Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
De Jaarwisseling.
1905.
Onder Kleurlingen.
28ste Jaargang
Zondag 1 Januari 1905.
No. 8093.
EEBSTEBLJU.
Officieele Berichten.
Kennisgeving.
FEUILLETON.
Algemeen Overzicht.
Bestrijding tuberculose onder het
Rundvee.
De oorlog in Oost-Azië.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit biad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f i .35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 10 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 12i/2 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herh aaldel ij k adverteeren worden uiterst bil-
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85.
Postbus no. 30.
Dit nummer bestaat uit twee bladen en een
Geïllustreerd Zondagsblad.
De Burgemeester van Schiedam,
brengt ter openbare kennis, dat, te beginnen
met 1 Januari 1905, ter gemeente-secretarie, afd.
A. kosteloos verkrijgbaar zijn formulieren ter
mededeeling van het verlangen, tuberculeuse
runderen tegen schadeloosstelling door het Rijk
te doen overnemen.
Schiedam, den 3isten December 1904.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Het vierde jaar der twintigste eeuw is weer
weggevloden, verdwenen in den oceaan des tijds.
Als een droom ,c" het voorbijgegaan met zijn
moeiten en bezwaren, zijn zorgen en arbeid, met
zjjn teleurstellingen en vervulde wenschen, met
zijn-voer- met zijn ëchevdetfcwet'
en begroetingen van nieuw leven.
Voorbij, onherroepelijk voorbij is het jaar 1904.
Een blik terug te slaan op den af gelegden
Weg is een begrijpelijke zaak. Maar hoe ver
schillende gewaarwordingen worden bij de jaar
wisseling daardoor gewekt in de harten dor
menschen
O, er is menige ledige plaats in de gezinnen;
menig bittere traan wordt op oudejaarsavond ge
plengd op het altaar van eerbied en liefde!
In de maatschappij ontvielen ons waardige ka
rakters, uitstekende geleerden, geachte philantro-
Pen, braven, die we nog zoo gaarne lang in
ons midden hadden zien vertoeven en arbeiden.
Welk een les geeft ons de oudejaarsavond,
die ons met kracht herinnert aan de verganke
lijkheid van ons bestaan. Moge die herinnering
een aansporing zijn weer met nieuwen lust te
arbeiden in eiken levenskring, waarin we ver-
keeren en het wachtwoord ons steeds in de ooren
klinken„Wees ons ten zegen 1"
Dat menigeen op den oudejaarsavond niet rus
tig en in tevreden stemming neerzit is te be
grijpen.
Hier is er misschien één, die rijkdom en wel
vaart er heeft doorgebracht en nu tot den bedel
staf is gebracht door zijn roekeloos leven; el
ders treedt het aanklagend geweten op en spreekt
Van oneerlijkheid en van onrechtvaardigheid.
Het ijdel droombeeld, dat geluk toch evengoed
Uit het Duitsch.J
18)
,,Leg uw hand op dezen schedel, die aan
e' hoofd van een uwer voorouders toebehoorde
ea zweer dan: Eita anei oe a faarue i ta oe
vatrina?"
N°g had Matemha. zijn „Eita,, niet uitgëspro-
j u, of Potomba drong door de menigte van
toehoorders en stond eensklaps voor het al
taar.
„Wees gegroet, Anoui, vader mijner echtge-
itoote!" riep hij uit. „Zij is, toen ik afwezig was,
tot u gekomen, en ik volg haar na, om haai'
«uiswaarts te brengen."
Er ontstond een diepe stilte. De priester strek-
6 'nldc amrH'n afwijzend uit en riep:
„Deze plaats,' is heiligga weg van haar en van
°hs, verrader!"
Potomba bleef kahn. Hij legde de hand op
en schouder van Paieyma en antwoordde„Ja,
-P'aats is heilig, wij] ik, die christen ben,
is O „Zult gij nooit uw vrouw verlaten?" Dil
«vet C ,;K''^sche formaliteit, die de bruidegom
dan (lleen0 beantwoordt. Is dit geschied,
beschouwt men den echt besloten.
's menschen deel kan zijn, al neemt, men het zoo
nauw niet met plicht en karakter, stort plotse
ling neder en brengt onrust en wroeging; het
mocht ook tot berouw en een nieuw leven
voeren.
Als we allen de balans opmaken van ons doen
en laten, van ons werken en streven, van ons
verkeer in huisgezin en samenleving, is er mis
schien nog wel het een en ander dat heter had
kunnen gedaan worden. Wat achter den rug is
kan niet worden teruggeroepen, niet worden over
gedaan. Maar wat we wel kunnen, is, met Gods
hulp met nauwgezetheid doen wat in ons
vermogen is om liefde en menschenmin, recht
vaardigheid, beschaving, waarheid en vrijheid te
bevorderen bij ons zeiven en anderen.
Ons leven duurt maar kort; toch is het meestal
lang genoeg om er veel in te arbeiden, veel
goed er in te doen.
Moge oudejaarsavond niet voorbij zijn gegaan
zonder in ons het ernstige voornemen te heb
ben gewekt steeds wakker en vaardig te zijn in
het doen van onzen godsdienstigen en staats
burgerlijken plicht.
Hopen wij dat het nieuwe jaar moge zijn een
jaar van vrede, dat wij bevrijd mogen blijven
van de rampen van een oorlog, die onder de
tegenwoordige omstandigheden zich zeker tot een
alge mee nen krijg zou uitbreiden en ons wereld
deel wellicht ten ondergang zou voeren.
Houde de Algoede in Zijne oneindige barm
hartigheid ook dit jaar terug den geesel Zijner
gramschap, dien wij wellicht om onze zonden
verdiend hebben: dat 11 ij ons van alle besmet
telijke ziekten vrijware
Met den wensch, dat 1905 voor ons moge zijn
een rijk gezegend jaar willen wij besluiten.
Moge het, zoowel ten opzichte van de stof
felijke belangen als wat het geestelijk heil be
treft, onze lezers welgaan.
Lezers ien LezeressenEen heilvol, gezegend
Nieuwjaar zij uw aller deel
31 December.
Skrydloff. Te Wladiwostok.
Bij de Shah- rivier. Over generaal
Koeropatkine.
De Echo de Paris verneemt van zijn Peters-
burgschen correspondent, dat admiraal Skryd-
loff naar de Russische hoofdstad zal worden
teruggeroepen. Zijne vrienden beweren, dat hij
Wladiwostok slechts verlaat om het commando
van het derde eskader op zich te gaan nemen;
dat hij 's keizers vertrouwen nog steeds ten volle
geniet. Skrydloffs vijanden houden daarentegen
vol, dat hij niet meer zal terugkeeren. Zij be
weren, dat de admiraal alle op hem gebouwde
verwachtingen heeft teleurgesteld. Hij zou te Wla
diwostok in menig opzicht, ook wat de zedelijke
waarde van zijn persoon betreft, een treurige
hier verschijn. Ik zal gaan, doch geef eerst
mijn vrouw terug!"
„Wijk van hier, of de dood wacht u!"
„De dood?" gaf Potomba lachend ten ant
woord. „Heeft hij me gevat, toen gij mij ver-
volgdet, om mij: m'n leven en m'n eigendom
te rooven? Gij, honderden heidenen zijt niet''
sterk genoeg om mij, een enkel christen, den
dood te geven. Gij kunt slechts vrouwen doo-
den. Hier aan dezen dolk kleeft het bloed mij
ner moeder. Gij hebt haar gedood, Anoui, en
heden vorder ik haar leven op of anders het
uwe!"
„Dan s-terl zelfantwoordde Anoui en greep
naar hem.
Potomba week een schrede terug en riep zoo
luid, dat men hét van ver kon hooren„Ik ster
ven, ik, de Ehri van Papetee? Ik sta onder
bescherming van mijn God; gij echter zult ten
onder gaan, gelijk ik thans uwe goden ver
pletter!"
Met éen sprong hij op het altaar. Hij
pakte eerst het eene dan het andere der leemen
afgodsbeelden en slingerde ze naar beneden,
zoodat de stukken in 't rond vlogen. Dan zwaai
de hij zijn kris hoog in de lucht en riep ïEn
nu kom ik mijn vrouw halen."
li 'T erlk€lf. ontzettende schreeuw van woede
k onk uit alle kelen. Allen vlogen naar hot
altaar om den vermetele te grijpen; hij was
evenwel het perst afgesprongen en klom zoo
t snel mogelijk naar de hoogte tot bij mij. Ifet
figuur maken en o. a. ook met den comman
dant van de vesting voortdurend overhoop lig
gen. De vier Russische kruisers, die, onder Reit-
zenstein's bevelen, zooveel van zich deden spre
ken en den vijand vrees en ontzag inboezem
den,, hebben zegt men verder sinds Skryd
loff te Wladiwostok is, niets meer uitgevoerd.
Nég veel meer wordt verhaald over de onhan
digheid, onbekwaamheid en het tactlooze van
dpzen opperofficier. Daartegen wordt dan weer
door Skrydloff's vrienden ingebracht, dat de Tsaar
hem bevolen had te Wladiwostok te blijven en er
de komst, der Baltische vloot af te wachten. Gas
ton Dru, van de Echo de Paris, verzekert, dat,
mocht Skrydloff gaan, zijn opvolger admiraal
Rozjestwenski zal worden. Intusschen wordt er
aanstonds bijgevoegd, dat men hier slechts te
doen heeft met geruchten, welke nadere beves
tiging behoeven. Er zijn, zooals men zich zal
herinneren, tijden geweest, waarin admiraal
Skrydloff de „held van den dag" was. Inhoever
de geruchten over zijn in-ongenade-vallen grond
hebben, is evenmin na te gaan, als de vraag,
of men te Petersburg juist zou zien door dezen
vlagofficier van het oorlogsterrein te verwij
deren.
De berichten, welke Koeropatkin uit Mantsjoe-
rije zendt, bevatten nog steeds de boodschap
niets bijzonders te melden. Geruchten over eene
tamelijke ernstige ongesteldheid, welke den Rus-
sischen generalissimus zou hebben aangetast, wor
den met de meeste beslistheid tegengesproken.
:De correspondent van de Echo de Paris weet
te nietden, dat Koeropatkin dagelijks alle:lei bui
tenposten en verschansingen bezoekt, zich met
de manschappen op minzame wijze onderhoudt,
vragen doet over hunne gezondheid, de soep
proeft, die aan de soldaten wordt gegeven, blijk
geeft van in allerlei dingen betreffende hunne
kleeding, de beveiliging tegen de vijandelijke gra
naten enz. belang te stellen.
Volgens de Roesslcoye Slavo gebeurt 'tvaak,
dat de generaal zich, op gevaarlijke plaatsen,
wendt tot hen, die hem vergezellen met de woor
den: „Heeren, hier kunt ge mij niet volgen,"
en hij-zelf gaat dan voort.
De generale staf zegt het Russische blad
is voortdurend bezorgd voor den opperbe
velhebber en dat is zeer natuurlijk. Zoo deed
zich het volgende gesprek voor in de nabijheid
van het vijandelijk vuur. De correspondent van
de Roesskoye Slavo was er getuige van. Prins
Gagarine gaat naar den generaal:
„Excellentie
„Wat wenscht u?"
„Deze plek is blootgesteld aan het vijandelijk
vuur. Misschien vindt u, dat
De generaal vat hem bij de hand en zegt
„Waarde prins, u zijt de bevelhebber van mijn
escorte, niet de mijne."
Generaal Abdzieff, een militair uit de dagen
van Skobeleff, deed soortgelijke pogingen:
„Excellentie, daar kunt ge u niet wagen."
En de bevelhebber, glimlachend
was een geluk, dat geen der aanwezigen bij
de vreedzame plechtigheden eenig wapen droeg,
anders was hij een verloren man geweest. Geen
enkele? Stond er achter het altaar niet een,
die zoo even zijn boog spande, en daar verder
een tweede onder de bananen? Zij- wilden op
Potomba schieten, en 'twas te voorzien, dat
zij hem zouden treffen. Dat moest ik voorkomen.
Ik legde spoedig mijn buks aan, mikte en drukte
tweemaal achtereen, de beide heidenen stort
ten ter aarde.
Thans had Potomba mij bereikt. Zijne ver
volgers kwamend jankend voor eon gedeelte
de helling op, voor een gedeelte zochten zij
in driftigen loop de hoogte aan twee zijden
te omzetten.
„Ik dank u, Sahib, dat gij me helpt; de
pijlen hadden mij getroffen. Nu snel naar
de boot; kunt gij goed loopen?" zeide hij
haastig.
Ik antwoordde niet, want daarvoor was geen
tijd. Het kwam eigenlijk met mijn gevoelen niet
overeen, voor deze menschen te gaan loopen,
doch ik'wist, dat onze redding nu van onze
boenen afhing. Ondanks mijne., zware laarzan
hield ik den Ehri goed bij, die" eerbiedwaardige
longen en prachtvolle pezen moest hebben, want
onze vijanden bleveng verre achter ons. Toen
we aan de boot kwamen, bleef ons juist tijd
genoeg, deze in 't water te trekken, in te sprin
gen en een tamelijk grooten voorsprong te heb
ben. zoodat ons eeen düI kon bereiken.
,,'tKomt mij voor, dat ik niet waard ben te
behooren tot de kozakken van Oessoeri, wiei
aanvoerder gij zijt."
En dat alles voegt de Russische journalist
er hij wordt gezegd op de meest vriendelijk
en hoffelijke manier.
Togo en Kamimoera te Tokio.
Togo en Kamimoera met hunne staven ziji
gisteren-morgen om half tien te Tokio aangeko
men. In de versierde straten een dichte menigte
Vertegenwoordigers van den Keizer en de Keizeri)
met leden van den raad der ouden en jonge staats
lieden en de ministers, ook duizenden schoo
kinderen, waren aan het station, om de admiraal
te verwelkomen, die zich met groote moeite ee
weg baanden door de geestdriftige menigte.Eindelij
konden zij plaats nemen in rijtuigen, door de
keizer gezonden zij reden naar het departemer
van Marine, terwijl hun allerwege »Banzai" wer
toegeroepen en na een kort verblijf daar nat
het paleis, om den Keizer verslag te doen.
RUSLAND.
De geruchten over een aanstaand aftreden vac
prins Swjatopolk-Mirsky, den Russischen ministc
van Binnenlandsche Zaken, houden aan. Het,
aanblijven van graaf Moerawjef. den reactionaire'
minister van Justitie, geeft aan die geruchti
begrijpelijkerwijs nieuw voedsel. Ook spreekt m>
over iieL heengaan van luitenant-generaal Glazi
den minister van Onderwijs..
Het schijnt dat Pobedonostsef het voornaams
aandeel heeft geluid in de proclamatie waarin
hervormers .met s(ruften- i<edrtugd woraS1*
Prins Galitzyn, de burgemeester van Moskóu,
wegens zijn vrijheidlievende rede in de doen
aldaar, aan het departement van Justitie ontbode
Het ontbreekt dus niet aan teekenen dat
reactie voorshands gezegevierd heeft.
In de Echo de Paris lezen wij nog dat m
vreest, dat het jongste manifest al evenzeer c
doode letter zal blijven als dat van 1903, hetwt
in denzelfden geest was gesteld'
De ministerraad zal den 3den Januari voor 1;
eerst bijeenkomen. In de eerste plaats zou dim
de kwestie van reorganisatie van de rechtsplegm.r
aan de orde komen. Witte is voor het kiezt -
Moerawjef voor het benoemen van rechters.
Het telegrammenbureau kan tegenover andi
luidende berichten constateeren, dat het vonnis teg
den moordenaar van Plehwe Sasonof en tegen zi,
medeplichtige Sikorsky van kracht blijft, doei
dat de straffen krachtens het manifest van
Augustus 1904 tot 14 en 10 jaren dwangarb.
kunnen worden verminderd.
ROEMENIë.
Het kabinet heeft den Koning zjjn ontslag aa;
geboden.
MAROKKO.
Reuter seint uit Parjjs:
De afzending van oorlogsschepen naar Marot:
wordt tegengesproken.
Nu eerst kwamen de Polynesiërs door 't die
Ie struikgewas van het strand, strekten zo
dra zij ons zagen, de armen in de lucht i
maakten de potsierlijkste boosaardige bewe
gingen.
Vv ij grepen het tweespan riemen en wei-
ten ons tegen den passaat naar Tahiti over.
lieten ons daarna, zonder te landen, door dt
stroom en den wind terugdrijven naar Einu
en landden te Alsareaita, een kleine plaat
juist tegenover Papetee.
Hier bleven we tot de weldra naderende dui
ternis. Potomba deelde mij niets mee van Ir
geen hij voornemens was, en daar zjjn sti
zwijgen een goede reden had, zoo viel ik hei
met geen enkele vraag lastig.
Het moet om en om elf uur geweest ziji
toen wij weder opbraken. De Ehri had te vc
ren een tamelijke hoeveelheid groote en klein
visch gekocht en deze medegenomen naar d.
boot. Wat hij daarmee voorhad, kon ik «te
raden, doch zou dat later wel vernemen. Wi
loeiden lot ongeveer het midden der straat
die dc beide eilanden scheidt, en bleven hier.
Het werd donker op het water; doch aan
den hemel flikkerden duizenden sten-en, en de
golven lagen om de kano als vloeibaar, door
zichtig kristal. Daar greep de Ehri naar een
der visschen, hond deze aan een vezeliger! band
en hing hem in 't water. Na korten tijd volgde
't.-en korte 'ruk. Een haai had deze lokspijs mee
genomen. (Slot volcft.)