Binnenland. Stads- en Grewestelijk Nieuws. de Hoiigaarsehe vlag, het Hongaarsche wapen in het leger. Over deze eischen zijn de vereenigde oppositie-partijen het volkomen eens. Zonder in williging van deze eischen is geen binnenlandsche vrede mogelijk. De sociaaldemocratische partij in Hongarije be sloot op den dag van het optreden van het nieuwe kabinet 50,000 arbeiders te doen post vatten voor het parlements-gebouw en den president der Ka mer een petitie te overhandigen, waarin herin nerd wordt aan de gedane belofte van algemeen kiesrecht. Mocht de politie deze massa-betooging verbie den, dan zal de optocht in groepjes plaats heb ben. De arbeiders zullen voor het tot stand ko men van deze manifestatie twee uren vrij vragen. ZUID-AFRIKA. President Steijn is Zaterdag te Kaapstad aan gekomen en verwelkomd door Hofmeyr en andere voorname Afrikaanders. Offlciëele berichten. Bij Koninklijk besluit zijn benoemd in de orde van Oranje-Nassau, tot ridder, de kapitein H. M. A. Vigelius en de eerste-luitenant H. Meywert, beiden van den staf der infanterie, werkzaam bjj de normaal-schietschoolis toegekend de eere- medaille van genoemde orde, in zilver, aan de sergeant-majoors W. D. Ploeg, van het regiment grenadiers en jagers, en A. Beekman, van het wapen der infanterie van het leger in Neder- landsch-Indië, behoorende tot het Koloniaal werf depot, en in brons aan den soldaat J. Middeljans, van de koloniale reserve, allen behoorende tot het vaste personeel der normaalschietschool. De dood van grootvorst Sergius. Z. K. H. de Prins heeft door zijn adjudant, kapitein jhr. van Suchtelen van de Haere, aan den zaakgelastigde van Rusland in het hotel Den Ouden Doelen zijn gevoelens van deelneming laten overbrengen bij; den dood van grootvorst Sergius. Lie voorzitter van den ministerraad, dr. Kuy- per, bracht mede een bezoek aan den diplo- matieken vertegenwoordiger van den Tsaar. De Kleine mis ter eere van den vermoorden grootvorst voigue gisteren in de Russische kapel na de ge- vune vuormiudaggodsdienstoefening. Het gebruik is, op den dag der bijzetting van de overblijfselen ut Rusiand m de kapel te 's-Gravenhage een iijKpiectitigheid te houden in tegenwoordigheid v an ae diplomatieke en hooge autoriteiten. Uuië' lies. tie <voue audiëntie van den minister van Oorlog zai op Donderdag 23 Februari e.k. niet plaats hebbeu. Tweede Kamer. By eede Kamer zijn ingekomen drie om- i; - vu i pen van wei houdende maatre gelen loi legeiiug der Administratieve Recht spraak en wet: 1. Wetboek van Administratieve RechtsvorderingII. Wijziging der wet op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justi tie ill Klassen en Samenstelling der gerechten en jaarwedden der rechterlijke ambtenaren en beambten. Kath. kamerclub. Aan de Aoordbrabanter wordt uit den Haag ge schreven, dat 'de achttien katholieke leden, die thans in onzen Senaat zitting hebben, zich voor enkele weken geconstitueerd he boen tot een club, op de wjjze zooals deze sedert jaren de Tweede Kamer bestaat. De constitueerende vergadering moet reeds hebben plaats gehad en daarin is tot voorzitter gekozen mr. E. H. J. M. van Zinnicq Bergmann, afgevaardigde voor Noord-Brabant, tot onder-voorzitter de heer F. J. M. A. Reekers, af gevaardigde voor Gelderland, en tot secretaris mr. Regout, afgevaardigde voor Limburg. Monument-—Karei v. d. Heijden. Het monument voor Karei van der Heyden op den Berkeniieuvel bij Arnhem vordert goed en zal waarscüynlflk begin April geheel gereed zqn. Het borstbeeiu van den generaal, in reliet door den heer Wienecke te Utrecht vervaard, is nu gereed om in brons gegoten te worden, wat eerstdaags zal geschieden, waarna het aan het monument zal aangebracht worden. Wij waren in de gelegenheid het relief te zien. dat van een werkelijk frappante gelijkenis is. Liberalen. Door een groot aantal liberalen, wier namen hieronder volgen, is een manifest aan de liberale kiezers gericht, waarin zij verklaren, dat naar hun oordeel 's lands belang niet bestendiging,van ée tegenwoordige regeerings-meerderheid gedoogtz(j achten zicu verplicht tegenover haar front te maken, zouvvel zelfstandig als met handhaving van eigen standpunt door liet verleenen van steun aan vrijzinnige candiduien der imkerzjjde, die niet lol uuii uuiiaLe verwiiuieu ueüooren. Ier al ua&eiiiiig tón iiéijiünavlug van dit eigen standpunt wenschen zij voorts nu andere groepen vrijzinnigen, met het Of>g op de stembus van 1905, een compromis hebben gesloten in het kort de beginselen te omschreven aan welke naar hunne opvatting de liberale staatkunde be hoort vast te houden bij haar streven naar oplos sing der staatkunde en maatschappelijke vraag stukken, die door de tijdsomstandigheden en de geleidelijke ontwikkeling van nieuwe denkbeelden aan de orde van behandeling worden gebracht. 1 Als hoofdbeginsel der liberale staatkunde stellen zij, dat de Staat naar den eisch van strikte onpartijdigheid aan alle burgers, zonder onder scheid de ruimst mogelijke vrijheid verzekere. 2. Staatkundige vrijheid achten zij gewaarborgd door de gezonde werking onzer constitutioneel- monarcale staatsinstellingen. Voor die gezonde werking is noodig gelijdelijke uitbreiding van kiesbevoegdheid naar gelang van toenemende geestelijke ontwikkeling en stoffelijke onafhankelijkheid der burgers. Bij de regeling van het kiesrecht zij de eerste vraag hoe de vertegenwoordiging van het geheele Nederlandsche volk, als deel der wetgevende macht, het doeltreffends zal werden samengesteld. 3. Maatschappelijke vrijheid achten zij, niet minder dan staatkundige, onmisbare voorwaarden voor volkswelvaart een -beschaving. Wetgeving en administratie, welke strekken tot verhooging van het stoffelijk, geestelijk en zedelijk peil der geheele natie, behooren waarborgen te stellen voor en gericht te zijn op ontwikkeling van de zelfstandige kracht van alle staatsburgers. Ook «sociale wetgeving" moet dus in de eerste plaats bestaan in het bevorderen, aanmoedigen en steunen van persoonlijk initiatief en energie. Staatsdwang en ambtenaars-bemoeiing zijn eerst toelaatbaar, wanneer de werking van het vrije zelfstandige initiatief ontoereikend is en voldoende vaststaat, dat hetgeen ter behartiging van eenig algemeen belang tot stand moet komen, van staats wege eerder en beter kan worden verricht dan door de vrije samenwerking der belanghebbenden. De onderteekenaars hebben uit hun midden een commissie van advies, bestaande uit de 6 eerst onder- geteekenden, aangewezen, met het doel, het lokaal initiatief van kiesvereenigingen of comité's ad hoe te steunen en behulpzaam te zijn in den aanstaan den verkiezingsstrijd, tevens om ook daarna voor de gelijkgezinden in het land een vereenigingspunt te vormen en de liberale beginselen door onder- lingen steun en waardeering te bevorderen. De commissie van advies bestaat uit de heeren Mr, M. Tydeman Jr., voorzitter, te Breda A. Plate, te Rotterdam jhr. mr. H. Smissaert, te's-Graven- hagejhr. mr. F. W. van Styrum, te Haarlem mr. A. C. Visser van IJzendoorn, te Leiden en mr. W. van der Vlugt^JteReidenmr. dr. J. H. W. Q. ter Spill, secretaris, Borneostraat no. 6, te 's-Gravenhage. Onderscheiding. Het heeft Z. H. den Paus behaagd, den heer G. O. van Meeuwen, te Haarlem, president van het College van Regenten van het St. Jacobs Godshuis en president van het R. K. Parochiaal Armbestuur aldaar, te benoemen tot Ridder in de orde van den H. Gregorius den Groote. R. K. Propagandavereenigingen. Men meldt ons uit Den Haag In een gisteren in Den Haag gehouden verga dering van afgevaardigden van R.-K. propaganda vereenigingen werd besloten tot oprichting van een aationalen Bond, die bevordering der politieke actie zal beoogen en staan zal naast den Bond van R. K. Kiesvereenigingen, welks terrein de nieuwe Bond, die uitsluitend propagandistisch is, niet zal betreden. Tot toetreding verklaarden zich bereid de ver enigingen te Sassenheim, Gouda, Amsterdam, Utrecht, Schipluiden, Delft, Den Haag, Loosduinen en Poeldijk. Leiden en Hillegom verklaarden niet toe te treden, terwijl Vlaardingen, Wassenaar, Castricum en Scheveningen een afwachtende houding aan namen. Het bestuur werd saamgesteld uit de heeren C. D. Wesseling (Den Haag), voorzitter G. P. Bon (Loosduinen), secretaris Wolf (Amsterdam), Engels (Gouda) Bruinsma (Utrecht) en Lindeman (Delft) en Delfgauw (Poeldijk). St Cecilia. Gisteren vierde de zangvereeniging «St. Cecilia", onderafdeeling van den|R. K. Volksbond, haar 12|- jarig bestaan tevens het 12£-jarig directeurschap van den heer A. M. den Draak door eene buiten gewone vergadering. In de fraai met groen en vlaggentooi gesmukte repetitiezaal, de wanden behangen met de diploma's en met een nieuwe door den heer Vink fraai bewerkte ledenlijst, stond het vaandel gekroond met de in den loop der jaren behaalde onderscheidingsteekenen. Te één ure verzamelde de zangers zich en werd de feestelijke bijeenkomst geopend door den voorzitter, den heer A. M. den Draak, met eene toespraak, waarin hij zijn mannen geluk- wenschte met dezen feestdag en zich verheugde na zulk een aantal jaren te kunnen wijzen op den reeds volbrachten arbeid, die door zoovelen gewaardeerd wordt. De zusterafd. «Alberdingk Thijm" feliciteerde de Zangvereeniging insgelijks, en vereerde den directeur als blijk harer belang stelling een prachtige lauwerkrans. Ook het Afdeelingsbestuur wenschte de zang vereeniging geluk, en sprak de hoop uit, dat de zangver. steeds een sieraad moge zijn van de Afd. Schiedam. Het bestuur der zusterafd. »St. Amhrosius" complimenteerde ook den Voorzitter en de zangers en wenschte der vereeniging nog tal van lauweren op het gebied der kunst. Namens de leden van St. Cecilia voerde het eerelid, de heer Landsbergen, het woord. In wel gekozen, hartelijke bewoording wees hij er op, dat de zangvereeniging in hoofdzaak haar bloei grootendeels te danken heeft aan den direc teur, die gedurende al die jaren met niet genoeg te prijzen ijver, en buitengewone toewijding gear beid heeft aan de opvoeding der Ver. en dan ook met het volste recht aanspraak mag maken op de hem reeds zoo vaak gebleken genegenheid der zangers van St. Cecilia. Hem voor dezen ijver met goud of zilver te beloonen, acht spreker onnoodig, dit is aan waardiger handen toever trouwd. Maar toch willen de zangers hem een stoffelijk bewijs hunner aanhankelijkheid geven, hunne beeltenis, opdat hij voortdurend die mannen in zijne nabijheid zal zien, in wier midden hij zoo gaarne verkeert. Daar dit geschenk echter nog niet geheel gereed gekomen is, overhandigt spreker den president directeur een fraai album, waarin de namen van bestuur, eereleden en leden zijn gecalligrafeerd. Hjj sprak ten slotte de hoop uit, dat de heer Den Draak steeds met denzelfden ijver voor St. Cecilia moge bezield blijven. Van de overige onderafdeelingen kwamen ook felicitaties, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, terwijl vele belangstellenden de zangver. insgelijks hunne geluk wenschen kwamen aanbieden. Na het aanbieden van den eerewijn kwam de Secretaris, de heer Leenders, aan het woord, die in een keurig gesteld verslag, den levensloop der ver. schetste en den leden verheugde door de herinnering aan het genoegen, dat zij in het afgeloopen tijdperk gesmaakt hebben, en door hen duidelijk voor oogeu te stellen wat al goeds gedurende die 12£ jaar is tot stand gebracht. De heer Marrevee las nog een fraai gedicht voor, door hem voor deze gelegenheid vervaardigd. In zijn slotwoord bracht de voorzitter hartelijk dank aan allen voor de hulde aan hem en zijn zangers op dezen dag gebracht, en sprak zijne erkentelijkheid uit aan hen, die op eenigerlei wijze tot het welslagen dezer vergadering hadden medegewerkt. Met vele en welgemeende handdrukken scheidde men in de meest opgewekte stemming. Gedurende de vergadering werd gezongen het eerste door de zangv. voor 12£ jaar ten gehoore gebrachte lied: «Een juichtoon aangeheven", en ook een door den voorzitter voor deze vergadering vervaardigd toepasselijk lied. Herhaaldelijk klonk ook het geestdriftig «Ilij leve lang" uit aller mond. Deze dag zal zeker bij alle zangers in aangename herinnering blijven. Lezing van Mr. Levy over de Onderwijs-Novelle. Voor de «Vereeniging Volksonderwijs", afd. Schiedam, trad 1.1. Zaterdag-avond, in het gebouw sMusis Sacrum", als spreker op Mr. J. A. Levy, van Amsterdam, met het onderwerp «De Onder wijs-Novelle." De spreker begon met de reden uit een te zet ten, waarom hij gehoor had gegeven aan de uit- noodiging voor deze vereeniging op te treden, en wel om de Ond.-Nov. onder de oogen te bren gen van het Ned. Volk. De Ond.-Nov., waardoor een agitatie was ontstaan, welke belaagt en onder mijnt wat de lib. partij noemthet symbool van de eenheid van het Ned. Volk. Te meer daar hier werd aangevallen, wat het lief heeft. Mr. Levy stelde de vraag Wat zien wij hierin? Het antwoord op deze vraag werd ingenomen door de staatsrechtelijke historie, d. w. z., de wijze, waarop de Openbare School in onzen Staat is ingeworteld. Velen van u, zoo vervolgde spre ker, hebben de Staatsbegrooting der Tweede Ka mer gevolgd, en gelezen, hoe Dr. Kuyper heeft ge sproken van een antithese van het Ned. Volk. Hij nam de vrijheid daarbij te spreken van een deel met geloof, en van een ander deel, dat hij paganistiseh noemde, d. w. z. heidensch. Die tegenstelling is niets anders dan een tweeledige levensbeschouwing. Men vindt die in de classieke oudheid en mid deleeuwen door. Dr. Kuyper had niet het recht zulk een verscherpte tegenstelling te gebruiken m onze dagen, dienstbaar gemaakt aan de doel einden, daarmede beoogd. In ons staatsrecht is die levensbeschouwing geknoopt aan 2 namen, Torbecke en Groen van Prinsterer. Uit een brief wisseling in 1831 van deze twee lib. staatsmannen, die door zulk een vriendenband verbonden waren, dat zelf de kamp in de Kamer dien niet ver mocht te breken, bleek het tegendeel van Dr. Kuypers woorden. En bier las Mr. Levy een van die brieven, geschreven door Torbecke aan Gr. v- P. voor, en ziedaar, zeide spreker, de le vensbeschouwing van Torbecke, welke nog dezelfde is tot op deze dagen in de lib. partij, en waaraan de Openb. School van den beginne af, heeft beantwoord. Naast de grondwet van 1840, welke wij aan Torbecke verschuldigd zijn, maakte hij aanteekeningen. In een van deze komt ongeveer ook deze zinsnede voor «Het is de overheid waardig licht te verspreiden voor het publiek belang. Ze zorgt voor Openb. Ond. maar sluit het Bijz. On derwijs niet buiten." De grondwet van 1840, beveelt het Op. Ond. in de voortdurende zorg der regeering aan, daarnevens rkent de grondwet van 1848 de vrijheid van het ijz. Ond. Zoo lichtte Mr. Levy door het een en ander den toestand toe van het openb.- en Bijz.- Onderwijs na de wet van 1848. Zoo stonden de zaken tot 1889, toen het ministerie Mackay (anti-rev. regeering) optrad. De toen gemaakte «Pacificatie-wet had hieraan haar ontstaan te danken, dut velen minder vrede hadden met het Openb.-Onderwijs, en die voortdurende onderwijs- vraag was 't gevolg, dat men haar is gaan be schouwen als een struikelblok, waarop aliens in onze politiek afstuitte. Men beloofde den liberalen, mits de wet van 1889 er doorkwam, een einde zou komen aan de voortdurende veete, en dan kon begonnen worden met de zorg voor de andere sociale vraagstukken, en afgaande op die belofte, hebben de lib. hun steun gegeven aan de wet van 1889. Toen dit ministerie optrad, was de wet van 1889 niet een punt, maar een begin van het lager onderwijs. Hiermede bracht spreker de Hooger- Onderwijswet in verband, die volgens hem, de vrijheid knevelt. En zóo was de spreker gekomen aan het hoofd punt van zijne rede, n. m. «De Onderwijs-Novelle", welke tegenover de wet 1889 stond, welke laatste wet die ouders beweldadigd had, die geen genoe gen namen met de Openb. School, en dit (bewel- dadigen) nu doet het aanhangig onderwerp in hoofdbegin, welke den bijz.-onderwijzer een mi nimum jaarwedde wil toekennen uit de Staatskas, evenals de Openb.-Onderwjjzer, welke laatste wer kelijk Staatsambtenaar is, en dit noemde Mr. Levy onrecht. Mr. Levy kan niet begrijpen, dat de rechterzijde zich aan zulk een aperte schen nis van de grondwet schuldig kan maken, die op eede de grondwet gehoorzaamheid gezworen hebben. De onbillijkheid lichtte hij toe met een voor beeld, dat hierop neerkomt, dat een werkman, na een paar dagen vrij af, zijn patroon bovendien een nota indient van zijne in die 2 dagen ge- nog maakte uitgaven, en dit bracht hij in verband met het Bijz.-Onderwijs, dat boven de vrijheid thans sa- larieering zal krijgen voor zijne onderwijzers. Dat dit alimentatie is, is zoo klaar als de middagzon Dit is de eerste reden voor onze staatsrechter lijke Volksschool. De tweede reden is de zielkundige aard, die moet leiden tot de deugdelijke vereischten, waaraan het Bijz. Ondafbreuk doet. Hier be streed Mr. Levy, wat aan de lib. partij was ten laste gelegd, n. m., dat zij het Bijz. Ond. in de ban had gedaan. Alleen het dogmatische, con- fessioneele onderwijs bestreden de liberalen, en hij staafde zijn bewering met een artikel uit de wet van 1850, dat voorschrijft, dat het kind moet worden opgeleid tot alle Christ, en maatschap pelijke deugden. In verband hiermede las spreker uit een boek, getiteld «Paedagogische Beginselen", door Bavinck, een zinsnede, voorkomend op blz'. 155, voor luidende ongeveer als volgt, dat een religie zonder dogma geen religie is, evenals denken zonder wetten geen denken meer is, en dit noemde spreker geen dwaling maar een mon struositeit. Verder, dat Bavinck heeft gezegd, dat op de lag. school dogma's moeten geleerd worden. Spreker kan niet begrijpen, dat het bevattingsvermogen van kinderen van G —12 jaren groot genoeg is om dog ma s te bevatten. En hier haalde spreker eenige dogma's aan, o. a. het dogma van de transsub stantiatie. Als derde reden gaf hij aan, hoe ver dit wets ontwerp samenhangt met de verdraagzaamheid De Bijz. School is, volgens Mr. Levy, het ken- teeken der onverdraagzaamheid en dit lichtte hij met een voorbeeld toe. Verder hoe het aan iedere confessie eigen is, minachtend op een andere neer te zien, en het zijne als het ware te beschouwen. Hierna somde de spreker nog op wat er door de Onderwijs-Nov. van de Bijz.-School gevorderd wordt n.m. lo. een schoolbestuur, 2o. 25 kinderen en 3o, een voor salaris afgegeven kwitantie. Hierover weidde spreker op minachtende wjjze uit. Uit het debat een paar punten Spreker had in zijne rede de vrees geuit, dat het geld uit de staatskas voor het Bijz. Onderw. niet in handen zou komen van hen, voor wien het bestemd was. Spreker vertelde hier als voorbeeld het volgendeEen zekere juffrouw Postma, was onderwijzeres aan een christ. school in een klein plaatsje (Ameide) op een salaris van f 600. Hiervan was zij verplicht flOO af te staan en deze f lOO stond dan als gift der fam. Potsma boven aan de lijst, welke jaarlijks in de gemeente circuleerde. De heer Kraak, alhier, las uit De Rotterdammer van 18 Februari 1905, een artikel voor met het opschrift «Leugen en Waarheid" en waarin juist dit geval besproken werd geheel in strijd met Mr. Levy's woorden. Juf. Postma, dochter van Ds. Postma te Ameide, solliciteerde aan de school aldaar, gaf proefles, voldeed en werd aangesteld. Het bestuur verzocht nu Ds. Postma, den voorzitter, met het oog op de kas, f25 op het salaris te willen laten vallen, daar zijn dochter bij hem inwoonde en dus geen kostgeld behoefde te betalen. Na ampele bespre king nam Ds. P. dit voorstel aan, en hieruit blijkt, dat de feiten zich dus anders hebben toe gedragen. Nog komt er in dit artikel deze zin voor »H et i s voo r Mr. Levy en de overige «Front makers" weltehopen, dat z ij deugde- lijke wapenen tegen hetchr. Onder wijs in huntuighuis hebben, dandeze blikken sabel s". Nadat verschillende personen nog het woord hadden gevoerd o.a. een anti-rev., die er op wees, hoe de Christ. partij wel belasting opbrengt, maar zelf daarvan niet geniet, waarop Mr. Levy

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 2