Staten-Generaal. Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Ingezonden. de fiskale politiek al uiteengezet had. Wat be treft de ontbinding, die de oppositie verlangt, de gedragslijn der regeering is in overeenstem ming met het gebruik en het gezonde verstand. Alleen het Lagerhuis kan beslissen of een re geering al dan niet dien steun zal hebben welke haar in staat stelt haar plichten te ver hullen. De beraadslaging is verdaagd. Het officieele amendement van de oppositie op het adres Van antwoord, dat Asquith morgen voor zal stellen, luidt: Wij geven Uwe Majesteit ne derig in overweging, dat, nu de fiskale kwestie in haar verschillende zijden bijna twee jaar lang ten volle in den lande behandeld is, de tijd ge komen is om zonder verder uitstel de kwestie aan het volk voor te leggen. ITALIë. Behalve president Loubet hebben ook verschil lende gekroonde staatshoofden, o. a. Frans Jozef, den koning van Italië hun bijval betuigd in ver band met het voorstel tot oprichting van een Internationaal Landbouwinstituut. We hebben gisteren al onze meening, dat de clausule be treffende de „bescherming van den landbouw te gen Verdrukking door transport- en opkoopsyn dicaten" waarschijnlijk een kritieke bepaling in het Voorstel zou blijken, te kennen gegeven. In de Duitsche pers gaan nu reeds stemmen op, die het heele plan een doodgeboren kind noemen. De landbouwbelangen der verschillende landen staan zoo veelvuldig tegenover elkaar, zegt men, dat niet te zien is, wat zulk een Instituut voor practische resultaten tot stand zou kunnen bren gen. Het ware heel wat beter als Italië zich ertoe bepaalde zijn eigen landbouw tot een hoo- gere trap van ontwikkeling te voeren, inplaats .van zulke internationale plannen na te jagen, die niet tot het rechte doel leiden. Men mag be nieuwd zijn wat het speciale program zal zijn, dat ten grondslag zal liggen aan de beraadsla gingen Van dit uit vertegenwoordigers der ver schillende regeeringen en afgevaardigden der groote landbouwvereenigingen bestaande Insti tuut. Meer dan algemeene richtsnoeren, waarover men het reeds overal eens is, kunnen moeilijk worden vastgesteld en zoo zal het beste, wat er uit voort kan spruiten, op zijn hoogst zijn een vriendschappelijke wisseling van goede wen- Schen en raadgevingen. Als de Duitschers er nu reeds zoo over den ken waarbij zich stellig verschillende andere landen zullen aansluiten om dezelfde of andere redenen dan is er veel kans, dat er in Mei a.s. te Rome een groote internationale beleefd- heidscomedie wordt opgevoerd. ZUID-AFRIKA. Naar uit Johannesburg aan de Standard gemeld wordt, betoogen sommige Boeren dat de oorlogs schatting van 30 millioen pond, aan Transvaal opgelegd, geschrapt moet worden. Dat zou openlijk betoogd zijn door Botha te Pretoria en door Wolmarans en Beyers te Pietersburg, waarbij Beyers in een heftige anti-Engelsche toespraak gedreigd zou hebben met een nieuwe toespraak. De leiders der Boeren verloochenen echter deze uitingen van Bevers. AMERIKA. Roosevelt is eergisteren te New-York aange komen, om den gedenkdag voor Lincoln mee te vieren. Hij werd door de menschen op straat toegejuicht. De politie had uitgebreider voor zorgsmaatregelen genomen dan ooit bij zulk een gelegenheid. In de persclub sprekende, legde Roosevelt na druk op de noodzakelijkheid, vredelievende betrek kingen te onderhouden met de vreemde mogend heden. Evenals in onze betrekkingen tot per sonen is het noodig, flink te handelen en beleefd te spreken. Iemand riep: „En de dikke stok dan?" (toe speling op RooseVelt's Zuid-Amerikaansche po litiek) waarop Roosevelt antwoordde„Ja, dien heb ik ook, maar ik zwaai er niet mee". Een later telegram meldt: Roosevelt heeft een toespraak gehouden, waar in hij in krachtige bewoordingen pleitte voor de gelijkstelling Van de rassen tegenover de wet Hij prees de hooghartige mannen uit het zui den, die den moed hadden, verzet aan te teeke nen tegen het lynchen, en den negers gelegen heid willen geven, tot vrije mededinging. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag 14 Februari. Regeling van werkzaamheden. De ingekomen geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid voor Brielle, den heer Roodhuyzen. worden in handen gesteld van een commissie tot onderzoek. Deze commissie, bij monde van den heer de Savornin Lohman verslag uitgebracht hebbende, concludeert tot toelating waartoe be sloten wordt. De heer Roodhuyzen, op de gebruikelijke wijze binnengeleid, legt de voorgeschreven be loften afen neemt zitting. De Kamer gaat over tot het trekken van af- deelingen en begeeft zich in de daarvoor aan gewezen afzonderlijke lokalen. Na heropening van de openbare zitting blijken tot voorzitters de heeren de Savornin Lohman, van Bylandt, Kolkman, van Raalte en Pompevan Meerdervoort benoemd te zijn. -««sss* Besloten wordt, heden om 11 uur verschei dene wetsontwerpen in de afdeelingen te onder zoeken. Op een vraag van den heer H e em s k e r c k ver klaart de V oorzitter, dat o.a. de wijziging van het Regeeringsreglement voor Nederl.-Indië voor de behandeling nog niet rijp wordt geacht, omdat Indië zelf nog niet voldoende gelegenheid heeft gehad zich te uiten. De heer Heemskerk doet desniettemin het voorstel, dit wetsontwerp, alsmede dat tot wijzi ging van de Gemeentewet, op de agenda te plaatsen. De heer de Savornin Lohman zegt, dat de centrale afdeeling alleen die wetsontwerpen in de afdeelingen wil doen onderzoeken, die nog kans hebben, teneinde gebracht te worden. Daar toe belmoren niet de door den heer Heemskerk aanbevolene. Bij stemming verklaart de Kamer zich met 39 tegen 35 stemmen tegen het brengen op de agenda van de wijziging van de Gemeentewet. Met 47 tegen 23 stemmen wordt besloten de wijziging van het Regeeringsreglement voor Ned.- Indië alsnog op de agenda te brengen. Na het sectie-onderzoek, doch in elk geval niet voor Dinsdag a.s., zal de Hooger-Onderwijswet in openbare behandeling komen, daarna waarschijn lijk het ontwerp op de pensioneering van onder wijzers. De vergadering wordt alsnu gesloten. OfSciëele berichten. Bij Koninklijk besluit is aan de Siebe Westra, slagersknecht bij T. A. Hingst, te Workum, de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau, in zilver toegekend. Bij Koninklijk besluit is dr. E. van Everdingen, directeur der afdeeling «waarnemingen te land" bij het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut, met ingang van 16 Februari 1905, voor 1 jaar belast met de waarneming van de betrek king van hoofddirecteur van dat instituut. Van de Koninklijke familie. H. M. de Konigin en H. M. de Konigin-Moeder vereerden gister-avond de lietdadigheidssoirée van het Koningin-Emmafonds met hare tegenwoordig heid. Hare Majesteit de Koningin vertrok om ongeveer kwart vóór tien ureII. M. de Koningin-Moeder bleef tot het einde van den goedgeslaagden feest avond, die gegeven werd ter eere van het tienja rig bestaan van het fonds. De hooge bezoeksters werden ontvangen en uit geleid door den voorzitter, den heer mr. Snouck Hurgronje, met het geheele bestuur, zoowel de dames als heeren bestuursleden. Den 20en Februari wordt de uitvoering her haald ten bate van het Te Huis van alleenstaande blinden. Rijkstelegraaf. Naar wordt medegedeeld zal de maatregel betreffende het aanwenden van jongelingen voor het per rijwiel bezorgen van telegrammen en voor verderen dienst worden voortgezet. Gelijk bekend, was men van verschillende zijden aanvankelijk nog al tegen dezen maatregel gekant. Koniukl. Instituut van Ingenieurs. In de gister te Den Haag gehouden vergadering van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs werd bij den aanvang herinnerd aan de technische ver diensten van de sedert de vorige vergadering overleden ingenieurs H. Reinhold, E. M. Vaillant, F. S. Hudig, J. F. Quant en II. W. Braakman. Omtrent het bekende adres over de Technische Hoogeschool van de sociaal-technische vereeniging van democratische ingenieurs en architecten aan de Staten-Generaal, werd besloten, dat aan den raad van bestuur de nadere overweging en beslis sing in deze blijft overgelaten. Van de voordrachten was allereerst aan de orde»De Oostenrijksche kanaalontwerpen", door de leden Willem Cool en jhr. C. E. W. van Pan- huys. Uit Haarlemmermeer. Het 50-jarig bestaan van de provinciale en ge meentelijke indeeling van het drooggemaakte Haarlemmermeer zal op 11 Juli a.s. door de ge meente feestelijk worden gevierd. Reeds zijn hier voor vergaderingen gehouden, en plannen beraamd voor het houden eener landbouwtentoonstelling, een allegorischen optocht en andere feestelijk heden, welke alsdan zullen duren van 1115 Juli a.s. De Dubbele Moord te Amsterdam. De verdachte aangehou den. Gister-middag is D. J. van der Merk, de man van de vrouw die Zondag met haar kind in hun woning in de 2e Jan van der Heydenstraat 51 vermoord is gevonden, te Amsterdam aangehou den. Omstreeks twee uur werd hij, toen hij zich in het koffiehuis van den Volksbond, Vereeniging tegen Drankmisbruik, Haarlemmerplein 43, hoek Korte Marnixkade, bevond, door een der bezoekers herkend. Van der Merk zat aan een tafeltje bij de toonbank een paar broodjes meteen kop koffie te nuttigen en keek tevens een krant in. De kofilehuishouder, die hem niet kende, be merkte niets bijzonders aan zijn bezoeker; Van der Merk was uiterlijk heel gewoon en maakte niet den indruk vaa onrustig te zijn; zijn kleeren hadden ook niets opmerkelijks en gaven aller - minst den schijn, dat hij sedert Zaterdag rondge zworven heeft, wat ook volstrekt niet veronder steld werd. De werkman, die hem herkende als de ver dachte, kwam wel meer in dit lokaal van den Volksbond koffiedrinkende kolfiehuishouder kende hem, zooals trouwens meer van zijn klan ten, ten minste van gezicht. Deze werkman ging, nadat hij zijn broodje met koffie gebruikt had, onmiddellijk een politie-agent waarschuwen. Toen deze het koffiehuis binnenkwam, wees de werkman hem Van der Merk aan, waarop de agent op den verdachte toetrad, hem aanradende zich kalm te houden. Met de handboeien aan werd Van der Merk daarop naar het politie bureau in dé Haarlemmerpoort gebracht. Hier vandaan werd hij onder een sterk politiegeleide en zwaar geboeid naar het bureau van politie op de Noordermarkt gebracht. Reeds had zich het gerucht van zijn aanhouding in de omgeving verspreid, zoodat zijn overbrenging ten- aanschouwe van een zeer talrijke menigte plaats had. Het publiek toonde zich nogal vijandig gezind en menige vrouw in de volrijke buurten tusschen Haarlemmerplein en Noordermarkt had Van der Merk in handen willen hebben. De politie wist de menschen echter op een afstand te houden. Van het bureau aan de Noordermarkt werd Van der Merk vervolgens met een rijtuig naar het politie-bureau in de Ferdinand Bolstraat gebracht. Aldaar verloor de verdachte zijn be wustzijn. Toen het rijtuig wegreed holden vele nieuws gierigen er achter aan en vier jongens slaagden er zelfs in het rijtuig, dat in snellen draf reed, bij te houden. De tijding, dat de vermoedelijke moordenaar gepakt was, verspreidde zich als een loopend vuurtje door de stad. In de 2e Jan van der Heij- denstraat stonden groepjes menschen voor No. 51 het geval te bepraten. Er waren er zelfs, die meenden, dat de gevangene straks naar zijn huis zou vervoerd worden, en zoo bleven zij wachten om van dat schouwspel getuige zijn. In de Ferdinand Bolstraat was de belangstelling van het publiek echter veel grooter. Honderden menschen liepen daar heen en weer, altijd maar het politie-bureau bekijkende, in de stellige hoop, dat ze van den moordenaar nog iets te zien zouden krijgen. Toen het rijtuig in de Ferdinand Bolstraat voor het bureau stilhield, waren er zeker reeds wel honderden menschen die door de- agenten op eer biedigen afstand werden gehouden. Van der Merk ging met gebogen hoofd naar binnen. Hij durfde niemand aankijken. Op de rechercheurs, die hem hadden overgebracht, maakte hij den indruk, alsof hij eenigszins suf was De moordenaar heeft bekend. Het verhoor van J. D. van der Merk, door den officier van justitie mr. Von Baumhauer, den rechter-commissaris mr. Bijleveld, en den commissaris van politie der vijfde sectie, den heer Kummer, in het politiebureau in de Fer dinand Bolstraat, duurde van omstreeks vier uur- tot half zeven. Het voornaamste resultaat van dit verhoor is, dat Van der Merk bekend heeft zijne vrouw, H. M. Josmeijer, gedood te hebben. Maar hij be weerde niet schuldig te zijn aan den dood van zijn éénjarig kind, doch verklaarde, dat zijn vrouw dit kind om het leven heeft gebracht, en dat hij, in woede daarover, op zijne vrouw is aan gevallen en haar geworgd heeft. Wij staan hier dus voor een allervreeselijkst huiselijk drama, nog wel, volgens de bewering van Van der Merk, het gevolg van een onbedui dende woordenwisseling. Van der Merk toch vertelde, dat er tusschen hem en zijne virouw geen bepaalde oneenigheid heerschte, maar dat er de laatste dagen een eenigszins minder aangename stemming in huis heerschte, wijl het jongste kindje ziek was; het leed aan kinkhoest, wat ten gevolge had, dat Van der Merk of zijn vrouw 's nachts nogal eens moest opstaan. Het humeur van beiden leed daar onder en zoo gebeurde het, dat Vrijdag-nacht Van der Merk zijne vrouw verweet, dat zij niet goed voor het jongste kind zorgde. Zij moet daarop, Volgens de verklaring van Van der Merk, geantwoord hebben, dat hij meer van het jongste kind, hun beider kind, hield, dan van zijn beide stiefkinderen, hetgeen Van der Merk niet ontkende. Dit zou de vrouw zich zoo hebben aangetrok ken, dat zij Zaterdag-ochtend, terwijl hij afwezig was, het jongste kind in de keuken door ver stikking van het leven beroofde, door het in een emmer met water te stoppen. Toen Van der Merk tehuis kwam, vertelde de vrouw, wat zij gedaan had. Van der Merk ging in de keuken en zag daar zijn vermoord kind liggen. Hij werd daarop zoo woedend, dat hij zijn vrouw aangreep, en haar op zijn beurt door verworging vermoordde. Ziedaar de verklaring van Van der Merk. Er is iets aannemelijks in deze verklaring, al blijft het min of meer een zielkundig raadsel, hoe deze jonge vrouw haar eigen kind zoo in koelen bloede om het leven kon brengen. Maar kan er geen wraakzucht haar tweede man toch, die geen onbesmet verleden had, heeft haar, naar wij vernamen, vóór het huwelijk de belofte gedaan, dat hy zeer goed zou oppassen en goed voor de stiefkinderen zou wezen kan er geen jalousie op het jongste -kin!, wijl zij dacht, dat dit beter door haar man behandeld werd, dan de beide kinderen uit haar eerste hu welijk, in het spel zijn Wie zal het zielkundig raadsel verklaren, dat de vrouw, aangenomen, dat de bewering van Van der Merk waar is, tot een zoo wreede daad dreef? En heeft de vrouw van Van der Merk inderdaad het eenjarige kind omge bracht, dan is de misdaad van haar man die haar daarop in woede vermoordde, wel allerminst ver schoonbaar, maar verschijnt zij toch in een minder hatelijk licht. Het verdere onderzoek zal wel uitmaken in hoe verre de verklaringen van Van der Merk in dit eerste verhoor afgelegd, juist zijn. Onmiddellijk na afloop van het verhoor in het politiebureau in de Ferdinand Bolstraat werd Van der Merk per rijtuig naar het Huis van Bewaring overgebracht. Tot het laatste oogenblik was er een geweldige agitatie onder het publiek in die straathonderden bewogen zich in de nabijheid van het bureau, en toen het het rijtuig voorkwam, holde een troep naar den ingang van het politiebureau om Van der Merk te zien. Allen werden echter door eenige agenten op behoorlijken afstand gehouden. Nog kunnen wij mededeelen, dat Van der Merk sedert Zaterdag-middag zwervende was hij was in dien tusschentijd ook nog naar Haarlem ge weest en verkeerde onder den indruk van de vreeselijke gebeurtenissen. Onmiddellijk na zijn aankomst in de Ferdinand Bolstraat werden Van Olst en zijne echtgenoote de ouders van den eersten man der vermoorde vrouw, gehaald, om met hem geconfronteerd te worden. Toen Van der Merk's identiteit was vastgesteld, konden zij weer vertrekken. Ongelukken. Het 3-jarig jongetje van den arbeider N., te Stadskanaal, dat met zware brandwonden in het ziekenhuis te Groningen werd opgenomen, is gis termiddag aldaar overleden. De toestand der moeder werd ook zoo beden kelijk dat haar opname in die inrichting nood zakelijk was. De wonden van het andere kind laten zich goed aanzien. Door het ophol slaan van een voor een rijtuig gespannen paard is te Foxham, gem, Slochteren, een ernstig ongeluk gebeurd. De koetsier brak een been een tienjarige knaap J. T. verloor het leven. Te Lienden is gisteren de hovenier R. van R. bij het snoeien van boomen uit een boom gevallen. Hij bekwam zulke hevige wonden, dat bij kort na den val is overleden. G i s ie r-n a m i d a g heeft d e 62-j a r i g e bootwerker M. Verhoeckx, wonende in de Steen- straat, aan boord van het alhier liggende stoom schip Saxon Briton een mand, die uit een haak schoot, op het hoofd gekregen. In de politiepost aan de Hoofdstraat werd de man, die een bloedende wonde aan het hoofd had bekomen, voorloopig verbonden. Op verzoek der ouders te Den Hel der is gister door de Schiedamsche politie alhier een minderjarig meisje aangehouden, dat zich tegen den zin der ouders alhier ophield. Zij is naar Den Helder overgebracht. Gister-avond stond op den Noor d- vestsingel een sleeperswagen eenige oogenblikken onbeheerd. Het paard schrikte en sloeg op hob Eerst liep het dier met den wagen naar den stal aan de Noordvest, waar het tegen het hek terecht kwam en het lemoen van den wagen brak. Vervolgens holde het weer verder en werd eindelijk in de 's-Gravenlandsche straat gegrepen en tot staan gebracht, gelukkig zonder ongelukken te hebben veroorzaakt. Door de politie is alhier aange houden zekere J. S., wiens opsporing wegens desertie van een zeestoomschip was verzocht. Na verhoor is hij op vrye voeten gesteld. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Van ingezonden stukken wordt de kopy niet teruggegeven Mijnheer de Redacteur, Ik begrijp, en ik prijs het, dat men voor de industrie hier veel over heeftmaar of dit zoover mag gaan als men dagelijks kan zien bij den stoommolen «Nederland", dat betwijfel ik. Dag aan dag wordt daar het geheele trottoir door het werkvolk in beslag genomen, alsof er geen voetgangers bestonden. Voor hen niet de minste égards, noch van den kant van den di recteur, noch van den kant van het werkvolk. En die toestand duurt niet enkele dagen, maar weken en weken. Ziet de bevoegde autoriteit hier niets vanof heeft de stoommolen «Nederland" daaromtrent alle rechten voor zich gepacht In dat gedeelte van de stad zijn we anders heusch niet verwend. Sinds de afschaffing van het recht van straatboenen, zelfs met haven- of distilleerwagen, zien wij hier haast nooit een stadsbezem. Alleen als de straten tengevolge van droog weer, droog zijn geworden, en ze dus van zelf schoon zijn, komt een stadsbezem er nog eens luchtigjes overheen strjjken; en dan nog maar alleen de groote steenen - het paardepad maar nog nooit heb ik onze vlijtige stadsstratevegers het trottoir- of het pad van voetgangers zien schoonmaken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 2