Dagblad voor Schiedam en Omstreken. JVieuwjaarswensclieu Onder Kleurlingen. s 4Tm irs%SE: is r"Tï 27ste Jaargang. Zaterdag 31 December 1904. No. 8092 SJSNSTZ" rJSw.- bi me, rtoi jg STih?rtr t Zij Sïïiïï" La" k4 Officieele Berichten. K e n n i s g- e y i 11 g. F E UI LL ETON. stoJTSyS" S ™p eed«"'l'te g,h»riroe,ig m «S hri ...ij Algemeen Overzicht. De oorlog in Oost-Azië. ABONNEMENTSPRIJS- Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per ,i maanden f 1.35. per maand 45 cent en per week 10 cent Franco per post door geheel Nederland ƒ2— per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1 6 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 12»/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 ceut per regel. Voor herhaaldelijk adverteerau worden uiterst lyke overeenkomsten aangegaan. bil Nieuwjaarswensclien voor het nummer dat Zaterdag-avond verscliynt, gelieve men, zoo mogelyk, Zaterdag vóór 1 uur aan ons Bureau Boterstraat O O, te bezorgen. DE ADMINISTRATIE. VOORBEREIDEND Militair Onderricht. Onderzoek ter verkrijging van een Bewijs van voorgeoefendheid. De Burgemeester der Gemeente Schiedam. brengt ter kennis van belanghebbenden, datzij, die zich hebben aangemeld tot deelneming aan het in Januari a.s. te houden onderzoek ter verkrijging van een bewijs van lichamelijke geoefendheid en militaire bekwaamheid, voor dat onderzoek zullen moeten aanwezig zijn op Woensdag den Ilden Januari 1905, des voormiddags te 9^ uren, in de Kazerne aan de Paardenmarkt te Delft. Schiedam, den 30sten December 1904. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam. Gelet op de bepalingen der Hinderwet Geven kennis aan de ingezetenen, dat op heden aan Joh. van (lelderen, en zijne rechtverkrij genden vergunning verleend is tot oprichting van een bewaarplants van lompen, in het pand staande aan de Dwarsstraat no. 60a, kadaster sectie L no. 1118 S c h i e d a in, den 29sten December 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, V. SICK ENG A Boeren-Boekhouding. Onder het opschrift «Boeren houdt uw boeken \j schrijft Noord-Limburg er in de Venloosche Courant Zoo bestaat in uwen stand een groot misbruik, m.a.w., eene grove nalatigheid, als 't aankomt op een geregeld boekhouden. Het jaar 1904 spoedt weder teneinde, en hoe velen onzer boeren zullen nu eens netjes hunne balans gaan opmaken gelooven, dat hun getal klein is. Het aarts conservatieve begrip «mijn hoofd is mijn boek", wil erbij menig boer maar niet uit. «Boek- ouderi (zoo zal menig landbouwer ons met verwondering toeroepen) «maar heb ik dan nog met genoeg te doen Ik pennen, neen, daar f aan miJn vinger niet meer naar". Maar laat et dan uwe jongens of dochters doen; waarom ^nutgij ze anders naar school? »Wat mijn kinderen. die moeten maar 't land op dat behoeven warempel geen schrijvers of geleer den te wordenals die 't bidden en werken maar niet vergeten, dan ben ik over mijn kinderen volkomen tevreden". Konden wij hen, die zoo oordeelen (en hoe groot is niet hun getal), eens aan het ver stand brengen, hoe ver zij hier den bal miskaatsen. Boeren, die uwe boeken niet bijhoudt. wij blijven u met aandrang waarschuwen gij boert niet goeden vroeg of laat vallen èn gij èn uwe kinderen in de put, dien gij door verwaarloozing dei boeken reeds nu aan bet graven zijt. Wij willen u zoo kort mogelijk 't nut van 't boek houden gaan aantoonen. Maar vooreerst. hoe moet gij boekhouden Zoo nauwkeurig mogelijk. Gy moet alles aan schrijven, wat op uwe boederij komt, en wat er af gaat. Alles; dus ook de kleinste benoodigd- heid voor de huishouding. 't Moet door één der huisgenooten geschieden. Die ééne persoon moet door anderen met alles worden in kennis gesteld. Zouden meer 't beheer over één boek hebben dan komt er verwarring. U hebt misschien wel eens gehoord van sltaliaansch" van «dubbel" boekhouden. Moet gij dat doen Dat is volstrekt met noodig. Wij begrijpen, dat daartoe 't gros onzer boeren niet genoeg letters geslikt heeft. Maar koopt u slechts een nota-boek, wat ge in bijna iederen winkel (zelfs op liet dorp) kunt ij gen schrijft in de kolom «debet", wat gij schuldig zijtin de kolom «credit", wat gij te goed hebt doet het van dag tot dag, met niets te veigeten t is toch waarachtig zoo n heksen werk niet, en een kwestie die hoogstens eenigc minuten van uwen tijd vordert. Is het boekhouden nuttig voor den boer? Een voorbeeldGij hebt op uwen stal staan eenige koeien, en begint te bemerken, dat de hoeveelheid en kwaliteit der melk niet meer beantwoordt aan liet aantal van vroeger, dat er misschien koeien onder zijn, die wel voldoende, maar minder goede melk geven. Wat zult gij nu gaan doen Zult gij op dezelfde wijze voortgaan Doet gij dat, dan komt gij op slot van rekening voor de werkelijk heid te staan, dat niet gij van de koe eet, maar de koe u opeet. Gij zult een heel eind achteruit geboerd hebben, vooraleer gij het zelf vermoedt. Want in een huishouden, waar het toegaat op de wijze van Jan Steen, waar het heet «zoo gewon nen zoo geronnen", waar dus van boekhouden geen sprake is, zal men lang talmen met andere maatregelen te nemen. Daar houdt men vast aan den ouden sleur. Doch wordt er degelijk boek gehouden, dan bestaat daarvoor minder gevaar. Met de bedragen van vroeger en heden vóór u zult gij spoedig (mis schien in de eerste dagen reeds) het verschil ont dekken, en even spoedig zult gij afdoende maat regelen nemen. Op uw stal zult gij een onderzoek instellen of doen instellen. (Vit het Duitsch.J 17) Het was een roerend klaaglied dat il- zoo de zaïJrT "n^n' en het dacht me dan Par4n f f i1H>,",and anders wezen wel ee„ kleinigheidje wagen "l"" °°k Do wrnfrLaïfi^gln?^1 T eind" me op te merken, ofschoon hit )n J', zond:'1' In een seconde stond ik arhf ''g WaS' hem zoo met mi n 4 L hcm cn slwS schedel, dal RH 1 °P den onbedekten trad ik aan den h f" T "ederstortte. Nu achter de stel kamboerand van liet huis, waar minuten lano- y<m l gel' was- Ik moest eenige opening outdektf wf f1' lk, cr8l3rls «en kleine zien. aardoor ik in de kamer kon werkelijk Pareyma 'wasf® !k aanschouwde», achting hegrijpln die pót 1 kon ik d<' hoog^ a geemuigd gezang mid den m de ruimte, en een stroom van tranen Jiep zonder ophouden over heure wangen. Zij was een slanke, edele gestalte, nog vol van de Irischheid der jeugd, die men ondanks het harteleed bespeurde, dat haar lichaam deed be ven. Hare schoone, donkere oogen waren om- oeisd, hare scherp afstekende wenkbrauwen tezamen getrokken en heure fijne lippen geslo ten. Geen enkele bloem, ook geen enkele tand was in de haren of ergens anders aan beur gestate te bespeuren; ja, zij scheen kleeding stof met opzet versmaad te hebben, die men den Europeërs afkijkt en afkoopt om de uiterlijke verschijning zoo als zij meenen nog te verhoogen. Een parau van zachte, geelbruine tapa, die een weinigje verder dan tot do knieën reikteomsloot hare heupen, en een tehei van dezelfde stof omhulde als mantel de schou ders en het bovenlijf. Het ravenzwarte haar mg vol lang en lokkig over den hals, zonder de fer,in' ook niet opgebonden door 3, wuivende vezels van arrowroot. s( f'm,e,rkte' dat zij den, ingang door bast- dén van df V'g f gesloten, trad twee schre- vliufjjr"' TCrschrik Potomlia is hier goSaHjtl!1"1 °"d""lnl,:l' 1^'ltoon wo.,1 binnen „Wie zijt gij?" hoorde ik haar vragen. 30 December POUT ARTHUR. Erloeng-sjan, de sleutel van de geheele vesting, door de Japanners vermeesterd. Gister meldde onder onze rubriek „Tele grammen" een draadbericht uit Tokio, dat de Japanners Erloeng-sjan hebben bezet. De bezetting van dit fort is een zeer belang rijk voordeel. Bij hun oprukken, van den Hoogen Berg af, tegen het noordwestelijke front van de vesting zijn .zij er ten langen leste in geslaagd, het fort op den berg Erloeng te vermeesteren. In den noordwestelijken hoek van de vestingwerken lig gen in een halven boog, van links naar rechts, achtereenvolgens de forten Antse-sjan, Itse-sjan, Erloeng, Stolowy en Etikoean tot bescherming van de aan de Westerhaven gelegen „nieuwe *tad." Deze gordel was voor het beleg bijtijds aangevuld en verder versterkt met verscheidene vooruitgeschoven batterijen en infanteriestellin- gen, waarin ook de Hoogc Berg was opgenomen, welke stellingen eerst dienden genomen te wor den, voor de aanval op de eigenlijke forten kon beginnen. Naar de algemeene opvatting van de militaire deskundigen in Europa, is hot Erloengfort te be schouwen als de sleutel van de geheele ves ting. In het begin van November schreef het Lpndenschë weekblad Speaker nog in een be schouwing over den voortgang van debelegering van Port Arthur: „Port Arthur kan, gelijk ieder weet die den oorlog ernstig bestudeerd heeft, alleen genomen worden door een welgeslaagden aanval op het sleutelfort Erloeng. Driemaal is dat vergeefs aan gevallen. Wanneer (of indien) de aanval ten slotte slaagt,, dan is Port Arthur gevallen. De haven en de vloot zal dan in zes uur na de verovering van den berg in het bezit der over winnaars zijnDaarom moest geen blad zeg gen (gelijk de Londensche bladen Donderdag avond en Vrijdag-ochtend deden), dat de Japan- neis nu de „oostelijke forten beheerschen." De eenige hoogte, met die forten te vergelijken en binnen bruikbaren afstand daarvan, is de Ta- koeberg, die reeds maanden lang bezet is. Er zijn geen „hulpforten" beneden Erloeng vermees terd in de laatste gevechten. Zulke forten be staan er niet. De vooruitgeschoven Japansche stelling is nog te Pali-tsjwang, gelijk het van 10 Augustus af geweest is. Uit die stelling moet er tegen den Erloengberg een aanval gedaan worden juist zooals al de andere aanvallen ge weest zijn; en uit den aard der zaak kan er in een zoo eenvoudige en hachelijke onderne- neining niets zijn tusschen welslagen of mis lukking." Aldus de Speaker. Zonder nog de optimisti sche bewering van de Speaker te onderschrijven „Een vriend van den Ehri. Wilt gij Matem ba s vrouw worden?" „Neen. Ik heb mijn dolk en zal mij dooden wanneer ik geen uitkomst zie." „Zoo zijt, gij Potomba trouw gebleven?" „Ja. Mijn vader kwam en dwong mij met hem te gaan." „Wie heeft de moeder van den Ehri neer gestoken?" „Mijn vader; zij verweerde zich tegen ziinc aanvallen." „Bemint gij hem?" „Neen. Ik heb hem bemind; thans doe ik het met meer!" „Gij zult. gered worden. Doe alles, wat uw vader verlangt. Wanneer het ons niet eerder gelukt, dan redden wij u op den bruiloftstocht naar Tahiti." Daar weerklonk aan de andere zijde van het huis een tamtam; ik trad naar den bewust- looze en legde een steen naast zijn hoofd. Stce- nen van dezelfde grootte lagen óp het dak om voor den wind te beschutten; een dezer kon afgerold zijn en den wachter getroffen hebben. Daarna keerde ik langs denzelfden weg naar Potomba terug. Hij had op de hoogte elk mijner bewegin- n kunnen zien en wachtte mij met zicht baar verlangen. Ik deelde hem alles uitvoerig mee en werd bijna zelf meegesleept door de begeerte, die bij hem naar boven sprong. Thans mengden zich hij den klank des trom mels de tonen van talrijke fluiten; de niech- dat Port Arthur in de macht van de Japanners zal komen „zes uur na de verovering van den berg mag men wel aannemen, dat zoowel de Russen als de Japanners, de eersten blijkens hun hardnekkige verdediging van, de anderen blijkens hun voortdurende aanvallen op dat punt, aldoor overtuigd zijn geweest van de groote be- teekenis van het thans gevallen fort. Het schijnt dan ook vast te staan dat de belegeraars van- daaruit den achterkant van de geduchtste for ten, die den binnensten gordel van de vesting werken vormen, kunnen bestoken en ze zoodoende onhoudbaar kunnen maken. Een nader telegram, door de Japansche legatie te Londen ontvangen, meldt: Van de belegeringstroepen om Port Arthur wordt gemeld: De linkervleugel en het centrum van het leger lieten Woensdag-ochtend om tien uur de borstwering aan den voorkant van het lort Erloeng-sjan in de lucht vliegen en bezetten daarna die borstwering stormenderhand. Zij wier pen verdedigingswerken op onder dekking van liet vuur der zware kanonnen en veldstukken en het vuur van den vijand ten spijt. Om vier uur 's middags liepen wij storm en bezetten de borstwering van de zware kanonnen in het inwendige van het fort. Daarop rukten wij naar de keel van het fort, waaruit de vijand ten laatste na een hevig verzet verdreven werd. Zoodoende viel het geheele fort Erloeng-sjan 's avonds om half acht in onze handen. Reuter's correspondent te Tokio, de verove ring van Erloeng-sjan door de Japanners be schrijvende, zeg' dat zij van vier uur 's middags de binnenste linie van de zware kanonnen be zetten; niet de borstwering van de zware ka nonnen, zooals het telegram van het gezantschap vermeldt. De Japansche verliezen bij de vermeestering van Erloeng-sjan worden geschat op duizend man. Reuter's correspondent bij het derde Japansche legerkorps voor Port Arthur seint dd. 29 Dec.: Erloeng-sjan is om "3 uur vanochtend genomen. Zeven dynamietmijnen, die gister-morgen om 10 uur ontploften, maakten bressen in de voorzijde van bet fort en daardoor deden groote troepen- afdeelingen een stormaanval onder bedekking van een vreesêlijk bombardement. Zij overmeesterden de eerste linie van lichte kanonnen en bemach tigden na een woedend gevecht het fort. Vijf honderd man van het garnizoen ontkwamen. De Oostzee-vloot op weg naar de Oost- Aziatische Wateren. Ook de correspondent van de Echo de Paris vermeldt vage geruchten over den slechten toe stand der machines van twee pantserschepen van Rozjestwenski s smaldeel, welke de terugroeping van de vloot noodig zou maken. Een invloed rijk admiraal te Petersburg heeft verklaard dat de terugroeping van de vloot de eenige verstan dige maatregel zou zijn, aangezien het eskader in den Grooten Oceaan nu vernietigd is en Rozjes twenski minder sterk is dan de Japansche vloot. tigheid ging nu aan den gang. Pareyma werd uit huis gebracht, en achter haar zette zich een lange stoet in beweging. „Ziet gij Matemba aan haar zijde, Sahib?" vroeg Potomba. „Ik zie hem." „Hij ook was bij mijne vervolgers. Oro zal hem van nacht verslinden. Ik zal hier nie mand eenig leed doen, maar terwijl gij met mijn vrouw spraakt, heb ik besloten, hoe ik Pareyma zal terughalen. Ik ben een christen, gelijk gij met, alle recht zegt, en deze kris zal' door geen ander bloed gekleurd worden dan door het bloed mijner moeder; toch zullen zij ster ven, maar niet door mijn handt" De stoet kwam hij het altaar aan, dat Anoui de priester, besteeg om zijn toespraak te be ginnen; daar ontschoot mij Potomba en ver dween zijdelings in de struiken. Ik kroop nu ook zoo ver mogelijk vooruit om de onder mii liggende helling zoo goed als 'I kon ie over zien. Voor den priester stonden Matemba en iareyma; de tamtams en pijpen maakten een oorverscheurend leven, dat op het teeken des priesters eindigde. Zijn rede bestond in smaad woorden tegen het christendom, waar voor ik hem dolgaarne een kogel door den kop ge jaagd had; dan kwamen verwenschingen voor den afvalligen Ehri, en eindelijk greep hij ach ter zich en nam van het altaar eenige hoofd beenderen, die hij voor Matemba hield. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1904 | | pagina 1