
Schiedam, 43 December 4904.
De Kermis.
De heer Louis Vallentgoed, le secretaris der Ver-
eeniging „Ons Belang" te Edam, heeft aan de