Dagblad voor Schiedam*.en Omstreken. Onder Kleurlingen. 27ste Jaargang Woensdag 21 December 1904. No. 8084. BERICHT. De rede yan Mr. Kolkman in de Tweede Kamer. FEUILLETON. Algemeen Overzicht. ;trnr westen,heb den, en het is diirte tkmid" De oorlog in Oost-Azië. (.Wordl vervolgd.) ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 10 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven i2 i/a cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bi 1 - lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 30. Zg, die zich met 1 Januari op de NIEUWE SCHIEDAMSCIIE COURANT, Dagblad voor Schiedam en Omstreken, abon- neeren ontvangen de tot dien datum verscho nende nummers gratis. li. (Slot.) Als onze manier om het geld voor de ouder- doms- en invaliditeitswetten te vinden niet deugt, meende de heer Kolkman verder, dan doet zich vanzelf de vraag op: waar zult gij, mijnheer Borgesius, die toch zegt óók de genoemde wet ten te willen, dan het geld daarvoor vandaan halen? „De heer Borgesius, „zeide de heer Kolkman," is er op uit, en dit is zijn recht, om het Re- geeringskasteel te veroveren. Maar hij moet dat doen met open plannen en zij die hem volgen en wij allen, die hem bestrijden, moeten weten, wat hij wil en waarheen hij wil. En zoolang wij adem hebben, zullen wij hem daarnaar blij ven vragen. Bij de voorbereiding der Statenverkiezing in den afgeloopen zomer is onzerzijds aan den heer Goeman Borgesius voortdurend gevraagdwaar ziüt gij het geld gaan zoeken, als gij het voor sociale wetten noodig hebt. Steeds heeft hij zich van die vraag gederebeerd (er aan onttrokken) en de beantwoording ontweken of tot later ver schoven. Daar was toen niets tegen te doen, maar hier zijn wij nu niet in een kiesvereeni- ging, maar in 's Lands vergaderzaal en daarom vraag ik hem dringend en open: waar zult gij het geld vandaan halen? En als gij dit niet kunt zeggen, zullen wij het aan het volk mede- deelen, en vertellen dat gij het niet durft zeg gen. Men roept mij toe: bedoelt gij het dagblad van de sociaal-democraten? Neen, mijnheer de Voorzitter, aan dat „volk" behoef ik het niet te vragen; want welk tal van gebreken den sociaal-democraten ook aan kleeft, die eer wil ik ze gaarne geven, zij heb ben steeds open en duidelijk verklaard waar van daan, als zij aan het bewind kwamen, zij het geld wilden halen." Op het vinden van de middelen om de ouder domswet uit te voeren komt het dus aan. Het is zeer gemakkelijk, zoo meende de heer Kolk man blijkbaar, om alles wat daartoe wordt voor gesteld, af te keuren, maar het is voor d*j zaak niet voldoende, men komt er daarmee niet. Klare wijn zal dus geschonken moeten worden, en kan men dit niet, dan zullen al de kiezers die belang hebben bij die verzekering tegen oudeidom en onvermogen om te werken, in den aanstaanden zomer, bij de verkiezingen voor de Tweede Ka mer, zeer wijs doen met hun stem niet aan li- l Vit het Duitsch.J De vreemdelingen werden met blijde gastvrij heid opgenomen, bijna als godheden vereer 1 verkregen alles, wat hun hart begeerde. Zij Drachten deze kennis in hun geboorteland, waar onder de gelukzoekers de wensch opkwam naar zulke genoegens. Schepen weiden uitgerust. De handeispohtmk begon hare plannen te spinnen... omwï g?n voor hun gastvrijheid de Den meer de slechte dan de goede eieenschan- pen hunner gasten overgenomen, die zich Chris tenen noemden, zonde? het inWendfg te z te" Deze laatste omstandigheid is van buitenS woon liooge beteekems. Vooreerst moet het h-> de Enr Tahlters sinfls hun bekendheid nmt BchSTnl^ ZWaar Plet,n hebb"n "it de der zwaamte^asterte Christendom, is een Het is oneerlijk deTrJ met hen, die zichCh.-i, lk t<? vereenzelvigen tenheid telt hare aoel™?n. De Chris- naast haar eisen lLu ';Lëen> dat de Missie eigen iast nog den treurigen arbeid beralen te geven. Want het zal dan gebeuren, dat die zoo nuttige en noodige verzekering er niet komt; zij zouden dus de dupe zijn! De heer Kolkman kwam vervolgens op tegen eene uitdrukking van den heer Borgesius, die tegenover de Regeering de ouderdomsverzekering een „paradepaard" had genoemd, welke uitdruk king den heer Kolkman hoogst onaangenaam was geweest. Hierover nam hij den heer Borgesius op de bekende wijze d faire, en wij geven dit gedeelte der rede in zijn geheel weder, om goed te doen zien hoe prachtig en geestig hij dit deed. „Ik laat daar", zoo sprak de heer Kolkman, „of dit wooi*d „paradepaard" past op een wet, die bij het eerste optreden der Regeering hier in de Kamer aangekondigd werd; maar ten 2o. vraag ik den geachten afgevaardigde, of hij dit woord bezigen mocht, hij die weten kon, dat reeds de minister Tak van Poortvliet, zijn partijgenoot, hier bij zijn optreden een zelfde wetsontwerp heeft aangekondigd, terwijl, toen de heer Tak Binnen- landsche Zaken verliet, er nog geen beschreven papiertje over dat onderwerp was te vinden. Mag deze geachte afgevaardigde spreken van paradepaard, hij die zelf 4 jaren lang de zaak „in studie" gehad heeft, zonder tot een wets ontwerp te kunnen komen, hij die dus weet welke enorme zorg en last aan het samenstellen van dergelijk wetsontwerp verbonden is? En mag hij dit zeggen, die op hetzelfde oogen- blik, dat hij ons dat paradepaard op stal wil brengen, hier voor den dag komt met een eisch, die inderdaad voor mij geen andere waarde heeft dan die van een paradepaard van het fijnste' ras, ik bedoel de Grondwets-herziening? Wij hebben hier nog twee van die paarden op stal staan, mijnheer de Voorzitter, volbloed parade. Zij zijn bestemd om de verkiezingskaros van de uiterste partijen te trekken. Wanneer die paarden wat. vroeger hier op stal waren ge bracht., toen achter de groene tafel stalmeesters gezeten waren als de geachte afgevaardigde uit Zutphen, dan ware er misschien kans geweest dat zij hooi en haver hadden gekregen, maar dat had vier jaar geleden moeten gebeuren. Maar nu, nu hier een ander stel stalmeesters zit, dat met die paaiden niet te maken wil hebben, ver gaan zij door gebrek aan voedsel en beginnen zij wel op „Rossinanten" te gelijken. Maar dit neemt niet weg, zij zijn en blijven paradepaarden en zij zullen het volgende jaar dienst doen, ik zie ze al in den geest met mooie klinkende bellen- behangen en vuurrood opgetuigd. Zij staan voor de verkiezingskaros, van den bok gereden door de heeren Troelstra en van Raalte in groot ornaat. Zij voeren in die karos mede de corypheeën van de vrijzinnige en demo cratische partijen, plus de vrije-vrouwenvereeni- ging en daarnaast niet heel goed zichtbaar van hier, zit de heer van Houten, die beleefd is uit- genoodigd om in te stappen. De heer van Houten, verdiept in De Nieuwe Courant vindt het echter „infra dignitatem" en weigert beleefd de hem gereserveerde plaats. En moet overnemen, om de onzedelijke erfenis tegen te werken, die in de voetsporen van de bloot-: naam-Christenen is achtergebleven. Tahiti, „de parel der Zuidzee", lag onder een heerlijken, diep blauwen hemel. De zonne gloeide op de blinkende toppen der zeegolven en op de begroeide spitsen van 't Orohenage- beigte, of vonkelde in de beken en smalle wa tervallen, die van de schilderachtige vooruit stekende klippen te voorschijn plasten; doch heur gloed bereikte niet de vriendelijke kolo niën, welke in schaduw der palmen en tal- looze vruchtboómen lagen en door de frissche bries een aangename koelte werden toege wuifd. In de zoete, milde lucht ruischten de lang- gevederde waaiers der kokospalmen en ritselden de breede, door den wind afgerukte blaren dor bananen ter aarde. De uitgebloeide bloemen der oranjeappels, wier twijgen echter reeds met goudgele vruchten pronkten, stoven, zoete lucht om zich heen spreidend, van de wuivende stam men. Het was een van die toovcrachlig schoone, wonderbare dagen, die met zoo rijke pracht en heerlijkheid 'in de tropische gewesten te vinden zijn. En terwijl het land daar lag in zijn paradijs achtige schoonheid zoo jong en frisch, alsof het zoo even uit de hand des Scheppers was neergelegd, donderde, daar buiten de koraal riffen, het lied der brandingdiep, zonder einde, op denzelfden toon. De tijden xija veranderd de heer Goeman Borgesius, dien wij nog voor enkele dagen als een nijvere bij zagen vliegen van de eene bloem op de andere, om daar de honing uit te halen, die de verschillende libe rale fracties om den mond moest worden ge smeerd, de heer Goeman Borgesius, zeg ik, schijnt tot dusverre alleen geneigd, om met de vlag der Liberale Unie op schouder de reis in het kattebakje mede te maken. Omring nu, Mijnheer de Voorzitter, die caval cade met de gebruikelijke en gewoonlijk met helder klinkende stemorganen voorziene propa gandisten, en dan hebt gij een reclame-optocht, een parade-toestel, waarbij alle soortgelijke in het niet zinken en waar Barnuin en Baily maar beestjes bij zijn." Men begrijpt dat de Kamer groote schik had in deze geestige voorstelling, waarmee de be strijders der Regeering aardig in het zonnetje gezet werden. En men ziet ook hoe wij geen ongelijk hadden met onze bewering, dat men aan onzen kant flink van zich af durft spreken. 20 December. - Port Arthur. De «brandende gracht." Chi- neesche en Japansche vlag. Een arm en een been van liet lijf ge scheurd. Locaalspoorweg. Hos pitalen. De berichtgever van de Daily Telegraph te Tsjifoe zegt, melding makende van de reeds kor- telijk medegedeelde bestorming van de Bordi- forten (Itze-sjan) bij Port Arthur waar het verschrikkelijke incident van de „brandende gracht" plaats gehad zou hébben dat de Ja panners later den stormloop vernieuwden ter wijl zij houten schilden voor zich uit hielden. Nadat de strijd van man tegen man daarna ten gunste van de aanvallers beslist was, werd op de veroverde stelling, men weet niet waarom, de Chineesche vlag naast de Japansche geheschen. Een granaat scheurde een Japanscli generaal een arm en een been van het lijf. De Japanners moeten tusschen Dalni en Pa- li-tsjwan een lokaal spoorweg aangelegd hebben, om munitie te vervoeren. Dezelfde correspondent deelt den inhoud mede van de brieven, door Stössel en Nogi gewisseld in zake de hospitalen. Stössel schreef dat de ligging der hospitalen door de vlaggen, die van de Japansche stellingen zichtbaar moeten zijn, duidelijk kenbaar was gemaakt' dat in die hos pitalen de Russische soldaten die in den strijd tegen Nogi's troepen gekwetst waren, werden verpleegd, en er ook gewonde Japanners waren opgenomen, dat hij dus verzocht, het schieten op die gebouwen to staken. Tevens verzocht hij vergunning, de hospitalen tijdens het bombar dement buiten de gevaarlijke zone te brengen. Nogi liet antwoorden: „Het Japansche leger, dat sedert het begin van het beleg altijd de men en met deze de menschen. De oneindige, steeds wisselende en toch altoos eender gebleven zee is nog dezelfde en slingert nog heden, gelijk voor eeuwen nu eens hare kristallen, dan heur donker dreigende en met wit schuim gekroon de golvendrommen tegen de scherpe dammen. De baren door- en overstraald van 't schelle licht stoven op én daalden neer als blikten duizenden Najaden daarover. Boven het schuim der golven verhieven zich altijd groene, waaiende boomtoppen, in wier schaduw een volkje, den gezamenlijken ondergang gewijd, den laatsten polsslag van zijn individueel leven vermag te tellen, zonder de weerstandskracht te bezitten, die de doodsstuipen van het Amerikaansche ras zoo geducht en gevaarlijk maakt voor don witten man. Daar aan 't strand lag Papetee, de hoofdstad van Tahiti. Een beweeglijke schaar van men schen stapte in witte, roode, blauwe, gestreepte, schotsche of gebloemde lange gewaden heen en weder. Hoe prachtvol hadden de jonge, beeldschoone meisjes het zwarte, langlokkige en zijdeachtig baar met bloemen en den kunst- Vol gevlochten, sneeuwwit uitwaaienden bast van arrowroot getooid. Hoe vlug en trotsch waren de bewegingen der ingeboren pronkers, die den bonten parau of de geplooide marra koket om de lenden geslagen en daarover de tebuta, den schouderdoek, schilderachtig over de schouders geworpen hadden en alzoo tus schen de schoonen ronddrentelden 1 Zij bad- scheïijkheid en de verdragen in acht nam, heeft nooit opzettelijk op de hospitalen en schepen waarboven het roode kruis waait, geschoten; net grootste gedeelte der vesting is echter van de stellingen der Japansche artillerie niet te zien." En dan, ietwat ironisch. „Zooals u weet, bereiken niet alle projectielen het doel, vooral ook om dat wegens den langdurigen dapperen tegenstand de onzekerheid der schoten toeneemt; het spijt mij zeer, niet te kunnen beletten dat onze granaten het beoogde doel niet raken." Kapitein Klado. De zaak Klado; heeft de gemoederen sterk in beweging gebracht. Kapitein Klado is de held van den dag geworden. Hoe onmogelijk het in Rusland haast klinkt, deze man is door zijn oppositie nu een populaire figuur. Hij is in ze keren zin de trechter geworden van het alge- meene wantrouwen, dat al sedert lang gekoesterd werd tegen het opperste marinebestuur. In het oommaiulantshuis, waar hij zijn arrest uitzit, kwa men den eersten dag wel duizend menschen hem sympathie betuigen. Later werden geen bezoe kers meer toegelaten. Men kan Klado niet hooren prijzen, of men hoort tegelijk allerlei be schuldigingen aan het adres van grootvorst Alexis. Dank zij Klado's optreden in der pers, heeft de regeeringspartij, die vóór het uitzenden van een derde eskader was, de partij van de grootvorsten Alexander Michailowitsj en Michail Alexandrowitsj, den gewezen troonopvolger, het er door weten te krijgen, dat de schepen van Libau, zoover als ze in gereedheid kunnen zijn, (zij zouden zich onderweg nog verder klaar kun nen maken) als derde eskader ter versterking van het tweede zullen worden uitgezonden. Klado heeft de menschen weten te overtuigen, dat het tweede eskader te zwak was, om met eenige kans op goed gevolg tegen Togo te kunnen uil- komen. Rozjestwenski toch had dat duidelijk ge noeg doen blijken, dat hij zijn eskader niet sterk genoeg achtte, maar hij was malgré tout ver trokken, na met inspanning van al zijn kracht en volharding het eskader zeilklaar te hebben gemaakt, waarbij verbazende moeilijkheden te overwinnen zijn geweest. Ook Skrydlof had al vroeger te kennen gegeven, dat de Libausche schepen noodig waren in Oost-Azië. Zoo is dan nu, na een heftigen strijd in het ministerie van Marine, besloten de drie slagschepen Generaal- admiraal Apraxin, Admiraal Senjaivin en Admi raal Oesjakof uit te rusten. In een maand meent men ze klaar te kunnen hebben. Klado's bestraffing gevolgd door zijn protest, waarin hij er op aandringt voor den marine- krijgsraad te worden gedaagd, wordt nog steeds druk besproken. Klado moet machtige vrienden achter zich hebben, anders zou hij geen zoo hoogen toon kunnen aanslaan tegen het mini sterie. De redactie van het Nowoje Wremja heeft ka pitein Klado, voor diens vertrek naar Parijs, een schitterend feestmaal aangeboden, waar de popu laire man uitbundig gehuldigd is. den de lange, vetglanzige haren met strooken van witte tappa en roode flanel in elkander gevlochten, wat bij hun bronskleurige aange zichten niet slecht stond. Daar op eens drong alles naar den oever. Een kano kwam naar het eiland. Het wille zeil stond opgeblazen, zoodat de opvarenden slechts het roer behoefden om hel vaartuig in den goeden koers te houden. De kano was een boot, hier in gebruik, een voudig uit een boomstam gehouwen en met een ronden boêm voorzien. Door zulk een bouw kan zoo'n kano hij 't zeilen spoedig vooruit, wordt ook heel licht omgeslagen, wanneer hij niet door een zoogenaamden outrigger of dwars boom daarvoor behoed wordt. Deze dwarsboom bestaat uit twee dwars en vast over den kano bevestigde stengen of hou ten, die ,aan den rechterkant een lichten, taps- gesneden balk vast houden, welke parallel met. den kano over de houten ligt. Deze drijft al- zoo, bijna vier voet van bakboord des kano's verwijderd, op het water en is met bastwerk stevig aan de dwarshouten gesnoerd. Het om slaan van 't vaartuig, ja zelfs het schom melen wordt daardoor onmogelijk gemaakt, want het kan niet naar links overhellen, wijl het dan den geheelen bijna 2 M. uitstekenden balk uit het water moet heffen, en evenmin naar rechts,, wijl de balken, uit licht hout samengesteld, en de stengen zich niet ouder 't water laten drukken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1