Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 28ste Jaargang Woensdag 15 Februari 1905. No. 8131. AVONTUREN. 1 Officieele Berichten. Kennisgeving. FEUIL LETON. Algemeen Overzicht. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,"en kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.— per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauIïOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1—6 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 12 l/j cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst] bil- lij'ke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. 'Postbus no. 89. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, brengen, ter voldoening aan art. 15 van het kies reglement voor de kamers van arbeid, ter alge- meene kennis, dat de op heden vastgestelde lijsten van patroons en van werklieden, kiezers van leden der kamers van arbeid voor de Bouwbedrijven en de Yoedings- en Genotmiddelen, ter secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage zijn gelegd. Schiedam, den 15 Februari 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, V. SICKENGA. Een oude Haat. Onder dezen titel bevat De Heraut een stuk, dat aldus aanvangt: V ie wanen mocht, dat de haat van het libe ralisme tegen de Christelijke school allengs in zekere waardeering is omgeslagen, is in den laat- sten tijd weer bitter ontgoocheld. De pamfletten onder den titel „Maakt front", waarmede de openbare onderwijzerswereld bij duizendtallen het volk overstroomt, gaan in fel heid tegen het Christelijk onderwijs al wat op dit gebied gepresteerd was, te boven. Niet al leen dat/ men door allerlei uit bet verband ge rukte citaten de Roomschen tegen de Protestan ten ea de Protestanten tegen de Roomschen tracht op te stoken, maar de Christelijke school wordt nis de kweekplaats van alle onverdraagzaam heid, sectehaat en verdeeldheid onder het volk aangeklaagd, terwijl daartegenover met duiven- blankheid de openbare school staat, die nooit anders dan zegen aan het vaderland gebracht heeft. Voor de heroïeke opoffering, waarmee de Chris tenen jarenlang hun scholen in stand hebben gehouden, heeft deze onderwijzersbent geen woord zelfs Van waardeering. In de pas verschenen satyre „Landwijk" wordt de oprichting der chris telijke scholen aan de laagste persoonlijke mo tieven geweten. Het is in allerlei toonaard, een herhaling van Kappeyne's bekende woord, dat de Christelijke school de doode vlieg is, die de apothekers zal ve stinkende heeft gemaakt. En het wordt besloten: „De bekeuring der liberale partij in 1887 tot een rechtvaardiger en billijker standpunt te genover de Christelijke school is dus van korten duur geweest. De lammerenvacht is weer af gelegd en de oude wolvennatuur weer boven ge komen. Nu vreezen we dien strijd niet. Elke poging van het liberalisme om de christelijke school te onderdrukken, zal ons Christenvolk zich te nauwer doen aaneensluiten om dit heilig klei nood te verdedigen. Niets heeft aan het libera lisme meer schade gedaan dan Kappeyne's scherpe resolutie. Het is daarom goed, dat ons Christenvolk bij- Een Oost-Aziatische vertelling. 36) Juffrouw Hemster liep met driftige stappen de kamer op en neer, als om hare gemoeds beweging tot bedaren te brengen. Ze balde hare kleine vuist en riep uit: „Ik zal dien keizer op zijn voorman zetten, vóór we met hem gedaan hebben." Geleerd door het voorbeeld van haar vader, zeide ik niets. Maar het jonge .meisje heeft haar woord gehouden. XIV. Toen we thee hadden gedronken, ging ik naar buiten om te zien, hoe de toestand was, met betrekking tot de wachten. Ik bevond, dat de eerste minister zijn werk goed had verricht. Alles werd bewaakt en er bestond geen mo gelijkheid oin naar buiten in de stad te komen. Ik beproefde iemand om te koopen, teneinde een briefje naar den Britsehen consul te doen brengen, maar hoewel het geld werd aangeno men, bleek het later, dat mijn boodschap niet was overgebracht tijds gewaarschuwd is. De maskers zijn afge worpen, en men weet, wat de vijand in het schild Voert." 15 Februari. De oorlog in Oost-Azië. Uit Mantsjoerije. Sacharof seinde gister aan den generalen staf Gisteren-ochtend vroeg werd een afdeeling onzer jagers bij Nansjiapoe, ten ZW. van Baniapaotse, door drie compagnieën Japanners aangevallen. Na een verwoed gevecht werden deze afgeslagen. Zij lieten een groot aantal dooden en wapenen en munitie liggen. Aan onze zijde werd een officier licht gewond. Den Hen deden de Japanners in het centrum een aanval op een bosch, dat door Russische jagers bezet was, maar werden terug gedreven. Japansche berichten uit Liaojang stellen de ge- heele sterkte van de Russen aan de Sjaho op 450,000 man, van wie 280,000 in de vechtlinie. De krijgsgevangenen en de lijken toonen aan, dat de Russen gebrek aan schoenen en winterkleeren hebben. Sommige officieren dragen Chineescli schoeisel. Men gelooft, dat door ontbering en koude de ziekte onder de troepen sterk toeneemt. Volgens de laatste schatting hebben de Russen bij Heikoetai 25,000 man verloren. In Moekden. In Moekden heerscbt groote wanordede Chi- neezen spelen er den baas, en maken een gouden tijd door. Van Sin-Min-Tun komen voortdurend treinen met levensmiddelen volgeladen, en als het den Japanners gelukken mag, dezen aanvoer te onderbreken, dan is dit een een knak voor de Russische kans op slagen. De Russen in Moekden schijnen allen moed verloren te hebben en het bezetten der stad door de Japanners als onver mijdelijk te beschouwen. De voornaamste reden dezer mismoedigheid is de algemeene indruk, dat generaal Koeropatkine aan terugtrekken schijnt te denken. De voorbereidselen voor een te Tieling te leveren veldslag, beschouwt men eveneens als een aanwijzing, dat men te vreezen heeft voor Moekden's behoud. op 90 millioen markalleen aan Krupp in Essen kost die week 5 millioen mark. Deze firma heeft, naar Reuter seint, honderd werklieden naar Rot terdam gezonden, om een Engelsche kolenlading te lossen, daar zij vreesde, dat de Rotterdamsche werklieden het zouden weigeren. RUSLAND. De Moskousche correspondent van de Standard zegt dat daar, na afloop van een bal, door een technische vereeniging gegeven, een merkwaardig tooneel heeft plaats gehad. De aanwezigen be gonnen de Marseillaise te zingen, zoodat het Russische volkslied, dat door het orkest gespeeld werd, geheel werd overstemd. Eenige personen hielden revolutionaire toespraken, anderen deelden oproepingen aan het volk uit. Dat duurde zoo twee uren lang, en de politie kwam niet tusschen- beide. DUITSCHL AND Men schat de schade, door de verschillende partijen door de Westfaalsche staking geleden, Do,or de ruimte van het paleis dwalende, uit ziende of er niet ergens een middel ter ontsnap ping zou te vinden zijn, kwam ik bij het ge leide en de paarden, welke ons van de haven naar de hoofdstad hadden gebracht. Men had ze uit de stad doen komen en bin nen de muren van het paleis eene verblijf plaats aangewezen. Ik wist op dat oogenblik niet, ol: die maatregel onzen toestand verbe terde dan wel verergerde. Het geleide bestond uit een verzameling van lieden, die ons in ge val van eene crisis weinig van dienst konden zijn. Zij scholen samen in ©ene soort van loods en schenen onder den indruk te verkeeren dat de zaken volstrekt niet goed gingen. Het speet me geweldig, dat we niet zoo lang te Chemulpo waren gebleven, tot, we een vol doend aantal Japanners hadden gevonden om ons te vergezellen. Er bevonden zich twee Ja panners onder onze volgelingen en zij ston den van de overige afgescheiden, in eene hou ding, welke getuigde van de onverstoorbare on verschilligheid van hun ras. Ik was overtuigd, dat we ons op hen konden verlaten in geval van noodde anderen echter behoorden tot het schuim van het Oosten, en zouden ons bij het minste gevaar in den steek laten. Ik sprak een paar aanmoedigende woorden tot de Japanners, klopte de paarden op den nek en keerde terug naar mijnheer Hemster. Ik vertelde hem, dat ik getracht had, eene bood schap te (verzenden uaar den Britschen vertegen- OOSTENRIJK-HONGARIJE. In den loop van de beraadslaging over de be grooting in het Huis van Afgevaardigden heeft Gautsch, de minister-president, het volgende gezegd: Ofschoon de ontvangsten een stijging ver - toonen, moeten de financiën met het oog op de eischen van staat en bevolking voorzichtig behan deld worden. Wat de kwestie der nationaliteiten betreft wenscht de regeering een oplossing die alle partijen bevredigt, en zij hoopt op verbetering in de betrekkingen tusschen Tsjechen en Duitschers. Aangaande Hongarije zeide de minister, dat Oostenrijk zich houdt aan het vergelijk van 1867, maar, indien er dingen gebeuren, die de voorwaar den van het vergelijk kunnen veranderen of de monarchie zouden raken, dan zal de regeering van Oostenrijk in oveneenstemming met liet Parlement en de openbare meening, krachtig en koelbloedig Oostenrijks belangen weten te beschermen. Met dezelfde kracht zal zij den staat van zaken ver dedigen in de monarchie, die als mogendheid door Europa gewaardeerd wordt en een waarborg voor den internationalen vrede is. (Toejuiching.) ENGELAND. Gisteren heeft de koning de zitting van het Parlement met groote staatsie geopend. Hij las de troonrede voor in het Hoogerhuis. De troonrede zegt, dat de betrekkingen met de vreemde mogendheden vriendschappelijk blijven. Zij noemt het ongelukkig, dat de oorlog tus schen Rusland en Japan voortduurt, en zegt: mijn regeering heeft de onzijdigheid zeer stipt be waard. De toestand op den Balkan zoo heet het verder blijft reden tot zorg geven. De maat regelen, genomen op aandrang van Oostenrijk- Hongarije en Rusland, hebben eenige verbetering aangebracht, vooral wat de gendarmerie be treft, maar deze maatregelen moeten aangevuld worden met radicale hervormingen, vooral van financieelen aard. Met voldoening gewaagt de troonrede ervan, dat de Oostenrijksch-Hongaar- sche en Russische regeering onlangs de Porte te dien einde voorstellen hebben gedaan. Mijn regeering zoo heet het is met de betrokken mogendheden over deze belangrijke zaak in ver binding. Van de bekrachtiging van de overeenkomst met Frankrijk heet het, dat zij de vriendschap pelijke betrekkingen tusschen de twee landen ver sterkt. Vervolgens maakt de troonrede gewag van de internationale commissie, die te Londen zit om de verantwoordelijkheid vast te stellen van het betreurenswaardige voorval op de Noordzee. woordiger te Seoul, en hoorde tot mijne verwon dering, dat hij zulks niet goedkeurde. „Het is een feit, mijnheer Fremome," zeide hij, „dat we gehandeld hebben als dwazen en door de geheele wereld zullen worden uit gelachen, indien het gebeurde ruchtbaar wordt. Ik wensch niet, dat of de Amerikaansche of de Britsche consul bekend worde gemaakt met onzen toestand. De hemel helpt, wie zichzelf helpt. Ik wil niet bluffen, maar ik mag u wel zeggen, dat ik met de revolver alles tref, wat ik wil. Ik heb er een Van de beste bij mij en over vloed van patronen. De handigheid met schietwapenen is nog een overblijfsel uit den tijd, dat ik de kudde hoedde in de prairiën. Gij hebt ook een pistool en zoo gij er een goed gebruik van weet te maken, geloof ik, dat we nïet veel moede zullen hebben met ons een weg te banen door dien troep schapen. Weet ge ook, of de twee Japanners kunnen schieten of niet? Zoo ja, dan heb ik hier nog revolvers voor hen, en zijn we met ons vieren om eiken aan val af te wachten. Zoo wij geen vrouwen bij ons hadden, zou ik om de heele zaak volstrekt niets geven. Nu echter moeten we de beste wijze bedenken, hoe te handelen. Ik stél vooi, dat we morgen beginnen, zoodra de poorten geopend zijn. j j „Goed, mijnheer Hemster. Ik geloof, dat gij De regeering zoo gaat de troonrede voort overweegt met ernst stappen voor de instel ling van vertegenwoordigend bestuur in Trans vaal, dat, naar zij hoopt, een groote schrede vooruit zal wezen naar het uiteindelijke doel van volledig zelfbestuur. Ten slotte spreekt de troonrede Van het slui ten van de overeenkomst te Lhassa, die bestemd is om de betrekkingen tusschen Tibet en Indië op bevredigenden voet te brengen, en maakt zij mededeeling van het bezoek van den zoon van den emir van Atganistan te Calcutta en het zen den van een Engelsch gezantschap naar Kaboel. Wat het binnenland betreft kondigt de troon rede de volgende wetsontwerpen aan: tot her- indeeling van de parlementaire zetels, tot be teugeling van de naxleelen van de immigratie van vreemdelingen, tot bestrijding van de wer keloosheid door een bestendige instelling, tot wijziging en uitbreiding van de ongevallenwet, tot oprichting van een ministerie van Handel, tot bestrijding van de botervervalschingen enz. Bij de beraadslaging over het adres van ant woord in het Hoogerhuis zegt Lord Lans- downe, in antwoord op de kritiek van Lord Spencer: Een onbedachte inmenging ten bate van den vrede tusschen Rusland en Japan zou waar schijnlijk ernstige gevolgen hebben. Biedt de ge legenheid voor inmenging zich aan, dan zal de regeering haar met ijver aangrijpen. De regee ring houdt de strikste onzijdigheid in acht. Wat de oorlogscontrabande aangaat, doet de regee ring haar best' |de gebruikelijke Engelsche po litiek te handhaven en een zoo gering mogelijke beperking van het artikel contrabande te ver krijgen. In Macedonië is de minister overtuigd, dat geen verbetering waarschijnlijk is zoolang er geen dieper ingrijpende hervormingen toegepast worden. Er is nu een nieuw plan in behan deling. Het is ingewikkeld, maar het zou een schrede vooruit wezen. Engeland zal niet aar zelen van zijn recht, om kritiek te oefenen en voorstellen te doen, gebruik te maken. De minis ter heeft goede reden om aan te nemen, dat Oostenrijk en Rusland onze kritiek en voorstel len niet onheusch zouden opnemen. De onderhandelingen met Atganistan zijn nog aan den gang, zeide de minister. En ten slotte: De regeering zal zich piet terugtrekken omdat de oppositie het verlangt. Bij de beraadslaging over het adres van ant woord in het Lagerhuis valt Campbell-Banner- man ten krachtigste de regeering aan op het stuk van de handelspolitiek, die de overwegende kwestie is. Het land wacht met het grootste ongeduld op de gelegenheid om zijn oordeel er over uit te spreken, zeide hij. De oppositie zaj spoedig het Lagerhuis voorstellen, dat de fiskale kwestie aan het land voorgelegd dient te worden. Balfour zeide, dat hij zijn houding tegenover den toestand juist inziet. We kunnen de Ja panners vertrouwen en ge weet, dat gij op mij moogt rekenen." Later op den dag kwarn de eerste minister ons mededeelen, dat juffrouw Hemster den vol genden dag gevangen zou worden genomen. Ik zeide, dat zoo iets te ver ging, dat de geheele beschaafde wereld verontwaardigd zou zijn over zulk een barbaarsche handelwijze. Hij antwoordde met een minachtend schouder ophalen, dat de beschaafde wereld er niets van zou hooren. Ik voerde daartegen aan, dat hij zich ver giste, daar ik reeds aan den Engelschen con sul had geschreven. Toen haalde hij uit den mouw van zijn kleed mijn briefje voor den dag, dat de man,1 wie.n ik het ter bezorging had toevertrouwd, hem dadelijk daarop had ter hand gesteld. „Ge ziet dus", zeide hij, „dat het nutteloos is, u verder te verzetten." Ik zag in, dat hij gelijk had en deed nog eene poging om hem het gevaar te doen be seffen, hetwelk Korea bedreigde, indien de kei zer niet van zijn opzet werd afgebracht. Hij zuchtte, doch scheen in tegenwoordig heid vin zijn gevolg niet te willen erkennen, dat zijn land niet zou opgewassen zijn tegen eiken mogelijken aanval. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 1