Algemeen Overzicht.
De oorlog in Oost-Azië.
Staten-treneraal.
Binnenland.
van de schrifturen, die ter zake mochten zijn
ingekomen, kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 2den Februari 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
2 Februari.
IN MANTSJOERIJE
Koeropatkin meldde den 30en Januari:
Sandepoe is vandaag door onze artillerie in
brand geschoten. In het front van het leger be
schoot de artillerie de vijandelijke kolonnes. Den
28en beschoten de Japanners den geheelen dag
de dorpen Kheigoetaj en Toepar; tegen den avond
gingen zij tot den aanval over, en stormden tus-
schen tien uur en middernacht vier malen. Alle
aanvallen werden door ons afgeslagen. Eerst toen
om twee uur 's ochtends bevel kwam, de dor
pen te ontruimen, begonnen onze troepen terug
te trekken.
Een van onze patrouilles beschadigde den spoor
weg 12 werst ten zuiden van Liao-jang.
Den 31en seinde Koeropatkin: Volgens berich
ten die 's nachts ontvangen zijn is in onze stel
lingen alles rustig. Van tijd tot tijd hoort men
geschut- en geweervuur. Onze artillerie heeft
Sandepoe met goed gevolg beschoten. Wij za
gen uit een ballon dat de Japanners een deel
van hun troepen uit Sandepoe terugtrokken en
westwaarts trokken. Zij versterkten in aller ijl
stellingen; onze artillerie neemt die nu onder
vuur. De vijand trachtte gisteren Foedsia en
Joeantsia, twee wersten ten noorden van Lidian-
tong, aan te vallen; zij werden teruggeworpen.
Op onzen linkervleugel vielen de Japanners gis
teren-ochtend om drie uur onze voorposten aan
in de bergpassen, twintig werst van Tongketsjeng
af, op den weg naar Tsiantsjou en Kwitsioetsi.
Wij stelden de aanwezigheid vast van tien Ja
pansche compagnieën. Onze voorposten trokken
terug, maar na versterking ontvangen te hebben,
bezetten zij den pas opnieuiw. Er zijn 39 Ja
panners gedoodi, 8 gewonden zijn gevangen geno
men, bovendien hebben wij wapens en munitie
buitgemaakt. Ons verlies bedroeg 15 dooden en
34 gewonden.
Een later telegram van Koeropatkin, van 31
Januari, meldt: 's Ochtends om vijf uur vielen
ecnige Japansche bataljons uit Sandepoe het
dorp Bataitse aan, in gesloten kolonnes, zonder
vooraf hun artillerie te hebben laten spelen. Onze
troepen sloegen den aanval af; wij hadden drie
dooden, terwijl twee onderofficieren gewond wer
den. In den loop van den dag beschoot onze
artillerie verscheiden Japansche afdeelingen ten
zuidoosten van Sandepoe. Onze linkervleugel
staaf in het gebergte, 's Nachts heerscht een
koude van 25 graden.
Het Noordzee-incident
Men had met eenige spanning verwacht, wat
do Russische officieren zouden vertellen voor
de Parijsche Commissie. Maar dat is niet mee
gevallen.
Voordat de vier officieren kapitein Klado,
luitenant Ellis, luitenant Sjramsjentko en lui
tenant Ott opgeroepen werden, stond de Rus
sische agent Nekloedof op om te verklaren, dat
aangezien de Engelsche agent zoo groote waarde
scheen te hechten aan hetgeen er met de Kam-
tsjatka gebeurd was, hij besloten had, allereerst
luitenant Valrond, van dat schip, op te roepen.
Luitenant Valrond legde dus getuigenis af. Hij
had, zoo zeide hij, een radiogram gezonden naar
het admiraalschip Knjas Soworof, om te mel
den dat hij 's avonds om acht uur schepen ge
zien had. De admiraal vroeg, in welke richting
de schepen stoomden; hij antwoordde: in ver
schillende richtingen. Om elf uur seinde men
van de Knjas Soworof weer, of de schepen nog
in zicht waren. Hij antwoordde ontkennend. Daar
mede nep net getuigenis ar.
Het is nu maar de vraag, of deze officier
niet alleen de waarheid gezegd heeft (hij legde
geen eed af, maar gaf zijn eerewoord dat hij
de waarheid zeggen zou) maar ook de volle
waarheid. Men herinnert zich het uitvoerige ver
haal van den Hollandschen radiografist aan boord
van de Kamtsjatka, eenigen tijd geleden, die im
mers vermeldde dat de Kamtsjatka het vreemde
schip (ongetwijfeld een Japansche torpedoboot,
volgens deze man) beschoten had, en dat de
boot een torpedo afschoot op de Kamtsjatka.
Indien dit laatste waar was, zou luitenaj^ Val
rond het dan nu verzwegen hebben? Maar hij
zegt niets van het schieten. De Aldébaran i s
echter beschoten, dat staat vast, en zoo niet
door de Kamtsjatka, door welk oorlogsschip dan?
Woensdag zette de Engelsche agent O'Beirne uit
een dat de hypothese, dat de Kamtsjatka en
Aldébaran voor een vijandelijke torpedoboot aan
gezien, deze beschoten en daarop den admiraal
gewaarschuwd heeft, de meest aannemelijke ver
klaring oplevert voor de zenuwachtigheid van
de Russen, en bijgevolg voor hun gedrag op de
Doggersbank. De Russische agent trachtte te be-
toogen dat het incident van de Aldebara.c geen
licht kon werpen op het Doggersbank-incident.
Maar de commissie was van een andere mee
ning, en dat is volkomen begrijpelijk. Indien er
een misverstand in het spel is, dan komt het er
juist op aan, alles bijeen te brengen wat de oor
zaak van zulk een misverstand, zenuwachtige
angst bijvoorbeeld, kan ophelderen.
Luitenant Valrond's getuigenis gaf dus teleur
stelling, en andere opvarenden van de Kamtsjatka
werden niet gehoord. Kapitein Klado kreeg ver
volgens het woord. Hij had 's nachts om een
uur (van het admiraalschip Knjas Soworof) een
een groen licht op de golven gezien en den
omtrek van een klein schip dat zeer laag op
het water lag. Hij richtte zijn zoeklicht op het
vreemde schip. Ons vermoeden werd bevestigd
het was een torpedoboot. Wij vuurden en toen
werd een ander schip met twee masten en een
schoorsteen gesignaleerd. In de verte zagen wij
een zoeklicht dat, naar wij meenden, van een
Russisch oorlogsschip afkomstig was. Ik denk
dat de Crane getroffen werd door een schot dat
op de torpedoboot gericht was. De torpedobooten
gingen uiteen, die links volgden ons. Het bom
bardement duurde precies tien minuten.
Zoowel Klado als Valrond spraken in het Rus
sisch, en hun getuigenissen werden niet vertolkt.
De vertaling zou in de volgende vergadering voor
gelezen worden.
Tvree opmerkingen bij het getuigenis van ka
pitein Klado liggen voor de hand. In de eerste
plaatser kan geen sprake zijn van een afge
dwaald schot, op een ander schip gericht, waar
de Crane en andere trawlers op tal van plaatsen
doorboord waren door de kogels. Dan is van
belang dat Klado zeiOns vermoeden werd be
vestigd. Het zon bij een zeeman, die wist waar
hij zich bevond en niet overmatig angstig was,
van zelf gesproken hebben dat hij vermoed had,
in elke onbekende kleine boot met een schoor
steen en een of twee masten, een trawler te
zien. Maar de Russen vermoedden dadelijk een
Japansche torepdoboot (dat zou dan een zeer
kleine moeten zijn, met één schoorsteen en
dat zoo ver van huisDe gevolgtrekking is nu
inderdaad haast onvermijdelijk, dat de „torpedo
boot," die de Russen meenden te zien, de trawler
Crane geweest is.
RUSLAND.
De correspondenten te Petersburg seinen kal-
meerend. De regeering van den Tsaar zou be
ginnen in te zien dat de bijeenroeping van een
soort van rijksparlement onvermijdelijk is ge
worden.
De man van de Daily Telegraph weet te mel
den dat Witte, toen hij te Tsarkoje Selo anti
chambreerde, hevig uit heeft gevaren tegen de
regeering, het leger en de kerk, welke verant
woordelijk waren voor het gebeurde van eer
verleden Zondag. Hij sprak er schande van dat
geen enkel generaal, minister of kerkvorst toen
de volksmenigte kalmeerend of troostend tege
moet was getreden, wat een bloedbad had kun
nen verhinderen. De honderdduizend werklui
klaagden en protesteerden niet zonder reden, en
de regeering behoorde hen ten minste aan te
hooren en hunne grieven te onderzoeken. Witte
zou later hetzelfde voor den Tsaar herhaald heb
ben, die daarop eenvoudig geantwoord zou heb
ben met het gebruikelijke: „Zeer wel, zeer well"
De correspondent vernam van een hoofdambte
naar dat de ware reden waarom de ontwikkelden
in menigte werden opgepakt, was dat zij het
volksmanifest hadden geteekend, waarin een be
roep op de troepen werd gedaan, om niet op
het volk te vuren, hetgeen hoogverraad was. De
regeering zou echter niet ongezind zijn, de zon
daars weer spoedig los te laten.
De Standard verneemt uit Petersburg: Het co
mité van ministers heeft beraadslaagd over het
artikel van de oekas van December, waarin ge
handeld wordt over geloofszaken. De meerder
heid zou geneigd zijn, om de katholieken groo-
ter vrijheid geven, maar niet om de beperking
van het burgerrecht voor joden te laten varen.
De ar beide rsd ep u t a tie.
Gister-middag heeft de Tsaar een uit 34 le
den bestaande deputatie uit de werklieden van
de Petersburgsche fabrieken ontvangen. De de
putatie werd vergezeld door den minister van
Financiën en den gouvëmeur-generaal Trepof.
De werklieden gingen met den keizerlijken
spoorweg naar Tsarkoje Selo. Bij het paviljoen
des Keizers stonden rijtuigen voor hen gereed,
die hen naar het Alexandra-paleis brachten, waar
de werklieden in een der zalen van het paleis
toegelaten werden, 's Middags om drie uur ver
scheen de Tsaar, in gezelschap van grootvorst
Georg Michaëlowitsj, den hofminister Fredericks
en den paleiscommandant Hesse. De arbeiders
maakten een buiging voor den Tsaar, die hen
toesprak met een „Goeden dag, kinderen 1", waar
op het antwoord was„Wij wenschen Uwe
Majesteit een goede gezondheid!" Daarop richt
te de Tsaar de volgende toespraak tot hen:
Ik heb u laten komen opdat gij mijn woorden
uit mijn eigen mond zoudt kunnen hooren, en
ze overbrengen aan uw kameraden. De betreu
renswaardige gebeurtenissen, met het treurige
maar onvermijdelijke gevolg van onlusten hebben
plaats gehad omdat gij u hebt laten verleiden
en bedriegen door verraders, vijanden van ons
vaderland. Terwijl zij van u verlangden, dat gij
een verzoekschrift ter zake van uwe behoeften
aan mij zoudt richten, hitsten zij u op tot. op
stand tegen mij en mijn regeering, door u te
dwingen uw eerlijken arbeid te verlaten op een
tijdstip, waarop alle echte Russen zonder op
houder, zouden moeten werken om onzen hard-
nekkigen vijand te overwinnen. Werkstakingen
en oproerige betoogingen leiden de menigte al
tijd tot rustverstoringen, die de overheid altijd
genoodzaakt hebben en ook in het* vervolg nood
zaken zullen, de troepen te hulp te roepen, waar
van het gevolg is, dat onschuldige offers val
len. Ik weet dat het leven der arbeiders niet
gemakkelijk is, er moeten vele dingen georgani
seerd en verbeterd worden; maar hebt geduld,
gij: begrijpt zelf wel, dat het noodig is, recht
vaardig te zijn tegenover de patroons, en reke
ning te houden met den toestand waarin onze
nijverheid verkeert. Maar het is een misdrijf,
mij uw behoeften te willen uiteenzetten door
in een oproerige menigte op te trekken. In mijn
zorg voor de werklieden zal ik niet te kort schie
ten; ik zal maatregelen nemen, en al het mo
gelijke doen om hun lot te verbeteren, hun ook
wettelijke wegen open te stellen om hun ver
langen te onderzoeken. Ik geloof aan de eerlijke
gevoelens van de werklieden, aan hun gehechtheid
aan mij, en ik vergeef hun hun euveldaad. Keert
naar uw werk terug, vervult uw taak met uw
kameraden. God helpe ui
Nadat de Keizer dit gezegd had, voegde hij er
bij, dat zij deze woorden aan hun kameraden
moesten mededeelen; zij zouden later de toe
spraak gedrukt ontvangen.
Toen de werklieden het paleis hadden ver
laten, begaven zij zich naar de kerk, waar zij
baden, 'heiligenbeelden kusten en gewijde kaar
sen neerlegden. Vervolgens werden zij naar een
huis gebracht waarin vroeger een middelbare
school gevestigd was; hier kregen zij een maal
tijd. Een der werklieden dronk onder de toe
juichingen van de anderen op 's Keizers welzijn.
Om half vijf werden de werklieden in wagens
naar het keizerlijk paviljoen gebracht, vanwaar
zij met den trein naar Petersburg terugkeerden.
Minister M i r s k i.
Het Telegraaf-agentschap deelt mee, dat de mi
nister van Binnenlandsche Zaken, prins Swiato-
polk Mirski, op zijn verzoek wegens geschokte
gezondheid van zijn post is ontheven.
De taak van den minister van Binnenlandsche
Zaken wordt waargenomen door den assistent-
minister Doernowo.
Voor de slachtoffers.
De Keizer, de Keizerin en de Keizerin-Weduwe
hebben aan de gezinnen van hen, die bij de
onlusten van 22 Januari gedood of gekwetst zijn,
hun diep leedwezen laten overbrengen, en te hun
nen behoeve 50.000 roebel ter beschikking ge
steld van den gouverneur-generaal.
Uit Petersburg.
De Daily Express verneemt uit St. Petersburg
dd. eergisteren: Er zijn hier verscheiden hon
derd personen gevangen genomen, omdat zij wei
gerden den arbeid te hervatten. Zij werden gis
teren losgelaten na een onbeschaamde geeseting
op last van Trepof.
Uit Warschau.
Te Warschau zijn eergisteren in de voorsteden
schoten gewisseld met de troepen; de opwinding
neemt daar nu algemeen af.
De staking breidt zich uit in alle fabriekswijken
der stad. De goederentreinen op den spoorweg
naar Lublin loopen niet meer. Gisteren poogden
de stakers de spoorwegbeambten- tot staking over
te halen. De stad is rustig. De staking van de
arbeiders duurt voort. De winkels, kantoren enz.
zijn slechts voor een deel geopend. De couranten
zijn, met uitzondering van de Warsjafski Dner-
nik en het Politieblad, niet verschenen. De stem
ming is nog woelig.
Uit Warschau aan de Standard: Te midder
nacht werd het aantal dooden en gewonden hier
op 700 geraamd. De studentenpartij1 is thans in
twee groepen gesplitst. De ©ene wil dat het volk
een kalme en afwachtende houding aanneemt, de
andere daarentegen dat het den strijd voortzet
totdat de vrede gesloten is en grondwettelijke rech
ten verkregen zijn.
Uit Moskou.
Uit Moskou wordt gemeldHet blijft hier rus
tig in de stad. Daarentegen nemen woelingen
toe in de buurt van de fabrieken rondom Mos
kou. Naar Orechnovo, waar veertig duizend ar
beiders zooeven het werk verlaten hebben, zijn
een paar regimenten ontboden. Uit Wladimir en
andere districten komen dergelijke berichten. De
groote grondbezitters vluchten met hun gezinnen,
uit vrees voor een algemeenen boerenopstand.
Gapon heet naar Zweden de wijk te hebben
genomen.
In de vergadering van de doema stelden 42
leden voor, de regeering te verzoeken om de
censuur voor de pers ten aanzien van het ver
handelde in de doema onverwijld af te schaffen.
Uit Ho mei.
De politie heeft hier een bijeenkomst van sta
kende handwerkslieden overrompeld. De politie
gaf vuur, waarbij een meisje gedood en vier
personen gewond werden. De staking houdt aan.
O 0 STENRIJK-HON GARI JE.
Tisza heeft den Koning het ontslag van het
geheele ministerie aangeboden.
De volledige uitslag van de verkiezingen is, dat
gekozen zijn: 151 liberalen, 159 leden van de
Kossuth-partij, 27 afgescheiden, 24 papulisten, 13
leden van Banffy's partij, 10 onafhankelijken, 9
nationalisten. Er moeten 14 herstemmingen plaats
hebben.
AMERIKA.
De commissie voor de aangelegenheden der
vreemdelingen uit het Amerikaansche Huis van
Volksvertegenwoordigers beveelt een wetsontwerp
aan, strekkende om de jaarlijkse he immigratie uit
welk ander land ook te beperken tol 8000. In
Januari zijn weer 39,451 vreemdelingen binnen
gekomen, waarvan -er 1306 zijn teruggezonden.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag 1 Februari.
S taatsbegrooting.
De heer van Zinnicq Bergmann spreekt
evenals de heer van Houten, die van zijn recht
gebruik maakte, eenige legenden te zijnen opzich
te tegen te spreken, ook eenige legenden tegen,
en wel nopens gebruiken, bij den katholieken
godsdienst heerschendeer is een index, maar
geestelijken, juristen, journalisten kunnen vergun
ning krijgen, alles te lezen wat zij voor hun ar
beid noodig hebben zelfmoordenaars wordt een
eerlijke begrafenis geweigerd, maar alleen wanneer
vast staat, dat zij niet in ontoerekenbaarheid
hebben gehandeldde syllabus geldt niet voor
alle tijden en alle omstandigheden, en de katho
lieken hebben vaak getoond, ook in Protestantsche
landen goede vaderlanders te kunnen zijn. De
houding van de Provinciale Staten van Overijsel
blijft hij streng afkeuren.
De 'heer Van den Biesen begeeft zich in
een beschouwing van de beginselen der santi-
christelijke partijen", waartoe hij maar alle libe
ralen ineens rekent. Hij komt tot de conclusie,
dat hun aller bedrijf den godsdienst vijandig is.
Het woord is, nadat de heer v. d. Does wat
in t midden heeft gebracht, aan den minister
van B i n n e n 1. Zaken. Hij dankt zoowel de
medestanders van het Kabinet voor hun steun,
als de tegenstanders voor hun bezadigde bestrij
ding.^ Slechts de uitdrukking «moderne heiden
dom door medestanders van het Kabinet ge
bruikt, moet hij verwerpen die uitdrukking" is
jegens de tegenstanders steeds door de Regeering
vermeden, omdat zij deze praktisch-, noch wijs-
geerig-juist acht. Speciaal den heer Hovy dankt
hij voor het bestrijden van de dwaling, dat onder
arbeiders een zekere antipathie tegen deze Regee
ring zou zijn ontstaan. De motie van «Patrimonium"
bewijst reeds het tegendeel, en buitendien wijst
spr. op het feit, dat twéémaal zijn bemiddeling in
een arbeidsgeschil werd aanvaard door de arbei
ders, afgewezen door de werkgevers. Voorts
geeft spr. inlichtigen omtrent de groote werk
zaamheden, die gepaard gaan met de voorberei
ding van de ziekteverzekering enz., de groote
stagnatie, veroorzaakt door de algemeene werk
staking, en dergelijke onvoorziene omstandigheden.
In zake de Overijselsche kwestie verwerpt hij
krachtig de hem door den heer Stork toegeschre
ven bedoeling, opzettelijk de dag der stemming
zóó te bepalen, dat de meerderheid twijfelachtig
zou worden. Jegens den heer van Houten houdt
hij vol, dat de Koning bevel geeft op een bepaal
den dag te kiezen. De ontbinding van de Eerste
Kamer was noodig, omdat de Regeering over
tuigd was, dat elke wet van principieelen aard
zou worden verworpen door de toen bestaande
Kamer.
Door eenige aanhalingen uit is de 17e eeuw
uitgekomen werken tracht de minister aan te
toonen, dat de leer van verdraagzaamheid voor
ieders overtuiging reeds toen van Calvinistische
zijde is gepredikt.
Na bestrijding van het school-beginsel van den
beer van Houten verklaart spr. nooit alle niet-
geestverwanten als ongeloovigen te hebben be
schouwd. Nóch bij benoemingen, noch in eenig
ander opzicht, werd de eene groep van Staats
burgers voorgetrokken in vergelijking met een
andere. De eenheid van ons volk blijve ongerept 1
De minister van Waterstaat bere
kent, dat de droogmaking van de Zuiderzee onge
veer 220 millioen gulden zal kosten, en verklaart
dat de onderneming niet aan aanhangers wint.
De afgevaardigden, die de droogmaking hebben
verdedigd, zijn ongeveer de laatst overgeblevenen.
De minister bestrijdt verder de meening, dat
de vischoogst op de Zuiderzee reeds ongeveer
niets meer waard zou zijn. Dat het met de Ne-
derlandsche nijverheid nog zoo slecht gaat, hoe
wel ons land zeer gunstig is gelegen, is zeer ze
ker voor een groot deel toe te schrijven aan de
buitenlandsche concurrentie. Niet omdat wij zoo
lage invoerrechten heffen, maar omdat de andere
landen zoo hooge rechten heffen, waardoor onze
uitvoer zoo zeer wordt belemmerd.
Ook met den handel gaat het zeer slecht.
De heeren van Waterschoot van der
Gracht en Willinge repliceeren, waarna de
vergadering wordt verdaagd tot heden (Donder
dag).
Officiëele berichten.
Bij Koninklijk besluit is aan J. Docter, gemeente
bode der gemeente Heerde, de eere-medaille der
orde van Oranje-Nassau, in zilver, toegekend.
Bij Koninklijk besluit is aan G. van Voorst,
werkzaam bij de Pharmaceutische Handelsvereeni-
ging, voorheen A. d'Ailly en Zonen, te Amster
dam, de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau
in zilver, toegekend.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer zal naar alle waarschijnlijk
heid op Dinsdag 21 Februari weder bijeenkomen.
Stemdistricten.
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft
voor de verkiezing van leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal de gemeenten op een
staat, in afzonderlijke bijvoegsels tot de Staatsct.
opgenomen, vermeld, verdeeld in stemdistricten in
voege als op dien staat aangegeven, alsmede
daarbij, voor de gemeenten, welke hoofdplaats zijn
van een kiesdistrict of waarin het geheele kies
district is gelegen, en de deelen eener gemeente,
welke één kiesdistrict uitmaken, het stemdistrict
aangewezen, waarin het hoofdstembureau zitting
heeft.
Raden van Toezicht.
De minister van Justitie heeft aan (Je verschil-