Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Onder Kleurlingen. 27ste Jaargang. Donderdag 15 December 1904. No. 8079 Officieele Berichten. Bekendmaking. Algemeen Overzicht. De oorlog in Oost-Azic. FEUILLETON. Uit de Koiisriiarsclie Kamer. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenonien aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 10 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 121/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor h e r h a a 1 d e 1 ij k a d v e r t e e r e n worden 1 ij k e overeenkomsten aangegaan. uiterst b i1 - Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. De Burgemeester van Schiedam, Gezien de wet van 30 December 1887 (staatsblad no. 225) betreffende onderstand (ondersteuning) aan mindere geëmploieerden, vaste werklieden en bedienden op daggeld werkzaam bij inrichtingen van 's rijks zeemacht en op's rijks werkvaartuigen, niet vallende in de termen van art. 2 der wet van 24 Juni 1854 staatsblad no. 92); Gelet op art. 6 van het Koninklijk besluit van 10 Januari 1888 staatsblad no. 3) houdende bepalingen nopen» de betaalbaarstelling der bij eerstgenoemde wet toegekende ondersteuningen Maakt bekend dat de attestatiën de vita tot ontvangst van bedoelde ondersteuningen, in het begin van ieder kwartaal, op de werkdagen van des voormiddags 10 tot des middags 12 uren, ter secretarie der gemeente verkrijgbaar zullen zijn. Schiedam, 14 December 1904. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. 14 December. De kansen Tan den oorlog. Uit een Japansch dagblad. Port Arthur, Moekden en Wladiwostok. Nationale rijkdom. De Russen zijn rebellen I Rusland zal genoodzaakt worden tot aan de overzijde van het Baikal-meer terugtetrekken Het gele gevaar. China in den oorlog. Schaakmat. In de Echo de la Chine wordt een artikel weergegeven van het Japansehe dagblad Taijo, het orgaan van Ozaki-Joekio, burgemeester van Tokio, over de kansen van den Russisch-Japan- schen oorlog. De Taijo begint met te zeggen dat er geen twij fel kan bestaan aan de zegepraal van de Japan ners, maar dat Rusland blijkbaar niet om vrede zal vragen en dat Japan zoodoende in de pijn lijke noodzakelijkheid zal zijn, om den oorlog tot in den treure voort te zetten. Wat moet Japan onder zulke omstandigheden doen? Het zou on voorzichtig zijn, de Russen te vervolgen tot in het hart van Mantsjoerije en van Siberië. Volgens de Taijo, resten er nulwee middelen. Het eene is dit: na de verovering van Port Ar thur, Moekden en Wladiwostok en de terugdrijving van de Russen naar het noordwesten van Mant sjoerije, worden enkele gemakkelijk verdedigbare punten uitgekozen en de troepen ter sterkte van 250.000 man gekampeerd in het gebied, begrensd door den bovenloop van de Jaioe en de Witte Bergen. Het onderhoud van die troepen zal daar niet veel meer kosten dan in Japan zelf, waar de natie dan hare pogingen moet verdubbelen, om den natiónalen rijkdom te vermeerderen. „Een hand aan den ploeg en een hand aan het zwaard tegen rebellen zonder steunpunt, wilde horden, die wat talrijker zijn dan de barbaren op Formosa (zegt de Taijo, Van de Russen spre kende!), dat is ons eenige redelijke en prak- (Vit het Duitsch.J 6) „Ja, Sahib. Tamai ligt op korten afstand van de baai .van Opoauho. Pareyma, mijn vrouw, is de dochter van den priester, want ik ben een Ehri, en een Ehri neemt alleen tot vrouw de dochter van een vorst of van een priester. Zooiand Tahiti bestaat, heeft nog nooit een Ehri de dochter van een Meduah (vasal of on derdaan) of van een Towha en Rattirha (ge ringe leenmannen) in zijn huis genomen, en de dochters van Mahanunen, (d. z. boeren) en Tautau (dienaars of slaven), kent hij niet." „En waarom is nu Anoui uw vijand?" „Omdat ik Christen ben geworden. Hij heeft Pareyma, de parel mijns levens, terug geëischt, doch ik gaf ze hem niet weer. Toen klaagde hij me aan bij de Ingli, welke niet aan de mitonare (heilige) Maagd Marrya gelooven, en zij hielpen hem. Ik ging echter naar de Franki, die vele mitonare mannen en vrouwen in den hemel van den goeden Bapa hebben, en deze hielpen mij. Ik wilde Pareyma in mijn huis behouden, ofschoon niet de mitonare, maar onze priester haar mij gegeven had, toen ik nog een tische verdedigingsstelsel tegenover Rusland. Laat dit zijn soldaten versterken en trachten om ons aan te vallen, het zal zijne nederlagen slechts verdubbelen, zijn volk uitputten, zijne soldaten beu maken. Ten slofte zal Rusland toch genood zaakt zijn terug te trekken tot aan gene zijde van het Baikal-meer." Het tweede middel dan Japan te baat zou kun nen nemen, is de tusschenkomst uitlokken van vreemde mogendheden, door China hare onzij digheid te doen verbreken, wat bet sein zou wezen voor groote veranderingen in den toestand. De Taijo besluit aldus: „De schrikkelijke vrees voor het gele gevaar zou Europa bevangen en de natiën nopen om alle mogelijke offers te bren gen, teneinde een oorlog te doen ophouden die zulke gevolgen na zich zou slepen. Indien men niet bang is om in de geheele wereld een schrik barende onrust te verwekken en indien men geen ander middel bezit, om vrede te sluiten, blijft ons dit middel over, om China met ons te doen mee gaan. Maar, in alle opzichten, is hef eerste mid del te verkiezen. Wij durven hopen dat het vol doende zal wezen, om Rusland ten slotte schaak mat te zetten." Port Arthur. Een telegram uit het hoofdkwartier bij Port Arthur vult de reeds bekende bijzonderheden over de beschieting van den llden dezer aan met de mededeeling dat opnieuw veel schade is aange richt aan boord van de Poltawa en van de Amoer. Het tuighuis is beschoten en in brand geraakt. De Daily Mail verneemt nog uit Tokio dat verscheidene buitenwallen van de oostelijke for ten om Port Arthur vernield zijn en dat de Ja panners geleidelijk de voornaamste schansen na deren. De vernieling van het tuighuis maakt het voor de Russen onmogelijk, om schietvoorraad te vervaardigen. Te Tokio verzekert men dat de Russische torpedo-jagers te Port, Arthur dekking hebben ach ter drie hospitaalschepen, die de vlag van het Roode Kruis voeren. De Japanners willen de re gelen van de Geneefsche conventie niet noodeloos schenden, maar zeggen dat zij het vuur op de schepen zullen openen, wanneer blijkt dat de Rus sen het Rooue Kruis misbruiken. De Oostzee-vloot op weg naar de Oost- Aziatische Wateren. De Japanners zijn, wegens de nadering van de Oostzee-vloot, druk bezig met het maken van ver sterkingen op de Pescadores-eilanden. Het Russische hospitaalschip Orel is te Kaapstad voorraad komen laden. Twee groote schepen blijkbaar tot de Oostzeevloot behoorende, zijn Maandag-ochtend om Kaap de Goede Hoop heen gevaren. Dat is het eerste bericht over Rozjestwenski's smaldeel na zijn vertrek uit Dakar. Kapitein Klado. Gisteren hebben wij een beschouwing van den kapitein ter zee Klado uit het Nowoje Wremja vermeld. heiden was. Daarna moest ik voort naar de Tubuai-eilanden om kleederen, wapens en paar- len om te ruilenwant sedert de Europeanen tot ons zijn gekomen, is allies anders en kwader geworden, en zelfs hij, die eertijds een vorst was, moest thans door arbeid of handel zijn brood verdienen. Anoui wist waar ik heen ging en volgde mij met zijne aanhangers. Toen ik de Tubuai-eilanden verliet, loerde hij op mij om me te dooden en den rijkdom machtig te worden, dien ik meevoerde." „Gedood heeft hij u niet, gelijk ik zie; maar uwe schatten, hebt gij die bij u in de boot?" „Neen, hij bekwam geen van beide, noch leven noch schatten, want mijn hand is ster ker dan de zijne en zijn verstand is duister der dan van een Ehri. Toen ik hem met zijne booten zag naderen, voer ik hem te gemoet en zond mijn dienaar met de kano, waarin mijne schatten verborgen, langs een omweg naar Papetee. Ik lokte hem echter hierheen, waar ik hem zou hebben moeten dooden, indien hij niet gevlucht was." Zijne oogen gloeiden, en zijne gebruinde wan gen brandde van aandoening. Hij was nog zeer jong en werkelijk schoon, toen hij zoo dreigend voor me stond: op de lange, zwarte vlechten een tulband met voeren opgesierd, twee kost bare paarlen in ieder oor, en de geelzijden marra als gordel om de rood én wit gestreepte tehuta geslagen, welke in rijke plooien van zijne Omtrent dezen begaafden zeeofficier wordt thans nog het volgende uit St. Petersburg ge meld Kapitein ter zee Klado heeft reeds moeten boeten voor de serie artikelen over de Marine, die hij in het Nowoje Wremja sinds zijn terugkeer uit Vigo heeft geschreven. Grootvorst Alexius, de opperste chef van de Marine, heeft Klado be straft met 14 dagen arrest wegens brutale beschul digingen tegen het ministerie van Marine en het verdraaien van feiten. Klado is een officier, die bij de vloot zeer goed staat aangeschreven en ook bij het publiek den roep heeft van een der kundigste jongere officieren te zijn. Hij was reeds vóór den oorlog bekend door zijn knappe vak-artikelen en met groote belangstelling las men de moedige arti kelen, die hij aanvankelijk onder het pseudoniem „Priboj" in het Nowoje Wremja publiceerde, na zijn terugkeer uit Vigo. Deze belangstelling steeg nog, nadat „Priboj" zich bekend gemaakt had als kapitein Klado, een man van zooveel gezag. Een zekere kapitein ter zee, die zich X. noemde, schreef een ingezonden stuk in het Nowoje Wremja, dat „Priboj" liever zijn raadgevingen had moeten laten hooren vóór de Oostzeevloot uit voer en dat hij, ofschoon blijkbaar een leek, met te veel aanmatiging over marine-zaken sprak. Op deze uitdaging antwoordde „Priboj" met zijn naam te noemen. Het is zeer waarschijnlijk, dat het ingezonden stuk van kapitein ter zee X. uit het ministerie stamde, om zoodoende achter den naam van „Priboj" te komen, die zoo raak on aangename dingen aan 't adres van het ministerie zeide. Met zijn kritiek toch op 't beleid van het ministerie heeft Klado veler oogen geopend; en wat al lang gefluisterd werd over de schandelijke misstanden in het ministerie, wordt nu zelfs door menschen zonder eenige liberale gevoelens, ge loofd. Ook komt "Klado de verdienste toe van de propaganda voor liet uitrusten van een derde eskader, dat zooals uit Kroonstad gemeld wordt, werkelijk zal worden uitgerust. Maar Klado zou willen dat men 1111 dadelijk alles wat klaar is, al is het ook slechts één schip, maar dan een goed, naar 't Oosten stuurt ter versterking van 't tweede eskader. Zijn meening over "de door vaart van de Dardanellen is al genoegzaam be sproken. Door zijn straf zal de populariteit van dezen officier er natuurlijk niet minder op worden. Kapitein Klado werpt de tegen hem ingebrachte beschuldiging van verdraaiing der feiten als een opzettelijke leugen van zich. Die aanklacht be zoedelt, zegt hij, niet alleen zijn eer als zeeoffi cier, maar ook als rnensch. Zulke aanklachten kunnen slechts langs gerechtelijken weg afgedaan worden en daarom vraagt hij hem voor een krijgs raad te brengen. In de Roes maakt kapitein Klado een nieuw artikel openbaar, waarin hij aandringt op de nood zakelijkheid van een spoedige uitzending van de schouders tot de knieën golfde en de regel matigheid van zijn slanke en krachtige gestalte allervoordeeligst deed uitkomen. „Wat wilt gij thans beginnen?" vroeg ik hem. „Vraag liever, wat gij met mij wilt beginnen. Sahib 1" antwoordde hij, naar de hoogte wij zend, die de kapitein en de zijnen verliet. „Ik ben uw vriend en gij hebt van ons niets te vreezen. Gij kunt doen, wat ge wilt. Doch ik bid u, wordt onze vriend!" „Ik ben 't, Sahib 1 geef mij uwe bevélen, en ik zal ze volbrengen, want ik zie aan uw oog, dat. gij met mij geen kwaad voor hebt!" „Wij Verzoeken integendeel uw hulp." Hij keek ons ©enigszins vreemd aan, en ik zelf kon mijn lach niet goed inhouden. Een heel ander figuur als hij, was mijn lengte een hoofd meer, de tulband met sluier, dien ik droeg, de dichte, lange baard, die mijne wan gen en kin bedekte, mijn wapens, mijn avon tuurlijke kleeding, samengesteld uit de fatsoe nen van vele volkeren, eindigend in een paar reusachtige zeemanslaarzendat alles moest wel den indruk maken, alsof ik gewoon was slechts dp eigen kracht, te vertrouwen en geen behoefte te hebben aan vreemde hulp en steun. „Wie zijt gij, en wat doet gij hier?" vroeg hij. „Ik ben van het volk der Germani, en de anderen behooren tot het volk der Yanki." „De Germani en de Hollandi zijn goed. Ik heb. hunne schepen gezien op de eilanden van schepen die klaar zijn. Hij verzekert dat hij, toen hij in Augustus uit Wladiwostok vertrok, van Koeropatkin en Skrydlof opdracht kreeg, om de afzending van een tweede smaldeel te vra gen. Skrydlof vroeg toen reeds om al de schepen welke thans pas voor ©en derde smaldeel bestemd zijn. Klado gelooft dat dit smaldeel in zijn vollen omvang pas in Augustus of September 1905 klaar kan zijn om zee te kiezen. De Petersburgsche correspondent van de Köl- nische Zeitung meldt nogHet plan van Klado om na in zijne invrijheidstelling de hulp van het gerecht te baat te nemen tegen de beschuldiging dat hij in zijne artikelen willens en wetens fei ten verdraaid heeft, wordt onder de burgerij en in de pers met groote instemming ontvangen. Vol gens het Nowoje Wremja, "dat hem in een artikel prijst, heeft hij honderden brieven van medestan ders gekregen. Wel duizend menschen zijn vor der aan de hoofdwacht, geweest, om hern te be zoeken. Zij werden echter niet toegelaten. Voor een fonds, dat naar Klado vernoemd zal wor den, heeft ook de vrouw van admiraal Rozjes- twenski een bijdrage gezonden. In verband met de politieke beweging op een ander gebied krijgt de zaak een bijzondere beteekenis. Tooneel van vernieling. Een kwartier vóór de opening der zitting van 'te Kamer van Afgevaardigden kwamen gister al de leden der oppositie bij de vergaderzaal, tot de wachters, die den doorgang hadden te bewaken, roepende: „Schaamt gij u niet, als Hongaren, om zulk een dienst te verrichten!" Den secretaris Victor Roskosh, die zich naar het presidiaal bu reau wilde begeven, werd dit door de wachters belet. De afgevaardigden der oppositie sloegen de es trade naar het presidiaal bureau stuk en wierpen de brokstukken ervan in de banken der afgevaar digden. Wetboeken werden verscheurd, tafels om vergesmeten. De parlementaire garde, door allerlei voorwerpen bestookt, werd uit. de zaal verdreven. De ministerstafel, de fauteuils, de lessenaars wer den uiteengerukt en vernield. De zaal biedt een schouwspel ,van vandaalsche verwoesting aan. De leden der oppositie bezetten de presidale estrade. Geen der liberale afgevaardigden was tegenwoordig. De liberale partij zal eene buiten gewone bijeenkomst beleggen om over den toe stand te beraadslagen. Gister zóu geen zitting der Kamer worden gehouden. Bij het tumult van gister-ochtend zijn vier wachters door stukken hout gekwetst worden. Een later telegram meldt: De zitting der Kamers van Afgevaardigden en van Magnaten zijn tot heden uitgesteld. De op positie, die van plan was om in de zaal der Kamer te blijven, verliet het Parlement te 2 uur onder leiding vary Apponyi en Kossuth. Nader wordt uit Boedapest gemeld: In de bijeenkomst van de liberale partij, ver- Samoa. Wat zij verkoopen is goede waar en wat zij zeggen, staat gelijk met een eed. Maar ile Yanki zijn anders; lum«tong is glad en ontrouw, -en hunne waren blinken, maar ver bergen het bedrog. Hoe komt gij tot ben en op deze eilanden, die nog niet eens een naam hebben ,.lk voer met hen, wijl ik naar het land der Chineezen wilde, doch het weer dreef ons naar dit eiland, zoodat ons schip verongelukte en onze booten stuk sloegen. Nu kunnen wij niet weg en moeten wachten, tot een ander schip komt, dan ons komt verlossen. Gaat gij naar Papetee terug?" „Ja, ik verlang bij Pareyma, mijn vrouw en bij mijn moeder terug te keeren, die mij zoo lief zijn als mijn goed en mijn leven. De stem van mijn hart. zegt mij, dat hun gevaar dreigt van Anoui, mijn vijand." „Op Tahiti vindt men immers schepen van Ingli, Franki, Yanki en Hollandi, misschien zijn er ook Hispani en zelfs der Germani. Wilt gij zo opzoeken, als ge in Papetee komt, en een van hen zenden, opdat ze ons komen ver lossen „Dat wil ik, SahibMaar zij mochten mij niet gelooven, en daarom acht ik het beter, dat gij me een uwer mannen meegeeft, die zelf voor u spreken en vragen kan." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1